NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEÜWSCH-VLAANDEREN. N°. 54. Dertiende Jaargang. A0 1872. Vrijdag 12 Juli. VRIJHEID. DE AAÏiDEMM FEESTEN. O O SIMSCH Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag. Prijs per drie maanden voor het voormalig 4de district van Zeelaud 1.15; voor de overige plaatsen des Rijks, franco per post f 1,30. Prijs der Advertentiën van 1-5 regels f 0,75 elke regel daarboven f0,l*2'/2- Oroote letters naar het getal gewone regels die zij beslaan. Afzonderlijke Nummers f 0,05. Ingezouden Stukken en Brieven, de Redactie betredende, benevens Adverteutiën en gewone Berichleu of Alededeelingen vau Correspondenten, te bezorgen bij den Uitgever dezer, alles FRANCO. Onder de vele duizenden woorden onzer moderne talen, onzer Nederduitsche taal is er licht niet een zoo eenvoudig van beteekenis als het woord vrijheid, en ondanks dien eenvoud is er wederom geen dat meer misbruikt wordt dan juist datzelfde woord vrijheid. Nu wij 't woord neerschrijven zitten we er eigenlijk verlegen mede, want de vraag: wat is vrijheid, dringt zich in hare volle kracht aan ons op en eischtin onzen tijd vooral, dringend antwoord. Dat vrijheid het tegenovergestelde van slavernijlijfeigenschap uitdrukt behoeft geen beloogdoch hetgeen wijlen de Heer 1'. Meesters in een zijner comische voor drachten er van zei, blijft nog altoos waar. ,,'t Gaat met de vrijheid", zegt hij, „als met alle andere wereldsche dingen de een denkt er zus over de ander zoo Toch moet het denkbeeldhet woord vrijheid eene eenige en algemeene nauw keurig afgepaste beteekenis hebben want het is een zeer oud woord. Reeds in de middeleeuwen gewaagde men van volksvrij heden, van stadsvrijheden. Men had, om voorbeelden uit onze omgeving te nemen eene stad en vrijheid van Eecloo een vrije van Brugge van Sluis er.z. De inwoners der laatstgenoemde streken waren bekend onder den naam van vrijlaten. Ja reeds de grijze voorlijd gewaagde van Vrijen Frankenen het vrank en vrij leeft niet alleen in de geschreven taalmaar beide worden in Zeeuwsch-Vlaanderen nog dage lijks gehoordmet gepasten trots zegt de Zeeuwsch-Vlaming k mag vri en frank overal kommen l En toch is het denkbeeld vrijheid in den grond niets anders dan een conventioneel iets, dat wil zeggen het beteekent eenen toestand op overeenkomst gegrond en kan dus alleen bestaan wanneer twee partijen wederzijds elkanders rechten erkennen wederzijds elkander gelijk achten tot het bezit dier rechten. Verschilt dus vrijheid hemelsbreed van slavernij 't is dan ook evenzeer verschillend van losbandigheiden wij kunnen gerust stellen moge er misschien al iets aan de bepaling ontbreken: vrijheid is die toestand, waarin de mcnsch verkeert onder 't genot van gelijke rechten en met gelijke plichten, als het best overeenkomstig is met de behoeften van ieder lid der maatschappij. Ieder individuieder mensch heeft dus het recht van denken, spreken en handelen naar eigen goedvinden doch uit den aard der zaak zijn die drie rechten beperkt. Hoe! beperkt? En dat noemt ge vrij zijn Voorzeker! Het recht van denken wordt beperkt door de rede buitensporig denken is het werk der krankzinnigheid. Het recht van spreken wordt evenzeer door de rededoch in beschaafde staten mede door de op rede steunende weiten beperkt. Men mag alles zeggen wat men denkt mits men het bewijs voor zijn gezegde levere. Dit is een regel een artikel van het natuurlijk recht en ons strafwetboek (trouwens met het onze maar een reeds veel te lang geduld tiranniek Napoleontisch) is op dit punt geheel in tegenspraak met de natuur, als willende eerst bewijzen en dan spreken De vrijheid van handelen is mede beperkt door de wet. Geen wonder. De wetten, die de vrijheid van handelen beperken, zijn zoo oud als het menschdom. „Gij zult niet doodslaan" is b. v. een der hoofdarti kelen van de natuurlijke grondwet en het oog om oog en tand om tand", uit de kindsheid des menschdoms afkomstigwas niet zoo onnatuurlijk, als men de geringe ontwikkeling der beschaving in rekening brengt en het christelijk standpunt van onzen lijd even laat rusten. Men ziet dus vrijheidzooals