N°. 82. Dertiende Jaargang. A0 1872. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Vrijdag 18 October Vrijheid, gelijkheid, broederschap. Niiisui Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag. Prijs per drie maanden voor het voormalig 4de district van Zeeland ƒ1,15; voor de overige plaatsen des Rijks, franco per post ƒ1,30. Prjjs der Adverlentiën, van 1-5 regels f 0,75 elke regel daarboven ^,l-2'/2. Groote letters naar hel getal gewone regels die zij beslaan. Afzonderlijke Nummers ƒ0,05. Ingezonden Stukkeu en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Adverlentiën en gewone Berichten of Mededeelingeu van Correspondenten, te bezorgen bij den Uitgever dezer, alles FRANCO, Met verbazing en leedgevoellaten we dezer dagen in een buitenlandsch blad hoe ons vaderland sedert 1848zoo wat om en de bij een honderd of wat Ministers gehad heeft. Hoe is 't mogelijk riepen wij uit. Is dat nu 't gevolg onzer vrijzinnige instel lingen zijn dat de vruchten der Constituti- ooeele monarchie We dachten nawe riepen al onze geschiedkundige kennis te hulp; zelfs trachten we ernstig en nauwgezet deze vragen voor ons zeiven te behandelen, juist, omdat we voorstanders van vrijheid bijgevolg van een vrijzinnig regeeringsstelsel zijn en we kwamen tot de overtuiging Neendat feit is niet het gevolg onzer vreedzame revolutie, onzer grondwettige in stellingen maar 't is de schuld der indivi duen. De Nederlander is niet rijp voor dergelijke instellingen eenerzijds, en anderzijds weèr wel. Hoe dat te rijmen Och dat is zeer eenvoudigonze instellingen zijn vrij goed, ze zijn in sommige opzichten beter dan die van Engeland en Pruissen; ze overtreffen die van Frankrijk oneindig verreze evenaren die van Belgie en Zwitserlandal staan ze ten achter bij die van de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, waar ook niet alles couleur de roze is. Maar de Nederlander moet ze ontvangen, om ze zelf te scheppen, zelf te verwerken, zelf toe te passengetuige de opkomst bij de stembus. Daartoe ontbreekt hem eensdeels lust en ijver, anderdeels moed en geestkrachtÖm ze te genieten na dat ze hem gegeven zijnja daarvoor is hij rijp genoeg; vandaar bij ons geene partijwoede bij bestaande partijzuchtvandaar bij ons de meestal vreedzame, schikkende en plooiende, gevende en nemende handelingen van Mi nisterie en Kamerleden. Wij zijn, als 't op praten op aankomt, vooral tegenover buitenlanders, trots op onze instellingen en vooral en terecht op de wijze waarop wij ze verkregen. Wij zien met genoegenop enkele treurige uitzonderingen na de dochters van een man als Staatsman voorzeker grootmet een bij de wet, door gemeen overleg van Ministers en Vertegen woordigers een landspensioen verleenen, om den wil der verdiensten hunner vaderen. Dat is goeddie kinderen hebben dat pensioen noodigde regeering en de over- groote meerderheid der vertegenwoordigers hadden het anders nooit uit eigen beweging toegestaanmaar er zijn duizenden in den landedie ook wat noodig hebben die ook wat vragen en die daar recht op hebben. Ze mogen vragenzijn reeds al de vruch ten ingeoogstdie 1848 beloofde En 't antwoord iseen treurig neen! En dat is nogtans niet de schuld dier instellingen dat is eenig en alleen de schuld der kiezers. Daarom ook en daarom alleen begroeten wij als een straal van hoop de toegezegde cencus-verlaging maar zagen te vergeefs uit naar hervorming van ons belastingstelsel; naar vereenvoudiging onzer rechtspleging in verband met verbeterde wetgevingalles meer nationaalalles meer overeenkomstig het natuurlijk recht. De ware leuzein hare reinezuivere opvattingvrijheid, gelijkheid, broederschap is niets meer dan eene leuze en wel eene verdachte leuze, om het treurig misbruik daarvan in de jongste tachtig jaren gemaakt. 