NIEUWS- El ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
N° 18. Achtste jaargang. A0. 1867.
WAT TE DOEN TEGEN SCHOOLVERZUIM?
SMirolroti
Dit Weekblad verschijnt iederen Vrijdag.Pr$s per drie Prijs der Advertentiën, van 1-5 regels 0,75 elke regel
maanden voor het voormalig 4de district van Zeeland 1,15; Vriirtarv lYTai daarboven f 0,i%y2t behalve het zegel van ƒ0,35 voor iedere
voor de overige plaatsen des Rijks, franco per post ƒ1,30. V lijUaii lTlCl. plaatsing. Groote letters naar het getal gewone regels,
Afzonderlijke Nummers 0,10. die zij beslaan.
Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Advertentiën en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondenten,
te bezorgen bij den Uitgever dezes, alles FRANCO, behalve de bekende Correspoudentiën.
Vervolg van ons vorig Hoofdartikel.)
De besproken brochure zegt onder
meer het volgende
„Wat is schoolverzuim?
In de jaren, die schooljaren heeten, van
6 of 7—13 b. v.
niet schoolgaan
niet lang genoeg schoolgaan
ongeregeldafgebroken schoolgaan.
Welke zijn daarvan de oorzaken
Velen
onkunde daardoor
gebrek aan belangstelling in de school
ook bij de besturen en
waan dat kinderen genoeg kennen
kwade gewoonte om hen te huis te
houdenook zonder noodzaakmaanden
achtereen of van tijd tot tijd
behoefte aan de hulp of het loon van
kinderen
opzien tegen het schoolgeld uit armoede
of schrielheid
karigheid van Gemeentebesturen in het
verleenea van vrijdom aan minvermogenden;
gebrek aan gelegenheid of aan voldoende
gelegenheid oin school te gaan
vooroordeel tegen en miskenning van de
openbare school door onkunde en partijzucht
gebrek aan belangstelling bij onderwijzers
of gebrek aan achting voor hen; onvoldoend
onderwijs
gebrek aan ontzag der kinderen voor de
ouders.
Nog apdere oorzaken wellicht zijn wegens
't ontbreken van statistieke bescheiden on
bekend. Toch welen wij zeker genoeg
dat het aantal schoolverzuimers bij ons
meer dan 100,000 bedraagtruim een
vijfde van de bevolking tusschcn 7 en 13
jaren.
Wat is er te doen om dat ontzettend
getal te verminderen althans
1. Even als de oorzaken van de kwaal
zijn de'middelen menigvuldig.
Onze lagere standen leven in diepe on
kunde zoo als ook buitenlanders met
verwondering hebben opgemerktzij
voelen geen behoefte aan kennis. Wij zijn
nog ver af van den tijd, waarop de matroos
in het vooronder, en de ambachtsman in
het bierhuis een onoogelijk tijdschrift van
het voorgaande jaar, of zelfs de nieuwsbladen
leest, of naar een maat, die ze voorleest,
zit te luisteren. Bij ons heeft de gemeene
man nog geen smaak voor zoo iets, altham
niet algemeen. Vandaar bezoek van de kroeg,
in plaats van avond-, herhaling- of zondag
school of in plaats van lezenwaartoe
hier en daar om niet de gelegenheid wordt
gegeven 't is alles gevolg van onkunde
jnaar te gelijk oorzaak dat ze ook bij een
nieuw geslacht blijft bestaan.
Ons volk komt te kort in algemeene
ontwikkeling.
Beschaving te werken is niet de taak
van de school alleen zij kan niet meer
dan de grondslagen helpen leggen. Maar
waar de lucht er niet van doortrokken is
waar niet overal ruime gelegenheid bestaat,
om zoowel op zon- en werkdagen te mid
den van den arbeid -als in winteravonden
kennis te vermeerderenen den smaak te
veredelenwaar het huisgezin meer afbreekt
dan opbouwt; waar het gezellige verkeer,
de uitspanningen en feesten de beschaving
niet bevorderen waar het volk goede
schouwburgtooneelen, muziekuitvoeringen en
geschikte vereenigingsplaatsen mist; waar
dagbladen en tijdschriften duuren dus
weinig verspreid zijn daar moet de in
vloed der school wel verloren gaan, en het
onkundige volk minderjarig blijven. De
school bij ons doet thans niet genoeg het
is waarmaar Bimraer kan zij zooveel
leverendat andere middelen van ontwik
keling en vorming te ontberen zouden zijn.
