NIEUWS- El ADVERTEITIEBLAD VAI WESTELIJK ZEEÜWSCH-VLAAIDEREN. N° 15. Achtste jaargang. A°. J|fÉyf sïmtiiiiïffiBLAj) Dit Weekblad verschijnt iedereu Vrijdag.Prijs per drie Prijs der Advertentiën van 1-5 regels f 0,75 elke regel maanden voor het voormalig 4de district van Zeeland f 1,15; Vrnrlin* 1 nril daarboven f 0,12y2behalve het zegefvan ƒ0,35 voor iedere voor de overige plaatsen des Rijks, franco per post 1,30. V I IJdciS^ April. plaatsing. Groote letters naar het getal gewone regels Afzonderlijke Nummers 0,10. die zij beslaan. Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Advertentiën en gewoue Berichten of Mededeeliugen van Correspondenten, te bezorgen bij den Uitgever dezes, alles FRANCO, behalve de bekende Correspoudentiën. N°. 49. PliüVIMALE GELDLEENING. Besluit van den 5den Ajprilno. 77; nopens de voor de dienst 4867 te doene gcldlecning van f 459000 (vijfde of laatste gedeelte der leening van f 525000) ten laste van de provincie Zeeland. DE GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND, In aanmerking nemende dat volgens het besluit der Staten van den 9den November 1866, no. 7, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van den 18den dier maand no. 8 (Provinciaal blad no. 134), voor de verbetering der middelen van gemeenschap in de provincie, over 1867 eene geldlecning ten laste der provincie Zeeland moet worden aange gaan van f 139000 zijnde het laatste gedeelte der leening van ƒ525000, en zulks naar hel plan der laatstgenoemde geldleenipg medegedeeld bij het Provinciaal blad no. 24 van 1863, en naar de daarin gebragle wijzigingen medegedeeld bij het Provinciaal blad no. 132 van 1866. Besluiten: In voldoening der daartoe betrekkelijke bepa lingen van bovengenoemd plan der voorschreven geldleening ter kennis te brengen van belang stellenden: 1°. dat in genoemde geldleening kan worden in geschreven voor een honderd negen en dertig aandcclen elk van een duizend guldentegen eene rente van vijf ten honderd in het jaar, in te gaan met den dag waarop het onder het 5de punt van dit besluit bedoeld renversaal is afgegeven 2°. dat de termijn voor het inleveren der in- schrijvings-bilietlen is bepaald van af Zatur- dag den 20sten tot en met Donderdag den 25sten April 1867 (zon- en feestdagen uitgezonderd) des voormiddags van 10 tot 12 en des namid dags van 2 tot 3 ure 3°. dat de inschriivings-bus en billctten in het openhaar zullen geopend worden op Donderdag den 25sten April 1887 des namiddags ten drie ure in de raadzaal van Gedeputeerde Staten 4°. dat het bedrag der ingeschreven aandeelen voor zoo veel die zijn aangenomen moet overgeslort worden bij den heer Betaalmeester te Middelburg op de gewone kantooruren behoudens nader te bepalen plaats van ovcr- slortiug waarvan bij de toewijzing aan de be trokken inschrijvers zal worden kennis ge geven; 5°. dat de zoo even bedoelde storting naar ver kiezing der inschrijvers kan bewerkstelligd worden in den loop van 1 Julij tot en met 15 December 1867, mits zorgende dat de quitanlie van storting uiterlijk binnen acht dagen worde overgebragt ter provinciale grif lie in handen van den commies D. Jeras belast met de comptabiliteit, die daarvoor onmiddellijk het vereischte bewijs of renversaal zal afgeven 6°. dat exemplaren van het plan der meerge noemde geldleening kosteloos verkrijgbaar worden gesteld bij genoemden ambtenaar ter provinciale griffie op franco aanvrage. Dit besluit zal worden geplaatst in het Provin ciaal blad van Zeeland; buitendien bij wijze van openbare aankondiging in de Staats-, Middel— burgsche-, Goesschc- en Zierikscesche couranten alsmede in het Sluissehe Weekblad en in het Algemeen nieuws- en advertentieblad voor Zeeuw sch- yiaandcrcn. Middelburg den 5den April 1867. De Gedeputeerde Staten voornoemd, R. W. VAN LIJNDEN, Voorzitter. S. VAN DEN SNVALME Secretaris. Uitgegeven den 6 April 1887. Vc Griffier der Staten van Zeeland S. VAN DER SWALME. DE OEFENINGEN IN DEN WAPENHANDEL. Ter oefening wapenen hanteeren Dit doen de kinderen steeds met moed Vast zullen zij het land verweren Waerin zij wel zijn opgevoed. Zoo kan men wis in weinig jaren 't Bestaande leger laten varen Als ieder wordend jong geslacht De dienst verricht van burgerwacht. (Eene stem des roependen in de woestijn.) Op het eerste Taal- en Letterkundig congres, dat in Belgies hoofdstad, nu reeds eenige jaren geleden, gehouden werd, zagen we een grijsaarJ dieschoon met belang stelling alles aanhoorendc en gadeslaande echter geen het minste deel nam aan