NIEUWS- ER ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN. N°. 10. Dertiende Jaargang. A0 1872. Vrijdag 2 Februari De Boerenarbeider. Politiek Overzicht. SHIISCBiWHBLAD Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag. Prijs per drie maanden voor het voormalig 4de district van Zeeland ƒ1,15; voor de overige plaatsen des Rijks, franco per post .ƒ1,30. Prijs der Advertentiën van 1-5 regels 0,75 elke regel daarboven 0,l-2y2. Groote letters naar het getal gewóne regels die zij beslaan. Afzonderlijke Nummers ƒ0,05. Ingezonden Slukkeu on Brieven, de Redactie betreffende, benevens Advertenti.ëu en gewoue Berichten ot Mededeelingeu van Correspondenten, te bezorgen bij den Uitgever dezer, alles FRANCO. Geene zaak is er in den laatsten tijd meer aan de orde van den dagzooals wij een en andermaal schrevendan de zooge naamde arbeidersquaestie. Maar hoeveel gemoederen deze zaak ook in beweging brengt, bijna nooit wordt er aan den ar beider gedacht, die het land bebouwt en -die toch de spil is, waarom onze landbouw draait. Immers, wat zouden onze, landbouwers beginnen indien zij geene arbeiders hadden, die van den vroegen morgen tot 'den laten avond op akker en veld bezig zijn Dezen nu, in 't algemeen genomen, hebben een zuur verdiend stuk brood. Door den boer voortgedrevendié dikwerf jaarlijks rijker wordten het heft (het geld) in zijne handen houdtstaat de arbeider daar zomer en winter, in hitte en koude, op den akker of in de schuren. Als het meeste werkvolk nog op hun leger rust, is hij al aan den zwaren arbeid. Yan overwerk wil de boer in den regel niet weten; trouwens de dagtaak is ook zwaar genoeg alsof dit de reden er van is. Doch met dat al kent de arbeider maar weinig buitenkansjes. De boer geeft hem zijn loon, en dit is afgepastevenals de prijs van het brood bij den bakker jain de meeste streken van ons vaderland weet de arbeider juist te be rekenen wat hij in het gehcele jaar zal verdienen. Bijna alle boeren zijn het in het loon, dat zij aan hunne werklieden geven, met elkander eens. En hoe hoog is het daggeld vraagt gij waarde lezer In de lente en den herfst 60 tot 75 ets.in den zomer, enkele weken, 1 tot f 1.80, en in den winter bijna door geheel de provincie Gelderland en Overijssel 40 ets. daags, dat is I 2,40 in de week. Hoe is het nu mo gelijkdat een huisgezin daarvan bestaan kan? Bestaat het uit zes personen: man, vrouw en vier kinderen die nog niets ver dienen kunnen, dan is het voor elk 6 ceijts per dag. In den zomer, wanneer het loon op zijn hoogst is, dan heeft menige arbeiders vrouw 20 ets. daags voor ieder lid van het gezin alle verzuim buiten rekening la tende. Hiervan moet zij nu alles koopen brood kleeding zeep zouten zooveel meer. Ieder uwer, die maar eenigszins nadenkt en weet wat een huisgezin dagelijks kost, zal ons moeten toestemmen, dat het te weinig is - daargelaten nog de schuld, die menigeen maakte in den wintertoen de verdiensten zoo gering warenwelke nu bij beetjes moet afbetaald worden. Wel is waar, de arbeidersvrouw gaat er in den wie- en oogsttijd ook op uit, en als de aardappelen gerooid wordenook om een duitje te verdienen. (Zij moet welhelaas want zij behoort in huis bij hare kinderen. Wij zouden bijna zeggenwat zij in het eene wint, verliest zij in het andere.) Ook heeft zij voor het gezin niet in alle deelen die uitgavenwelke eene stedeling doen moet. Er is bij het huis een hofje, soms een stukje landdat na aftrek van de huur voor woning en erf, altijd eenige voordeelen geeftdoch met dat alde boerenarbeider, zooals hij er komt, komt er moeilijk, zwoe gend dit valt niet tegen te spreken. Ééne oorzaak is, dat, daar de landerijen voor nog geen 28 jaren veel minder op brachten dan tegenwoordig, de landbouwers in den regel toen genegen wareneenig land aan hunne arbeiders af te slaan, waar ze dan voor de helft der opbrengst aardap pelen en tuinvruchten konden planten. De boer bouwde het zelf met zijne paarden om. Zoo teelde de arbeider voor zich en zijn gezin al de vruchten die zij voor het ge- heele jaar noodig hadden. De boer leefde op deze wijze met zijne arbeiders broederlijk samen ze maakten als 't ware één groot gezin uit. De landbouwer, die dit niet wilde doen verhuurde voor een geringen huurprijs een gedeelte van zijn land aan zijne arbeiders. Zij verdienden dan zeiven de huur: de baas gaf hun zooveel geld minder dat hij dikwijls ook niet veel had en de arbeider kon bij eigen gebruik veelal nog een deel zijner vruchten verkoopen. Zoo werden beiden geholpen. Nu de boeren echter zooveel van hunne landerijen trekken is dit gebruik reeds lang afgeschaften de arbeider, die noodzakelijk een stukje land noodig heeft, wil hij niet van honger en gebrek omkomenmoet dit op zoogenaamde publieke verpachtingen zeer duur van heeren en boeren pachten; want kunnen die met het bebouwen er meer van trekken dan geven zij het niet. 