't Is goed, dat wc die leuze eens van nabij in hare onderdeden beschouwen en daarom staan we een oogenblik stil bij de woorden vrijheid, gelijkheid, broederschap. Vrijheid is en was ten allen tijde het meest begeerlijk goed,-dat de menscheiijke geest zich trachtte eigen te maken. Wij behoeven ons niet te wenden tot den grijzen voortijd, om de voorbeelden van en bewijzen voor deze stelling te verzamelen, geenszins! Gaan we slechts terug tot de wording van onzen staat. Uit liefde tot de vrijheid werden onze vaderen, opstandelingen tegen hunnen wettigen heer, Spanjes koning. Maar deze had dien opstand geprovoceerd en onze vaderen heiligden dus hunnen moed, het verzet tot een heilig recht van opstand omdat de koning zelf in opstand kwam. Hoe De koning zelf een opstandeling Vnorzeker, Philips kwam in vollen opstand tegen het koningschap. In plaats van koning te zijnwerd hij tiran, dwingeland, zelfs in zoodanige mate, dat hij zijne onderdanen stoffelijk en zedelijk wilde beheerschen in plaats van het middel der overreding te beproeven het „dwingt ze om in te komen" op de schromelijkste wijze te misbruiken. In één woord hij laste het dierste kleinood aandat de mensch bezitde vrijheid De vrijheid, wel begrepen, is geene los bandigheid, verre van daar. De vrijheids- kraaier, de communeman, de internationalist kent de vrijheid niet; hij kent alleen hare verkeerde uitingde losbandigheid. De ware vrijheid is de vrijheid onder de wet en wel onder zoodanige wet als met het algemeen goedvinden des volks uitgevaardigd is. Vrijheid onder de wetZiedaar de leuze des echten staatsburgers. Zonder wet, zonder ordezonder regel bestaat geene vrijheiddaar waar wet en orde ontbreken heerscht bandeloosheidde slavernij der wanorde. Een land zonder wetten is een land van slaven en de slaven zijn onderworpen aan den meester en de meester is altoos de sterkere't zij door lichaamskracht of per soonlijke lichamelijke hoedanigheden of door ovérredingsvermogehinvloed of rijkdom. Alle menschen zijn gelijkWelk een onzin roept menigeen uit, wanneer hij den bedelaar langs onze straten zwervende ver gelijkt met den vorst op zijnen troon. Maar dat is kortzichtigheid. Gezwegen van het feitdat eenmaal de scepter aan 's konings hand, de bedelstaf aan 's bedelaars hand ontvalt; dat beiden der akeligste, afzich telijkste verteering worden prijs gegeven zijn, dan in de orde der dingen, beiden gelijk, omdat beiden menschen zijn. De vorst zou den koningszetel niet beklimmenals de meerderheid des volks de republiek begeerde De ongelijkheid der standen is iets anders, dan de ongelijkheid der individuen der menschen tegenover elkander de laatste bestaat nietalle menschen zijn gelijk. Daarom moeten enzullen de rechten des volks uitgebreid worden. Schande genoeg is het van onze eeuw dat de omstandig heden noodzaken, om het kiesrecht afhan kelijk te maken van eene zekere som gelds, die men betaalt. Menig arbeider menig schaapherder bezit betere bekwaamheden dan menig kiezer die kiezer is, om dat hij zoo of zoo hoog aangeslagen is, onjuist, omdat we in het wetsvoorstel tot verlaging van den census eene poging zien om de ongelijkheid der staatsburgers te verminde ren. Men heeft eenmaal gelachen met het woord van een staatsman over het volk achter de kiezers. Men heeft echter het beslaan van dat volk niet kunnen loochenen, het feit was er en zie, een liberaal Minister komt en erkent het en, om ten minste dat volk achter de kiezers eenigszins te gemoet te komen, stelt hij de censusverlaging voor en haasten we ons om het nog eens te herhalen: Wij juichen het toe, want het is recht!! Zoodra men de maatschappij goedonbevooroordeeld gade slaat zoodra men dat doet nederig genoeg, denkende van zichzelvendat wij niet alleen de wijsheid in pacht hebbenkomen we ook tot de overtuiging, dat voor de broederschap eene wijde deur opgezet is. In den chaotischen toestand onzer maat schappij is meer orde dan we denken of opmerken; er is een zichtbaar streven naar harmonie, naar vereeniging. Humaniteit en philantropie beproeven hunne krachten, om eene groote hervorming tet stand 'brengen, bet duizendjarig rijk zal komen O dweperwij dwepen niet gij kent onze denkbeelden van dat rijk niet hu maniteit en philantropie zijn de weg be- reiders voor die schoone toekomst, maar zij zullen tot de overtuiging komen, dat ze enkel wegbereiders zijn. De kracht die de baan voltooien zal, staat, ondanks ze reeds eeuwen telt, nog op den achtergrond, nog

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1872 | | pagina 1