N". J 9.
Veertiende Jaargang.
A0 1873.
NIEUWS-. EM A0ÏERTEIT1EBUB VAi WEST&M ZEEUISSMLMMM
Vrijdag 7 Maart.
Iets over het Voor- of
Opkoopersbedrijf.
Politiek Overzicht.
SUIMil
Dit Weekblad verschijDt iederen Dinsdag en Vrijdag.
Prijs per drie maanden voor het voormalig 4de district van
Zeeland ƒ1.15; voor de overige plaatsen des Rijks, franco
per post 1,30.
Prjjs der Advertèntiln van.1-5 regels 0,75 elke regel
daarboven ƒ0,12 Va - 4-Tiroole létters naar het getal gewon©
regels die zij besla&v.
Afzonderlijke -Nummers f 0,05.
Ingezonden Slukkeu en Brieven, de Redactie betredendebenevens Adverleniieu en gewone Berichten ol Mededeelitigen van Correspondenten,
te bezorgen bij den Uitgever dezer, allés FRANCO.
Naar aanleiding van het gevangen nemen
van een tweetal vermoedelijke konijnendieven,
moeten wemet een enkel woord do aan
dacht op een paar feilen vestigen, die, in
hunnen aard een even grooten vloek zijn
voor het platte land als de insluipers en
inbrekers voor de sleden. Wij bedoelen het
hovenschuimen en het opkoopersbedrijf in
zijn misbruik.
Ieder lezer zal 't ons gereedelijk toestem
men dat de hofschuimerde nachtlooper,
die onze tuinenbleekveldenerven en
achlerplaatsen bezoektvoor de veiligheid
van personen en goederen even gevaarlijk
isals de huisbreker in de stad. Stapels
bout, stroo, hoenders, konijnen, kleine var
kens een vergeten bezem of dweil zelfs
eene huiskat, zijn buit voor hem en te
vergeefs waakt men. Al deze voorwerpen
zijn op zoovele verschillende plaatsen voor
handen, dat men ze niet bewaken kan, en
het honderd legen een is zoo de daders
op heeter daad worden betrapt. Ze trachten
tocheven als de dieven in de steden
behoorlijk op de hoogte te zijn van alles
Wie konijnen, wie varkens heeft, waar de
houtvim staat, waarheen de marechaussées
,.op dienst zijn", waar de nachtwaker blijft,
of de rijksveld- of gemeenteveldwachter
uit zijnalles trachten zij te weten eu
daarna nemen ze hunne maatregelen.
Dat ze, wat konijnen, katten, gestroopte
hazen, hoenders, eenden en eieren betreft,
hunne helers hebben, of zeker hunne koop
lieden, van wie ze geld krijgen voor hunne
waar, zonder dat deze eerlijke kooplui
angstvallig naar de herkomst der verkochte
voorwerpen vragen, is zeker, anders zouden
dergelijke voorwerpen niet spoorloos ver
dwijnen.
Hierbij komt nog een kwaad. Zooals nu
van beide gevangenen blijkt, zijn er onder
de dieven en slroopers werkluidie even
nis vele anderen vast werk hebben, indien
zij zulks verlangenook werkende en die
zich echter uitgaven veroorlooveudie een
eerlijk arbeider zich niet veroorloven kan.
I)eze laatste murmureert daarover en meent,
dat zijne vrouw eene slechte huishoudster
ïszijn meester is almede ontevreden en
meent, dat ook zijn werkman ongeschikt is
en deze wordt aizoo het offer zijner eer
lijkheid, terwijl de dief, de vrucht van arbeid
en misdaad vereenigeudein betrekkelijke
ruimte leeft. Het is dus in een land of
plaats van goede policie noodzakelijk voor
de veiligheid van personen en goederen
ook op dit punt te'waken en dit doel zal
men het best bereiken, door het vaststellen
van een (liefst provinciaal) reglement in
twee afdeelingen een voor de sleden en
een voor het platte land op het Voor- of
Opkoopersbedrijf. Of is dit in strijd met
den geest onzer wetgeving, dan zouden zich
de gemeentebesturen van een kanton, district
of arrondissement (en dit punt brengen we
onder de aandacht der vergadering" van
burgemeesters en gemeente-secretarissen te
Oostburg en elders bijeenkomende) om door
plaatselijke verordeningen te dezer zake een
gewichtig werk te verrichten namelijk een
groot kwaad te voorkomen, of een middel
tot verhindering van dat kwaad ineer binnen
het bereik der plaatselijke en rijkspolicie te
brengen en des noodig te doen straffen.
Wij moeten vooraf dat Voor- of Opkoo
persbedrijf eenigszins nader beschouwen.