't Is ook de toeleg van den boerenarbei der, om 't geld te verzamelen, dat voor het aankoopen van een varkentje noodig is. Heeft hij dit diertje in het hokdan is elk lid van het gezin in de weer, om eten er voor te verzamelen. Als het spoedig groot en vet wordt, dan zijn allen blijde. Hoe gaarne zouden zij het willen slachten, om ook eens een stukje spek te hebben 1 De kinderen vragen al aan hunne ouderswanneer het varken geslacht wordt. En wat moet nu de vader zeggen? Hij antwoordt roet eene weemoedige stem „Kinderen vroeger, toen de boer ons land gaf, konden wij een varkentje slachten, maar nu hij dat niet meer doet en wij zeiven land moeten huren, moet vader het varken verkoopen aan den slager uit de stad, om geld te krijgen voor de huur van het land." Dus, het varken, door den armen daglooner met zooveel zorg en opoffering gemest, is voor den heer of den boer, van wien het land isdat hij gehuurd heeftWij zijn verzekerd dat vele arbeiders op het plat teland bijna nooit een stukje spek bij hun sober maal kunnen krijgen. Er zijne arme weezen in onze Inrichting, wier ouders boe renarbeiders waren die vóór hunne komst onder ons dak geen spek of vleesch hebben geproefd. Zij hebben ons verhaalddat wanneer moeder eens een stukje spek kocht, dit werd uilgebakkenen het spek was voor vader, omdat hij zoo hard moest werken zij kregen het vet er van in het eten. (Dit opstel), niet vreemd aan hetgeen ook wij nu en dan over deze levensquaestie schreven, ontleenden wij aan het Oosten, en plaatsten het als hoofdartikel, ten einde men ook oordeelen kunne over den toestand elders in ons land. Redactie.) De Times geeft eeu schrijven van een Parijschen correspondent, een met de politieke zaken gron dig bekenden Frauschmanover den loop en de uitkomst der crisiswelke verleden Vrijdag eens klaps uitbarstte door het besluit der Vergadering,, om zich het belasten der grondstoffen als laatste middel tot dekkiug van het tekort voor te be houden in geval en voor zoover zij geen beter middel zou vindeu. Daarin komt het volgende voor: De houding der rechterzijde in deze crisis en bepaaldelijk in de zitting der Vergadering van Zaterdagtoonde dat zij een plan lot vorming van een nieuw bewind gereed had voor het door baar innerlijk gewenschte en gehoopte geval dat het den ^heer Thiers ernst was met de aftreding waarmede hij dreigde. De rechterzijde had na melijk hare keuze gevestigd op den generaal de Mac Mahon wien zij eenige leden van de rech terzijde en van het rechtereeulruin als Ministers ter zijde wilde stellen. Er was alzoo, indien Thiers op zijn ontslag aandrongvooruitzicht voor het land op een Re geering van bepaald conservatieve richting, steun bij het leger vindend en in staat om den weg te banen voor eeu meer bestendige en meer waardige orde van zaken dan de zonderlinge, ja ongerijmde inrichting, die thans onder den naam van de Fransche Republiek, bekend staat. Dat wist de linkerzijde, eD het was de eigenlijke oorzaak der hartstochtelijke ongerustheid, in de zitting vau Zaterdag betoond door haar en inzon derheid door Gambetladie gaarne nog eens we der den dictator zou willen spelen. De rechter zijde had wel eenige beleefde betuigingen voor den heer Thiers over maar niet meerde linker zijde dacht dat er veel meer noodig zou zijn om hem tevreden te stelleneiudelijk werd er een middenweg gevonden dien geen onderdeel der Vergadering weigeren kon te bewandelen en de heer Thiers liet 2ich verbidden. Hiervan kennis outvangeude liet de Vergade ring minder eenstemmigheid blijken dan de schier eenparige aanneming der verklaring van vertrou wen in den heer Thiers zou hebben doen ver-

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1872 | | pagina 1