N°. 3. Achlsle jaargang. Ml WESTELIJK ZEEÜWSCH-VLAANDEREN. NIEUWS- Ei ADVERTENTIEBLAD JAARVERSLAG OMTRENT DEN TOESTAND VAN HET VEE IN WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN. I Dit Weekblad verschijnt iedereu Vrijdag. Prijs per drie Prijs der Adverlentiën van 1-5 regels 0,75 elke regel maanden voor het voormalig 4de district van Zeeland f 1,15; IQ |anni)' daarboven f 0,12%behalve het zegel van ƒ0,35 voor iedere voor de overige plaatsen des Rijksfranco per post 1,30. VlljUag 10 JdlllldlJL plaatsing. Groote letters naar het getal gewone regels Afzonderlijke Nummers f 0,10. die zij beslaan. Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Adverlentiën en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondenten, te bezorgen bij den Uilgever dezes, alles FRANCO, behalve de bekende Correspoudentiën. (Wij geven het volgende, van eene vrien delijke hand ontvangen belangrijke verslag als hoofdartikel. Wij zijn er zeker van dat onze lezers met ons den belangstellenden Inzender danken zullen.) Is het voor steller dezes een groot ge noegen bij de alom in Nederland heer- schendc veeramp, de pen te mogen opvatten ter medcdeeling van gunstige feiten ten opzigle van de streek zijner inwoning, niet minder dankbaar stemt het ieder vaderlander, de zegeningen te mogen ontwaren, die de welvaart alhier alom verspreidt, te midden van rampspoed en ellende die elders heerschen niet alleenmaar ons tevens nopen, om ook in onze vee-artsenijkundige betrekking te doen wat in ons vermogen isom zoo zelveals door mededeeling en inlichting van anderen het onze bij te brengen tot afwering van eene ziekte, die de grootste verwoester is van den algemeenen vee-rijkdom. Gedurende het geheele vorige jaar 1866 werd het vierde district van Zeeland niet door eenige oorspronkelijk besmettelijke ziekte bezocht, en als gevolgelijk besmettelijke ziektewier sterfte gevreesd wordt mag alleen de typheuse varkensziekte genoemd wordendiealhoewel minder dan in 1865 hier en daar nog al slagtoffers cischte. Omtrent de oorzaken dier ziekte heerscht nog veel duisters. Dat intusschen onrein heid gebrek aan luchtverversching en sober plantenvoedsel op haar karakter van gewigtigen invloed zijnleert de onder vinding, daar zoodanige invloeden het karakter veel kwaadaardiger en de ziekte veel alge- meener maken. Intusschen blijft het mij nog altijd een raadselwaaromonder gelijkschijnende omstandigheden, in de eene gemeente meer verliezen geleden worden dan in de andere. Soms komen er zelfs contrasten voor, b. v. de zeezijden des lands ten noorden en de zandstreken ten zuiden. De eerste met brak water, en met opgelost chloor- sodium bezwangerde lucht en de laatste met haar zoet drinkbaar welwater en meer zachte zoete luchtleverden de meeste zieken; daarentegen bleef de middenstreek des lands het meest verschoond waarom ik daar aan de zee- of noordzijde en de zuid- of zoetlandzijde de armste arbeiders en dus de slechtste varkenskeukens te vinden zijnde voedings-aanleiding welbij een algemeen bestaanden ziekte-aanlegvoor datgene houd wat het meest tot de ont wikkeling der ziekte [bijdraagt; doch waar omtrent wellicht de elders opgedane erva ringen al of niet eenigen steun kunnen schenken. Meer sporadisch voorkomende varkens ziekten, als verstopping, kwamen zelden voor; waartegen dan ook meest altijd kcukengeneesmiddelen gebezigd werden of wel, in nood, de aanwending van eenig buikopenend middel gevorderd werd. Niet minder gevreesd bij den landbouwer was het verspreide ontstaan van den dus- genaamden lendentyphus bij eenige land bouwers. In de maand April des vorigen jaars is mijne hulp ingeroepen bij de Wed. Johannes de Blaauwe, gemeente Hoofdplaat, bij een paard, daardoor in hevige mate aangedaan hetwelk na 24 uren lijdens den geest* gaf. Onmiddellijk is door mij gelast de paarden ter weide, hoe schraal ook met gras bezet, te brengen hetwelk geschiedde, en niet één paard is meer door de ziekte aangetast geworden. Nadat den gehcelen zomer en najaar al de paarden gezond waren gebleven en steeds in