Politiek Overzicht.
BINNENLAND.
Voor Veld en Huis.
Tekening onder in den zak en'tis een Blan-
kenbergsche ook
io. De uitgestrektheid onzer landhoeven
is een maatschappelijk kwaad. Daarover is
maar ééne sprake meer. Onder de zonden,
waarmede de menschen zich tegen den bodem
bezondigen, is deze de grootste één alles,
anderen niets, en dat is onmaatschappelijk
en verderfelijk.
Daar staat de groote landhoeve. Wat
een schuur! Men spreekt van de ge met-
schuur met zekeren hoogmoed. Maar
wat ligt daar achter? Een aan weer en
wind blootgestelde mestputdie zijn beste
vochten onder zich in den grond verspilt.
Van het dak der gemetschuur stroomt het
hemelwater en zakt met nog fijne mestdee-
len door en de boer houdt oververrot
stroo, dat hoogstens den bodem ten beetje
verhoogt. Er is ten dezen verbetering, doch
nog niet genoeg, nog niet op groote schaal.
Eindelijk moge 't een waarschuwing
zijn reeds boven wezen we er op, de uit
putting van den bodem is reeds begonnen
de mensch zelf heeft de hand aan de bo
demverwoesting geslagen. Onze gronden heb
ben éénen oorsprong: de zee Maar ze onder
gingen ook eene en dezelfde behandeling.
Ze moesten voortbrengen, altoos maar voort
brengen, zonder ondersteuning daarbij. Hier
en daar waren bosschen. Weg er mee I
Uitgeroeid! En zie, met dat uitroeien ver
minderden de regendagen en de eigenwijze
mensch verknoeide 't klimaat. Eén geluk I
We liggen nog al nabij de zee en eene breede
rivier en kunnen dus op meer regen rekenen
dan wel elders het geval is.
Men zie op de schorren. In handen van
eenen Franschen Generaal en zijne erven
wieri 'Hand hier zelf niet schelen kon, zaaiden
ze en maaiden ze er maar op los. In 't eerst
kregen ze rijke oogsten en wonnen schatten.
Welnu, landbouwers in den volstcn zin des
woords, zijnde Sophia, Diomede, Auslerlitz.
Olieslager enz. nog dezelfde gronden als
vóór vijftig jaren Schrijf dus op voor Uwe
nakomers dat hebben de menschen met
don bodem gedaan I
Eeu inzeader ia de Gron. Ct. zegt omtrent het
adres vau den Internat. Vredebond tot verminde
ring der uitgaven voor het militarisme:
liet is mijn ernstige wenschdat dit adres een
uitgebreide toejuiching en ondersteuning zal viu-
den. Tiet staat niet aan mij te beoordeelcnin
hooverre een handvol volks als de Nederlanders
zijn tegenover de machtige buren die hen aan
allo kanten omringen een handvol volksdat
zich buitendien nimmer heeft laten voorstaan op
zijn militair genie of strijdlust zich door geweld
zal kunnen verdedigen tegen woelziekte en strijd
lustige naburendie zich in 't hoofd mochten
zetten het vreedzame N'ederlandsche volk te ver
ontrusten. Maar toch zou ik geloovendat dit
volk niet machteloos moet worden geacht ter
handhaving van Nederlands volksbestaan, zij
hel dan niet door dierlijke strijdkracht-• dan
zeker wel door hooger en edeler vermogensdie
in de 19de eeuw wel tegen de eersten behoorden
op te wegen. En zou de invloed daardoor uitge-
oefeud niet machtiger zijn dan onbeschoft geweld
Met is uu bijna tweehonderd jaren geledendat
William Penn do stichter der eerste volksplanting
in Pennsylvauie de wilde woudbewoners van dat
land met deze woorden aansprak „Wij zijn hier
bijeen op het ruime pad van vertrouwelijke wel-
meenendheid geen hedriegelijke baatzucht zullen
wij lusscheu ous gedoogen eu alles zal openhar
tigheid en liefde zijn. De kiudereu van het woud
aldus vervolgt do geschiedschrijver Bancroft
waren getroffen door die heilige leer en deden
afstand van hun bcdriegelijk en wraakzuchtig be
slaan. „Wij willen", zeiden zij„met William
Penn eu de zijnen in vrede leven, zoolang als do
maan en de zon van duur zullen zijn Eu zij
hielden eerlijk woord.
En zouden wij dan den Christenen van beden
ten dage eeu lager zedelijk standpunt toekennen
dau den roodea woudbewoner van Amerika van
vóór 200 jaar Verfoeien wij zulk een denkbeeld
Eere en medewerking zijn dus den ontwerpers
van het in te dienen adres die de verzekering
van het onafhankelijke Nederlandsche volksbestaan
willen zoeken in de ontwikkeling van de ver
standelijke en zedelijke vermogens van het Ne-
landsche volk. Daarin ligt de kracht dezer natie
Is dat buitenlandsch Wellezer neen *t Bui-
tenlandsch nieuws laat zich alsdus beschrijven:
Door heel de wereld heen vergaderen de kamers
en doen over 'l algemeen weinig wezenlijke zaken
af. In Frankrijk is 't kijven, in Spanje kijven
in België kijven in Duitschland kijvenin Italië
kijven in 't Noorden kijven Griekenland maakt
een uitzondering: daar is 't kijven en rooveu.
