NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN. N°. 24. Dertiende Jaargang. A9 1872. Vrijdag 22 Maart. Wat de menschen met den bodem doen. S111 S( HBWÏIKIMI Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag. Prijs per drie maanden voor het voormalig 4de district van Zeeland f 1,15; voor de óverige plaatsen des Rijks, franco per post ƒ1,30. Prijs der Advertentiën, van 1-5 regels f 0,75 elke regel daarboven ƒ0,12%.— Groole letters naar het getal gewone regels die zij beslaan. Afzonderlijke Nummers f 0,05. Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Advertentiën ën gewone Berichten of Mededeelingeu van Correspondenten te bezorgen bij den Uitgever dezer, alles FRANCO. (Het vervolg uit de Geschiedenis van den West-Zeeuwsohvlaamschen bodem.) Voor wij ons antwoord op die traag gevengeachte lezer, en vooral Gijlieden die ons Uwe ingenomenheid van meer dan eenen kant hebt doen blijken met het oog op ons geschiedkundig overzichtkort en zakelijk als 'twas, en ons drongt om het derde punt zoo spoedig mogelijk te behandelen voor wij ons antwoord op die vraag geven, deze opmerking: wij behooren niet tot de klasse der landbouwers. Wij zijn zelfs geen lid der Maatschappij Yan Landbouw en Veeteelt, en mocht iemand ons tegenwerpen, dat dan het onderwerp buiten den kring onzer bemoeiingea ligt, of, op zijn goed Kadzandschdat we er geen verstand van hebben, dan zeggen we wederom met eene Kadzandsche uitdrukking, dat we onze oogen den kost geven. Wij zien rond en om ons. 't Is ons een genoegen door onze vlakke veldenlangs onze hooge dijken te wandelen en te genietenDaarbijwij hebben liefde voor den boerenstandvoor het boerenwerk, en den landman ontmoeten we gaarne met een paar beslijkte schoenen, 't zij hij die op zijnen vruchtbaren akker, achter zijn ploeg of wieders, of op zijnen voedenden mestput opgedaan hebbe. Dan drukken we soms den wakkeren man de hand, of wisselen in de verte eenen vrien delijken groet met hemen hij glimlacht als hij ons een handvol planten ziet vergaren en beschouwen en ze soms in de portefeuille bergen. Dat is eene uitspanning voor ons, die we ons gunnen mogenals onze be roepsplicht ons naar buiten roept. Bovendien, ook wij hebben belang bij den landbouwook wij wenschen redelijke prijzen voor tarwe rogge gerstboter eieren en aardappelen en vleesch. R e d e 1 ij k e prijzen; want zooveel weten we van landbouw en veeteelt, dat zijn te lage prijzen schadelijk voor den boer, te hooge prijzen schadelijk zijn èn voor den boer èn voor den burger beiden. Dit erkent ieder verstandige boer. 's Landmans zweet moet beloond worden door billijke prijzen. Hij heeft recht op eene billijke winst; want een ongelukkige boer is hij, die 'tal, al naar Mijnheer moet brengenterwijl hooge prijzen ook daarom zoo nadeelig werkenomdat ze buitenspo rige weelde veroorzaken niet alleenmaar omdat ze steeds naar meer doen haken, naar hooger doen uitzien. In dit geval zegt de denkende landman „De duivel zijn zak is toch nooit vol!" Een ander gevaar ligt in de toepassing van een niet genoeg doordacht gezegde dat op zich zeiven waar ismaar juist om dat het ondoordacht is, zoo schadelijk is. Dit gezegde luidt„Geen mensch weet wat het land op kan brengen." Dit is waar; doch ook de verstandigen weten, dat het beste land uitgeput kan worden. Het voor opzetten van het eerste ondoordacht gezegde en het niet in acht nemen van het tweede gezegde, kenmerken onzen tijd en toonen ons hoe de menschen met den bodem leven, hoe ze dien bodem langzaam maar zeker vermoorden. Wij gelooven op de toestemming onzer landlieden te mogen rekenen als we 't vol gende stellen lo. De overbevolking is kwaad voor de be handeling van den grond. 2o. De wijze van behandeling, thans bij de hooge huurprijzen nog in zwangis kwaad voor den grond. 3o. De teelt van sommige gewassen om buitengewoon .oordeel is kwaad voor den grond. 