N" 21. Achtste jaargang. A0. WAT TE DOEN TEGEN SCHOOLVERZUIM H. Maatregelen van dwang en bedicang. (Die onze stellingen kentweet hoe wij over zoogenaamden dwang denkenwe be schouwen den dwang als noodzakelijk omdat het zwaarste het zwaarste wegen moetwij hebben in den tijd zelf dwang maatregelen toegepast en we bevonden er ons zoo wel bij dat we gerust waren bij de overtuigingdat we den wondheeler gelekendie er schijnbaar onbarmhartig op los snijdt maar zoodoende den lijder licht redt van verettering ontsteking of koud vuur. 't Is beter dat het kind dan dat de moeder schreit" is vooral ook in dezen van toepassing en we roepen het elk toe, die het in zijne macht heeft, om ook door dwang het schoolgaan te bevor deren „daar waar de wet geen verplicht schoolgaan kent verbindt gij daar als voorwaarde van uwe te verleenen hulp uwer ondersteuning, uwer belooning, uwer bedeelinghet bezoeken van school en catechisatiën.) Dit Weekblad verschijnt iederen Vrijdag.Prijs per drie Prijs der Advertentiën van 1-5 regels 0,75 elke re^el maanden voor het voormalig 4de district van Zeeland f 1,15; Vi»Jirlorv 9 IVT^i daarboven 0,12%, behalve het zegel van ƒ0.35 voor iedere voor de overige plaatsen des Rijks, franco per post 1,30. f 1 llUdii JLyIci. plaatsing. Groote letters naar het getal gewone rebels Afzonderlijke Mummers 0,10. die zij beslaan. Ingezonden Stukken en Brieven de Redactie betreffendebenevens Advertentiën en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondenten te bezorgen bij detv Uitgever dezes, alles FRANCO, behalve de bekende Correspondentiën. (Vervolg van ons Hoofdartikel.) Tot de reeks der te nemen dwangmaat regelen behooren eene menigte voorstellen waarover (dus vervolgt onze schrijver) ik met een woord moet spreken. Arme lieden zijn zorgeloos en ook meer gegoeden vaak voor rede onvatbaar. Als men zich wel overtuigd heeft, dat zij niet willen hooren dan moeten zij gevoelen hoe slecht zij doen met hunne kinderen zonder noodzaak te huis te houden of ongeregeld school te zenden. Het Gemeente bestuur behoort den onderwijzers uitdruk kelijk en openlijk te vergunnen of last te gevenom dat krachtig te keer te gaan. Wil het de uitvoering van den maatregel geheel aan den onderwijzer overlaten hetgeen ik minder wenschelijk achtdan kondige deze herhaalde malen en min of meer plechtstatig zijnen leerlingen aan dat hij gemachtigd is, ieder kind, dat meer dan eens in de maand zonder vergunning wegblijft, voor drie, en indien het spoedig daarna weèr gebeurt voor acht dagen de school te ontzeggen. Na het eerste weg blijven zul het zaak zijn de ouders te waar schuwen. Dit zal in den aanvang wellicht aanleiding geven tot langduriger schoolver zuim en te huis houden deze en gene zal vuur en vlam spuwen maar men eindigt met zich te schikken naar hetgeen men niet veranderen kanvooral wanneer het redelijk is. De uitkomsten zijn voortreffe lijk, ik weet het bij ondervinding en ande ren met mij. Maar men moet er met rechtvaardigheid streng de hand aan houden. Kunnen do kinderen niet meer wegblijven zonder vergunningdan kan men zeker zijn dut zij weldra niet meer verzuimen dan uit nooJzaak of het onderwijs is de moeite niet waard. Over het inhouden van bedeeling zal ik later spreken. Voorts kan bij gemeente verordeningen bepaald worden dat ieder die een kind onder den leeftijd van volle 13 jaren langer dan 1 of 2 dagen achtereen in zijn dienst neemt op verbeurte van boete verplicht is, de namen en den juisten ouderdom van het kind schriftelijk aan te geven op de secretariewaar een afzon derlijk register van zulke schoolverzuimers zal worden aangelegd. Alle 3 of 6 maan den moet die aangifte worden herhaald tot dat het 14do jaar IS ingetreden. Bazen, meesters fabriek-eigenaars enz. moeten daardoor telkens herinnerd worden, dat zij verkeerd doen met jeugdige leer- of loop jongens van de school te houden. Zoo is er voor hen ook meer dan eene kans om eene vermaning te beloopen. Ik stel mij van dit licht uitvoerbare middel op den duur veel goeds voor wanneer eindelijk de overtuiging veld wint, dat zoo te doen