dezelfde stallen waren gestald geworden ontstond die ziekte op den lsten Novemberonder droge voeding en tastte drie paarden aan. Dadelijk is het voeder verwisseld en niet één paard is op nieuw ziek geworden twee zijn totaal en het derde is bijna hersteld. Later heeft zich die ziekte nog geopen baard bij eenen P. J. Turflandbouwer tc Groedeen bij eenen de Koster landbou wer te St. Kruiswelke eerste twee paarden, en de laatste er één verloren heeft. Omtrent de besmettelijkheid dezer ziekte is reeds menigmaal door sommigen twijfel geopperd; een twijfel, die alléén schijnt te berusten op het gebrek om eene be paalde oorzaak der ziekte aan te wijzen die evenwel volgens aloude Zeeuwsehe ervaring bepaald in het voedsel moet ge zocht worden. Van de overige sporadisch voorkomende ziekten der paarden valt weinig te vermel den. Er waren in het geheel weinig ziekten onder die dieren van welke ver melding verdienen kolieken bij overgang van groen tot droog voeder, of uit verkoeling ontstaande, en in de meeste ongesteldheden der paarden was meer eene rheumatische dan catharrale ziekte-gesteldheid op te merken waarom dan ook bevangenheid en borstvliesontstekingen werden waargenomen. Van éénen toestand bij de paarden meencn wij intusschen gewag te moeten maken en dit is van de alom bij deze dieren plaats hebbende vruchtverwerping. Ofschoon niets met zekerheid dienaan gaande kan gemeld wordenzoo meen ik ten dezen vooral min voedzame voeding gedurende den winterin één woordtc ruime besparing van graan te moeten be schuldigen immers de dusgenaamde late veulens worden meest volwassen en sterk geboren. Meermalen is er ook mijne aandacht op gevestigd geweest, of eene gevolgelijke be smettingsoorzaak daaraan ten grondslag koa liggen, waarvan men bij de febris purperalis bij den mensch zulke treffende voorbeelden aantreftdanhet was mij onmogelijk uithoofde van het verwisselend gebruik der hengsten, daaruit eenig gegrond vermoede lijk resultaat af te leiden. Dat door dit veelvuldig verwerpen der vrucht minder onnatuurlijke verlossingen voorkwamen dan in vorige jarenvindt hierin zijnen grond. Daar ikom redenen het rundvee het laatst wensch te behandelen zij omtrent het wolvee vermeld dat de veelvuldige najaarsregen op zijne gevoedheid van min gunstigen invloed is geweestzonder dat tot nog toe door mij als gevolg daarvan botziekte of ongans is waargenomen. Eene enkele kudde is dit jaar geteisterd door opgeblazenheid, ten gevolge van 't gebruik van koolzaadspruitcn en eene andere door weiding op een te welig klaverveld, terwijl de klaver nog nat van den dauw was beide voorwaarden van gisting en luchtontwik- keling. Koudwaterbaden zijn ten dezen zeker het eerst bij de hand; de zoo doeltreffende penssteek wordt dikwijls door ongeoefende handen verrichtdie de uitkomst niet altijd gunstig doen zijn, dan waartoe men, uit gebrek aan tijd en gedrongen door den nood zijne toevlucht neemt. Het rundvee moest (reeds ter loops in het vorenstaande vermeld) voor de andere huis dieren in gezondheidstoestand niet onder doen. Weinig ziekten kwamen er bij voor; onnatuurlijke verlossingen en andere kraam- ziekten kwamen voor, doch zooals gewoonlijk. Gedurende den weidetijd genoot het wel overvloedig, doch niet te voedzaam voedsel, waardoor de melkerij en vetweiderij minder afwierpen dan in vorige jaren, en er aldus minder zuivel en vetvieesch geproduceerd isdaargelaten nog den moeijelijken en minder voordeeligen afzet, die den landbouwer bij de steeds meer en meer stijgende pachten ten deel valt. De in Nederland alom heerschende runderpestwelke zich intusschen in het 4e district van Zeeland nog niet heeft vertoond, maakte het raadzaam, dat zoowel van Rijkswege maatregelen tegen den invoer uit Belgieals Plaatselijke verordeningen werden ontworpen vastgesteld t en in toepassing gebragt die alom het veelvuldig verkeer van het vee belemmerden opdat bij onverhoopte uitbreiding dier ziekte, hare spoedige verspreiding zooveel mogelijk wierde

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1867 | | pagina 5