L
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
N°. 80.
Dertiende Jaargang.
A0 1872.
Vrijdag 1! October
Politiek Overzicht
I 1
Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag.
Prijs per drie maanden voor het voormalig 4de district van
Zeeland ƒ1,15; voor de overige plaatsen des Rijks, franco
per post f 1,30.
Prijs der Advertentiën van 1-5 r'egels ƒ0,75 elke regel
daarbovenƒ0,12Va- liroote letters naar het getal gewone
regels die zij beslaan.
Afzonderlijke Nummers f 0,05.
Ingezonden Stukken en Drieven, de Redactie betreffendebeneveus Advertentiëu en gewone Berichten of Mededeeliügen van Correspondenten,
te bezorgen bij den Uitgever dezer, alles FRANCO.
Nogmaals de Spoorweg
W aarom niet,is het geene levensvaag
voor ons gewest? Moeten wij, bewoners
van het vruchtbare West-Zeeuwsch-Vlaan
deren dan altoos en in alles achterblijven?
Hebben zij onrecht, die ons verwijten
dat we aan onze vette kleigronden als
vastgeworsteld zijn
Hebben wij wel het recht om eenvoudige,
min ontwikkelde landbouwers, die van geene
veranderingennieuwigheden weten wil
len, te bespotten, als ze ons toevoegen .-onze
vaderen hebben 'ter mee gedaan, wij
kunnen 'ter ook mee doen Men ziet op
geestelijk gebied tallooze nieuwigheden in
voeren; men is er lijdelijk onder, 't Is zoo
gemakkelijk met den stroom meegaan; men
wijst ons hemdie zich opoffert voor
anderendie zijn eigen stoffelijk welzijn uit
het oog verliest, die voor anderen leeft,
met den vinger aan en noemt hem een
dwaas een dweeper
Geen wonder! O, wat zegt het op stede
lijk gebied den sleur en slender der mode
te volgen, vooral dan, wanneer alles effen-
tjes en gladjes en potteken panneken breek
me niet, gemakkelijk gemaakt wordt, als
men ons, zoo als men zegt, met kousen
en schoenen aan naar den hemel laat gaan?
O, ja dat is zoo gemakkelijk, 't Is ook zoo
gemakkelijk te teeren op eens verkregen
roem. Vader was een goed administrateur,
een goed financier een goed wetgeleerde,
tk zijn zoon ben het ookik heb zijne
gaven geërfd o dat is gemakkelijk dat
schenkt een plaatsje op het zachte, wollige
raadsheers kussen, vooral ais men gelooft
aan de onfeilbaarheid van het vader zeide
of zegt.
Maar is het ook voldoende Is men er
ook redelijk bij verantwoord
Ochdweeper waarom stoort ge ons in
onze rust. Zoo ooit eene leer tot lafhar
tigheid en laaghartigheid toe overdreven
werddan is het die, welke ons Pieter de
Groot predikt in zijn bekenddie gerust
verslijt zijn leven, en wat daar meer volgt
tot en met het plant zijn kooien, kweekt
zijn rapentoe.
Hartelijke schrijverhebt ge zelf nog
niet genoeg ervaren wat het leven geeft?
Vriendelijke terechtwijzer weet ge wel
onder welke omstandighedenonder welke
levenservaringen, Pieter de Groot dichtte?
Weet ge 't wel, dat zijn vader de onsterfe
lijke Hugo, de Loevesteinsche martelaar,
hem dus geleerd had, na dat hij als staats-
martelaar zich zeiven voor liet welzijn van
het gemeene best had opgeofferd
Zie, wij zijn niet waardig de zulken de
schoenriemen te ontbinden, maar er bruischt
en kookt iets van het oudere gevoel dier
heroën der oudheid in ons, als we de
lauwheid flauwheid lamheid en onverschil
ligheid onzer tijdgenooten aanschouwen.
Overal elders werkt en slooft men tot
nut van 't algemeen, gespoord door geoor
loofd eigenbelang; overal elders, hier niet.
De zware klei onzer velden hangt immers
aan onze schoenzolenbij de meesten aan
hunne klompenen wij worden tot de
aarde neergedrukt en getrokken beide. Zon
derling, en dat onder mensclien, die door
vrijzinnige gevoelens wezenlijk uitmunten.
Maar 't is waardie vrijzinnige gevoelens
zijn nooit beproefd gewordenze hebben
ons nog nooit stoffelijke schade veroorzaakt.
O, mijn vaderland, geliefd hoekje gronds,
't minste onder de gezegende Nederlandsche
gewesten, hoe zijt ge niet gezonken
maar vast gekleefd aan klei en klont! Hoe
neemt ge wezen voor schijnHoe geeft ge,
als eenmaal een volk óer oudheid, uw geld
uit voor wat geen brood is en uwen arbeid
voor wat niet verzadigen kan? Weldadig,
ja dat zijt Gij! Den lof dier deugd komt u
toe Wij kennen er onder u, wier welda
digheid, wier onbekrompen mededeelzaamheid
haast onbegrensd mag heeten. Wij kennen
verborgen stille weldoeners, wier namen wij
hopen dat met eere vermeld zullen staan
in 't gedenkboek, dat de engel der vergelding
houdt. Maarmaar negen van de tien
malen is uwe weldadigheid helaas doel
en vruchteloos. Gij tracht Holbergs werk
der verdoemden te werken; gij tracht het
vat dei Danaïden te vullen en dat vat
het is bodemloos. De hedendaagsche logica
en mathesis zullen u leeren, dat het mogelijk
is dat bodemiooze vat niet alleen te vullen
maar te doen overloopen doch alweder
is er een maar bij. Terwijl ge eikander ver
dringt om de ton, komt er een oogen'ulik,
dat ge in de handen wrijft en adem schept
en ziet ziet het water is eenige duimen
beneden den rand van het vat geraakt en al
uw werken is vergeefs.
