HIEUWS- FN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSQH-VLAANDEREN.
N". 46.
Dertiende Jaargang.
A0. 1872.
Vrijdag 14 Juni.
sliuscbSmsbmd
Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag.
Prijs per drie maanden voor het voormalig 4de district van
Zeeland ƒ1.15; voor de overige plaatsen des Rijks, franco
per post ƒ1,30.
Prijs der Advertentiënvan 1-5 regels 0,75 elke regel
daarboven ƒ0,P2'/2.(iroote letters naar bet getal gewone
regels die zij beslaan.
Afzonderlijke Nummers 0,05.
Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Adverteuliëu en gewone Berichten of Mededeelingeu van Correspondenten
te bezorgen bij den Uitgever dezer, alles FRANCO.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Schoondijke maken bekenddat de
jaarlijksche kermis aldaar zal gehouden wor
den op den 21, 22 EN 24 JUNI 1872.
Datmet het oog op de in eenige ge
meenten in het voormalig 4e District van
Zeeland voorgekomen en nog voorkomende
gevallen van kinderziekteis bepaald
dat alle binnen genoemd district wonende
houders van kramen cantinestenten
tafels, draaiborden, caroussels of dergelijke,
ondernemers van openbare vermakelijkheden,
liedje-zangers, orgeldraaiers enz., die tot
uitoefening van hunne nering of bedrijf op
die kermis wenschen te worden toegelaten,
zullen moeten overleggen eene verklaring
van den Burgemeester hunner woonplaats,
houdende dat geene kinderziekte in hun ge
zin heerscht of in den loop van dit jaar
geheerscht heeft;
dat omtrent de aanvragen tot toelating
Van buiten dit district woonachtigen zal
worden beslist, na opgave der plaatsen
welke de aanvragers in den laatsten tijd
hebben bezocht; deze aanvragen zuilen
daarom ten spoedigste bij den Burgemees
ter dezer gemeente moeten worden ge
daan.
Yoorls wordt medegedeeld dat ten streng
ste zal worden geweerd alles wat betrekking
heeft op hasardspelhoroscooptrekkerij
waarzeggerijverkoop van planeten en der
gelijke.
Schoondijke den 12 Juni 1872.
J. M. de SMIDT
Burgemeester.
J. L. KABBOORD,
Secretaris.
Mijn vader heeft U met
geeselen gekastijd en ik zal
U met schorpioenen kastijden.
Bij de treurmaredie dezer dagen door
het land klonk, stonden ons deze woorden
van den jongen koning hem ingegeven door
zijne jonge raadslieden gedurig voor den
geest.
Niet omdat we ze in de verte zelfs willen
toepassen op het oudere en nieuwere
regeeringsstelsel in ons vaderland verre van
daar; maar omdat ze onzes erachtens bij
iedere omwentelingbij iedere verandering
van regeering bij iedere wijziging van
bestuur wel der overweging waardig zijn
hebben wij ze geplaatst.
Zij hebben dus voor alles niets te maken
met den persoon des overledenen Ministers
van Binnenlandsche Zaken dan in zooverre
hij een deel was van het geheelen toch
zijn ze weer wel op hem van toepassing
als we ze den geavanceerd-liberalen in
den mond leggen; want dan bevestigen ze
.deo vwTarheid van de meesten onzer populaire
dofdeeivellingenzich uitende in korte, doch
helaas ruwe en harde uitdrukkingendie
we niet herhalen zullen.
„Dat had Thorbecke niet verdiend" was
onze eerste uitroep, toen we het treurig
eind van het wetsvoorstel der inkomsten
belasting lazen.
Dat heeft Thorbecke niet verdiend, zeggen
we als wij het oordeel lezen door velen
onzer geestverwanten op godsdienstig gebied
over hem geveld.
Dat heeft Thorbecke allerminst verdiend,
roepen we uit als wij valsche voorstellingen
van den bijzonderen persoon zien vermengen
met de voorstellingen van den Staatsman.
Thorbeckes Christendoms opvatting was
niet de onze.
Thorbeckes wijsbegeerte was niet de onze.
Thorbecke van het eerste ministerie van
dien naam was allesbehalve onze held.