Dat bedrijf is een tak .an den zoogeiiaamdeii
kleinhandel en wordt in ons gewest uitge
oefend behalve door eenige weinige inge
zetenen, in den regel door vreemden en wel
voornamelijk Belgen. Zie wij, doen alles
otn de mindere klassen der maatschappij te
beschermen; wij trachten alles te vermijden,
wat maar naar vitterij zweemt en wat naar
volksvooroordeel gelijkt, en wij erkennen
gaarne, dat het Voor- of Opkoopersbedrijf
een eerlijk middel van beslaan isja we
zouden die mannen der gezondheidspolicie
die ons van doode paarden, haardasch ge
ringe mestspeciën, afval, allerlei soorten van
huiden enz. ontlasten niet gaarne missen
maar toch wenschen wij zeden eerlijken
in hun eigenbelangden oneerlijken in
't algemeen belang, nader onder het bereik
der policie (e brengen. De Voor- of Op
kooper toch handelt in alles oud ijzer
lood, huiden, lot van de kleinste dierenen
gestorven vee zijn naast de meer edele
voorwerpen ais boter, eieren en wild van
zijne gading. Onze boerinnen zien hem even
gaarne als de „varkenskutser" de hofstede
bezoeken, want ze zijn verzekerd, dat ze
van hem den hoogsten prijs voor hunne
have maken zuüendaar hij in de gelegen
heid is, deze wederom op de groole
markten van GentEecloo en Brugge, met
voordeel af te zetten. De voortbrengselen
van den konijneuhandel zijn naast het wild
en pluimgedierte menigmaal de lading zijner
laggeezel of hondenkar, en wij moeten
het helaas conslateercn dat in ons oog
cn we vestigen er daarom nog eens zoowel
de aandacht van den plaatselijken wetgever
als van de policie op die lading niet altoos
hoven verdenking verheven is. We durven
vragen worden er geene gestroopte hazen,
patrijzen en eendvogels vervoerd Zijn
onder de laatste» nimmer hij ongeluk tam
me? Wordt er na het sluiten der jacht
geen wild vervoerd Worden er geene ge
stolen konijnen gekocht? Het laatste is
gebleken uit het door ons medegedeelde
feit. Waar bleven een aantal1 kattendie
we weten, dat in de laatste jaren spoorloos
verdwenen zij.n\?
Worden ze fiiet om de huid verkocht
naar Vlaanderen? En omgekeerd, waar
komen al die waak-, hof-, Huis- en herders-
zelfs jachthonden^van daan,.die men onzen
landbouwers uit Vlaanderen wept te bezorgen?
Lezen we niet alle oogenblikl^n ook in de
Vlaamsche bladen van diefstal van konijnen,
zwijnen en pluimgedierte Welnu met deze
vragen voor ons, vragen we een nauwkeurig,
toezicht der policie' en een reglement op
het Voor- of Opkoopersbedrijf!^
Hoe? Ja dat is de zaak der' plaatselijke
policie en plaatselijke jvelgcving. Sommigen
spreken vau het verhoógen van het patent,
maar het patent wordt meer en meer er
kend als een last, alleenjjen handeldrukkende
en dus Uit dec aard dëFzaak onrechtvaardig
en bovendien, dan zou de eerlijke handelaar
het met den oneerlijke moeten bekoopen
We zijn niet zoo pedant, dat we ongeroepen
eene schets vau zulk een reglement zouden
willen geven; dat ze vroeger bestonden
weten we uit het Aardenburger archief b. v.
en dat ze, mits algemeen, nuttig zouden
kunnen werken is zeker.
Eén punt licht echter zoo geheel voor
de hand en is zoo eenvoudig, dat we dat
gerust durven aanbevelen. Het is dit
niemand zal eenig wild, gevogelte, levend of
doodeenige huiden eieren of dergelijke
kleine voorwerpen mogen vervoeren, zonder
bewijs van herkomst, door den verkooper
afgegeven.
Ieder, die een patent als opkoaper ver
langt zal dit alleen gegeven worden legen
overlegging van een bewijs van goed gedrag,
afgegeven door den burgemeester zijner
woonplaats.
En ieder opkooper iets vervoerende
zal zich als hij zich met zijne waren naar
buitenlands begeeft, moeten vertoonen lei:
kantore van den ontvanger op de grenzen
ten einde aldaar zijne vracht te doen ver
gelijken met zijne bewijzen van herkomst.
Zuilen ook Belgische burgemeesters die
certificaten van goed gedrag kunnen afgeven
Voorzeker! Waarom niet? Zij stellen be
lang in de welvaart hunner geadministreer
de» en zullen geen onwaardige met een
onjuist getuigschrift voorthelpen.
la zake van politiek is de aandacht tegenwoor
dig te eoneiuaal verdeeld tusschen Frankrijk ca
Spanje.
Gelijk men weet was iu 'l laatst der voorgaande
week iu Frankrijk de vrede gesloten gewordou
tusschen Thiers, don voor/Uier der republiek,
en de kouingsgeziude coüimi&sie der dertig. Dezo
conituissiezooals men zich herinnert, was ont
staan uit vijandelijke gezindheid tegen Thiers en
ue republiekde kamer had ze kenoemü om de