NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEI
A.S.DINSDA& 24 DECEMBER.
N*. 100.
Dertiende Jaargang.
A" 1872,
Dinsdag 17 Decetnb.
Onze uitwate-
ringswegen.
Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vbijdag.
Prijs per drie maanden voor het voormalig 4de district van
Zeelaud ƒ1,15; voor de overige plaatsen des Rijks, franco
per post ƒ1,30.
Prijs der Adverlentiën van 1-5 regels ƒ0,75 elke regel
daarboven ƒ0,12Groote letters naar het getal gewone
regels die zij beslaan.
Afzonderlijko Nummers 0,05.
Ingezonden Stukken en Brievende, Redactie betreffende, benevens Adverlentiën en gewone Berichleu ot JViededeelingen van Correspondenten,
te bezorgen bij den Uitgever dezer, alles FRANCO.
Aan het publiek zij bericht
datwegens het invallend
Kerstfeest, ons gewone Vrydagsnummer
zal uitkomen:
Inzenders van AdvertentiënIngezonden
stukken, Berichten enz., verzoeken wij
vriendelijk een en ander ons vóór Dins
dagmiddag te doen geworden.
Is er eenig onderwerp, dat voor ons
gewestonze belangstellende aandacht ver
dien!, dan is het dat van onze uitwaterings-
vvegen. Wij wenschten, dat nu onze Minister
van Binnenlandsche Zaken dezen oord eens
kon bezoeken en we gelooven, dat hij met
ons en met de adressantendie het feit
dezer dagen ter sprake brachten zou er
kennen dat er nood is en dat deze nood
dringende hulp behoeft. Een Hollander, die
ons gewest bezoekt zalzoo hij geen des
kundige is, de schouders ophalen en meenen,
dat als de vorst invalt hier, even als ten
zijnent, schoone banen voor de schaatsen
rijders zullen ontstaan, met andere woorden:
hi) zou onze overslrooraing niet tellen. Hij
zou dat niet uit moedwil doen, maar uit
onkunde. Holland toch bestaat grootendeels
uit weilanden, wier sloten zomer en winter
boordevol staan, dewijl ze, door middel
van watermolenssteeds op peil gehouden
worden en, overstrooraen ze des winters en
duurt dat niet al te lang, dan kan het even
als bij de Vlaamsche meerschen geen kwaad,
soms doet het goed. Ten onzent is het
echter anders. Onze bodem bestaat uit
lichte en zware klei met humus of teelaarde
(de bekende zwarte grond) en eene zand
streek iangs de Vlaamsche grenzen: de
graanbouw is verre weg de overwegende
talc van landbouw. Hierbij komt datzoo
ergens bij voorbeeld aari groote wegen, bij
oprillen aan dijken en dammen, soms in de
bedding, vaak op de oude oevers van ver-
lande slroomen, arbeiderswoningen (meestal
ellendige, ongezonde hutten, zoogenaamde
stroodorpen) gebouwd zijn, daar men goede
gronden wegens den prijs voor dat doel
niet machtig worden kandaardoor ver
oorzaken hooge standen der binnenwaters
bij ons betrekkelijk even groote ellenden
als elders. Of men in de betrekkelijk
kleine gevechten van den tiendaagschen
veldtocht gedood of gekwetst werd, dan of
zulks in den grooten veldslag van Waterloo
gebeurde, dit wat voor de lijders hetzelfde,
zoo ook ten onzent. Voorheen bezaten we
uitmuntende afwateringswegen doch de
natuur en het gouvernement beidehebben
ons daarvan beroofd!
Wij wenschen wel verstaan te worden.
Wij willen daarvan de tegenwoordige re
geering geene grief maken; we schrijven
alleen om op spoed aan te dringen ten op
zichte van het aangevangea werk wij
wenschen het gouvernement er op te wijzen,
dat we behoefte, dringend behoefte hebben
aan spoedige hulp en voldoende hulp. Buiten
Prins-Willemspolder en de daarmede geas
socieerden bezit geen enkele polder of
watering meer eenige voldoende afwatering.
De wateringen van Cadzand en Groede
kunnen het nog eenigen tijdde laatste
nog vrij lang - houdendoch zij gaan
de eene langzamer dan de andere, der
vernietiging te geraoet. Het Zwin is weg,
de laatste afsluiting is gelegdde Braakman
verland met iederen dagen de sluis der
watering van Cadzand licht op zoo ongunstig
punt, dat ze op den duur niet houdbaar is,
maar almede de verlanding tegengaat.