Anders is Europa vol gekijf en onder al dat gekijf
trachten sommigeu in troebel water te visschen
hoor dit b. v.
Het Vaderland wijst er op dat in verschillende
bladen steeds de Nederlaudsche en Luxemburgsche
aangelegenheden worden verward. Zoo spreekt
de Mém. diplomatique van dreigende houding van
Pruisen tegenover de Belgische en Hollandsche
Regeeringen tengevolge van hun weigering om
het beheer van den spoorweg Willem Luxem
burg aan Pruisen over te geveu en laat zich de
Wanderer te Weénen uit 's Hage schrijven dat
men in den Haag meent, dat men te Berlijn de
ouderhandeling gaande houdt, om een voorwend
sel in haudeu te hebben tot inlijving van Luxem
burg, of tot het in zijn macht krijgen van de
gemeenschapswegen in Duitschland als een slerke
strategische stelling legen Frankrijk of om steeds
een aanleiding gereed te hebben tot een twist met
Holland. Op zichzelf beteekeuen zulke berichten
weinig, te minder, omdat Nederland met de
Luxemburgsche spoorwegen niets te maken heeft.
Desnietteminzegt 'l Vaderland vestigen wij
do aandacht op deze sensatieberichten omdat zij
hun gevaarlijke zijde hebben. Wantrouwen wordt
daardoor aangekweekt en uoodeloos spanning op
gewekt. Dat is niet de heilzame taak der druk
pers die er naar behoort te streven om redenen
tot hotsing tusscheu de volken weg te nemen en
aldus don vrede bevorderjijk te zijn.
SLUIS, 23 Maart. Gisterenavond bracht hier,
in eene gecombineerde Vergadering van de Rede
rijkerskamer eu het Toooeelgezelschapde uit
haar midden benoemde feestcommissie (Voorzitter;
de heer P. L. Mets, Secretaris de heer H. C.
Bakker) rapport uit omtrent den uitslag harer
bemoeiingen. Niet to vergeefs heeft z\] op den
bijval en de ondersteuning der ingezetenen gere
kend want ruime bijdragen zijn haar ten deel
gevalleu.
De Vergadering besloot de opgezamelde gelden
to besteden aan de viering van den len April
's avonds in de voormalige Kazerne, door het
geven van toonceluilvoeriugen het houden van
voordrachten het uitvoeren van eenige zangstuk
ken enz. Als feestredenaar zal,de heer van Dale,
hoofdonderwijzer en archivaris der gemeente, op
treden. Verder bestaat het voornemen om niet
alleen het gebouw inwendig te versieren maar
ook uitwendig te verlichten. Muziekkorpsen uit
naburige Vlaamsche gemeenten zijn uitgenoodigd
om de feestvreugde te verhoogen, terwijl de intree
gelden lot bedoelde uilvoeringen zoo laag zullen
worden gosteld dat de prijs uiemaud zal behoe-
veu te weerhouden daarvan gebruik te maken.
SLUIS AARDENBURG. Met genoegen ver
wijzen we onze lezers ook naar het Hoofdartikel
der Middelburgsche Courant van Maandag 18
Maartonder 't opschriftApril 1572. Wij zeggen
er van 't Is ons uit de ziel genomen voor wat
de waardeering der personen in 't geheel, en de
waardeering der feilen over 't algemeen betreft.
1 April 1572 is de dageraad van Nederlauds
zelfstandig volksbestaan. Men streed 1° voor de
vrijheid van geweten 2° voor de handhaving der
burgerlijke privilegiën en. ten slotte, voor de
onafhankelijkheid van Spanje. Het 3e punt be-
grijpo men welHadde graaf Filips de V (koning
Filips II) vrijheid van geweten geschonken
"s burgers privilegie» gehandhaafd nimmer ware,
de gravenkroon 's Kouings hoofd ontvallen
maar waar do graaf van Holland en Zeeland als
Koning van Spanje optrad in Bolland en Zeelaud,
ging Hij builen zijn recht en werd het verzet
dier gewesten onder Willem van Oranje gewettigd.
Opmerkelijk is en blijft het feit. dat nóch
Spatije, nócli Oostenrijk ooil hel gemeeuebest der
Vereenigde Nederlanders hebben kunnen herove
ren, en dat zelfs België, ondanks zijn dwaas
verzet onder Don Jan en later ouder Parma na
daarvoor geboet te hebben door zijue afhankelijk
heid van Oostenrijk en zijnen bodem gewijd te
zien tot algemeene kampplaats van Europa, eerst
in onze eeuw zelfstandig bestaan verkreeg'. God
sprak in de geschiedenis. Zijne hand heeft ze
geschreven. Wij die de godsdienstige en bur
gerlijke vrijheid als erfdeel der vaderen met eere
bezitten, moeten den dageraad vau Neerlauds
verlossing, 1 April 1572, feestvierend gedenken!
