NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANOEREN. N". 18. Dertiende Jaargang. A9 1872. OVER KOMETEN EN OVER 'T VERGAAN DER WERELD. iSLIIIStlHShUKBLAD Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag. Prijs der Adverteutiëa van 1-5 regels ƒ0,75 elke regel Prijs per drie maandrn voor het voormalig 4de district van 1 IVTonvf daarboven ƒ0,1"2'/2- Groote letters naar het getal gewone Zeeland 1,15.; voor de overige plaatsen des Rijks, franco j O -i"dal l. regels die zij beslaan, per post ƒ1,30. Afzonderlijke Nummers ƒ0,05. ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffendebeneveus Adverlemiëu en gewoue Berichten of Mededeeliagen van Correspondenten, te bezorgen bij den Uilsever dezer, alles FRANCO. Een gesprek tusschen Jan en Piet. Jan zit de courant te lezen Piet komt binnen en zegt Zoo, buurman, zit je zoo druk in de krant te lezen Dat ben ik niet van je gewend, man I Jan. Ja, vriend lief, dat doe ik zelden zooals je vvèl opmerktdoch ik hoorde buurman Kees vertellen, dal de wereld in 't kort vergaan zal, en 'k wil het wel welen, de wetenschap gaat tegenwoordig zoo ver dat het einde er aan verloren is, en al was liet nu zoo erg niet wat ze voorspeltik denk dikwijls: spreek je van den duivel, dan zie je zijn staart, en daarbij, 'k wil het welen, ook ik was wel een beetje bang voor *t een of ander ongeval, dat ons zou kunnen overkomen want zie jedat geval met die komeet, dat komt er gek in. Piet. Jongengeloof dan alles wat de sterrenkundigen alzoo zeggen en leeren J. Zie jongendat zeg je nu, omdat je weet dat ik nog al hard van aannemen en taai om iets te gelooven ben; maar daarom ben ik niet zoo obstinaat van te stellen niet gelooven zonder zien want dat is heel dwaas en, buitendien, mijn respect voor de geleerde sterrenkundigen heeft een heel goeien grond want ze zeggen je maar vlak wegden zooveelstenom zoo laatis 't Volle Maan, is 't hoog water, is 't springtij, is 't maan- of zoneclips en dat komt maar precies, uit Rn als nu zoon sterrenkun- kundige Almanakmaker mij zegt, dat den 12 Augustus 1872 eene komeet de aarde zal rakeu dan wordt het mij wezenlijk zoo ietwat koud op den rug en dut is gezegd lees zelf maar (hij geeft Piet de krant over en deze leest) De beroemde hoogleeraar in de sterre- kunde te Genèvede lieer Plantamour, heeft onlangs, volgens de Swiss limes, eene nieuwe komeet ontdektdie in grootte al de tot lieden ontdekte kometen ver overtreft. Vol gens zijn waarnemingen en berekeningen beweegt zij zich met ongewone snelheid en in een rechte lijn naar onze aarde, waarmede zij den 12 Augustus a. s. in aanraking zal komen. Hare nadering zal men gewaar worden door een buitengewonen graad van hitte. De botsing kan alleen vermeden worden door de afwijking van de snel na derende komeetwanneer zij binnen het bereik komt van de aantrekkingskracht van oenig ander hemellichaam. Nu ja, Jan, dat is alles mooi en goed doch ik moet U direct iels anders zeggen had je de krant een paar dagen later gelezen, dan zou je zien dat het bericht tegengesproken •is cn er niets van aan is. Jan. Maar, jongen! dat's ongepermitteerd! Geloof nu nog de sterrenkundigen ondanks den Almanak. Piet. Niet te haastig! Wie weet, of de sterrenkundigen wel schuld hebben aan het heele verhaal en, zoo jo, wie weet hoe liet vergrootvermeerderd en verbeterd is. Je hebt toch wel eens het spreekwoord gehoord: hij liegt, gelijk een couranlier? Daarbij rnen moet met krantenschrijvers een beetje kompassie hebben. Als ze van daag iels schrijvensoms aan een ander ontleend en ze spieken 't morgen weer tegendat is item zooveel regels, 'k Wil nu niet zeggen, dat ze dat zoo graag heb ben 'k wil maar liever onderstellen, dat ze bij 't opnemen van een gerucht niet altoos zoo heel kiesch onderzoeken naar de bron, waaruit het ontstond. Maar, je schijnt bang geweest te zijn voor het vergaan der wereld. Dat verwondert me van je. Ik houd je voor een braaf christenmensch, die, op dat punt, nog al zijn weetje weeten dan ken je toch ook die uitspraak: die dag en die ure weet niemand en bijgevolg ook geen sterrenkundigehoe knap hij ook wezen mag. Zie jongen je bent toch nog een beetje erg bevooroordeeld. Je durft b. v. het Albuin der Natuur niet lezen en meer dergelijke dingenwaarin ik nog al plezier heb en waaruit je ook op het punt van 't zoogenaamd vergaan der wereld Piet. Hei wat! 