NIEUWS- Ei ADVERTENTIEBLAD VAI WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN. N° 32. Achtste jaargang. A0. 186?. Dit Weekblad verschijnt iederen Vrijdag.— Prijs per drie Prijs der Advertentien van 1-5 regels ƒ0,75 elke regel maanden voor het voormalig 4de district van Zeeland ƒ1,15; VpIiMotv O An^nolno daarboven 0,12%behalve bet zegel van ƒ0,35 voor iedere voor de overige plaatsen des Rijksfranco per post 1,30. tlI ücliT AUITUSIUS. plaatsing. Groote letters naar liet getal gewone regels. Afzouderlijke Nummers 0,10. u die zij beslaan. Ingezonden Stukken en Brieven de Redactie betreffendebenevens Advertentiën en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondenten ,3 te bezorgen bij den Uitgever dezes, alles FRANCO, behalve de bekende Correspoudentiën. Met liet oog op ons landdat is op ons Zeouwsch-Vlaanderen, moeten wij eenige oogenlilikken nog bij dit onderwerp verwijlen. Dit Ministerie droeg, in de plaats van de verouderde papieren machine niet meer in overeenstemming met de Grondwet; niet in harmonie met de Militiewet; zelfs, ten gevolge van omstandigheden niet gelijk- werkendeals bevoorrechtende het platte land boven de stedeneene heele provincie Limburg boven alle dit Ministerie droeg een goed ontwerp voor en de Tweede Kamer, die dan toch eigenlijk maar de ware volksvertegenwoordigers bevathielp ferm en flink de wet in 't leven roepen. Dan wat gebeurt De Eerste Kamer die nu en dan teekenen van leven schijnt te willen geven, door nu en dan eene wet, wellicht naar hare zienswijze van minder beteekenis, te verwerpenheeft met haar veto ook dit ontwerp getroffen de Tweede Kamer en het Ministerie zijn tegenover de natie ver antwoord andere werkzaamheden wachten op hen de wet op de schutterij komt in dit seizoen niet moer tot stand. Zoo steller dezes ooit bevoegd is om over eenig onderwerp mede te spreken dan gewisselijk over ditzoo als dan ook reeds in dit blad herhaalde malen geschied is Jaren achtereen moest hij ambtshalve deze wet helpen toepassen en in anderen kring helpen uitvoeren; zijn oordeel blijft hetzelfde: de uitvoering der bestaande wet op de schutterij is niets anders dan knoeien papier vermorsen, het komen tot resultaten waarvoor geene gegevens warenin één woordeen onding. Vraagt men naar bewijzen Raadpleeg den eersten den besten Gemeente-Secretarismaar ook tevens een kompagnies-kommandantten platten lande en go zult de bevestiging erlangen. Stel de Commissaris des Konings werd op de eene of andere wijze verplicht de mobiel verklaarde schutters bijeen te roepen dan zou hij natuurlijk deze oproeping tot de belanghebbenden moeten richten en daartoe de tusschenkomst der Gemeentebesturen moeten inroepen dezen zouden echter de manschappendie de kompagnies-komman- danten op hunne lijsten hebbengesteld dat deze lijsten (met stamboeken weten wij zeker, dat dit het geval niet is) overal vol ledig en aanwezig zijn; gesteld dat ze, nergens verknoeid zijndemaar werkelijk de sterkte der schutterij met al de bijzon derheden uit inschrijvings- enlotings-registers en alphabétische lijsten blijkende, bevatten (iets, dat wij van enkele Gemeenten wegens onbekwaamheid der bewerkers weten dat het geval niet is)dan zullen de kompag- nies-kommandanten personen op hunne lijsten hebbendie niet onder de wapenen zullen verschijnen A en B nietomdat ze naar Amerka vertrokken zijnC en D niet en E en F niet, omdat de een in de zeedienst, de ander ais plaatsvervanger bij de Militie, een derde als Maréchaussée dient en een vierde en vijfde reeds dood en begraven zijn en dus feitelijk uit de schutlersrollen verdwenen, terwijl hun naam daarop bij de Gemeentebesturen nog maanden of weken bij de kompagnies-kommandanten soms jaren is ingeschreven. Buitendien mag men vrij de vraag stellen: Wat doen wij met al dat vermorsd en verknoeid papier? Wat nut ons die doode of ten minste de rust des grafs rustende schutterij Ze dienen nog niet eens om schadelijk gediertedolle honden te weren daarvoor zouden we nog beter een hand- of voet boogschutter kunnen bezigen, dan zulk een papieren man. En wat volgt er nog niet uit