Politiek Overzicht. Eene geschiedenis, voor 10 a 18 eeuwen geschreven is eene verzameling van le genden. Wij kennen de natuur cn hare wetten en werken, ergo: wonderen zijn onmogelijk cn het supra naturalisme (de leer der bo vennatuurlijke dingen) heeft uitgediend Goed FermDraaf maar doorGij zult het zclven verantwoorden I Onze tijd staat vreeselijk laag Wij heffen belastingen van de zonden des Tolks. De kroeghouder behoort tot de gepaten teerde kiezers. De jcneverbelasting vult de schatkist De prostitutie is gepatenteerd en gereglementeerd. Het fabriekskind wordt afgebeuld en vertrapt SlechtSlecht I Voeg er nog maar bij den Javaanschcn citroen cn zijne persers en een derde Slecht. Doch ook hier weer: Draaf maar doorGij zult het zeiven ver antwoorden. Maar eilicvelezer, of wien toevallig dit blad ter hand mocht komen, ik bid u, wijs ons nu tusschcn dat schrikkelijk hoog en vreeselijk laag eens een middending Iets vertrooslcnds waarvan wij niet duizelen. Iets verkwikkends, opdat wij niet in llauwle zinken. Wij welen er wel een maar 't is een voorwerp van twist; wij kennen wel een boom onder welks schaduw wij rusten kunnenmaar we zijn zoo weinigen die dien waardeuren cn dan zijn er die zeggen, dat do bijl aan deszclfs wortel ligtl Wij kennen een artikelhet hoofdartikel uit de grondwet van zeker volk dat luidt Doe aan anderen gelijk gij wiltdat u gedaan worde." Maar hier komt een Farizeër die zegt dan moet ge bij mij tor school gaan daar is een schriftgeleerde die roept: hier! hier! bij mijElders is een Saduceër die zegt niets gemakkelijkerdat schikt zich van zelfzorg gij daar zoo niet voor 1 wees dos onbekommerd. Zouden deze laatsten misschien in Nederland de overhand hebben, die zeggen, dat er noch geestnoch engel, noch opstanding is cn het er bij gevolg niet op aankomthoe er geleefd wordt bijgevolg zeggen wcwant als dood dood blijftdan ja dan komt ook het schoolverzuim er niet op aan maar is er iets meer, is het niet onverschillig dat hierin tegenstelling mot het elders dan komt schoolverzuim er veel op aan Wij hebben voor ons de nommers 43 en 44 der kleine stukjes van de Maat schappij lot Nut van 't Algemeen. Ze zijn getiteldWat tc doen tegen schoolverzuim cn geschreven door den heer P. Romeijn een man niet onvermaard in de schoolwereld op zijn praktisch schrijven komen we in een volgend nommcr terug. Wij geloovcn onzen lezers geen ondienst te doen met hun mede to dcelen wat wy vinden over de SLUITING VAN HET DUITSCH PARLEMENT. Rij de sluiting van het parlement van Noord- Duitschlaud in plechtige vergadering, in de Witte/aal van het Kasteel heeft de koning van Pruisen de volgende rederoering uitgesproken „liet is met een gevoelen van rechtzinnige vol doening dat ik u op nieuw rondom my vor- ecnigd viude na afloop uwer zoo hoogst belang rijke werkzaamheden. De hoopdie ik hier uit gedrukt hel), in naam der bondgouvernemcnlen hebt gij reeds verwezenlijkt. Met eene ernslige vadciTandslicfde bezield, hebt gij dc grootheid uwer taak begrepen. Met ccnc vrijwillige opoffering hebt gij altijd het gemeenschappelijk doel in hot oog gehad. Het is zóó, dat het gelukt is op oenen stevigcu grond een grondwettig werk to stichten van hetwelk wij de voltrekking gerust aan de toekomst mogen vertrouwen. Het bondsgezag is met volmachten hekleed, die niet enkel voor den voorspoed en de macht van den Rond onmisbaar zijn maar die gelykkelijk voldoende zijn om aan dc