wij ze opvatten, is het onwaardeerbaarste geschenk, waarmede een weldadig wereldbestuur de meuschheid niet alleen beschonken heeft, maar zelfs heeft kunnen beschenken l Wanneer er sprake is van vrijheid ver- wondere 't echter niemand dat men ook spreekt van vrijhedendat eigenlijk op zich zelf een onding is. Er is maar eene vrijheid en deze is de algemeene natuurlijke vrijheid zoo even door ons beschreven, en 't geen men vrijheden noemt zijn eigenlijk de vruchten der vrijheid, zooals dan vrij denken vrij sprekenvrij handelen zulke vruchten zijn. Zoo spreken we van staatkundige vrijheid van burgerlijke vrijheidvan ge wetensvrijheid van vrijheid van godsdienst en ook deze zijn niets anders dan vruchten van den eenigen waren vrijheidsboom. Het „Laat de ketens vallen „Breek verbreek het juk „Vrijheid is voor allen „Noodig tot geluk van onzen geliefden volksdichter Beets blijftschoon 't eene bede om bevrijding der slaven wasnog steeds eene noodigc bede, en de christelijke vredeleus: eenheid in het noodigevrijheid in het twijfelach tige en alles de liefde, verdient met gulden letteren als opschrift der constitution van ieder beschaafd christenrijk te pralen Een der edelste vruchten der vrijheid is de verdraagzaamheid (en ziet en merk bet op in onze veelbewogen dagen, waarin voor de vrijheid, evenals voor menige schijn vrijheid zoo heftig gestreden wordt) ver draagzaamheid, omdat ze tevens eene vrucht is van het Christendom dat de godsdienst der liefde moet zijn; het eischt vrijheid, maar het geeft ook vrijheid, 't Geen gij wilt dat U geschied, doe dat ook aan an deren: Gulden regel uit eenen onsterfelijken, wat zeggen we Goddelijker! mond 't is alsof ge ook opnieuw met kracht en als van de daken moet gepredikt worden zoo schandelijk vergeet men U Weder staat een nieuw Ministerie gereed om de teugels des bewinds in handen te nemen. De zee is kalm en effen; de taak schijnt licht. Zal het slagen? Zul het de punten aangrijpen, den grooten tekst vervolgen daar waar zijne voor gangers de punten stelden, de lezing staak ten Wij weten het niet. Maar wat we weten er is vrijheid noodig voor ons dierbaar vaderland en wel eene weldadige rijke vruchtbare vrijheid. Er moet veel ongelijkheid ophouden (en we zijn 't op dit punt met de Middelburgsche Courant eens) de politieke droom moet werkelijkheid worden. De neergedrukte, peinzende wachtende sluimerende, energie kranke natie moet geholpen worden, 't Is meer dan lijd om hergen te slechten, dalen te vullen, kromme paden recht te trekken. Eene schoone toekomst hangt geheel en al af van een welbesteed heden. Dit is eene algemeene eeuwige waarheid en op merkelijk is liet, dut het oude onverdachte gezag, dat gezag, dat de ware vrijheid ge schapen heeft, reeds voor eeuwen predikte Zoo icat de mensch zaaitdat zal hg ook maaien en die niet zaaide kan geene vrucht wachten Het conslitutioneele zaad is onder ons met milde hand uitgestrooid maar de vrucht 6 Juli 1872. Nadat reeds dagen te voren vele toebereidselen voor de versieringen verlichting vuurwerk enz. waren gemaakt, brak onder vrij goedo beloften de morgen van Woensdag 26 Juni aan en was men reeds van 3 a 4 ure alom weder druk in de weer om de laatste hand aan een en ander te leggen. Vooral merkte men nog op de echt nationale kroonslersdie met palm en lint, vederen en natuurlijke en kunstbloemen wedijverden om het oog te bekoren door eene juiste schikking der prachtige kleuren, waarvan rood-geel oranje, rood, wit en blauw natuurlijk de hoofdrol speelden. Nauwelijks was de zon aan de kim gerezen of velen daehtcu aan eene luchtsgcsteldheid zooals hij de komst van Z. M.eene zacht bewolkte lucht, inet de bekende nevelachtige lintdie de lichte versieringen zoo schoon doen uitkomen; doch meer oplettenden zagen met smart dat hel al heel wel zou zijn zoo we van slagregen bevrijd moch ten blijven waarop eene tot stijve koelte aan wakkerende wind die voor de honderden vlag gen veel-voor de verlichting weinig belovend zou zijn nog al hoop gaf. Met vroolijkcn moed werd dan ook dc groota

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1872 | | pagina 1