VLAANDEREN i ZEELAND, NIEUWS- EN ADVERTEITIEBLAO VAN WESTELIJK 2EEIISCH - VLAANDEREN. N° 23. Achtste jaargang. A0. 18OT. SIiIIMIISHT.ÏKIIÜII Dit Weekblad verschijnt iederen Vrijdag. Prijs per drie Prijs der Advertentiën van 1-5 regels f 0,75 elke regel maanden voor het voormalig 4de district van Zeeland f 1,15; Vi»iirlna' *7 Tnni daarboven f 0,12y2behalve het zegel van 0,35 voor iedere voor de overige plaatsen des Rijks, franco per post f 1,30. V lllUdii I <JUI11. plaatsing. Groolc letters naar het getal gewone regels, Afzonderlijke Nummers f 0,10. die zij beslaan. Ingezonden Stukken en Brieven de Redactie betreffendebenevens Advertentiën en gewone Berichten of JMcdedeelingcn van Correspondenten te bezorgen bij den Uitgever dezes, alles FRANCO, behalve de bekende Correspoudentiën. Onder dezen titel wordt een artikel behandeld door den Eecloonacr, een weekblad, wiens redakteur wij meermalen de broe derhand mochten drukken; dat als de volks stem van het Meetjesland uitbrengende voorondersteld mag worden en wat meer zegtdat de meest mogelijke sympathie (medegevoel) ten opzichte zijner Zeeuwsch- Ylaamsche stam- en taalverwanten koestert. Volgens ons jongste correspondentiebericht moeten wij heden op dat artikel terug komen en we doen dit na cenige aanmer kingen voorop gezet te hebben om, naden tekst des Eecloonaers te hebben overgenomen d,ien door een paar opmerkingen te doen volgen Wij gelooven dan in de eerste plaats tc moeten onderstellendat wij hier minder met den persoon des Eecloonaersdan wel met zijn correspondent, die een inwoner van ons gewest schijnt te zijnte doen hebben Deze persoonlijkheid mag tot de zaak zelve, zal men zeggen, niets toedoen, doch dit is slechts betrekkelijk waar 1 Hoe licht moeten wij b. v. niet eene beschuldiging cene stelling, eene opmerking terug wijzen omdat wij uit de persoonlijkheid des schrijvers tot zijne onbevoegdheid in het bcoordeelen eener zaak wel moeten beslui ten omdat die persoon over die zaak niet kan oordeelcn Wij zeggen nu in geenen deele dat dit het geval is met den correspondent des Eecloonaersdit zij verreToch is er in het geheele stuk iets zóó persoonlijksdat wij moeten zeggen dat daarin een geheel persoonlijk, een individueel gevoelenwordt uitgesproken. Ook lijdt het opstel aan algemeenheid het werpt door zijn slot (wij gelooven on willekeurig en met het goede doel om ons op te wekken tot navolging der gegeven Ylaamsche voorbeelden!) het werpt door zijn slotzeggen wijeen blaam van lauwheid en slaperigheid op de Zeeuwsch-Ylamingen en stelt dezen dus tegen over de meer levendige Oost- en West-YIamingen't Zij zóóer is veel van aandit wordt zelf onder ons erkenddoch wc mogen met vrijmoedigheid vragenis de Zeeuwsch- Ylaming soms te traagof dan ook zijnen broeder van over graaf Jansdijk soms niet te haastig is Men denke aan wat wij vroeger zeiden: de klei-hewoner verschilt van dah zand-bowoner. Men vergelijke de Vla mingen uit het zoogenaamde noorden (boven West-Kapelle en langs de noordzee) met de overigen en men zal tusschen dezen reeds een aanmerkelijk verschil bespeuren Alleen dit wenschten wij in 't midden te brengen om het volgende opslel juist te waardeeren. De Eecloonacr zegt liet verval van de Zeeuwsch-Ylaamsche en van de Ylaamsch-Zeeuwschc grensstreek dagteekent aanvankelijk sedert 1648. In dit noodlottig jaar werden beide opgeofferd aan de onafhankelijkheid der Yereenigdc Provinciën van Nederland. Ten gevolge van het Munsterverdrag in 1648 gesloten verloor de Zecuwscli- Vlaamsche grensstreek al hare zeesteden. De Nederlanders sloten de Schelde en het Zwinen daardoor werd de zeehandel van Staals-Vlaanderen overgeplaatst naar de havens van Midden-Holland. De Vlaamsch- Zeeuwsche grensstreek verloor tevens al hare koophandelsbelrekkingen langs deze zijde der Schelde. De Vlaamschc klisten bepaaldelijk het distrikt Eecloostond eindelijk op uit den schijnslaap, waarin zij ongeveer hvee eeuwen gelegen had. In 1880 herkreeg Delgië zijne nationaliteit terug: in ons midden ontwaakte de oude nationale geest in de volheid zijner levenskrachten, en stap voor