bijzondere staten bij het waarborgen hunner lockomst door het geza menlijke van den Rond, hunne vrije beweging te laten op ieder terreiu waarop het nuttig en ge oorloofd is zich ieder volgens zijne belangen te laten ontwikkelen. Do nationale vertegenwoordiging ziet nu do vervulliug der groote nationale taak die aan den geest der bijzondere bestaande grondwetten beant woord en aan do behoeftendie de gouverne menten gevoelen, om hunne werking ondersteund le zien door de verstandhouding van goheel do Duilschc natie. Wij allendie tot de vervulling van het natio nale werk hebben bijgedragen, de gouvernementen zoowel als de nationale vertegenwoordiging wij hebben gewillig de opoffering gedaan van onze denkwijze en van onze wcnschenwij hebben het gedaan met de oYertuigiug dat die opoffe ringen Duilschland aangeboden zijn), en dat onze vereeuiging er de prijs van is. Door die wcdcr- zijdsche verstandhouding en door de verzoening cn de uitwissching der tegenstrijdige inzichten hebben wij den weg geopend voor dc vruchtbare ontwikkeling van den Rond en het oogenblik doen naderen, waarop de hoop, die door onze zuider- broeders wordt gedeeld, zal kunnen vervuld worden. list oogenblik is gekomenop hetwelk ons Duilsch vaderland in staat is om door middel zijner vereenigde krachten zijnen vredo zijn recht cn zijne waardigheid te verdedigen, liet nationaal gevoelendal zich zoo edel in den schoot van hel parlement heeft geopenbaard, heeft ccnen krachtigen weergalm in al de streken van het Duitsche vaderland gevonden. Maar geheel Duilschland gouvernementen cn volkeren wil insgelijks dat de nationale macht nauwelijks heroverd voor alles hare waardo be tuigen moet door dc weldaden van den vrede te verzekeren. Mijne hceron het groote werktot hetwelk de Voorzienigheid ons geroepen heeft om bij te dra gen genaakt zijne vervulling. Dc bijzondere kamers zullen hunne grondwettige goedkeuring aan dal werk niot weigeren, dat gij in overleg met het gouvernement hebt lot stand gebracht. De zelfde geestwelke die laak in dezen kring heeft doen gelukken, zal ook hunne beraadsla gingen bezielen. Het eerste parlement van den hond van Noord- Duilschland zal dus na afloop zijner werkzaam heden mogen uiteengaan met de edele over tuiging, dat de nationale erkentenis het vergezelt, dat hel gebouw, hetwelk het opgericht heeft, met Gods hijstand zal voltrokken worden voor ons geluk eu dat der toekomende geslachten. Dat God ons allen zegeuo alsook ons dierbaar Va derland Het vraagstuk van Luxemburg schijnt le slui meren. Indien men een ministerieel blad van Rerlijn dc Norddeutsche Zeitunggeloovcn mag, dan 'zou het zich op dit oogenblik in een tijdvak van volstrekte rust bevinden alles wat men van diplomatische onderhandelingen in die zaak tus schcn Pruisen cn Frankrijk gezegd heeft, zou van allen grond ontbloot zijn. Indien wij goed dc gedachte van den officieusen tolk van het kabinet van Rerlijn begrijpen dan zou dit beduiden dat men voor het oogenblik aanjdc mogendheden, niet rechtstreeks in de zaak betrokken de zorg overlaat om eene oplossing te vinden die door iedereen zonder eerkrenking kau aangenomen worden, eu dat. in afwachting, de twee in de zaak rechtstreeks betrokkene mogend heden alle oflicicele poging vermijden die ten uitwerksel zou kunnen hebben, hen in meerdere verbintenissen le brengen. Wij deelcn bij dezen ecnige bijzondere lezingen medé over de afdamming der Ooster-Schelde. Men