NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEÜWSCH-VLAANDEREN.
N". 3.
Veertiende Jaargang.
A° 1873.
Vrijdag 10 Januari.
Aan de lezers van het
Sluisch Weekblad.
1872—1873.
S UIS HimiUD
Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag.
Prijs per drie maanden voor het voormalig 4de district van
Zeeland f 1,15; voor de overige plaatsen des Rijks, franco
per post ƒ1,30.
Prijs der Advertentiën, vgp 1-5 regels f 0,75 elke regel
daarboven ƒ0,1-21/;.-Groote letters naar het getal gewone
regels die zij beslaan.
Afzonderlijke Nummers f 0,05.
Ingezonden Slukkeu en Rn vè^^'io!* 'e betr0dendebenevens Advertentiën en gewone Berichteu of Mededeelingeu vau Correspondenten,
te bezorgen bij den Uitgever dezer, alles FRANCO,
Geachte lezers! De corrector van ons
blad heeft U, om middernacht in zijne
dichterlijke improvisatie de wenschen van
hen, die zich met dit volksblad (vergeet het
niet) bezig houden zijne wenschen bij de
wisseling des jaars gebracht, die ook voor
ons eene verrassing waren en ons aange
naam aandeden, zoodat we niet behoeven Ie
zeggen, dat we ervan harte mede instemmen.
Wij gewaagden boven van een volksblad,
wij wenschen met 1873, dit meer en meer
waarheid te doen worden en zullen van
onzen kant daartoe alle krachten in te
spannen.
Wenschen we eenerzijds niet te bluffen
met een vertoon van geleerdheid, anderzijds
wenschen we niet af te dalen op het gebied
van het platte en gemeene en is er eens
iets, dat, dank zij onze belezenheidgeleerd
mocht schijnen, och lezers heb dan een
weinig kompassie met ons en denk eens
wat moeite 't ons moet kosten om alle
weken nieuw te zijn of naar nieuwheid te
streven. Vorder van ons politiek overzicht
niet meer dan wij geven. Gij, die groolere
dagbladen raadpleegt, zie op den prijs van
ons blad met het oog op lez'ers die zich
geene groote bladen kunnen aanschaffen en
voor wie dat overzicht slechts eene herin
nering aan een kort verleden is. Wij
wenschen met 1873, als Hoofdartikel, bij
afwisseling iets anders te geven, namelijk
iets over iedere gemeente in ons gewest,
over haren naamharen oorsprong hare
lotgevallen. Zoowel van het aan bronnen
zoo rijke Sluis en Aardenburg als van het
kleine lieve Waterlandkerkje en het jeugdige
Hoofdplaat. Wij bezitten bronnen, die in 't
geheel niet of zeer weinig bekend zijn
daar uit zullen wij putten, eenvoudig en
zonder geleerdheid, zoodat zij, die ons week
blad bewaren eene heele bijdrage zullen
krijgen tot de geschiedenis van ons merk
waardig gewest.
En nu lezers, help Gij ons daarbij ook
wat, hebt Ge iets mede te deelen, zendt het
ons in tijds en breidt onzen kring van lezers
vooral uit. Lees het niet met zoogenaamde
groote ploegen, maar met zoo kleine mogelijk.
7 8 stuivers in de maand is toch voor
ons blad zoo heel veel niet; overweeg ons
plan eens wel en help ons eens Bink.
Cadzand als naamgeefster van een groot
deel van ons land, is eerst aan de beuit
en komt binnen kort. Wel mogen ze varen
die gemeenten zoo vol herinneringzoo stil
en zoo vreedzaam de zegeningen des vredes
genietende! G. P. ROOS.
Aasdekscrg, A Jas. 1873.
Dag- week- en maandbladschrijversop
stellers van revues en algemeene overzichten,
gevoelen zich bij het einde van een verloopen
bij het begin van een Nieuw jaar
meestal eenigszins ernstiger dan gewoonlijk
gestemd en deze stemming voert ben tot
een terugblik in het verleden; lokt hen uit
om een blik in de toekomst te wagen.
Geen wonder, de eenvoudige waarheid doet
zich met geweld aan hunnen geest voor.
In 't verleden
Licht het heden
en men voegt er met eenen onzer jongere
dichters bij „en in het lieden datgene, wat
worden zul I" Zijn ook wij ernstig gestemd
bij 't overdenken dier eeuwige in den mond
des volks levende waarheden Wie zal
't wraken, dat we toestemmend antwoorden?