Waar die ontbrekenmist de school voor
een goed deel hare toepassing, hare ver-
eischte aanvulling; waar die in overvloed
voorhanden zijnzal behoefte aan school
onderwijs meer algemeen gevoelden dit
door voortgezette oefening en uitbreiding
van het geleerde vruchtbaar gemaakt worden.
Onkunde maakt dat de handen verkeerd
staanalthans tot het drijven van meer
dan één beroep. Al verhindert zij niet een
stevige spierontwikkellngzij belet toch
dat die iets meer geve dan dierlijke kracht
van zeer beperkt gebruikhet is kracht
zonder doorzicht schranderheid of overleg.
Zóó wordt onkunde oorzaak van gebrek aan
voortdurend werk, oorzaak van armoede en
ellende; oorzaak van trage handen en slappe
knieën van straat- cn kroegloopenvan
ellende en verdierlijking cn zoo weêr
van schoolverzuim.
2. Waar eenige geestkracht, eenige
ontwikkeling in het volk huist cn staat
kundige vrijheid bloeit daar kijkt men
wanneer iets lot stand moet gebracht wor
den niet smcekend of reikhalzend uit naar
bestuur van gewest of staat daar steekt
men terstond zelf de handen uit de mouw,
en trekt aan het werk, als het kan, alleen;
zoo niet, in vereeniging met anderen: men
vormt een commissie een gezelschap ge
nootschap maatschappijof hoe men het
noemen wil; men bepaalt, wat men zoekt
te bereikenen hoe men de voorgenomen
taak best verdoelen en afwerken kan, zooals
sedert meer dan 80 jaren de Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen beproefdemaar
nog niet overal in voldoende mate berei
ken kon.
Bij ons moet het onderwijs niet alleen
beter doeltreffend gegevenmaar ook ai-
gemeener en langer gebruikt worden er
is behoefte aan meer instellingen ter ver
spreiding van nutte kennisen bestrijding
van onkunde. Allen, oud en jong, rijk en
arm hebben groot belang daarbij want de
uitgaven voor het armwezen moeten ver
minderen ieder moet daaraan heipen en
met anderen zich daartoe vereenigen.
Wij hebben wel wat van dien aard, maar
op verre na niet genoegof niet algemeen
genoeg.
Wij hebben volksbibliotheken door de zorg
vooral van de afdeelingen der Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen over een groot
deel van ons Land verspreiddoch haar
aantal en inrichting zou grooter en beter
kunnen zijnom op alle punten des lands
in de behoeften te voorzien.
Wij hebben hier en daar een schoolbi
bliotheek volksvoorlezingen enkele leesin-
richtingen voor ambachts-liedcnof zooge
naamde leeskamers. In enkele gemeenten
is men begonnen afzonderlijke Commissicn
voor schoolverzuim samen te stellen. Eu
wij oordeelen dat men om den geduchten
vijand met voordeel te bestrijden zulke
commission oprichten moet. De zaak die
zij op zich nemen, of behooren te nemen,
kan zal ze kans van slagen hebben niet
aan de bestaande Autoriteiten of Collegiën,
zooals zij tot dusverre zijn ingericht, worden
toevertrouwd. Velen van dezen door
allerlei administrative en andere bemoeie
nissen overladen ontbreekt het vaak aan
tijdom te doen al wat tegen schoolver
zuim kan worden in het werk gesteld.
Daaraan is het te wijtendat er tot nog
toe in de meeste gemeenten weinig of
niets is gedaan. Mochten echter bestaande
Schoolcommissiën zich de zaak ernstig willen
aantrekken, dan ware het om verschillende
redenen wellicht verkieselijk dat zij er
zich mede belastten. In dat geval zou uit
breiding van het getal harer leden noodig
en gewenscht zijn.
Immers wat kunnen of behooren zulke
Commissiën te doen?
1. een staat opmaken van al de kinderen
die onderwijs behooren te krijgen. Zoo
iets, hoe onontbeerlijk ook, bestaat bij
ons onbegrijpelijkerwijze nergens, of bijna
nergens zeker nietomdat zulk een
tabèl met eenige moeite uit de bevol
kingsregisters moet worden getrokken.
In sommige Duitsche landen ontbreekt
ze in geen gemeente
2. dien staat vergelijken met de lijst of
lijsten der schoolgaande kinderen;
3. dc algemeene en bijzondere oorzaken op
sporen van schoolverzuim
4. middelen aanwijzen die dit kunnen te
gengaan
5. zeiven die middelen aanwenden en an-