leest in het Amst. Handelsblad Een telegram aan de Amst. Cour. bevestigt het geen eergisteren door ons omtrent den inhoud van het rapport van den Franschen ingenieur is medegedeeld. Om alle moeielijkhoden zoovoel mogelijk le vermijdenis namelijk aan do ver schillende ingenieurs in last gegeven te onder zoeken welken invloed de voorgenomen werken konden hebben voor de scheepvaart van hun eigen land. Wanneer dus de Frauschc ingenieur tot de slotsom komt, dat die werken onschadelijk zijn voor de Frabsche zoovaart, dan !wil dit niets anders zeggen dan dat het rapport geheel ten gunste is van Nederland. Do heer Gosselin, dc Fransche ingenieur, heeft in zijn rapport over de afdamming der Ooster- Scheldodo zaak uitsluitend van het standpunt der Fransche belangen bohandeld. Hij komt lot dc slotsom dat de afdamming dc Fransche scheep vaart uiet zal kunnen benadeelen. De Neder- landsche regecring heeft mcdedceling ontvangen van het rapport van den Engclschen ingenieur Hartley, en door lord Stanley is bij deze gelegen heid verzocht dat de regeering antwoorden zal op de ongunstige conclusiën van genoemden des kundige. In verscheidene bladen, die van Hart leys rapport melding maken wordt gezegd dat deze ingenieur in deze zaak is te werk gegaan in overleg mei zijnen ambtgenoot Stephenson. De naam van laatstgenoemden is onjuist; niet den ingenieur Stevenson is de hoer Hartley te rade gegaan alvorens hij zijn rapport stelde de heer Stevenson is in Engclaud zeer vermaard, en beide deskundigen waren het eens in hun afkeurend oordeel over de afdamming. Het rapport van den Franschen ingenieur om trent de Schclde-kwestie is ontvangenhet is geheel ten gunste van Nedcriaud. Het rapport van den Pruisischen ingenieur is confidentieel aan den Pruisischen gezant te 's Gravenhage maar noch aan de regeering tc 's Gravenhage noch aan die (e Brussel medegedeeld. Het is ook gedeeltelijk gunstig voor Nederland. De geruchten vooral door Belgische bladen verspreid aangaande de werken van den dam door de Ooster-Schelde zijn zeer overdreven. De schadedoor de orkanen der laatste dagen to weeg gebracht, is niet belangrijker dan die^bij do uitvoering van dezen dijk nog herhaaldelijk te wachten is doch van geen invloed hoegenaamd op hel daarvoor vastgesteld tijdstip van voltooiing. Men weet dat België ook aan Frankrijk even als aan Engeland en Pruisen had gevraagd een ingenieur ter plaatse tc zenden om de gevolgen te onderzoekeu der afdamming van de Schelde op dc bevaring van dien stroom, ten opzichte der Belgische belangen. Do Fransche ingenieur Gosselin hoeft zich naar Holland begeven; hij heeft alles van nabij onder zocht hij heeft ongetwijfeld rijpelijk overwogen want hij moest wel denken, dat zijn gevoelen met ongeduld verwacht werd en van een aanzienlijk gewicht zou zijn en eindelijk heeft hij zijn ver slag uitgebracht. Is het gunstig voor Holland of voor Belgie? zal men vragen. Dat is do kwestie. Welnu, de heer Gosselin heeft verklaarddat de afdamming der Schelde aan de Fransche belangen niet hinderlijk is!!! Daarmeê zijn we ver gevorderd Men kan waarlijk niet spitsvondiger en ook niet voorzich tiger zijn zegt de Êccloonaer. Jnlusscheu ziet men dat Nederland zich niet behooft te veront rusten, te meer, daar wij dagelijks berichten ont vangen van het verkeer door middel van groote zeeschepen en stoombooten langs Wcmeldinge en Hansweert. Nog nemen wij uit den Eecloonacrook