1872. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCfl-VLAAI DEREN. N°. 2. Dertiende Jaargang. A0 1872. Vrijdag 5 Januari Politiek Overzicht. Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag. Prijs per drie maanden voor het voormalig 4de district van Zeeland ƒ1,15; voor de overige plaatsen des Rijks, franco' per post l,3h. Prijs der Advertentiënvan 1-5 regels ƒ0,75 elke regel daarboven 0,1-2'/2.—Groote letters naar het gotal gewone regels die zij beslaan. Afzonderlijke Nummers ƒ0,05. Ingezouden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Adverlentiëu en gewone Berichten of Mededeelïngen van Correspondenten, te bezorgen bij den Uitgever dezer, alles FRANCO. Het wonderjaarHebt gij nooit met Yerrukking 's lands historieblad opgeslagen om u de tooneelen voor den geest te loo- verendie u vannieuws bezielden, die uwe vaderlandsliefde versterktenen den band die u aan 't vorstenhuis van Oranje-Nassau Verbindt, nog vaster toehaalde? Zoo neen, dan zijt ge wel te beklagen, lezer! want dan meenen wij gerechtigd te zijn tot de oude stelling, dat ge verzonken zrjt in de beslommering van het leven des stofs, maar al te vaak het kenmerk onzer negentiende eeuw. En ziet, twee eeuwfeesten zullen doen gedenken aan de dagen van weleer, die we niet prijzen om hun bloed en hun tranen om hun kampen en rampenmaar omdat ze de getuigen waren van de geboorte eens nieuwen staatseens nieuwen volks onder de volkeren der aardeen omdat ze getui gen waren van eene bevestigingeene versterking der levenskracht van een klein volkdoor eendracht groot geworden. Ze was een hartverheffend schouwspel «lie prinselijke republiek der Zeven Ver enigde Provinciëndier vereenigde Neder landen. 't Was een heerlijk schouwspel, -die richting van het hooge Godsbestuur en bet is goed, dat de nakomelingschap reke ning houdt van de daden van het voorgeslacht en de geschiedenis er van zijnen kinderen overlevert. Wij zijn mensch wij hopen ook Christen te zijnen daarom jammeren ze onsdie veeten der 16e, die bloedjaren der 17e eeuw maar we bejammeren ze slechts zooals we de verwoestingen, door het blik semvuur aangericht, betreuren; terwijl we ons verheugden in de gevolgen: de verpeste lucht, door storm en onweder gezuiverd! .0, wij zullen met hart en zielals we nog in het land der levenden verkeeren feestvieren in 1872 gedenkende aan 15' en 1672' Indien het gerucht waarheid sprak, dat ons daar meldde, dat de puinhoopen van den Dillen burg zullen worden opgeruimd en op de grondvesten van het stamslot der Nassau's een gedenkteeken zal worden opgericht „den Nassauwschen broeders", dan zullen we ons dubbel verheugen en er zal meer zijn, wij zullen onze sympathieën voor onze Germaansche broeders voelen versterken. Of rijzen ze ons niet voor den geest die Nassauwsche broeders Zien we niet de heldenfignur des grooten Zwijgers Zien we niet de wijsheid van graaf Jan? Zien we niet den fleren Adolf zich opofferen te Heiligerlee en den ridderlijken Lodswuk naast den koenen Hendrik het offer ver nieuwen op de heidevelden van Mook Zien we niet eindelijk dien zelfden Zwijger, met een bede lot God ook voor zijn volk op de lippen, dat offer vervier vouden Waarlijkonze schooljeugd behoeft zich niet te spiegelen aan de levens der doorluchle Grieken en Romeinende tot dwepers toe opgewondenebegeesterde vaderlandsche dichter deed niets meer dan der waarheid hulde brengen toen hij uitriep „Van bier, onheiligendie slechts bij de oudheid zweert!" Ons hart is vol wij zouden bijna vreezen onze geestdrift uit te storten doch wat zou ons weerhouden? Misschien die schaterlach van een deel des volks, dat eenmaal als houthakkers en watterputters onder ons kwam en door allerlei middeleq zich onder ons eene plaats en eene erve wist té veroveren Of de spottende glimlach eener verwijfde nakomelingschap, die, in het stof wroetende, alleen van goud en eere droomt, en zich de daden der helden van twee eeuwen niet begrijpen kan Misschien de afkeuring van een deel der christenen wier vormen en plechtigheden de onzen niet zijn en partijdig genoegons alleen wijst op de offers door hen gebracht. 