den toestand In de eerste plaatsdat de Minister de Militiewet die uitbreiding zal moeten geven, die maar met mogelijkheid te vinden is en wellicht eene wetsvoordracht om nog eenige vrijstellingen af te schaffen en het rempla- ceeren te bemoeilijken maar boven alles de bevordering van de weerloosheid der natieniettegenstaande de geldelijke offers eener dure en zwakke staande armee duizenden uitgegeven om Dragonders in Huzaren te herscheppen, schouderbedekkingen van koper in stof te hervormen bontwerk in 't grootkortom bevordering van het soldaatjesspel ten koste der waarachtige volksweerbaarheid. Is ons volk weerbaar? Hoe meent ge dat, Mijnbeer de Vrager? Op 'toogenblik? Ja wel, zeggen we dan, als eene kudde schapen weerbaar mag genoemd worden omdat de herder aan het hoofd met zijne schop is gewapend en twee honden en een gehoornden ram heeft. Jawel als zulk eene kudde weerbaar is dan is ook ons volk weerbaar Bedoelt ge echter, of ons volk zich zou kunnen werendan beant woorden wij die vraag met een luidJa en onze getuige is, zoo als meermalen, een bevoogd beoordeelaarde generaal Knoop wiens voor eenige jaren verschonen werkje „Nederland in 1G72 en 73" wij niet genoeg ter lezing kunnen aanbevelen Zie eens onze volksfeesten Buitors gewapend met lansen om den ring te steken Schuttersgewapend met de middel- eeuwsche bogen en pijlen om een vogel van een hoogen staak te schieten. Tamboers en vaandeldragers voor eene afdecling mannen uitgaandedie hunne krachten zullen wijden aan den gaai- of krul-bol Nogmaals trommen en vaandels om eene sociëteit muzikanten of zangers wat te verlevendigen. Nu wane men niet, dat wij die volks spelen afkeurengeenszinswij wraken zo niet; wij misprijzen het nietdat een grijs aard met een jeugdig hart nog den taaien boog weet te spannen cn den koningsvogel treft maar dat wekt onzen weemoed onzen wrevelwant het herinnert ons aan de dagen van oudstoen de poorters van Rodenburg en Oostburg van Hulst en Axel met Willem van Saftingen en de edelen van Steeland en zoovele mannen van name en eeretoon die fiere gilden onder hunne dekens en overdekens het heupzwaard aan gordden de kolven verhievende banier ontrolden en naar het slagveld snelden om Frankrijks overmoed te tuchtigen en het verbasterde en verfranschte gravenhof te leerendat het schild en vrindgeen ijdele kreet was maar een veldgeschrei dat den jubel des vijands deed verstommen. Ziedaar trekken zo uitonze boog schutters cn busschietersde trompet en de trom roepen ten strijd de banieren ontplooien zich, het geroep des bevelhebbers weerklinkt, weldra zal het vallende avonduur de wereld verkondigenwie een houten vogeltje geschoten heeft Hoe een geweer in elkander zitweten er geen zes van de bendeTiet afschieten is een heldenfeit van weinigen; geen wonder! de minsten hebben de werkelijke wapenen gedragende meestcn kennen alleen hun speelgoed Nog eens 1 Wij wraken uwe volksuit spanningen nietmaar zoudt gepractisch als ge zijt, dien handboog en voetboog niet voor het geweerdie pijlen niet voor kruit en looddie pijlkokers niet voor sabel en patroontasch kunnen verwisselen? Niet? Tochals uw zoon of uw kleinzoon eens in Amerika zal aangekomen zijn, het voorland toch van de nakomelingen van ons rustend cn wachtend en met de handen in den schoot zittend geslacht, dan zal hij de buks en den revolver moeten kunnen hanteeren en op een haar moeten kunnen mikken of hij zal gevaar loopen vrijheid en leven te verliezen en zal hij dan hier voor den vaderlandschen grond niet vrijwillig doen wat hij ginds wellicht, of onder den Franschen of Pruisischen adelaar zeker zou moeten doen Maar 't is zoo gevaarlijkDie met een geweer omgaat, gaat met zijn meester om! Oude-wijvenspraatEen goed musket is minder gevaarlijk dan het slecht gedresseerd paard van den ringrijder of een glas koud bier in de verhitte ingewanden van een boogschutter Maar 'tis soldaatjesspel! o, Zoogde mannelijke oefening van de wapenof* cjin spel is dan is het ten minste den man waardig een mannenspefe<ifij£ajv jé

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1867 | | pagina 1