NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH-VIAAKREN.
De volksgeest.
N'. 29.
Dertiende Jaargang.
A°. 1872.
Vrijdag 12 April.
Politiek Overzicht.
Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vhwdag.
Prijs per drie maanden voor het voormalig 4de district van
Zeeland ƒ1,15; voor de overige plaatsen des Rijks, franco
per post ƒ1,30.
Prijs der Advertentiën, van 1-5 regels 0,75'elke regel
daarboven 0,1*2'/a. Groote letters naar het getal gewone
regels die zij beslaan.
Afzonderlijke Nummers ƒ0,05.
Ingezonden Stukken en Brieven, dé Redactie betreflende, benevens Advertentiën en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondenten,
te bezorgen bij den.Uitgever dezer, alles FRANCO,
Het waardeeren der verschijnselen in het
leven, 't lij van volken, 't zij van bijzondere
maatschappijen, is de plicht van ieder denkend
wezen, dat aanspraak maakt op den naam
van redelijk denkend. Dit waardeeren
is niets anders dan eene daad, eene gebeur
tenis, een feit, op het juiste gewicht te
schatten: is men toch onjuist, onwaar in
zijne schatting, dan vormt men zich van
daadfeit of gebeurtenis eene verkeerde
opprijsstellingmen waardeert ze dus niet
en men verdient den naam van bekrompen
of bevooroordeeld. Is er iets, dat behoorlijk
gewaardeerd behoort te worden dan is het
de uitinghet zich openbaren van den
volksgeest.
De optreding der eerste Christen-apostelen,
de optreding der Hervormershet ontstaan
des tachtigjarigen oorlogs het ontstaan der
Fransche republiek (1789)'t zijn feiten
die voorzekerzonder eene juiste waar
deering, zonder eene juiste opprijsstelling,
Veel van hunne innerlijke waarde verliezen.
Voorbeelden: Zegt men: het ontstaan
des Christendoms was niets anders dan het
gevolg van de ontevredenheid van eenige
personen met den vervallen staat der Joodsche
theocratie de hervorming was niets anders
dan het gevolg van het misnoegen eens
heerschzuchtigen ontevreden monniks; de tach
tigjarige oorlog was niets anders dan een
opstand van eene partij zeeschuimers en
nieuwigbeidszoeken tegen hunnen wettigen
vorst; en de Fransche revolutie niets anders
dan de vrucht eener dolzinnige wijsbegeerte
van holle theorieën, dan waardeert men ja,
wel de vier groote feiten doch men schat
ze veel te laag. Ja we zeggen ronduit
men acht ze te minmen ontneemt ze
hunne geheeleuitgestrekte beteekenis.
In het nauwste verband echter met de
waardeering der feiten enz. staat de uiting van
den volksgeest. Het volk, de natie, spreekt
het oordeel uit en waardeert alzoo zelve
die feiten omdat ze indruk gemaakt hebben
op een geheel volk; omdat een geheel volk
ze begreep ze dus op de rechte waarde
schatteze waardeerde.
En wat leert ons dan de uiting van den
volksgeest op 1 April 1872
De uiting van den volksgeest op 1 April
1872 leert ons, dat het feit van den op
stand der Nederlanders tegen Spanje een
der schoonstezoo niet de schoonste blad
zijde onzer geschiedenis is,
Hoe Een opstand schoon
Voorzeker 1 Wij verbergen op dat punt
onze meening niet, De Nederlanders der
XVIe eeuw waren rebellen, opstandelingen,
muiters.
Filips de II was hun wettige vorst
en door recht van geboorte niet het minst.
Maar, gelukkig, streelend voor het Ne-
derlandsch hart mogen we er even stellig
even besloten bijvoegende opstand was
volkomen gewettigd.
De zekerheid daarvan, de overtuiging dier
wettigheid,, deed in 1872 de volksslem
spreken en de volksgeest der Nederlanders
getuigde na drie eeuwen nog van eene
juiste waardeering van de wereldgebeurtenis
des tijds.
Engelschen en Duitschers, vertegenwoor
digers van de drukpers die vierde macht
in den staat getuigden met onzen volks
geest als om strijdhoezeer het kleine
Nederland in dit opzicht de gansche wereld
,ooruit was.
En ziet, alles .gaat in eeaen eeuwigen
cirkel rond. Als dé volksstem (de Ouden
spraken van haar als van eene godsstem in
het puntige vox: dei vox populi: de stemme
des volks is de stemme Godsgewaardeerd
is, uit sich ook overeenkomstig die waar
deering de volksgeest.