01 dat alles deert ons niet. Met ver rukking begroeten wij 1872 als een jubel jaar voor de losgekochten. Onze vaderlandsliefde wordt versterkt door herinnering, onze trouw aan het vor- slerihuis wordt vaster door verplichting wij hebben schoone berinneringen; wij hebben dure verplichtingen. Waarlijk, de geschiedenis is het wereld gericht. De geschiedenis zal eenmaal de menschheid oordeelen. Zij leert zij alleen ons het nauwe verband tusschen oor zaak en gevolg inzien. Reeds in 1572 werden de kiemen gelegd voor eené volksopvoeding, die het Nederland van 1572 zou maken tot dat van 1672, en 1672 bevatte de kiemen in zich voor 1872. Wijst ons dan nimmer op de martelaars Van Gorkum om u te weerhouden feest te vieren met den Briel 1 de eerslelinge der vrijheid. Ook uit hun bloed naast dat van zooveel duizend andersdenkenden is de vrij heid ontkiemd die wij thans genieten. Dat moesten Protestant en Katholiek in onze dagen beiden erkennen. Stel ouso staatsmanhet lot van de de Witten niet voor den geestbetreur het vrijdat ze geboet hebben minder nog voor eigen dwalingen dan voor die van anderenmaar zoudt ge dan niet jubelen met Groningen en het nederige Aardenburg. O waar ook onwil of weerzin gevonden worde, wij, Zeeuwen, wij zullen ons boven alles verheffen, 't Was ons in 1572 en 1672 ook niet alles meer. We werden maar al te vaakmiskend en zelfs achteruitgezeten toch staat daar tot heden op den dag het kleine Viissingen in belangwekkende grootheid voor ons en ge tuigt ons van moedbeleid en trouw der vaderen. Ons oog aanschouwt bet diepvernederde Veereen toch verheft zich ons hart bij het noemen van dien naam. In 1672 was het bestuur radelooshet volk redeloos en scheen het land reddeloos. Veere, de kleinste der Zeeuwsche stedenstond op en gaf het voorbeeld, en Willem III greep vor sten- en veldheersstaf en de onzalige staatkunde van Lodewijk alleen geëve naard door de gevloekte Bonaparte's was verlamd Het nederig Aardenburg bewees hetzelfde op stoffelijk gebied. Onog eensWanneer wij Zeeuwen de namen noemen van ViissingenVeere en Aardenburg, en wij vragen ons zeiven af: zijn wij de kinderen van zulke vaderen dan hebben wij sloffe om 1872 te begroeten als een jubeljaar. En dan, dan zien we in de reuzenwerken op Walcheren, in de opheffing van ons een maal zoo vernederd Zëeuwsch-Vlaanderen in den vooruitgang ook hier op menigerlei gebied, dat uit den chaos der wonderjaren het licht met helderen glans te voorschijn traden waar licht isdaar is leven en waar leven is, is zei/bewustzijn, en waar zelfbewustzijn is, ls"*elfwaardeeringen hij die zichzelveo op de rechte wijze waardeert, is de beste, de waardigste zoon der vrijheid! Gevoelt dit, O laridgenooten in 1872! Ziedaar onzen Nieuwjaarswensch De Fransche nationale vergadering heeft Dins dag zitting gehouden en daarin de algemeena discussie over de inkomstenbelasting voortgezet. Blijkens een telegram uil Versailles beeft de heer Thiers het woord gevoerd en met kracht, zooals te verwachten was, bet ontwerp bestreden, onder aantoouing der ernstige bezwaren die er uit eea fiuaucieel, politiek eu maatschappelijk oogpunt aan zijn verbondenZ. i. zou de belasting op de inkomsten een onduldbaren willekeur inhei leven roepen verstoringeu teweegbrengen en de ver deeldheden doen toenemendie tegenwoordig bestaan. De heer Thiers eindigde met het doen van een beroep op de vergadering om het gou vernement te steunen, nog betoogende dat do kamer, die een loyale proef neemt met de repu bliek zich geen medeplichtige van den willekeur mag makeu. Aan den Gonstitutionnel wordt uit Versailles gescbreveu dat, ten gevolge der depêche van den heer vón Bismarck omtrent het nemen van gijze laars door de Duilsche autoriteiten in de nog be zette departementen, zoo de bedrijvers van aauslagen op de Duilsche troepen aldaar niet worden uit geleverd, eeu toenadering tusschen het linker- êu rechtercentrum in de kamer op handen is, ten eiude te zorgen dat tegenover de eiscben van den overwinnaar alle tergende quaestiëu worden ver- medeu om zich ee^nig en alleen bezig te houden met de bevrijding van het Fransche grondgebied. Dit die verstandhouding zou een dicht aaneenge-

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1872 | | pagina 1