Ons dreigt nog een gevaar en wei van
die zijde, die ons thans tijdelijk en bij ge-
doogzaamheid eenige hulp verschaft; na
melijk van Belgie. In de onmiddellijke
nabijheid onzer grenzen liggen twee kanalen,
die sedert jaren onze jaloersche oogen tot
zich trokken het kanaalzoogenaamd
van Zelzaete doch eigentlijk van den Oos-
terput naar Heijstwelks derde sectie van
dien Oosterput tot Zelzaete alleen op 't
papier bestaat, en dat van Schipdonk, welks
zeesluis echter zeer ondoelmatig schijnt te
zijnzoodat men het water des kanaals
geene volle speelruimte naar zee schijnt te
durven geven; althans kunnen ook wij ons het
verschijnseldat we thans op Slroobrugge
zien, niet anders dan daaruit verklaren.
Het kanaal van Heijst toch staat zeer
laag, zelfs bij de tegenwoordige omstandig
heden buitengewoon laag dat van Schipdonk
daarentegen zeer hoog, buitengewoon hoog,
zoodat het de waakzaamheid der Belgische
Ingenieurs vordert. Moest nu aan de dijken
van een dezer kanalen eenig ongeval over
komen dan zouden wij, lager gelegenen,
ruimschoots in de gevolgen daarvan deelen.
Daarom wij herhalen het nu - heden
nog, terwijl het water er staatbehoord het
bestuur van den waterstaat een lokaal on
derzoek in te stellenten einde tot één
vast plan te komen, om onze bizondere
polderwatergangen in verband te brengen
met hei ontworpen hoofdkanaal. Ook met
het oog op de openbare gezondheid is zulks
wenschelijk. Één voorbeeld. Toeri de over
blijfselen der Aardenburger grachten nog
veel ruimer uitgestrektheid besloegen
heerschlen daar koortsen van meer of min
boosaardig karaktersedert vijftien jaren is
men begonnen met delven en aanvullen in
de laatste vijf en twintig jaren is men
daarmede dubbel ijverig bezig geweest en
hoe drooger de omtrek werd, hoe gezonder,
men nam de broeiplaatsen der miasmen
weg en men bracht natuurlijke luchtbewegers
aan door het aanplanten van duizende olraeri-
en populierenboomeu, de laatste tevens
flinke bliksem- en hagelafleiders.
Wij zeiden thans een onderzoek in loco
te wenschen en nuttig te oordeelenéén
enkel waterstaatsambtenaar is immers vol
doende, om eens rond te gaan en den
Minister rapport wegens zijne bevindingen
uit te brengen? Welnu, hij zal bevinden:
aan den rechter en linkeroever der gewezen
Eede tusschen Aardenburg en Eede de
velden eenige honderde meters verre over
stroomd hier en daar enkel de ruggen
der akkers bloot en het oude bed verdeeld
in eenige stilstaande waterkommen van Eede
tot Sluis do oude grachten van Sluis en
Aardenburg niet beter geheel Beooster-Eede
en een deel van den Isabellapolder van
t zelfdede wegen in den Biezen in water
leidingen herschapen en de Aardenburger
haven en de Eecloosche watergang in de
lengte met moerassen bezet. Dit alles moeten
wij thans door wegzakking en verdamping
kwijt raken aan afstrooming is niet te
denkenoveral ontbreken buizen en
bruggen en, 't voornaamste: afvoering naar zee.
Ook ten opzichte der zoogenaamde Zel-
zaetsche vaart een enkel woord. In de
Gazette van Gent vonden we onlangs een
soort van beklag over de Hollandsche
Ingenieurs, die, uit vrees voor het overstroo-
men van Terneuzende sluizen op het
kanaal van daar naar Gent dicht houden.
De schrijver in de Gazette wees er op, dat
men best gedaan had door een kanaal van
Heijst naar Antwerp, te leggen, om zoodoende
van ons onafhankelijk te zijn. Wij kunnen
over de uitvoerbaarheid van dat plan niet
oordeelen, doch weten diten de Ga-
zette zal 't bij nader inzien met ons eens
zijn de geachte redacteur der Gazelle van
Eecloo drong tr terecht meer malen op
aan ware het kanaal van Heijst tot Zelzate
doorgetrokken, Gent zelf zou er mede gebaat
worden; het water, dat bij Neuzen geen
voldoenden uitweg vond kon langs Heijst
weg. Men kome en zie, op 't oogenblik is
de waterstand ia het kanaal van Heijst niet
hooger dan in den zomer
In onze kamer is weer druk geredeneerd
en geargumenteerd. De ellendige haarklo
verijen over het amendement Kappeijne
deden ons pijnlijk aan, één troost: onze
Zeeuwsche vertegenwoordigers hielden zich
kloek Beter ware het in 't algemeen daar
wat minder gepraat en wat meer gedaan
bijna was weer een ministerieele crisis ont
slaan 16 December.