NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Achtste jaargang. A".'1 Vrgda, VERVOLG. N9 9. %2 mrnu Dit Weekblad verschijnt iedecen Vrijdag.Prijs per drie maanden voor het voormalig 4de district van Zeeland f 1,15 voor de overige plaatsen des Rijks, franco per post f 1,39. Afzonderlijke Nummers f 0,10. Muari. Prijs der Advertenliënvan 1-5 regels f 0,75 elke regel d en i 0,12Vabehalve het zegel van f 0.35 voor iedere plaatsing. Groole letters naar het getal gewone regels', die zij beslaan. Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Advertenliën en gewone Berichten of Mededeeliugen van Correspondenten, te bezorgen bij den Uitgever dezes, alles FRANCO, behalve de bekende Correspoudenliën. (Zie ons vorig nommer.) Hoe kunt gij zoo ingenomen zijn met den Dwaas?" Omdat wij meenen te ziendat hij wijsheid leertOmdat ons gewest een deel is van Nederland omdat wij Neder landers willen blijven met het overige Nederland Let opZien we niet hoe Pruisen thans overhelt naar BelgieFrankrijk daar entegen tot ons Toch verwachten wij voor ons daar niets van wij verwachten alles van ons zeiven. Of we vreezen Ja I „Waarvoor we vreezen? Voor ons zeivenVoor onze vroegere lauwheid en zorgeloosheid, voor onze huidige apathie en lafheid I „Zijn wij laf? „Wij vreezen, dat we 't zulten worden. „Wij vreezendat we den waren hel denmoed niet zullen weten te vinden om als alles is uitgeput, alles ten offer gebracht is met eere te vallen Wij vreezen dat wij als wij zullen ingelijfd zijn bij noem wie ge wilt wij het zelfverwijt niet zullen kunnen ontgaan van gevallen te zijn zonder roem. Daarom moet de Dwaas nog een paar malen sprekendaarom nog een viertal kolommen hem gewijdWij hoorden er zeggen (gelukkig slechts enkelen!): wat wil die Dwaas Wij antwoorden ons wakker schudden en wakend houden Naar aanleiding van zijne woorden zullen we, bij leven en wel zijn, nog stof genoeg vinden om onze locale zaken te bespreken. Met zijne woorden nu en dan tot motto, mag men van ons nog artikelen verwachten over de Zeeuwseh-Vlaamsche grieven als daar zijn onze afsnijding van Nederland in verkeer en gemeenschapsmid delen „Onze burgerwapeningen tot wellicht nut- telooze zelfverdediging Onze verdrinkende landerijen „Onze -dan genoeg, we zullen nog spreken eer het te iaat is; wij hebben hoop, en hoop geeft moed en moed geeft krachten We laten nu het woord weder aan den wijzen Dwaas „Napoleon verwezenlijkt slechts de be goocheling, waar het geheele volk in deelde. En de dwaling kan slechts geboet worden nadat zij voldragen is. Maar door zijn cen tralisatie-systeem meester van de eenheid der krachten van Frankrijk, heeft Napoleon tegenover de kleingeestigheid der nationale staatkunde het voorbeeld van eene Euro- peesche staatkunde gegeven. Hij heeft de vrijheid van Italiëzoo lang door Oosten rijks looden voet neergetreden tot nieuw leven doen ontwakenen Italies nationali teit door Rome's universalisme tot eene woestijn gemaakt, in hare rechten hersteld. De oude wereld is belichaamd in Rome's hiërarchie. Dat is de oude hydra, de eeuwige vijand van vrijheid en beschaving. Zij maakte den bloei der volken de ontwikkeling van iedere gezonde staatkundede vestiging van alle staatkundig evenwicht onmogelijk en die hydra den kop verpletterd te hebben is het meesterstuk der staatkunde, waarvoor alleen een Napoleon in staat was en waar van in de geschiedenis de wederga niet bestaat. Nog staan wij voor een onopgelost vraag stuk. De Rijnprovinciën zijn het woord waar de Europeesche belangstelling het vraagteeken achter plaatst. Of frankrijk den dikken gordelhem door het Weener-congres om de lendenen gesmeedwel levendig gevoelt Of Na poleon III die de schim van zijn oom over zoo menige nederlaag gewroken heeft, na met Rusland en Oostenrijk afrekening te hebben gehouden Pruisen misschien vergeten en de schim van Blücher met vrede zou laten Maar wat is dan de raison d'êlre van Pruisens heerschappij over de Rijnprovinciën Toen vorst Metternicu op het Weener- congres aan lord