NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
fiiliil.
N° 51.
Achtste jaargang.
Ae. 1867.
Wegens het in-
«sMseAEa» vallend Kerstfeest
zal het eerstvolgend nommer
een dag later verschijnen.
VARKENS- ES VEEMARKT TE OOSTBtÜtG.
S L LI S ËS WÏEKBLi l(
Dit Weekblad verschijnt iederen Vrijdag.Prijs per drie Prijs der Advertentiën van i-5 regels f 0,75 elke regel
maanden voor het voormalig 4de district van Zeeland f 1,15; 17 "l r|on£mit> daarboven 0,12%, behalve het zegel van f 0.35 voor iedere
voor de verige plaatsen des Rgksv franco per post f 1,30. V ill (Iel ii m\J JJ0CGII1D. plaatsing. Groote letters naar het getal gewone regels,
Afzonderlijke Nummers f 0,10. die zij beslaan.
Ingezonden Stukken en Brievende Redactie betreffendebenevens Advertentiën en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondenten
te bezorgen bg den Uitgever dezes, alles FRANCO, behalve de bekende Correspoudentiën.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
v*n OOSTBURGmaken bekend, dat de
markt van Granen, alsmede die van Varkens
en Biggen in plaats van op Woensdag den
25 December, alhier gehouden zal worden
op Dingsdag den 24 December 1867en
de Graanmarkt, in plaats van den lsten, op
Donderdag den 2 January 1868.
Oostburg den 13 December, 1867.
De Burgemeester
F. L. BENTEIJN.
De Secretaris,
L. THERI, Mz.
Is er eenig onderwerp, dat nog weinig
overeenkomstig met den geest des tijds voor
uitgegaan isdan voorzeker is het de
weezenverpleging. Dit is niet alleen het
geval bij onsmaar ook eldersWanneer
men de echte yenre-romans van Ch. Dickens,
dat herlevend geniegelezen heeftzal
men dit toestemmen, 't Is waariedere
plaats heeft hare eigenaardighedenzeden
en gewoontendie op dit onderwerp van
invloed zijn doch omtrent dit onderwerp
geldt ook den regel dat men van het
algemeene tot het bijzondere besluiten mag.
Met dezen regel voor oogen geven wij
gaarne eene plaats aan een opstel van een
geacht en gewaardeerd correspondent, dat
we aller aandacht aaobevelen Re».
Bijna zijn er drie maanden verloopen
sedert ik in de Goescche courant, eenige
beschouwingen heb geleverd over het be
langwekkendste gedeelte der armenverpie-
ging-
Deze artikelen werden later vereenigd
tot eene brochuretot welker uitgave ik
mijop uitnoodiging van velen mijner be
langstellende weezenvriendente gereeder
heb laten vinden, om ook daardoor hen tot
mijn ontwerp in betrekking te stellen en
ter bereiking van het groote doel tot medewer
king aan te sporen, die bovengenoemde courant
niet lezen. Het heeft mij in die tusschen-
ruimte niet ontbrokenom verschillende
zienswijzen over mijne denkbeelden te hoo-
ren voordragenen konden die wel niet
altijd den toets der echtheid doorstaan
toch heb ik die hoog gewaardeerd. Immers,
zij verstrekten mij tot waarborg dat de
aandacht op een te lang vergeten onder
werp is gevestigden dat daardoor eene
slapende menigte voor mijne zaak uit haren
roes is opgewekt geworden.
Het publiek ook heeftvan eene andere
zijde, zich dien tijd dienstbaar kunnen ma
ken mijne beschouwingen in de schaal der
gerechtigheid te werpen het meer nood
zakelijke er van te beamenen waar dit
overwichtig genoeg wasgevolg aan mijn
betoog te geven. Aan het eenzoowel
als aan het ander is reeds voldaanen tot
mijne voldoening heb ik mogen ontwaren
dat mijne denkbeelden, ofschoon niet nieuw
zijudeveler harten hebben mogen verove
ren dat het meerendeel mijn geschrijf met
een gevoel van warme belangstelling heeft
begroet, waarvan men mij, uit alle standen
der maatschappij, de ondubbelzinnigste be
wijzen heeft geschonken;
Ik zcu het eene groote lafheid noemen
om mijn geschrijf, als zoodanig, lof toe te
-zwaaien. - 'Te zeer ben ik overtuigd dat
het zoo min op geleerden omvang, ais op
sierlijken stijl mag aanspraak maken. Zuivere
waarheid te schetsen, het welzijn van mijnen
naaste te bevorderenhelpen door han
delen ziedaar de hoofdgedachtenwelke
mij steeds geleid hebben, welke mijn richt
snoer zijnen welke ik als de sterkste
wapenen beschouwd heb tegen alle pralerij.
