NIEUWS- Ei ADVERTENTIEBLAD Mf WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Politiek Overzicht.
N°. 8.
Dertiende Jaargang.
A0 1872.
SIl'ISflHÉMKBLlD
Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag.
Prijs per drie maanden voor het voormalig 4de district van
Zeeland f 1,15; voor de overige plaatsen des Rijks, franco
per post ƒ1,30.
Vrijdag 26 Januari
Prijs der Advertentiën, van 1-5 regels 0,75 elke regel
daarboven Groote letters naar het getal gewone
regels die zij beslaan.
Afzonderlijke Nummers 0,05.
ingezonden Stukken en Drieven, de Redactie betreffende, benevens Advertentiën en gewone Berichten ol Mededeelingen van Correspondenten,
te bezorgen bij den Uitgever dezer, alles FRANCO.
DE NATUUR GAAT BOVEN DE LEER.
(Ook iets met betrekking tot
vroutoen en meisjes.)
De natuur gaat boven de leer. Dit is
een volksgezegde op de ondervinding, dus
op waarheid gegrond.
De natuur gaat boven de leer. Dit is
eene waarheid die door de redeneering als
zoodanig erkend wordt.
Eindelijk, de natuur gaat boven de leer.
Dit is een groote leugen, eene drogreden,
uitgevonden om iemand den mond te stoppen.
't Komt cr al maar op aan, wat men
door natuur, wat men door leer verstaat,
en 't is met dit volksgezegde eveneens als
met vele zoogenaamde alledaagsche waar
heden en met moeders potten en pannen:
men kan ze van twee kanten aanvatten dat
is, van twee kanten bekijken.
Tegenwoordig spreekt men veel over de
plichten en de roeping der vrouw, de op
voeding der vrouw, en men begrijpt er dan
te gelijk de meisjes onder. Verscheidene
personen hebben ons gevraagdwat we
van deze zaak dachten, en we scheepten de
lui meestal af met het gezegde och laat
die quaestie maar blijvende natuur gaat
boven de leer! Dat is heel gemakkelijk;
maar evenals het vraagstuk van den arbeid
treedt het vraagstuk der vrouw in onzen
tijd op den voorgrond, en te recht, want
zedelijk zijn man en vrouw gelijk, al is het
dat deze gelijkheid zich bij den een anders
dan bij den ander vertoont: B. v.: eene
vrouw is evenzeer als een man verant
woordelijk voor haar doen en lateo. De
man is dit als huisvader en hoofdmaar de
vrouw niet minder als moeder en hulp
des mans.
Uit dit oogpunt gezien is het niet te
verwonderendat onze tijd spreekt van
plicht, roeping en opvoeding der vrouw.
Het standpunt, waarop eene vrouw staat
in de maatschappij, is een kenmerk van de
meerdere of mindere beschaving dier maat
schappij.
Bij de Noordamerikaansche roodhuiden
is de vrouw de slavin des mans, ja zijn
lastdier.
Bij andere volken is de vrouw een stuk
Toerend goed, dat gekocht en verkocht
wordt en dus gedeeltelijk eene slavin.
In het Oosten is de vrouw een voorwerp
van weelde. Daar bewoont ze den harem
of het vrouwentimmer en wordt in den
regel eene verfijnde helleveegeene duivelin.
De moderne tijd heeft mannelijke voor
werpen, die de vrouw alleen beschouwen
uit een zinnelijk oogpunt; die het schoonste
sieraad der schepping vernederen tot een
dier; die doch we walgen voor het ras
der zoogenaamde celibatairsbij wie de
natuur niet alleen boven de leer maar zelfs
boven de rede gaat.
Is cr eene deugd, weinig geteld, het is
de kuischbeid. Ze is een speelbal voor
beiderlei kunne en de schaamte is tot den
rang der schaamteloosheid afgedaald.
Om deze redenen alleen is het reeds
noodig en nuttig en meer dan tijddat de
vrouw tot hare oorspronkelijke bestemming:
eene waardige hulpe des mansworde
verheven. Wij breiden dit zoo ver uit
dat we niet uitsluitend op de gehuwde
vrouw doelen maar op den rang der vrouw
en van het meisje naast den man in de
maatschappij.
Wat zijn onze vrouwen in den regel?
Wat vooral de vrouwen onzer arbeiders,
onzer werklieden
Wilden we afdalen tot hare omgeving
het antwoord zou hoogst treurig luiden
met veel meer dan slavinnen en bevredigslers
van zinnelijk genot, zelfs van dierlijken
hartstocht.
