NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEUWSCH-VLAANDEREN No. 21. Twaalfde Jaargang. A0. 1871. Vrijdag 7 April. Wegens het in vallend Paaschfeest zal liet Dinsdagsnominer niet verschijnen. Landverhuizing •'-Arbeiders- Internationale. Sill Dit Weekblad verschijnt iederen Dinsdag en Vrijdag. Prijs per ditie maanden voor het voormalig 4de district van Zeeland 1,15; voor de overige plaatseu des Rijks, franco per post 1 1.30. Prijs der z\dverteuliëu van 1-5 regels 0.75 elke regel daarboven ƒ0,i^Va. Creole letters naar het getal gewone regels die zij beslaan. Afzonderlijke Nummers 0,05. Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Adverteutiëo eu gewone Berichten of Mededeeliugeu van Correspondenten, le bezorgen bij den Uitgever dezer, alles FRANCO, behalve de belc^^|"1j!^^^ondentiën. Over de gelijkheid der menschen is veel geschreven en gesproken. Het denkbeeld heelt tot velerlei wanbegrip aanleiding gege ven. Alle inenschen lijn broedersliudus alle menschen zijn gelijk! Schijnbanr.-sluit dit al hew wel; doch 'eigenlijk sluit het niet, daar het door de ondervinding der tijden klaarblijkelijk bewezen is, dat er tusschen broeders en broeders soms de grootste ongelijkheid bestaat. Het denkbe'eld van gelijkheid is. evenals alle menschelijke denkbeelden, betrekkelijk, dat wil zeggen: alles hangt er van af, wat men door ge- 1 jkheid verstaat. In algemeenen zin zijn alle inenschen gelijk. De menschen ontstaan allen op dezelfde wijze. Allen hebben eenerlci stoffelijk leien, ondergaan stofverwisseling, door loedsel, drank en levenswijze gewijzigd, doch toch veranderen zij, om ten laatste, door welke middelenop welke wijze dan ook, te sterven, dat is: dat de vorst zoowel als de bedelaar eenmaal lot het stof wederkeert: de vorst wiens lijk gebalsemd en in eene looden kist bijgezet wordt, is de prooi der afzichtelijkste verandering door verrotting, evenals de soldaat, wiens lijk op bet slagveld zoo maar zonder eenige bedek king of omkleeding in de aane gedoiven wordt. Het vorstenlijk moge wat langer duren, de verlering maakt er zich ten laatste meester van, en in dit opzicht en in hnnderderlei vormen van het stoffelijk leven zijn alle menschen volmaakt gelijk. De ongelijkheid is dus, streng genomen, een geestelijk verschijnsel. Alle geesten zijn niet gelijk Toch is dit laatste een valsche toestand want alle geesten hebben dezelfde bestem ming: die der ontwikkeling; doch aangezien de geest een vrij denkend en vrijwerkend wezen is, bereikt de eene geest in de eeuwigheid de hem voorgeschreven bestem ming, terwij! andere geest die bestemming in alle eeuwigheid niet bereik). 's Menschen bestemming is gelukzalig heid Ik hen een kind tol geluk geschapen. zooalsj, ree !s Van Alphes ons liet zingen, is heilige waai beid, en alleen bekrompen kortzichtigheid maakt deze waarheid lot onzin. Alleen zichzelven onbewust ongeloof aan de bestemming van den mensch of moedwillige verdorvenheid, uit hoogmoed geboren, doet den mensch deze waarheid verwerpen. De zwakke, kortzichtige, bekrompene mensch, die deze waarheidjverwierpt, zondigt tegen de gezonde rede, ja zelfs legen wat de Christen als openbaring eerbiedigt door onkunde, omdat hij bet doe! oiet de uitkomst, met het gevolg verwart. Hij ziet duizenden aan duizenden hunne bestemming niet bereiken en trekt daaruit nu de gevolgtrekkingdat de mensch die heslemming ook niet bereiken kan l Dit is de dood des levensUil is een geestdoodend ggloof. .Niemand erkent meer dan wij het gelo brek mueï^Ëênscnniemand is inniger overtuigd aan wij (l^ze"overluigï'ig is ons een zeker weien geworden!) dat alle menschen afstammen vauj een paar ideaal- menschen, die echter van hunne oorspron kelijke volmaaktheid vervallen zijn. We zouden hierover veel kunnen philo- soplieeren, zoo als men 't noemt; men zou ons kunnen tegenwerpen, dat de ideaaimen- schen