Gaarne onderschrijf ik een gedeelte uit
zeker bekend rijtnpjeEn schrijven is
mijn ambacht niet."
Men heeft mij verstaan. Men heeft de
greep in het werkelijkein het volksleven
ten platten lande gevat, als geen opgesmukt
verhaal willen aanmerken maar als waar
heid, op feiten steunende, willen erkennen,
en dat is mij genoeg.
Is men ook zoo gereed mij toe te stem
men dat eene centralisatie der weezen in
een huis bij Goesde gebreken in de
weezenverzorging in Zuid- en Noord-Beve
land zouden wegnemen?
Vier hoofddenkbeelden zijn mij daarover
medegedeeldwelke ik niet onbelangrijk
achten waarover ik mijne zienswijze wil j
mededeelen onder voorbehoud echterdat
ze als geen geijkt model van beschouwing
moet aangemerkt wordenmaar mogelijk
als leiddraad zal kunnen verstrekken ter
verwezenlijking van het groote plan.
Ik heb er ontmoet, die als hun gevoelen
te kennen gaven, dat het beter ware, indien
4 of meer gemeenten zich konden verstaan
een weeshuis op te richten, dan een groot
gebouw te doen verrijzen tot algemeene
centralisatie.
Anderen meendendat de armbesturen
hunne macht uit de handen gaven, en zich
afhankelijk stelden van een groot weeshuis.
Weder anderendie gaarne aan een
weeshuis eene bepaald godsdienstige richting
zogcu toegekendof liever, die gaarne een
kerkgenoolschappelijk huis zagen opgetrokken.
En eindelijk waren er, die hunne vrees
te kennen gaven datals de jongens in
nuttige ambachten worden opgeleidzij aan
hunne oorspronkelijke bestemming zouden
onttrokken worden, en dat de veldarbeid
daaronder zoude te lijden hebben.
Met het doel om kleingeestigheid of
vooroordeel te bestrijdenwil ik trachten
deze argumenten te wederleggen.
Wanneer er gevolg mogt kunnen gege
ven worden aan de wenschen der voorstel
lers van het eerste puntdan zouden voor
Z. en N. Bevetand minstens 6 of 7 wees
huizen moeten worden gesticht; terwijl in
ieder een vader en moeder zoude moeten
treden. Ik wil mij voor dit oogenblik op
geen gebied van becijfering bewegenvan
kosten der stichting, ameublement enz. dezer
gebouwen zoo min als om de noodzake
lijke traktementen te bepaien van het dienst
doend personeelmaar wel wil ik als mijne
bescheiden meening uitspreken dat door
zoodanige krachtverspilling veel schade aan
de hoofdzaak zoude toegebracht worden.
Behalve het onhoudbare dat 4 of 5 ge
meenten de groote kosten zouden kunnen
dragenzou door zoodanige handeling die
verbeterde lotshervorming voor onze weesjes
en de gevolgen van die niet verkregen
worden, welke ik van zoo groot gewicht
acht voor hen als menschals ook van
uiterst belang voor de maatschappij, waaraan
ik ze zoo gaarne als hervormde heidenen
zoude willen terugschenken. Wil men even
wel liever dit opgevatte denkbeeld verwe
zenlijken ik zal er natuurlijk in berusten
en mij tevens verblijden dat er dan reeds
een begin gemaakt wordt om het lot der
weezen te verbeteren welke gezegende
hervorming des te meer volmaking zal on
dervinden, naar mate de gebreken in dezelve
mogen opgespoord worden. Laat het bij
geene woorden, voorstellers! maar geeft
gevolg aan uw voornemenen laat de
steenen ter opbouwing maar spoedig aan
voeren.
De wederlegging van het tweede punt
zou ik, om het beleedigende voor de mensch-
heid met een verachtend stilzwijgen kunnen
behandelen, ware het niet, dat ik door
drongen was van het hoogc nut, om daar
over mijne opinie mede te deeien.
Gij spreekt van macht uit uwe handen
gevenMoet er over arme ouderlooze
kindertjes macht worden uitgeoefend?
Vindt gij datwat gij macht noemt, zoo
vleiend voor uw hart, als gij die onge
lukkige wezens telken jare op de bank
der verkooping brengt? Is die macht,
welke gij u daar geschonken waantzoo
streeiend voor uwe eerzuchtdat gij liever
die onschuldige armen tot lastdieren ziet
wegvoeren, door uwe besteding, dan uwe
macht ten offer brengen aan een buis der