4o. De uitgestrektheid onzer tegenwoordige hofsteden in 't algemeen is kwaad voor den grond. en 5o. De uitputting van den bodem is hier en daar reeds begonnen en dreigt voort te gaanzoo geene afdoende maatregelen worden genomen. Omtrent het eerste punt, de overbevolking, kunnen we kort zijn. Op den landbouw toch oefent zij alleen daardoor hare mid delen uitdat ze eene onevenredige mede dinging of concurrentie in 't leven roept en alzoo een gedeelte van onzen bodem in handen van onbevoegden brengt, met één woord: zij schept den krasmajakker. 2o, De wijze van behandeling bij de hooge huurprijzen verdient vooral ieders aandacht. Er zijn landlieden, die zeggen durven men kan het land niet bederven Wy vragen henvanwaar het verschil (om in ons gewest te blijven) tusschen den Biezen, de Praat, den Zandhoek en het Hoogeland, met de daarnaast liggende BoOm-Isabella en Westeree bezuiden-poldersen dezer ver schil weer met de Westeree benoorden Havens van Sluis en Aardenburg en Sophia- polders en, nog eens, tusschen deze enden Zwinpolder? Wèl, zegt de onnadenkende, dat komt, dat de Biezen enz. reeds zeer oudden Boom en Isabella wat jonger, de Westeree en Waterhoek, Sophia enz. nog jonger en de Zwinpolder de allerjongste zijn. Volgens dezen wordt de grond dus evenals de mensch zelf door ouderdom uit geput. Grooter leugen is nooit gelogen de mensch wordt uitgeput door ziekten kommer, verdriet, hartstochten; de mcnech is er op aangelegd om honderd jaren in gezondheid en kracht te leven uit te gaan als een licht dat aan zijne bestemming vol daan heeft en dan tot zijne vaderen verza meld te worden(wij spreken, zonder 't oog op hooger, van den natuurlijken stoffelfjken mensch en 't is, om het ronduit te zeggen, door de zonde, het kwaad, het euvel, dat de mensch deze beslemming niet bereikt. Hij zondigt tegen zijn eigen lichaam en wordt er het slachtoffer van, en zijn grond, die hem en anderen voeden moet, met hemwant hij behandelt dien grond zooals hij zichzelven behandelt. De grond wordt niet uitgeput door ouderdom, maar door de handelwijze des menschen. De hooge huur, die de pachters moeten opbrengendoet uitzien naar bezuiniging en wel verkeerde zuinigheid. De pachter eet en drinkthij kleedt zich en neemt zijne uitspanningen, zooals hij gewoon ismaar ten koste des bodems, dien hij hetnoodige voedsel onthoudt. 3o. Zulk een pachter (en zulk een, helaas, niet alleen) neemt de toevlucht tot het ver huren van vlasland suikerpenenland enz. Waarom Hij heeft weinig aan den akker te doen en steekt er weinig in en ontvangt er een hooger huur voor. Nu is er in de wetenschapdie men landbouw noemteene waarheid die een kind verstaan kan, omdat die waarheid ook op ander gebied zich voordoet. Zij is deze Gebruik baart verbruik verbruik is ver slijting, uilputting. Om uitputting tegen te gaan, moet het gebruik een tegenwicht hebben. Evenals een arbeider, die zwaar werk moet verrichtengoed moet gevoed wordenevenals een zwakke zieke verster kende middelen moet hebbeneveneens is het met den bodem en zijne voortbrengselen. Alle planten, die ons sterke vezels leveren die vele vezelenfijne vezelen gevenalle planten die suikerstof voortbrengen, eischen eenen goeden grond want om hare vezelen bij hare bladeren, hare takken, hare ranken en nog bovendien dikwijls haar zaad te kunnen leverenhebben ze krachtig voedsel noodig (katoenvlas suikerpenen, suikeree, enz.), en halen dit voedsel natuurlijk uit den bodemmaar ze halen 't er ook uit en alweer een kind weet het, en de Zeeuwsch- vlaamsche landman herhaalt het gedurig spreekwoordelijkWaar af gast en niet bij komt, daar raakt het op Welnu in Amerika liggen streken landsdoor de katoenteelt uitgeput. In ons land ligt de Biezen, door houtteelt en graanleelt te gelijk uitgeput en tot eene zandstreek geworden, waarop men nog bovendien het stelsel van bi Ike n moet toepassen. Het spreekt ook van zelf, dat onze zware gronden denzelfden weg opgaan. Waren de Sophia en Auslerlitz enz. reeds voor dertig jaren laugzaam en matig gemest gewordendoor voeding ondersteund ze waren op 't oogenblik nog even vruchtbaar als het pas beverschte schor; doch men ploegt wat rot stroo onder, rijdt het nog eens op en 't is we! genoeg voor vlas- of beetenland. Maar, o wee! als 't;vlas geplukt en de beeten gestoken zijn, vindt men de

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1872 | | pagina 1