niet volmaakt-waren, om lat, waren ze volmaakt, ze niet van die volmaaktheid zouden vervallen zijn; doch het zou reile- neeien worden in een cirkel en lot niets leiden. Wij houden vol: alle menschen zijn gelijk en het ongelijke is eene misvor ming door het individudeu mensch, zeiven veroorzaakt. De ongelijkheid der menschen is kunst matig. De ongelijkhcid)der menschen is te scherp geteekend, de scheidingslijn is te bepaald aangegeven. Er zijn er,'die laag neerzien op hen, die ze achten beneden zich te slaan, en er zijn er, die meenen hunne meerderen nooit naar de oogen te moeien zien. Beide uitingen zijn misgeboorten, zijn gevolgen van onze stoffelijke omgeving. Wat een inleiding voor ons onderwerp En toch is ze (en we hopen, dal we niet al te geleerd gesproken hebbentoch is ze noodig cm het volgende recht te verstaan. Waren toch alle menschen beter bekend me! hetgeen ieder voor zich in 'is maat schappij waard is, de onderscheidende lijnen zouden niet zoo scherp afgeteckend zijn; de ongelijkheid zou 'niet zoo stetk gevoeld, de geestelijke gelijkheid zou beter begrepen worden. Wat geeft lien heer hel ic t om van zijne bezittingen een lui. vadsig af wellustig leven te leiden Niets volstrekt niets. Wat hem macht geeft daartoe, is eene ua.iere vraag, en wij zeggen: niets anders dan het stoffelijk overwicht, het recht van den sterkste: onze Europeesche maatschap pelijke toestand is zóó gekunsteldzoo van het ideaie afgeweken dat daaruit het ver schijnsel ;geboreu wordt, dat Van Harens vraag „Heeft de aarde dan geen voedse! voor ons allen ontkennend moet beantwoord worden. Neen, de aarde, zooals ze nu bewoond is, geeft geen levensonderhoud voor allen, omdat eene menigte menschen vastgeklonken zijn aan eene bepaalde plek grnnds, die niet allen onderhouden kan. De Staten lijden aan overbevolking, en overbevolking schept de afzichtelijke armoedede gruwelijke slavernij (vaak van lichaam en geest beide) naast den weelderigen rijkdom. Daarbij komt vooral de wanverhouding "van het bezit, vooral van den grondeigendom, 'l zij in directen eigendomT zij in indirec- teii eigendom (huur, erfpacht); daarbij komt de waarde van het geld, het stómme metaal, dat macht vertegenwoordigt niet alleen, maar werkelijk macht geworden is: munt en muntverbeeldend papier met grondbezit ver- eenigdzijn de oorzaken der meest onna tuurlijke ongelijkheid der menschen. West-Zeeuwsch-Vlaanderenhet zooge naamde land van Kadzand, i3 groot genoeg om ineer inwoners te voeden dan het op den dag van lieden op zijnen bodein draagt; sluit het af; verbiedt allen in- en uitvoer, en er zal genoeg zijn om in de eerste eu meest nuodzakelijke behoefte» zijner bewoners te voorzien; doch terwijl deze honderden bunders bezit, bezit gene geen steen, waarop hij het moede hoald kan neerleggen. Men versta ons wèl. Dit is geen grieve, die men algemeen moet opvatten; verre van daar; men moet wèl onderscheiden. Wij houden er arm, dat er zijn, die veel mogen hebben, en die weinig moeten hebben; maar dit is onze grieve: waar velen te veel hebben, hebben anderen of te weinig, of in 't geheel niets. Wij willen nu niet dat, b. v. de Regee ring eer.e wet van ven leeling uitv aardige. Verre van daarDe Commune van Parijs, in ons oog niet de uiting der. stof, van het dierlijke in ons, maar eene uiting van het verdorvene en beestachtigede Commune van Parijs is ons ideaal nietevenmin als de Internationale, die nog onlangs de stuivers van 002e dwaze werklui verzwolg; maar wil de Itegeering velen der bewoners van ons land voor ons land behouden stelt ze Ijs op deze productieve krachtenmet één woord, komt haar de land*' rhuizing naar den vreemde ongewenscht voor, dan moet ze en dat wel spoedig krachtig handelend optrad n, ecie landbouw wet in 'lieven roepen. .Doch o: - oor! zl.

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1871 | | pagina 1