om den wenk in dezen, het volgende stukje over, getiteld HOLLAND EN BELGIE. „Holland geeft aan Belgie eene welsprekende les van vaderlandsliefde. Terwijl de regecring zoo te land als ter zee zich wapent, komen er in alle steden corpsen vrijwilligers en scherpschutters tot stand en oefent men zich alom lot in de kleiuc dorpen in den wapenhandelen dan in Holland roept men naar Belgie om zich tegen het opkomend gevaar, vast aan elkander le sluiten. Professor Yreede van de Utrechlsche hooge- schoolom zijne vaderlandslievende gevoelens zoowel in Zuid- als Noord-Nederland gekend heeft dien oproep de vereischte klem en kracht bijgezet in een zendbrief aan al de Vlaamsche en Hollandschc bladen gezonden. Daarin wordt ge zegd: „Nederlanders cn Belgen, die noch voor de avontuurlijke inzichten van de Fransche noch voor de sluwe berekeningen van de Pruisische diplomatic ter slachtbank verlangen gesleept te wordon hchooren elkander broederlijk de hand to reiken en door eeno openhartige ondubbelzin nige verklaring de pogingen van de regeering aer beide landen lot behoud der neutraliteit tegen iederen lastigen aaudrang uit Parijs of Berlijn te onderschragenom des noodsmot de strijd krachten over en weder Yereenigdeen en de zelfde zaak der aan Holland en België even dierbare vrijheid en taal kloekmoedig voor te slaan. Waarom zou niet do samenkomst der Nederland- sche en Belgische letterkundigen, dit jaar binnen Vlaanderens hoofdstad Gent te houden, nog in dit voorjaarzelfs vóór het einde dezer maand vóór het nitbrekon van den niet dan door een wonder af te wenden krijgbelegd kunnen wor den om aan Europa het plechtig bewijs te leve ren dat de nationaliteit van Noord- cn Zuid- Nederland zich door geen laatdunkenden Duit- schen of Franschen overmoed laat vernietigen?" Deze warme oproep uit Holland vindt alom weêrklank in België. Al do Vlaamsche dagbla den kondigen den zendbrief van professor Vreedo af, allen juichen zijne taal toe; slechts een wensch blijft daarbij te vervullen dat ons staatsbestuur dc Schelde-kwestie maar al spoedig zoude opge ven, als een zoenoffer aan Nederlands vriendschap, als het onderpand van dat verbond tusschcn Bel gië en Nederland, dat door al de Belgen betracht wordt!" Wij voegen er hij„ïndien de Belgenmet name de Vlamingen, zooals wij mogen veronder stellen van andere godachlen zjjndan het be rucht marine-officicrken met zijn Don Quichotsch ontslag vragen dan mogen zij op onze sympa thie rekenen, en kan er voortaan sprake zijn van de houding der „Nederlanders" (Nederland en België) tegenover de macht van Zuiden en Oosten: de Leeuwen kunnen niet schuilen onder de vleu gelen der arenden Ieder zijn gebied In de jaren 90 zongen de Hollanders „Neen, Dumouriez, overgeven doen wij niet: Liever onder des duivels machtdan onder uw (gebied Noord en Zr.id hebben het verkieselijke in de zen leeren kennen FRANKRIJK. Men leest in ccnc correspondentie: Bij de korp sen Zouaven, Turcos en jagers is eene geheele nieuwe exercitiomelhode ingevoerd: de manoeu vres in dichte massa's hebben bijna geheel plaats gemaakt voor een tirailleurstelseiop een gegeven signaal zag ik gansche bataillons zich voorover op den grond werpen en voortkruipen. De Zouaven worden mot geblinddoekte oogen geëxcerceerd. om hen, naar ik vermeen, geschikt te raakeu tot overrompeling van den vijand in de duisternis.

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1867 | | pagina 2