Voor ons persoonlijk, voor ons ambts- of
plichtshalve, geeft dat afgeloopen jaar 1872
veel te denken
Voor 't geheele Vaderland was 't een
jubeljaar. 1372 trad fier op den voorgrond
eu indien 't waarheid is, dat de geest des
voorgeslacht leefl in de kinderen der XIX
eeuw, dan mogen wij met fierheid er roem
op dragen, dat die geest zich uitte in eene
ongeveinsde vreugde wegens onschatbare
voorrechten door een roemrijk voorgeslacht
voor 300 jaren nog niet feitelijk, maar toch
reeds werkelijk veroverd.
Als do ontwakende Nedcrlandsche vloot
voogd op den eersten der maand April 1872,
den man die aan het rner de wacht hield
toeriep: Wachter wat is er van den nacht?
klonk het bemoedigend antwoord „de da
geraad is aangebroken I" En zoo was het
De eerste April 1372, staat in 't hart van
ieder Nederlander met onnilwischbaar schrift
aangeteekend; de dageraad was aangebroken,
de volle dag is gevolgd Wel kwamen nu
en dan stormen en onweersvlagenwel
dreigde die dageene eeuw later ter voller
middaghoogte verrezenplotseling in nach
telijk duister over te gaan maar dezelfde
bemanning der jeugdige Staatshnlk was
daar, om den bliksem af te leiden, om wand en
tuig en geschut en geweer, te versterken
en te vermeerdereu eu den overmoedigeu
en overmachtigen vijand af le slaan en terug
te jagen van het reeds veroverd gebied
Toen werd de Nederlandsche vrijheid op
nieuw geboren I
Bizonder ons gewest noemden we zoo
even Terecht I Van hier steeg het knet
terend raket omhoog en verspreidde hoog
in de lucht zijne schitterende lichtkogels
door den Juninacht en Neerland trilde van
verukking. „Een zwakke dam, in haast
opeengehoopt, weerstond den springvloed, die
velden en steden sloopte."
Hier in het Zuiden werden de eerste
donkere wolken verdreven; dat werd ginds
in het Noord-Oosten vernomen; dat vondt
weerklank in het Noorden. Aardenburg de
kleine, Groningen de groote, leverden het
schitterend bewijs van hetgeen trouw aan
het Vaderland, moed bij den landzaat, een
dracht onder het volk, vermogen.
Dat bewijs trad met levende kleuren
met vlammende figuren voor het oog vau
Amslels fiere burgervaders. Zij sloegen kloek
moedig de hand aan 't werk en begonnen
den reuzenkamp, als of daar geen enkel uur
van lafhartige vreeze ware voorbijgegaan
geen enkel laaghartig feit ware aangeteekend!
De fiere Zeeuw bood zijnen Hollandschen
broeder de handde zeeën waren met
vloten overdekt en de namen van de Ruijter,
Tromp, Evertzen, schitterden als sterren van
de eerste grootte naast honderden van
zachter, maar even helder licht en onder
die allen verheft zich de heldengestalte van
Willem van Oranje en verwerft zich naast
den naam van redder des Vaderlands, dien
van bevrijder van Europa
In 1372 begon de kamp voor onze
godsdienstige en burgerlijke vrijheid. Toen
de graaf van Holland zich oppermachtig
Koning der Nederlanden waandebegreep
hij het, Koning bij de gratie Gods, als eens
luidend te zijn met despootdwingeland
eigenaar der onderdanen met ziel en lichamen,
die geiooven moesten, wat hg geloofde, die
offeren moesten, wat hg eischte eu ziet, dat
kon het volk niet dulden; van daar strijd,
geen opstand, maar grondwettig verzet en-
zegepraal
Eene eeuw later hetzelfde. Honderd jaren
ondervinding hadden Lodewijk XIV niet
wijzer gemaakt als Philips, trouw zoon der
kerk, die het oog sloot voor zijne zonden
kwam hij ook met gewetens - en staats-
dwang getuige zijne dragonnades, Alva
waardig geluige zijne machtspreuk de slaat
ben ik
In 1372 brak de dageraad der ware
beschaving, rustende op het Christendom
aan en drong door tot onder de minste
leden van het Nederlandsche volk. Niet
plotseling niet schokkend langzaam maar
zeker gelijk de zon, die hare schreden hij
minuten en seconden telt, die aan verdui
stering onderworpen is, maar weder het
gebied des lichts herneemt. In 1672 werd
eene groote poging aangewend, om de be
schaving op hare baan terug te dwingen
de zon werd verduisterdde eklips was
bijna totaal, doch ze kon niet blijvende zijn;
de beschaving laat zich niet terug wijzen
de verduistering is slechts tijdelijk.
Eene andere, gewichtiger vraag is deze
Hebben wij kinieren van 1872 ons de
v/uchten ingeoogst, gedurende twee eeuwen
voor ons verzameld, geplant en nat gemaakt
en die het nooit aan regen en zonneschijn