AARDENBURG. Niettegenstaande we in Juni
onze feesten hebben, wenscht men toch hier ook
1 April te herdenken, al is ook voor ons 1604
eerst het Jubeljaar. Doch we zijn gelukki" ons
een deel van het Nederlandsche volk te mo°en
heelen en wenschen dus 1 April te looneu dat
we er zijn. Hoe het feest zal zijn, is nog'niet
vast bepaald doch we rekenen op de wijsheid
van ons Gemeentebestuur, dat in dezen weer
een goed initiatief zal nemen om 1 April zijner
waardig to herdenken.
Op te kennen gegeven verlangen van Z. M.
heeft de Brielsche hoofdcommissie den heer Mot
ley uitgenoodigd om bij het feest aldaar op 1
April tegenwoordig te zijn en aan het feestmaal
deel te nemen.
En Van Vloten niet? vragen we, Och Koning,
laat hem ook noodigen zeggen we er bij.
Of we met van Vloten dwepeu? In vele op
zichten ja Wij zelf ontvingen nooit anders dan
welwillendheid van een geleerd man tegenover
een poover dilettant. To braver! Doch lees
Van Vlotens geschiedenis vau den opstand en
zijae Nederlandsche geschiedzaugenen weet
dat hij in onzen tijd eene fraaie kwartouitgave
der werken van vader Cats, de bekende uitgave
met platen van Erven Tijll te Zwolle, bezorgt.
Naar men verneemt, zal in Aug. a. s. in de
legerplaats bij Miligen een groote troepenveree-
uiging plaats hebben.
Men meldt ons uit Sint Margriete, dat Vrijdag
avond, 15 dezer, weder 3 paarden door de be-
keude ziekte zijn aangetast. Daaronder was een
driejarig, eerst sedert 14 dagen aangekocht.
Wat is gebeurd? Ongeacht het schrijven van
den Heer Mazure (VVeekbl. uo. 18,1 Maart 11.), dat
ook op St. Margriete gelezeu is, werden bedoelde
paarden zonder het aanwenden van eenige de minste
voorzorgsmaatregelen opgesiald en gevoed. De heer
Mazure predikte dus als Sint Jan. *t Was Vox
clamavü in desertoin. de woestijn gepreekt, voor
doovemansooren gesproken.
Ziju wij wel onderricht dan denkt de geraad
pleegde deskundige met eene plantaardige vergif
tiging te doen te hebben. Alihauseeu nauwkeurig
microscopisch onderzoek schijnt ingesteld te zijn.
't Zal ons benieuweu of èen der Eecloosohe
weekbladen, dat zich onderschiedt door zwijgen
waar hel belang van den veestapel geldt, ons'niet
nader zal inlichten.
De belanghebbende in dezen is een jong be
ginner, de landbouwer Ch. de Smit op de hoeve
van Mej. van Damme te Sint-Laurens. O land
bouwers wat we U bidden mogen weest toch
voorzichtig! Zie toch Diet zoo uit de hoogte, als
vaak gebeurt, op de uitspraken der wetenschap.
Veeartsen, meuscheuartsen, geestelijken, rechtsge
leerden hebben ja gestudeerd om zich als vrucht
van hunne studie een fatsoenlijk beslaan te ver
zekeren maar gij weet niet altoos wat de gewe
tensvolle man oog verricht wil hij op de hoogte
der wetenschap kunnen blijven; gij weet niet, hoe
vaak hij zijue nachtrust opoffert voor 't algemeen
welziju; de man die zich vaak voor anderen opof
fert, vaak uit liefde tot de wetenschap opoffert,
verdient Uwe achting en welwillendheid uooit
miskenning, allerminst spot. De voorbeelden van
lijden en verlies door eigen schuld ziju te me
nigvuldig, dan dat we, met ijdel zelfvertrouwen,
iaug op de met zooveel moeite eu koslcu verkregen
uitkomsten der wetenschap zouden neerzien.
*t Geval op St. Margriete is weer eeue stem der
ervaring, die bij de vele honderden dergelijke
stemmen roept: Ontwaakt uit den slaap van
vooringenomenheid en de droomen des vooroor
deels!
SldisAardenbcrg. Red#
Verleden week las men in de Schiedamsche
Courant eene Advertentie en daaromtrent ouder
't nieuws het volgcude
Blijkens achterstaande advertentie zal aanstaan
den Donderdagavond in Musis Sacrum alhier,
een voordracht wordea gehouden door dr. J. van
Violen.
Ter inleiding en voorbereiding voor het aan
staande Aprilfeest was het der vereeuiging „Licht,
Liefde Leven" niet ongepast voorgekomen den
een of anderen redenaar uit te noodigen om een
voordracht in dien geest te doen eu viel haar
keus op dr. J. van Vloten, wiens lezing over deu
mondigen mensch als Nederlandsch staatsburger
met zooveel sympathie in ouderscheiden steden
van ons land werd aangehoord, en gevoeglijk
kan beschouwd worden als een herdenking van
den eersten stap tot de mondigverklaring van het
Nederlandsche volk.
Wij gelooven, dat om den wille der zaak velen
van deze gelegenheid gebruik zullen maken en
ook om een uitstekende rede te hooren.