Bij de tweede kamer is thans ingekomen hel reeds meermalen vermelde advies van de heeren C. Bruoings hoofdingenieur van den waterstaat in het 11de district, en van den kapitein luitenant ter zee A. R. Blommendal, chef der hydrographie. Het advies is in drie hoofddeelen gesplitst, als: 1. den invloed, dien de afdamming beoosten Bath op het gedeelte der rivier van Antwerpen tót be neden de grenzen hebben zal 2. de gevolgen van de afdamming van het Sloe voor de reede van Vlissingen naar Rammekens 3. de veranderingen, die er voor dé scheepvaart tusschen Nederland en den Rijn met Beigie zullen geboren worden uil het gebruik maken van het kanaal door Zuid-Beveland. Hierop geven zijna elk punt afzonderlijk breedvoerig te hebben, toegelichtten slotte de volgende conclussie, gegrond op de ondervinding en het oordeel der deskundigen van vroegeren en la tere q tijd 1. Dat de afdamming van de Ooster-Schelde niet dan voordeelig op de rivier, vooral voor het vak boven Bath naar den Doel, meet werken, omdat er meer regelmatigheid in den loop van den gtroom wordt gebrachtaangezien door de af damming belet wordt, dat het water, hetwelk de Wester-Schelde is binnengestroomdgedurende de twee laatste uren van den vloed in noordelijke richting langs Bath altrekt, en dus aau het ri viervak langs den Doel naar Antwerpen onthouden wordt. 2. Dat de afdamming van het Sloe geen na- deeligen invloed kan nitoefeuen op de reede van Raminekeusomdat die reeds in den ziu van vroeger, dat men daar met zuidelijke wiuden geheel beschut lag." niet meer bestaai ee omdat de achteruitgang van het Sloe niet tegen te houden is waardoor de afdamming niet anders kau ge noemd worden dan een le gemoet komen aau de natuur; bovendien, dat de gesteldheid in de laatste 40 jaren heeft aangetooud dat de zeegaten van de Schelde eerder verbeterd dan achteruil- gegaan zijnna het steeds meer en meer ver minderen van het Sloeen dat dus naar huu inzien, door de dempiug van het Sloe, geen ver andering in den stroomloop kan geboren wordeu 3. Dat de communicatie door raiddel van het kanaal door Zuid-Beveland envoor zooverre ook daarvan gebruik zal gemaakt worden voor dat van Walcheren, yoor hel verkeer tusschen Beigie met Nederland en deu Riju kortere reizen zal opleveren; dat, even als bij alle havens plaat* heefthet in- en uitloopen der beide havens van het kanaal bij enkele omslaudigheden eenige moeielijkheid zal kunnen opleveren. Door dit nadeel wordeu echter zoovele ongemakken ver meden dat het slechts ecu klein tegenwicht daarsteldt. In het vervolg zal de vaart door andere ver beterde vaartuigen, vooral door stoomvaarluigen kunnen uitgeoefend worden welk middel van transport nu door het gebrekkige van de tegen woordige in gebruik zijnde wegeu, wordt tegen gehouden omdat zij nu steeds hunne reizen be paaldelijk naar het tij moeten regelen, om met hoog water over het ondiepe gedeelte te varen. AARDENBURG. Een sneeuwstorm en eene rechtszaak. De sneeuwstorm van half Januari dezes jaars, die in de meteorologische jaarboe ken onzes vaderlands als een bijzonder verschijn sel is opgeteekend zal ook naar het schijnt, in de rechterlijke kroniek zijue plaats vinden al thans was die storm de middellijke oorzaak van een vonnisdat wij hieronder rnededeelen. In dien storm zageu wij, en vele andere ingezetenen van Aardenburg, eenige kleine kinderen hier en daar in hoekeu en gaten wegschuilen; ze kwamen van wijd en zijdsommigen van een half uur ver, ter school, en waren waarschijnlijk door den storm overvallen. Een kindje van den doodarmen Krancies Wit- tericks zagen we, op den hoek van de Tuiinelsteen- straatnaast eene kelderval schuilen; het kind van den metselaar D. van Damrae school, onder de hoede des vaders, in het hoekje van de boter markt aan de hooge trappen der Marechaussées kazerne scholen er weder andereen vertelde de brigadier ons, dat ware zijne vrouw