Castlereagii in het oor fluisterde Geef de Rijnprovinciën aan Pruisen dan krijgt liet kwaden handel met Frankrijktoen prikkelde hem de daemon van Oostenrijks verraderlijk antagonisme, de booze geest van oud-Europa; maar hij wist niet wat hij deed. Pruisen werd in tweeën gescheurdPruisen werd in het Oosten en Westen met de bescherming van Duitsch- land belastPruisen werd boven ai de Duitsche staten door zelfbehoud gedwongen, zich verantwoordelijk te stellen voor de weerbaarheid van Duitschland; Pruisen voelde meer dan al de anderen de onhebbelijkheid van den loggen Duilschen Bond. En door eene enkele machtdaad heeft Pruisen zijne gescheurde doelen tot één verbondenzijn verraderlijken antagonist uit den Duitschen Bond geworpen en de middelen veroverd om zijne verantwoordelijkheid te dekken. Dat het in den roes der veroveringen in plaats van de Rijnprovinciën aan Frankrijk af te staan, tot loon zijner vriendschappe lijke staatkunde, veeleer op nieuwe annexa tion belust is verwondert niemand. Maar de Parijsche sphinx heeft eenige woorden gemurmeld, die na den afloop der tentoon stelling eene nieuwe katastrophe doen ver moeden. Maar is het ook in Pruisens be lang om te wachten De groote bewegingen van den geest der menschheid en wereldburgerlijke staatkunde worden geprikkeld door den hartstocht van nationaal en persoonlijk egoïsme. Maar een klein onzedelijk en weerloos volk, dat zich in zijne huisbakken politiek zoo inspint, dat het voor de wendingen eener groot- schere staatkunde oog noch oor meer heeft, en dat zich met kleinburgerlijke philisterij driest in den weg stelt van de eischen der beschaving zulk een volk wordt een hin derpaal en struikelblok. Wij spraken van het spectakel over Borneo. Men zal aan België den naam van een fatsoenlijk volk niet kunnen ontzeggen. Door zijne schit terende journalistiek geeft het mede den toon aan de publieke opinie in Europa. Het gewicht van zijne stem wordt door de Europeesche staatsmannen gezocht. Het geeft het voorbeeld van een vurig constitu tioneel leven van een vurig liberalisme dat stout den strijd aanvaardt met den boozen geest der oude wereld die zich belichaamt in de huichelarij. En, om alleen dit nog te zeggen, het voorziet door eigen eerlijken arbeid in zijne staatsbehoeften. Van Nederland moet de getuigenis anders luiden. Onze journalistiek onze concessiën aan kloosters aan, Roomsch-geestelijk onderwijs zullen wij nu maar laten rustenmaar op de vraagHoe voorziet Nederland in zijne Staatsbehoeften? hebben wij de keus tusschen tweeërlei antwoord. Jonkheer van der Wijck zegt: gij zijt de zoovers en dieven der JavanenDes Amorie van der Hoeven zegtgij zijt de bedeelden der Javanen. Nederland weet en beaamt dit. Er is geen smaad dien het niet gehoord en gewillig aangenomen heeft. Het heeft van den smaad een mantel gemaakt, waarin het zich te slapen legt en dien het aantrekt als het aan zijn dagelijksch werk tijgt. Het weet nu eenmaal dat de schande het loon der zwakheid is. Het zegent de gerechtigheid en ondergaat zwijgend zijn lot. Maar Belgie weet di even goed als onze censoren het weten. De jonge Belgische leeuw scheen ook reeds eenmaal niet ongenegen, zich eens met den afgeleefden Nederlandschen leeuw te meten. Bij gelegenheid van de jonge questie der afdamming der Ooster-Schelde vond de jonge leeuw goed zijne tanden eens te laten zien. De minister die het geschil met de Nedcrlandsche regeering besprak, besloot zijn speech met de woorden dat er voor Belgie nog geene redenen waren om tot strenge maatregelen over te gaan." En nu de questie over Borneo. Wie de zaak met zijn grof gezond verstand beoor deelt, voelt dadelijk den onzin dat een eiland, grooter dan Frankrijk, zoo rijk aan hulpbronnen zoo schoon als Borneo aan Nederland moet behooren, opdat Nederland er eenige wachtpostjes hebbe opdatals het hem goeddunkteen Nederlandsch ambtenaar de billijke aanspraken der in- landsche souvereipen willekeurig vertrede

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1867 | | pagina 1