NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAI WESTÈLIJK ZEEÜWSCH-VLAANDEREN.
N°. 58.
Dertiende Jaargang.
A0 1872.
Vrijdag 26 Juli.
Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag.
Prijs per drie maanden voor het voormalig 4de district van
Zeeland 1,15; voor de overige plaatsen des Rijks, franco
per post f 1,30.
Prijs der Adverteutiënvan 1-5 regels ƒ0,75 elke regel
daarboven ƒ0,12y2.— Groote ietters naar het getal gewone
regels die zij beslaan.
Afzonderlijke Nummers 0,05.
Ingezondeiü Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Adverteniiën en gewone Berichten ot Mededeelingen van Correspondenten,
te bezorgen bij den UitgeVër dezer, alles FRANCO.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van SLUIS
maken bekenddat de K E R M IS in die
gemeente dit jaar zal worden gehouden op
DONDERDAG EN VRIJDAG DEN
15 EN 16 AUGUSTUS.
Sluis, den 23 Julij 1872.
HENNEQUIN,
Burgemeester.
J. BEKAAR
Secretaris.
Rekenboek voor do volksschool door,
J. Th. Closse enz. Te Groningen bg
J. B. Woltebs, 1872. Vijf stukjes.
Ik ben niet voor het gebruiken van re
kenboekjes op de volksschool. Mijne over
tuiging, gevestigd op eene twaalfjarige on
dervinding, is, dat de leerlingen al een
heel eind in 't rekenen moeten gevorderd
zijn, om een eenvoudig vraagstuk oordeelkundig
op te kunnen lossen. Het onderwijs in de
rekenkunde moet classikaal zijnde onder
wijzer moet de vraagstukken met zijne
leerlingen bepraten door gepaste vragen
moet hij huo leeren zelf te zoeken; vooral
dient hij te zorgendat het onderwijs in
dit leervak bij uitnemendheid dienstbaar
gemaakt worde aan de ontwikkeling van
het verstand dat daardoor geregeld denken
en zuivere voordracht bevorderd worden.
De wet van '57 heeft veel goeds gewrocht,
dat is ontegenzeglijk waarmaar zij heeft
ook veel kwaads toegelaten en ouder het
grootste kwaaddat zij toegelaten heeft
reken ik die allerongelukkigste bepaling
die het den gemeentebesturen vrij laat
negen en negentig kinderen onderwijs te doen
geven door een onderwijzer en een kwa
jongen, wien de wet den naam van kweekeling
heeft toegekend.
Stil werk is in eene school eigenlijk gezegd
een onding. De kinderen komen niet naar
school om beziggehouden te worden,
zendt ze dan naar eene bewaarschool -
zij komen daar om onderwijs te ontvangen
de onderwijzer moet zich met hen bezig
houden. Maar eilievehoe is dat mogelijk
met het enorme aantal kinderen dat aan
één onderwijzer wordt toevertrouwd
En omdat het niet mogelijk isomdat
de wet en gemeenteverordeningen dingen
van een man eischendie hij in de verste
verte niet volbrengen kan heeft men het
stil werk uitgevondenhet gepeuter en
geknoei op de leihet bezighouden der
leerlingenzonder dot men hun iets leert.
Want, waartoe dient dat werk? Om de
klasse, die geen onderwijs krijgt, stil te
houden. Is nu het opgegeven werk te
moeilijk, dan troosten de kinderen zich
zeiven en anderen met de verklaring, dat
zij het niet maken kunnen en ze gaan
babbelen het doelstilte is dan piet be
reikt. Valt het opgegeven werk binnen het
bereik der verstgevorderden dan gaan de
niindergevorderden aan 't praten of ze copiëe-
ren van een buurman. Ook dan wordt het doel
niet bereikt. Is het werk te gemakkelijk
dan leeren de kinderen daarvan niets
bovendien zijn zij dan in een oogenblik
klaarof men moet hun zooveel werk op
geven dat de onderwijzer het onmogelijk
na kan zien en zijne terechtwijzingen kan
mededeelen. Wat nut ons dan het
stilwerk
De voorstellersde verdedigers van de
wet en zij, die haar hebben aangenomen
schijnen zich illusiën gevormd te hebben
over de bereidwilligheid der gemeentebe
sturen om overal goed onderwijs te bevor
deren en voor een voldoend aantal scholen
en onderwijzers te zorgen.