Ziet het oog gaarne wat schoon is, ziet
het dat vooral gaarne in de vrouw o zoo
de vrouw beter opgevoed waser zouden
zoovele Ieelijke vrouwen niet zijn; de ou
derdom zou ze niet zoo slopen al hij nu
doet. Doch we hebben toch eene grieve
tegen onzen modernen tijd. Men eischt het
werk als met stoom verricht en men begint
waar men niet beginnen moestbij de
hoogere of liever meer ontwikkelde en mid
delklassen men moest bij de laagste
klasse beginnen; het ras der klappeien,
konkelaarsterskoffielolstershet ras der
houdraagsters en waterputsters moet weg
evenals dat der koppelaressen en heelsters,
want tot al dit kwaad komt de vrouw nog
lichter dan de man.
De school moet beginnen. Men moet
onderricht voor meisjes hebben. De meis
jes onzer werklieden moeten te vroeg slaven
en te vroeg uit bet ouderlijk huis in het
huis del' dienstbaarheid.
Wat zou het batenzoo al de meer
ontwikkelde en de middelklassen der vrouw
boven de zonden van beide geslachten ver
heven werden zoo daartegen over haar
nog eene klasse overbleef, waaruit het
mannelijk geslacht naar goedvinden putten
kon.
Wat baat hetdat daar bloemen in de
serres of besloten harem bloeien, waar de
bloemen uit het volk vertreden worden
Wat baat bethet vatbare meisje de
meest religieusede meest gemoedelijke of
de meest moderne opvoeding te geven als
ze later, zinnelijk, meer gevoelig dan den
kend wezen als ze is, in den maalstroom
der wereld met alle bare verzoekingen en
aaniokselen tot kwaad geworpen worden
De nederige bioem zal door de zon ver-
schrooid, door den oostenwind verstrooid
worden 1
Schoolpiichtigbeidbij de wet geregeld
is het eenige middel om ook in dezen tot
een goed einde te komen maar dan ook
scholen waarin ze leeren niet alleen lezen
schrijven en rekenenmaar ook stoppen,
naaien, breien tn zooveel natuurkunde,
dat ze voordeeliggezond en aangenaam
leeren wasschen koken enz.
Huwen ze dan later, dan worden ze
werkelijk hulpen tegenover den man dan
verdienen ze met naald en draad veel meer
dan mot houtrapen dan bewaren ze door
goed koken en zindelijk zijn hunne kinderen
voor klierziekte en ze vormen die kinderen
tot toekomstige menschen.
Dan zou er geen sprake meer zijn van
havelooze kinderen. Ik ken een man en
vrouw, wier stelregel het is, dat niemand
gescheurde kleederen behoeft te dragen en
ze hebben recht als ze de luiaards uit
zonderen.
Men ziet het, wanneer men xond en om
zich ziet, dat de slonseu in de eerste plaats
moeten geweerd worden doch we stellen
vooraf deze vraagVerliest de vrouwen-
verheffen niet al te veel de inval maakt hen
den mannen uit het oog
Lang hebben de Oostenrijksche dagbladen onder
elkander getwistof aan graaf von Beust of aan
graaf Andrassy de dank toekomt, dat Oostenrijk-
Hongarije in den Dnilsch-Franschen oorlog geheel
onzijdig gebleven is. Thans hakt de Deutsche Zeit.
den Gordiaanschen knoop door en zegt, die dank
behoort aan geen van beiden. Aan dezen ontbrak
de Duitsche gezindheidaan genen de grootheid
van ziel tot zulk eene daad. De oorzaak dier neu
traliteit voegt het blad er bij, waardoor onbereken
bare ongelukken ziju voorkomen en een algemeene
oorlog in Europa is belet, lag hoofdzakelijk in
den toestand van Oostenrijk-Hougarije zelf, dat in
Juli 1870 inwendig zeer verdeeld en volstrekt niet
tot bet voeren van een oorlog tegen het buitenland
was toegerust.
Op bet Mansion-Ilouse te Londen had Woensdag
eene belangrijke meeting plaats. Bij afwezigheid
van den lord-mayor, nam sheriff Bennet het
voorzitterschap waar. Er werden eenige besluiten
genomen ter gunste van de invoering van het
decimale stelsel wat gewicht eu maat betreft, in
hel belang van het fabriekwezen en de nijverheid.
Voorts werd met eenparige stemmen bepaald, dat
het tiendeelig stelsel ook moet onderwezen worden
op de scholen en dat een muntstelseleveneens
daarnaar ingericht, het voornoemde decimale stelsel
moet vergezellen, zoodat de invoering daarvan bij
de Regeering ten sterkste moet worden aanbevolen.
De officieele Prov. Corresp. bevestigt heden
mede, dat de miuister van eeredienst von Mühlcr
zich genoopt gezien heeft, keizer Willem om ont
slag uit zijne tegenwoordige betrekking te vragen;
een later bericht vermeldt, dat de keizer dat ont
slag heeft verleend.
Eenige van do voornaamste Pruisische staats-