de discussiën. Hij was gekleed in de oude Ylaamsche volksdracht: een kraakzindelijke blauwe kiel, onberispelijk wit linnen, zwarte pantalon en bonte halsdoek. Het was de type van iemand uit het Ylaamsche volk bepaald van de echte klasse der Brusse laars. Ik kon niet 'begrijpen wat de man er deed; met onverdeelde aandacht luisterde hij naar^het breedvoerig en voor het volk droog verslag over het te worden Neder- Inndsch Woordenboeken eerst toen de Heer Jan van Beers ons het genot schonk van zelf zijn beroemd geworden Bij het kerkportaal voor te dragen, kwamen wij tot de gevolgtrekking dat de zwijgende man ten minste een goed hoorder was. Later kwam hij ons in een nog schooner licht voor. De Brusselsche werkman had een zoon opgevoed! Een zoon des volks 1 Onder de sprekers trad deze zoon op met eene Ylaamsche redevoering, wier strekking was: dat Beigie moest oprichten en Nederland het daartoe de hand reiken niets meer of minder dan eene Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. De laai van den volksman verwekte sensatie. Hevig was de aanval dien Albf.rdingie Tiium tegen zijne rede richtte. 't Yerwonderde ons niet. Het lichtdat de volksman wenschte, kwam de richting van den Heer Thijji gevaarlijk voor, en deze bleef hardnekkig zijn stuk verdedi gen, ondanks ook de plechtige verzekerin gen omtrent onze maatschappij door onzen grijzen Slringar. Wij leerden den volksman nog nader kennen. Hij was een Brusselsch ambachts man die vlijtig gebruik had gemaakt van het lager onderwijsdat in Brusselonder Koning Willem reedsop een schoonen grondslag gevestigd was. Zijne vorming bleek ons uit een bundeltje volksgedichten van twee vel druks in gr. 80 dal hij elk congreslid ten geschenke gaf. Hel was Jacob Kats. Was er verwant schap tusschcn zijnen naam en dien van onzen grijzen volksdichter? Of was dezo naam eene bloote spelingvan het lot Hoe dit zijn mogedie man schreef in een gedichlje getiteld „Het Onderwijs" de regelen nederdie aan het hoofd van dit opstel staan. Kats was (waswant hij is zijn Ylaamschen medestrijder Miciiiel van der Voort reeds eenige jaren naar het oord der ruste vooruitgegaan Kats was eSA (praktisch volksmannog op het spoor- fliifeplein drukte hij ons ten afscheid de hand met de profetische woorden Het volk dat de vrijheid van den geest peist te veroveren, moet eens triumfeeren In het stukje schetst hij ons, hoe het volksonderwijs op de lagere school moet ingericht zijn en onder de leervakken neemt hij ook de gymnastiek opDe werkman wist het bij ondervinding hoe de ontwik keling van den geest ook be/orderd wordt door eene krachtige lichaamsontwikkeling een denkbeeld dat zich (met genoegen ver melden wij het!) in onze dagen meer en meer uitspreekt. Maar praktisch als hij was wilde hij die lichaamsoefeningdie gymnastiek, eene nuttige strekking geven. Yeel in de gymnastiek heeft te kampen met het volksvooroordeel de gymnastiek is in het oog des volks veelal nog niets anders dan „kunstenmaken"; het lenigmaken der spieren, de buigbaarheid der ledematen, de handigheid haar nut bij brand schip breuk, overslrooming doet zich niet zóó aan het oog des volks opals de kunst wel verdiendewe hoorden zelfs beweren dat de gymnastiek onze hout- en wilddieven slechts zou bekwamen onze appel- en notenplukkers slechts zou onderrichten zonder tevens rekening te houden wat een welgeoefend korps der brandweer, der redders aan strand en haven der krijgslie den te land en ter zeeder spoorwegbe ambten timmerlieden en metselaars zou kunnen uitvoerenDe menigte toch is ge woon', zooals de overgroote menigte in het zedelijke, ook in het natuurlijke slechts aan te zien wat voor oogen is. Kats dacht anders. Beeds een twaalftal jaren geleden wilde hij de excercitiën met de wapenen als een deel der gymnaslie be schouwd hebben. De knaap heeft lust in wapenoefeningen zegt hij en hij zaleven als wij in zijne jeugd een liefhebber ge weest zijn om de troepen te zien defileeren en met Hildebrands jongens vóór de tam boers uit te loopen. Zijn blik reikte zóóver, dat hij daarin een middel zag om van een grooten lastpost op de staatsbegrootingeen kanker voor den werkmansstand, het staande leger, verlost to worden Dit denkbeeld is ook het onze. In tijd van nood is ieder burger soldaat behoorde nadrukkelijk in iedere grondwet gelezen te worden Is dit zóódan behoorde ook ten allen tijde de aankomende burger door onder wijs cn opvoeding, yoor de taak, die hem

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1867 | | pagina 1