niet zoo pas bevallen, hij de kleintjes iii huis zou genomen hebben wij kwalificeeren deze gevoelens des brigadiers als le zijn barmhartig! Nu schijnt het konden deze kinderen niet in school. Hoe dit zij, wij zullen hier niets van zeggen maar bibberend van kou hebben wij de kindereu der scharedie de wet niet kent en daarom immers vervloekt is, in de sneeuw zien zitten en door de sueeuw zieu omdolen. Aan wie de schuld Wij beoordeelen het nietomdat wij het niet weten! Er heeft iemand schuld aan, dit is zeker cn wanneer wij nu deze feiten rnede deelen moeten wij dan 'eerst zorgen dat we een rechterlijk vonnis in den zak hebben waardoor deze feiten behoorlijk gestaafd en bewezen zijn en mogen wij dan eerst ze beoordeelen, ze kwa lificeeren Èiedaar vragendoch we onthouden ons voor als nog, van het antwoord. Wat gebeurt er nu? Doet de policie onderzoek naar het mishandelen dezer kindertjes? (Want ze in sneeuw en storm te laten zitten is niet anders.) Wij hoorden er niets van, evenmin het publiek. Het publiek was verontwaardigd, een onzer in gezetenen plaatste, omdat de Red. geene reclame's opneemt wellicht, enfin, om hem daartoe be wegende redenen, eene advertentie, waarin hij publieke feiten beoordeelt. Spoedig klaehte weldra vervolging! Ziehier het vonnis: IN NAAM DES KONINGS! „Het Provinciaal Gerechtshof in Zeeland, in Raadkamer vergaderd. Gezien hel requisitoir Generaal in de zaak ten laste van Gcrrit Pieter Roos boekhandelaar, wo nende te Aardenburg, aangeklaagd als zoude hij zich hebben schuldig gemaakt aan het wanbedrijf van laster, strafbaar met correctionele slrafleii ingevolge de artt. 367 en 371 van het wetboek van strafrecht, door in het derde nummer van den loo penden jaargang van het Sluische Weekbladzijudo een gedrukt, en verspreid geschriftte hebben doen plaatsen: „Een aantal ingezetenen van Aardenburg zijn verontwaardigddat de schoolmeester zoo on barmhartig is dat op jongsLIeden Woensdagbij al die sneeuw, wind en lelie koude de kinderen toch moesten builen staan, tot dat het den man beliefde, even voor tijd de schooldeur te openen." Zijnde bij vonnis der Arrondissemeuls Rechtbank te Middelburg, in Raadkamer vergaderd, van den 11 Fcbr. 1867 verklaard, met weigering van den gevraagden rechtsingang met dagvaarding in persoon dat er geen grond is, om voort te pr o cedeer enop grond dat in de bedoelde bewoordingen niet is gelegen eene bij de wet strafbaar gestelde belee- digingen dat op het hiervoren omschreven feit ook geene andere strafbepalingen toepasselijk zijn, legen welke beslissing de Officier van Justitie bij de Rechtbank voornoemd is gekomen in verzet bij acte van 12 Febr. 1867, strekkende voormeld requisitoir, dat het Hof. vergaderd iu raden zal vernietigen de beschikking der Arrondissemeuls Rechtbank te Middelburg van tien 11 Febr. il. en op nieuw recht doeude, zal verleenen rechtsin gang met bevel tot dagvaarding in persoon tegen deu beklaagde Gerrit Pieter Roos voornoemden met bevel verder dat de zaak volgens de voor schriften der wet zal worden onderzocht en geïn strueerd. Overwegende dat in de hiervoren omschreven in het Sluische Weekblad geplaatste advertentie wordt gezegd dat een aantal ingezetenen van Aardenburg verontwaardigd zijn over de onbarm hartigheid van den schoolmeester, wegens zekere handelingen van dezen ten aanzien vau de kin deren die zijne school bezoeken; dat de hoofdon derwijzer eii eenige schoolmeester te Aardenburg is G. A. Vorstcrman van Oijen dat in deze be woordingen kan zijn gelegen eeue bij de wet straf baar gestelde beleediging tegeu den daarin aan- geduiden persoon en dal eene verdere instructie dit punt nader lot klaarheid kan brengen. Op deze. grondeu Recht doende enz. Verklaart dat er voldoende bezwaren aanwezig ziju, als zoude de beklaagde in nummer drie vau het Sluische Weekblad van 18 Jan. 1867, dat is gedrukt en verspreideene advertentie