ongeoorloofd is. Het secretarie-register wordt de bron voor een deel der schoolverzuim-statistiek waarvoor wij thans alle gegevens missen. Wat te doen, wanneer er in de gemeente fabrieken zijn, waar tien en meer kinderen onder de 13 jaar werken Hetzelfde en bovendien overleg van het Gemeentebestuur met de fabriek-eigenaars, om aan die kin deren afzonderlijk onderwijs te doen geven in morgen-uren op kosten van het Ge meentebestuur als het zoo wezen moet. Fabriekscholen, elders talrijk, bestaan, zoo ver ik weet bij ons nog niet. Ernstig daarop bedacht te zijn is voorwaar niet overtollig. Onze fabrieknijverheid is, helaas! nog een treurige bron van talrijk school verzuim. Ik hoop dat door de bemoeiing van de door den Koning benoemde Com missie tot onderzoek naar den toestand der fabriekkinderen meer afdoende middelen zullen beraamd worden. Maar in afwach ting daarvan zal het voorgestelde goede dienst kunnen bewijzen. School- of leerplichtigheid en schoolgeld- plich tigheid worden hier pro memoria ver meld. Veel kan ter bestrijding en aanbe veling daarvan aangevoerd worden. Dit is vooral in de laatste jaren zoowel elders als bij ons met den gloed der o/ertuiging gedaan in geschriften en in vergaderingen. De zaak kan geacht worden in staat van wijzen te zijn. Ook daarom onthoud ik mij er hier verder over te spreken. I. Een voldoend aantal ruime schoollo kalen. Niet long geleden nog werd in een openbare en talrijke vergadering een ge meente genoemd, waar een ontoereikend aantal volksscholen oorzaak is van school verzuim. Met het oog op art. 16 der Schoolwet schijnt mij deze klacht in ons Land onbestaanbaar. Even onbestaanbaarmet het oog op art. 4 dier wet mag ik de klacht noemen over onvoldoende ruimte in de bestaande scholen. Er is maar al te veel grond om te veronderstellen dat menig kind te huis moet blijvenomdat zijn teeder gestel niet bestand is tegen de bedorven lucht in een ellendig schoollokaal. Ongelukkig zijn de klachten van ouders daarover niet zoo menigvuldig en luide als zij moesten zijn zij hebben er geen oogen voor. IC. Wijze van schoolgeldheffing. Over de vraaghoe het schoolgeld behoort geheven te worden', om geregeld schoolgaan te bevor deren, met lange of korte termijnen, heerscht onder deskundigen zoo groot verschildat men best zal doen, bij het beslissen daarover niet naar algemeene beschouwingen te luisteren, maar met plaatselijke omstandighe den te rade te gaan. Vooruitbetalen is met het oog ook op schoolverzuim door velen aangeprezen. 4. Het Schoolbestuur vermag tegen schoolverzuim weinig of niets onmiddellijk, met uitzondering van de Plaatselijke Com- missiën diebekend met de behoefte der gemeente, met de daar aanwezige middelen en met hetgeen er öf mogelijk óf niet raadzaam is, in overweging kunnen nemen of zij zeiven op zich willen nemen de mid delen tegen schoolverzuim aan te wenden of het vormen ecner Commissiezoo als boven omschreven is, te bevorderen. Zij en de andere deelen van het School toezicht vermogen veel middellijk door voorgaan in krachtige belangstelling, door opwekking cn bezielenden invloed bijstand met raad en daad; bevorderen van de statistiek van het schoolverzuimen de verspreiding harer kennis, maar vooral door meer en meer het onderwijs in het rechte spoor te leiden en de zoo de belangstelling daarin te bevorderen. 5. Ofschoon de Godsdienst en School- Iceraars, twee machten in den Staat, bovenal geroepen zijn om de zedelijke en verstandelijke beschaving des volks te bevorderen, zal men bevinden, dat hun zelfs vereende kracht ontoereikend is, om totstand te brengen al wat kan gedaan worden; van hun goede gezindheid en voortvarendheid mag niet alles afhankelijk gemaakt, daaraan kan niet overat alles overgelaten worden. Een uitgebreider Vereenigingvan welgezinden, een Commissie hierboven zooals omschreven is, moet zoo mo gelijk in elke gemeente gevormd worden knappe burgers moeten leeren in de school be lang te stellendaarvoor iets meer cn iets beters dan hun geld over te hebbenvan die

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1867 | | pagina 1