Thans Thorbecke is opgeroepen als
zoovelen om rekenschap te geven van zijn
rentmeesterschap daar, waar men met andere
schalen weegt, met andere maten meet dan
in deze huishouding met hare duizenden
gebreken
En met het oog op den Minister
Thorbeckeop het gebied der staatkunde
ons plaatstebeamen wij het gezegde
Nederland heeft in 1872 zijnen grootsten
zoon verloren 1 Hij bereikte eenen trap van
jaren die weinigen in onzen lijd ten deel
valthij was toegerust met vermogens
waarin niemand hem tot heden evenaart
hij heeft op staatkundig gebied verdiensteu
ontwikkeld, die in onzen tijd zeldzaam zijn
en hij heeft dit gelooven wij zeker
zijne talenten besteed aan het vaderland en
naar zijne beste overtuiging tot welzijn des
vaderlands.
Meermalen heeft men hem gesteld (in de
beoordeeling namelijk) tegenover het geëer
biedigd Hoofd van den Staat; doch partijzucht
gaf aan die vergelijking te scherpe hoeken,
te ruwe kanten Wij zouden hem menigmaal
de woorden in den mond gelegd hebben
„ben ik dan Uw vijand geworden U de
waarheid zeggende?"
O, wat men er ook later van zeggen
moge wij gelooven datals eenmaal de
onpartijdige geschiedschrijver de levensbe
schrijving van Z. M. Willem III schrijven
zalhet dezen Vorst tot eene eere zal
gerekend worden dat hij zich in critieke
oogenblikken in tijden, waarin reuzenwerken
werden verrichttoen het oogenblik daar
was om diep in te grijpen in onze staats
instellingen bediend heeft van Mr, Johan
Rudolf Thorbecke.
Dit alles overwegende deelen wij in den
rouw des vaderlands, want een groot man is
ons ontvallen I
Peinzend zitten wij soms, bij het schrijven
van dit opsteleenige oogenblikken met de
hand onder 't hoofd omdat herinneringen en
vragen beiden ons bestormen.
Er zijn onder de mannen van ons gewest
(tot hen behoort alreeds al3 tot het verledene
onze ontslapen broeder Van Daleer
zijn onder ons mannen, wien het meer
malen vergund was met den overledene
over de gewichtigste belangen van ons
gewest te onderhandelenen zij vooral
zullen do eersten zijn om de humaniteit en
welwillendheid van den Staatsman Thor
becke te erkennen en tevens te erkennen,
dat wij voor ons gewest veel aan den
ontslapene te danken hebben.
Thorbecke was boven het algemeen
vooroordeel verheven. Men weet dat men
in Holland vaak slechte gedachten van ops
gewest koesterthet beschouwt als eene
aanspoeling der Schelde of eene enclave van
België, bewoond door een gemengd ras,
dat noch tot het eene noch tot het andere
volk behoort.
Thorbecke wist dit echter beter. Hij-
stelde een persoonlijk onderzoek inhij
kwam hij zag en hij was overtuigd dat
de smalle strook van Zeeusvsch-Vlaanderen
eene rijke parel aan de Nederlandsche
kroon was en dat de trouwedoch dun
gezaaide bevolking met hare eigenaardigheden
van uitersten en verschil eene buitengewone
belangstellingblijkbaar in buitengewone hulp
verdiende en behoefde.
Hij wist dat op die smalle transscaidische
streek geene groole spoorwegwerken in
't algemeen belang konden verantwoord
wordenalzoo de breede Honte alle gere
gelde en geschikte gemeenschap belemmerde.
Maar dat kanalen, bedijkingen, steenwegen,
scholen aan geene ondankbaren verspild
waren daarvan was hij boven velen over
tuigd en daarom steunde hij krachtig alle
deze ondernemingen en instellingen.
En nu een woord meer bijzonder tot U,
afstammelingen der aloude Kadzantenaren
en Zeeuwen die nog in dit oord de nage
dachtenis der vaderen in eere houdt, maar
meent door eene der verstijving gelijkende
nauwgezetheid ai het oude te moeten
handhaven en vasthouden omdat het oud is.
Na Jan de Wit was Mr. Thorbecke onze
grootste Staatsmanmaar let nu zelf eens
opkordate vasthouders aan het oude
let nu zelf eens op de verandering van tijden
en zeden en beantwoordt eens onpartijdig
de vraagin welke eeuw openbaarde zich
de geest des Christendoms schooner en
edeler op het gebied der staatkunde in de
XVII of in de XIX eeuw