hebben doen plaatsen, waarin aan den hoofdonderwijzer en eenigeu schoolmeester van Aardenburg G. A. Vorsterman van Oijen eene daad wordt ten laste gelegd, welke, indien zij had plaats gehad, dezen aan de véraehling cu baat zijner medeburgers zoude blootstellen. Verleent to dier zake legen Gerrit Pieter Roos rechtsingang met bevel tot dagvaarding iu per soon. Beveelt voortsdat door den Rechter Commissaris bij de Arrondissements Rechtbank te Middelburg betrekkelijk deze zaak zal worden geïnstrueerd, zooals zulks iu rechten zal behooren. Gedaan en gewezen enz." Ziedaar dus weder het begin eener vervolging: de boekhandelaar neemt eene advertentie aan hij is daarvoor vertrouwd, hij oordeelt, dat er iu die advertentie geen kwaad steekt, als behelzende eene openbare daadsbeoordeeling en zendt die Ier goeder trouw den uitgever van een weekblad! Doch, hoe dit zijn moge, het publiek kent Roos en kent den heer van Oijen, oud-mede-Redacteur van het Sluisch Weekbladen het publiek zal weten le richten. Wij zullen het op de hoogte der zaak houden maar ook de rechter zal weten te richtenen met vertrouwen zien wij do toe komst te gemoeten met vertrouwen hebben wij onze zaak die de zaak der vrije pers van het vrije woord in den vrijen slaat is een geacht rechtsgeleerde toevertrouwd. Voor als nog kennen we den klager niet al vei moeden wij dat de klager ditmaal genegen is zich den nedêrigen titel van schoolmeester le la ten welgevallen. Hadden we de pen van Jan Pruttel, we zouden wellicht meer zeggen doch met het oog op de geschiedenis van de Fakkel, de Winsclioter- en Schager Courant en hel Sluisch Weekblad, en ge dachtig aan het „een goed verstaander heeft slechts een half woord noodig" doen wij er het zwijgen toe. Er beslaat in Aardenburg eene partij die wil heerschen. Met alle middelen die ons ten dienste slaan en met eere kunnen gebruikt worden zullen wij strijden voor onze medebur gers voor onze mindere klassen. O die kleinsteedsche bekendscbapZe heeft reeds wat onheilen berokkend. Men verdacht sommigen met die heerscherspartij te willen heulen De vergadering van de leden der socielejt „Spoor tot vriendschap", verleden Zaterdag t e Aardenburg gehouden heeft glansrijk geloond dat niet alle vermoeden juist is en de edelmoe digheid ook bij vermeeude tegenstandersnog uiel uit de wereld is. Eere wien eere toekomt dus ook der plaatselijke schoolcommissie (burge meester en wethouders) van Aardenburg, die maat regelen genomen heeft, dat de arme kleinen niet meer aan de onguurheid van wiud en weder worden blootgesteld. Ingezonden door een verontwaardigde. [N.B. Was het dan toch noodig, dat de plaat selijke schoolcommissie te Aardenburg bovenbe doelde maatregelen nam? Waarom? Zou de be klaagde in de akten dier commissie dan niet het rechterlijk bewijs kunnen vinden ten dienste van den steller of inzender der bedoelde advertentie Red.] GROEDE24 Februari. Heden vierde onze geachte burgemeester zijn 50en geboortedag. De natiouale kleuren, die reeds in den vroegen mor gen uit zoovele woningen wapperden, de sierlijke eereboog en de schoone estrade die voor zijne woning waren opgericht, de drukte en bedrijvig heid van die vroolijke menigteop wier gelaat hel le lezen stond dat eene feestelijke stemming hen bezielde, dat er eeu feestelijke zin in hunne harten was dit alles getuigde, dat het niet alleen in de woning des burgemeesters feest wasmaar dat de gemeentenaren eigenbelangzuchtig genoeg waren om dien dag ook voor zichzelven tot eeu feestdag te maken. Erkentelijkheid voor het vele goede dat onder zijn bestuur tot stand is gekomenhad de bur gerij met graagte do gelegenheid doen aangrijpen, die zich nu met dozen 50eo geboortedag voordeed, om hem bewijzen van die erkentelijkheid te geven. Des namiddags ten 3 uren begaven zich de leden van het gemeentebestuureene deputa tie uit de burgerij de werkende leden van het