Maar is dat geene wijsgeerige drogrede,
dat de stem des volks de stem Gods is
Alweer, lezer, al naar die volksstem door
U getoetst en gewaardeerd wordt. Gelooft
gij aan een oppermachtig Godsbestuur
Immers ja? Weinigen ontkennen dat be
stuur. Welnu Op meer dan ééne plaats
lezen wij van een neigen der harten des
volks door God zulk een geneigd volk kon
niets anders dan de gedachte des Gpper-
regeerders uitspreken, juist omdat het hart
geneigd was tot hooren dat is, het volk
gebruikte zijn gezond verstand, eene natuur
gave! Nu ja mits ge maar erkent, dat
het als zoodanig (dat gezond verstand n.l.)
eene gave uit de tweede hand isde
natuur gaf ze den mensch nadat de natuur
ze van haren Heer en Meester gekregen
had.
En nu moet het volk niet kannen rede
neeren, als het aiet instemt met de volgende
stellingen.
De vorsten zijn om den wil der volken
niet de volken om den wil der vorsten.
De mensch is een verantwoordelijk, dus
vrijhandelend schepsel.
Het geheele streven van den mensch is
een streven naar geluk.
Om het geluk to kunnen genieten, moet
men vrij zijn. Het heiligste deel der vrijheid
is gewetensvrijheid. Wij weten hetvelen
zullen deze stellingen zooals ze daar staan
niet willen onderschrijven en toch zijn het
onomstootelijke grondwaarheden, axiomata
zooals men zegt, die geen bewijs behoeven,
en welke men alleen als van ter zijde moet
bewijzenlouter om den min naden
kende, min ontwikkelde te helpen.
De eerste opperhoofden, vorsten konin
gen werden gekozen en waren bijlang Da
niet erfelijk. Lees de geschiedenis.
De mensch is verantwoordelijk want hij
is afhankelijk van hooger macht hij moet
dus rekenschap geven van de gaven hem
door die macht geschonken; doch dit
schaadt zijner vrijheid in geenen deele
omdat hij waarlijk vrij is., die geheel en of
één met zijnen oorsprong is geene vrijheid
buiten God.
De mensch streeft naar geluk.Dat hij
't soras verkeerd doet, bewijst tegen de
stelling volstrekt niets. Als hij. ,'t geluk
kent, waardeert hij hetal zou hij. het
doen als een misdadiger, die, na veroordeeld
te zijn,'om genade spreekt.
Om het geluk te kunnen genieten moet
meri vrij zijndaar de minste belemmering
het genot des geluks verstoord.
Gewetensvrijheid is hel heiligsteomdat
het het bijzonder eigendom dés persoons
des menschen iswaarover geen ander
schepsel iets te zeggen heeft.
Het begrijpen dezer dingen heeft den
opgewekten Nederlandschen volksgeest in
1872 doen spreken door het begrijpen
dezer dingen door onze vaderen en den
eeuwig onvergètelijken Willem van Oranje
heeft die volksgeest zich na drié eeuwen
nog alzoo kunnen uiten én daardoor was
het mogelijk, dat'op 6 April 1872, den
gedenkdag van „Vlissingen met "eert,een
zoon des volks dit opstel voor zijn Volk
schrijven kon.
Uit dea aard der zaak geven we dit thans in
verband met de gevierde Aprilfeesten ^waarvan
we met bet oog op de algemeenheid mogen zeg
gen-, dat ze Nederlandscho volksfeesten, in den
meest uitgebreiden ziu der woorden waren. Ook
onze streek heeft daaraan vrij algemeen, deelge
nomen. Kadzaod schijnt eene treurige uitzonde
ring te maken. Zouden onze Vlaamscbe buren
ons in dezen niet beschamen? 7l Volgende is een
uittreksel uit Nederlaudsche en Belgische bladen.
Wij zeiven waren in Geut getuige van;de geest
drift, die nog zich uitte in de herinnering aan
Holland. Wij hoorden er de Schiedamsche liedjes,
weer gegeven door de fanfaren van Grélry.
Zoo schrijft de correspondent van de indépen-
dance Beige uit Rotterdam De feestvreugde is
zoozeer op ieders gelaat te lezen, dat men wauen
zou dat Nederlands verlossing eerst vau gisteren
dagteekende. Ik heb vele vaderlandsche feesten
in België bijgewoondmaar van geen was ik ge
tuige, waarbij het gemoed zich op hartelijker,
op welsprekender wijze heeft lucht gegeven.
Met inuige zelfvoldoening gewaagt hij van het
feit, dat de 300ste verjaardag 'van de inneming
van den Briel ook in vele Vlaamsche*steden wordt
gevierd, en wijst hij er op, dat de ultramontanen