Indien de heeren eens pleizier hebben
om de statistiek van de jaarlijksche verslagen
eens even voor kennisgeving aan te nemen
en met mij de scholen van het platteland
te bezoekendan willen wij eens een sta-
tistiekje opmakenwaarvan de haren mis
schien te berge zouden rijzen want waarlijk
het onderwijs is er slecht en de vorderingen
zijn luttel en de ontwikkeling van het volk
neemt nog weinig of niet toe en al het
geinspecteer en geschoolopziener en al het
geschrijf in boeken eri couranten, in maand-,
week- en dagbladen helpt geen lor, indien
wij niet altijd op dat eene aanbeeld blijven
slaan, slaan tot vervelens, tot vBrmoeiens
toe, slaan tot dat de ooren, de harde ooren
van de wettenmakers opengaan om zich
niet meer te sluitenhet onderwijzend
personeel is veel te gering om eenige re
sultaten van het onderwijs le zien.
Ik heb het reeds vroeger gezegd en ik
herhaal het thans: al die tabelletjes, waarin
de namen der onderwijzers staan, en hunne
actenen hun inkomen en al die staten
waarop de kinderen gereduceerd worden tot
getallen ze mogen hun nut hebben
maar waartoe ze opgemaaktals ze niet
leiden tot verbetering van den bestaanden
toestand, die waarachtig allerellendigst is.
Ik durf mij beroemen het volk te kennen.
Ik behoor niet lot de philantropen, die heele
mooie redevoeringen houden over volksont
wikkeling en prachtige verhandelingen over
volksbeschaving, die gelden opzamelen tot
veredeling der volksvermaken en overigens
het volk ignoreeren en negeeren neen, ik
zoek het volk op, ik praat met dat volk,
ik heb het leeren kennen hier en elders
telkens als mij de gelegenheid daartoe werd
aangeboden en het is mij duidelijkdat
het volk dom is en onbeschaafd, ruw en
wreed onder een vermis van huiselijkheid
en godsdienstigheid.
En daaraan helpen noch redevoeringen
noch verhandelingennoch veredelde volks
vermaken neen er is slechts één genees
middel de school. Een voldoend aantal
onderwijzers en schoolplichtigheidmaar
meer nog dan het tweede is het eerste
noodigwant ik twijfel niet, of de vooruit
gang der trouw opgekomenen zoubij een
voldoend aantal onderwijzers, prikkel genoeg
worden voor de nalatigen, om ook de school
te bezoeken.
En dat het noodig is, ja meer dan noodig
om verandering te brengen in den thans
hestaanden toestand 1
Komt met mij, Heeren van de statistiekI
Ik heb allen eerbied voor liwe cijfers ik
bewonder uw geduld om al die groepen
en onderdeelen van groepen uit elkander
te houden, maar weet gij. wat ons bedriegt,
waarmede gij misschien u zeiven wel be
driegt
t Zijn die gemiddelde uitkomsten die ge
middelde waarden waarbij het slechte niet
uitkomt, omdat het door het goede gecom
penseerd wordt. Laat die gemiddelde uit
komsten eens rusten en gaat met mij naar
het plattelandnaar plaatsen waar onder
wijs gegeven wordt door flinke onderwijzers,
mannen met kennis van cn ziel voor hun
zaak Willen wij daar ook eens wat staatjes
opmaken
Weet gij wat die bewoners van het
platteland zijn
Zij zijn de slachtoffers van statistiek en
stil werk. Zoodra ze geloot hebben, worden
ze aangeteekend als te kunnen lezen en
schrijven. Nederland heeft nog al een hoog
nummer op dat gebied. Zie die statistiek
maakt ons hoogmoedigmaar ik verklaar
u: Zij kennen niet lezen; zij hebben nooit
lezen geleerd zij weten niet eens wat lezen
isSchrijveno jadat leerden ze al
spoedigdat was immers een eerste ver-
eischte voor het stille werk
Dat moet machtig ontwikkelenzoon uur
te peuteren op eene lei
De derde alinea van art. 194 van de
grondwet
„Er wordt overal in het Rijk van over
heidswege voldoend openbaar lager onderwijs
gegeven" is nog altijd een holle klank en
zal het blijvenzoolang men meer dan
dertig it veertig kinderen in ééne klasse
moet laten onderwijzen door één persoon
ze zal het blijven, zoolang de gemeentebe
sturen niet gedwongen kunnen worden