alhier bestaande muziekgezelschap benevens de directie van dat gezelschap, alsook een 50tal jon gens en meisjes, naar de woning des burgemeesters. Daar aaugekomeu lieten de muziekanten het volks lied booren, terwijl na afloop daarvan do jubilaris namens den gemeenteraad gecomplimenteerd werd door den heer wethouder Leunis. Ouder eene gepaste aanspraak van den onder wijzer Schoo werd den feestvierende uamens de burgerij eeu fraaie zilveren inktkoker aangebo den voorzien van eene toepasselijke inscriptie als een bewijs van hare erkentelijkheid en als een blijk van toegenegenheid en vertrouwen. AI ware dit geschenk van nog zoo weinig waarde geweesttoch zou het eeue groote waarde ver krijgen wanneer men bedenktdal zelfs de armen hadden gevraagd daarvoor eene kleine bijdrage te mogen leveren dat ook zjj een pen ningske hadden willen offeren op hel altaar der liefde. Zulk een geschenk is een schoon ge schenk ja van meerder waarde dan eea rid derkruis. Aau den morgen Yan dien dag bleek het ook. overtuigend dat de armen redenen hebben hun nen burgervader op prijs te stellen, want, waar hij feestvierde, daar wilde hij ook, dat zijne ver armde natuurgonooten met liem zouden feestvie ren. Namens hem werd aan eeu zeventigtal hunner een gift in geld en brood uitgereikt. Na aanbieding vau den inktkoker werd den jubilaris door eene commissie die zich belast had met het oprichten van den eereboogeen fraaie zilveren pennehouder aaugeboden. Namens de directie van het muziekgezelschap, waarvan de jubilaris president iswerd hem geluk gewenscht door den directeur den heer C. Brakman. Eindelijk zongen eenige jongens en meisjes het volgende lied Wij juichen en jublen verheugd op deez stond Wij zingen zoo vroolijk en lustig iu 't rond En wenschea en bidden, met liefde en ontzag: „Heil, Vader der bargren! Geluk met deez dag!" Juvallera enz. De glimlach des hemels speel* zacht om uw kruin. Al praalt hier uw naam niet op eeuwig arduin r Hij leeft toch, terwijl hij der jaren loop tart, Gegrift door de trouw en de iiefd' in ons hart De zegen des Hemels daal' neer op uw haard! „Eu blijf Hij nog lang iu ons midden gespaard Als grondzuil en pijler van 't burger gebouw!" Zoo klinkt onze bede, zoo houw en zoo trouw! „Zoo oud als de Koniug, zij Vorsllijk zijn lot, „Gekroond als het wordt door den zegen van God!" Zoo zingen wij vroolijk en juichen om strijd: „Uw burgers, o Vader! ziju hartelijk verblijd!" „En klimmen uw jarennu meerder en meer „Dan reike U de grijsheid de krone der eer „Dan reike U de toekomst den palmtak der vree!" Dit is onze zielsweusch en hart'lijke bee De burgemeester dankte de burgerij voor do bewijzen harer liefde en beloofde bij voortduriug hare belangen naar z:jn beste vermogen te behar tigen. Jammer is hetdal de harde wind de verlichting van estrade en eereboog, die anders schillerend ware geweest deed mislukken. Des le aangenamer was het, dat het prachtige vuur werk dat des avonds ontstoken werd de ver wachting niet beschaamde. Alles liep verder in do beste orde af op dit feest, dat deo band vaa achting en toegenegenheid tusschen den geachten burgervader eu zijne burgerij nauwer heeft toe gehaald. Moge hel de Groesche gemeente nog menigmaal gegeven worden het verjaarfeest van haren burgervader op zulk eene zijner en harer waardige wijze te vieren HEIUUE, 22 Februari. In de gisteren gehouden raadsvergadering werd de burgemeester gecom mitteerd om deel le maken eener commissie uit ge meentebesturen welke eerlang den noodlotligeu toestand der uitwateringsaangelegeuheden le 's Hage zal gaan, bespreken. Wie dezen winter deu zoo hoogen waterstand van Praat- en Waterhoekpol ders zag zal gewis de vurige hoop koesteren dat die zending naar weusch moge slagen. WESTDORPE20 Februari. Werd het 50ste verjaarfeest van onzen ge eerbiedigden Koning.

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1867 | | pagina 3