't Zoogenaamd ver gaan der wereld. Geloof je dun niet, dat ze vergaan zal Jan. Alweer niet te haastig, beste vriend! De wereld is vergankelijkwant ze is stof cn ze zal dus als stof vergaan; doch we welen, dat dit vergaan bestaan zal in eene verandering, eene vervorming, eene omkeering, en er zijn vele sporen die ons toonen, dat dit eenmaal op eene vreeselijke wijze plaats hebben zal door iets, wat de geleerden eene catastrophe, dat wil zeggen: eene on gehoord vreeselijke gebeurtenis noemen. Wil ik je er even wat van vertellen? Piet. Met genoegen; maar zoo eenvoudig mogelijk. Jan. Welnu, hoor dan. De groote ge leerden vooral de echte brave geleerden die niets beter willen weten, omdat deze of die het gezegd heeft; die zelf bekennen, datwaar duizend vragen nog kunnen ge daan worden dat ze eigenlijk zoo goed als niets welen deze geleerden zeggen evenals gij en ik: de wereld is slof, stof is vergankelijk en de wereld moet dus een maal vergaan. Nu weet je, dat alle chrislenen gelooven, dat deze vreeselijk groote gebeurtenis door vuur zal plaats hebben (dus, tusschen twee haakjes, niet door een komeet). Welnu, onlangs las ik een opstel van een vader laudsch geleerde, waaruit ik leerde, daler drie mogelijkheden bestonden ois onze aarde te vernielen neen, niet te vernielen: dit woord deugt niet maar om ze te ver vormen, te veranderen, namelijk lo. Ze kan overstroomd worden, alles kan zee worden. 2o. Ze kan uitdrogen, door dat al het water verdampt en dus de dampkring weg gaat, geene wolken meer opstijgen, geen regen meer valt. en 3o. Ze kan verbranden door haar eigen vuur, dat er binnen inbrandt: ten be wijze de vulkanen of vuurspuwende bergen enz. Het laatste, waarvan de natuurkunde ook de mogelijkheid leert, gelooven alle chris tenen, en ze verwachten dus, dat eenmaal de aarde verbranden zal en dat, als ze uit gebrand is, een nieuwe schepping te voor schijn zal komen evenals een oud leelijk stuk goud, een plomp sieraad, dat in den smeltkroes geworpen en gesmolten zijnde van de hand des goudsmids eene nieuwe gedaante, eenen anderen vorm ontvangt en veel heerlijker blinkt dan te voren. Doch het juiste tijdperk berekenen, waarop dit gebeuren zal, kan de grootste geleerde niet. Ik zou U als reden kunnen opgeven, dat eerst alle steenkolen alle turf, alle gas, alle hars cn dergelijke stoffen met een me nigte andere, die elkander in evenwicht hou den, moeten opgebruikt zijn;ik zou nog hoogere zedelijke gronden, aan de bedoelingen van den Schepper met het menschdom ontleend, kun nen opgeven; doch ik zeg er alleen dit van één dag en duizend jarenwat zijn ze in één woord wat is onze aardsche tijdreke ning -vergeleken bij de oneindigheid der eeuwigheid? Dus, ge ziet, een komeet kan ons geen kwaad doen en de vrees voor ko meten is eene ijdele vrees. Piet. Wat is toch een komeet? Jan. Als ik U ondeugeud weg met de Génestet antwoorddeeen ster met een slaart, dan zou ik de waarheid zeggen; doch 'k ga 't U uitleggenwant er zijn kometen zonder slaart, met een staart, met een mantelmet een bezem met twee drievier staarten. De komeet zelf is een lichtgevend lichaam van zeer dunne stof. Het aan- of bijhangselstaartmantel enz. genoemd, is eveneens lichtend, maar hol, en ze bestaat uit kometenstof, en van deze weten we nietsdan dat ze heel dun is zoo dun als de mist of tabaksrook. Welnu, als nu de aarde tegen een komeet aankwam, dan zouden we ten hoogste eenige zeer mistige dagen hebben of als 't ware in den rook zitten. Ziedaar alles. Maar, zie ik de wereldorde, geloof ik aan een machtig, wijs wereldbestuurder, dan vrees ik zelfs dat niet. Stel er loopt een spoorweg van Mal- deghem naar Breskens en een van Sluis naar IJzeridijke. Dezer kruispunt ligt op de Draaibrug. Dan kan liet gebeuren, dat, als de Maldeghemsche trein aan de Draaibrug

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1872 | | pagina 1