stap herwonnen wij, grensbewoners van het oude Ylaamsche bloed, zoo niet gansch dan toch meerendeels den voorspoed van weleer terug. Middelerwijl bleef de Zeeuwsch-Ylaamsche streek het land van Kadzand, van Axel en Ilulst in een diepen slaap gedompeld. Gewillig kuste men daar den boei waaraan die streek geklonken was geworden en als een onbezield lichaambleef men er aan vastgekluisterd. Niet éóne poging werd aangewend om zich te bewegente verrijzen en op te staan tot den welstand van voorheen. Het vierde en het vijfde distrikt slapen zij slapen maar altijd voorten terwijl zij in den slaap verzonken zijn komt de Staat en haalt tonnen scliats uit hunnen bodem tonnen schats welke het overbrengt naar en rondstrooit door Midden-Holland. Deze beschouwing wordt gemaakt door onzen korrespondent en ziehier hoe hij die beschouwing uiteenzet UIT DU POLDERSTREEK. Deerniswekkend is de aanblik van den veronachtzaamden toestand waaraan Hollands regeering de polders van don linker Schcldeoover overlaat. Bij dien aanblik zou men haast zeggendut Holland om niets anders aan het bezit van Zeeuwsch- Ylaanderen houdt dan om van do beide oevers der Schelde moester te zijn, en dat dit gedeelte van Hollands grondgebied slechts aan dit rijk toebehoort om in diens schatkist de overgroote geldsommen te storten welke er do verkoop van nieuwe schorren jaarlijks opbrengtboven de buitengewone rijksbelastingen, op deze landstreek geheven. Al dit geld slaat don weg naar Holland inmaar voor de nuttigheidswerken in het vierde en het vijfde district uit te voeren voor die zoo dringend aangevraagde werken schiet geen enkele cent over 1 Alzoo is het, dat het Zeeuwsch uitwa teringskanaal naar de Noordzee een kanaal sedert geruimen tijd ontworpen en ten gevolge der verzanding van den Kapi talen Dam onvermijdelijk geworden niet gegraven wordt. In den jongsten tijd was het plan opgevat ten aanlegge eener spoorweglijn van Ter- neuzen naar Breskensdit plan is thans opgegevenen voor het vervullen der pleegvormen ter voltooiing van het op Hollandschen bodem aan te leggen eindje spoorweglijn SelzatcTerncuzen wordt zoo danig gewikt en gewogendat wij haast gelooven zouden of dit ontwerp insgelijks verlaten ware. Betreffende het meer bescheiden ontwerp, bestaande in het verbinden van het vierde met het vijfde district door middel van een' grindwegdeze door de Zeeuwsche gemeenten zoo hartelijk betrachte onder neming heeft men alweer moeten laten steken ten gevolge dor door het Holland- sche Staatsbestuur uitgebrachte weigering dit plan geldelijk te ondersteunen 1 Men weet dat, vooral in Holland, geen ontwerp buiten de tusschenkomst van het hooger bewind gelukken kan. Gelukkiglijk voor Zeeland cn Ylaanderen, dat het district Eecloo de noodzakelijkheid begrijpt zoo voel mogelijk in dien staat van werkeloosheid te voorzien jadat het district Eecloo al de voordeelen weet tc beseffen, die het uit dien toestand genieten kanmet vrijmoediglijk de baan des voor- uitgangs te bewandelen en de aloude banden, welke het aan het landbouwrijke Zeeuwsch- Ylaanderen vasthechten, weder aan teknoopen en al nauwer en nauwer toe te halen. Langzamerhand zal elke stip van het district Eecloo met een steenweg of met eene spoorbaan aan Zeeland verhonden zijn, en 't is alleenlijk op ganscli de Belgische grensstreek dat er gemeenschapswegen tusschen het vierde en het vijfde district van Zeeland bestaan. Voorzeker zou men niet genoegzaam dc ijverige pogingen kunnen aanmoedigen van de verlichte mannen, welke cr naar streven om aan onze poldcrstreek goede gcmecn- schapswegen te schenken om het vervoer der landvluchten te vergemakkelijken om de vruchtbaarheid van den bodem Ie be gunstigen en om, door middel eener betere waterafleidingdeze streek meer cn meer gezond Ie maken. Onder de polderbestuurders treft men werkzame en schrandere mannen aan die zich gansch en met volle kennis van zaken aan die edele laak toewijden men treft er aan die aireede eene lange en sclioone loopbaan hebben afgelegd, zooals de betreurde

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1867 | | pagina 1