Odie kapitalen waarmede grootenaeels
uw roetri van weldadigheid gekocht wordt,
ze zijn meestal doelloos weg geworpen, als
't water in het bodemiooze vat. 't Eiken
jare komen de bedelaars, per procuratie,
ambtshalve terug en roepen u toe geef, geef!
Niet voor den arme, o neen! maar ook voor
den min vermogende, ook voor item die,
als de barre winter komt, niet genoeg
verdient om in het onderhoud van zich
zeiven en zijn gezin te voorzien.
Maar wijshoofd, wat heeft dit alles met
den spoorweg te maken
Antwoord zooveel, dat als we gewild had
den de spoorweg er reeds lag.
Aangenaam was het ons ook in 't zuiden
onze opvatting, onze innige overtuiging
gedeeld te zien we waagden eene poging
om het verwijt van gebrek aan energie te
verontschuldigen te vergoelijken omdat "ook
wij overtuigd zijn, dat de staat roede helpen
moet. Maar alweder een maar, wij zijn
op het leerstuk der staats almacht onver
mogend en aan een anderen kant beperken
wij het „help u zeiven" door de toevoeging:
„zooveel gij kunt". En we kunnen gedeel
telijk ons zeiven helpen. Doelt wie zal in
dezen t initiatief nemen? Wij kennen er
meer dan een, die 'i zou willen, maar wij
hebben de overtuiging dat zijne poging
schipbreuk zou lijden op onbevoegdheid;
men zou lietn afwijzen óf om zijn stand óf
om zijn gebrek aan iniloed. Zagen we nog
niet lang geleden het ontwerp van stoom
boot-dienst tusschen Breskens en Rotterdam
in rook verdwijnen om die redenen Zijn
er dan geene mannen in ons gewest die
lust, 'kracht en moed bezitten om den
eersten sloot te geven Is dan ons volk
ongeschikt om eene vereenigiog le vormen?
Wat is het toch? Allen wenschen spoor
wegen maar niemenj begint. Schottwen en
Duiveland, dat te kampen zai hebben roet
het moeilijk vraagstuk der afdamming of
overbrugging van het Sloedat zoo ver
verwijderd is van den Spoorweg welks
lage ligging en Zeeweeringen geen geringe
hinderpalen zijn voor een spoorwegplan, gaat
ons voor en brengt gelden bijeen voor
plannen, en wij? Wij kunnen zelfs niet tot
het voorloopige geraken; wij zitten vast in
de klei of lijden schipbreuk op de klip der
personaliteit! Treurige toestand, wanneer
zal ze eindigen?
3 October, 1S72.
Het meest belangrijkste op dit gebied is de eerste
ontmoeting tusschen hel nieuw ministerie en de
tweede kamer in ons eigen land, zie hier het
oordeel daarover van bekende organen
Do schrijver van de Vragen van deu Dag in het
Handelsblad bespreekt ook van zijn kant de eerste
outmoeliug van kamer en ministerie. Naar zijn
meening is er door de discussiewelke bij die
gelegenheid heeft plaatsgehad, een bepaalde schei
ding ontstaan in de zoogenaamde conservative
partij, waarin reeds geruimeu lijd tweo stroomin-
gen waren op le merken, de fractie—Heemskerk
c. s.. waartoe o. a. de heeren van Zuyleu, van Kuyk
en Nierstrasz behooren, en de fractie - van Reenen,
's Jacob c. a. Hij wijst er op, dat het reeds bij de
stemming voor het voorzitterschap der kamer dui
delijk bleek, dat de fractie- Heemskerk vertoornd
was over de houding, door deü heer van Reenen
tijdens de minislerieele crisis aangenomen want
terwijl zich vroeger altijd alle anti-liberale stem
men op deu heer van Reenen vereeuigden ver
kreeg de laatstgenoemde nu slechts 4 stemmeu
maar z. i. kwam de breuk eerst in het volle licht
bij de discussie over het adres van antwoord. Ter
wijl de fractie—Heemskerk alle zeilen bijzette om
dé regeering aan le vallen en haar optreden als
onparlementair te brandmerken, deed daarentegeu
juist de heer van Reenen van zijn kant uitkomen,
dat z- tegenwoordige oplossing van de crisis
de beste en uiet in strijd is met de constilutionëele
begrippen on beginselen. Ja zelfs merkte ue ueer
van ReeneD op, dat er eigenlijk geen groot ver
schil bestaat tusshen deconservatieven en de