NIEUWS- El ADVERTENTIEBLAD VAI WESTELIJK ZEEUWSCH-VLAANDEREN. DE BURGEMEESTERS. N°. 52. Zevende jaargang. A°. sliiismÊmmmd Dit Weekblad verschijnt iederen Vrijdag. Prijs per drie Prijs der Advortentiënvan 1-5 regels 0,75 elke regel maanden voor het voormalig 4de district van Zeeland ƒ1,15; daarboven 0,121/2behalve het zegel van ƒ0,35 voor iedere voor de overige plaatsen des Rijksfranco per post 1,30. 1 lJUdii OtïCCliliJolplaatsing. Groote letters naar het getal gewone regels, Afzonderlijke Nummers 0,10. die zij beslaan. Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Adverleuliën en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondenten, te bezorgen bij den Uitgever dezes, alles FRANCO, behalve de bekende Correspoudentiën. Wanneer wij spreken van den Burgemeester dan denken wij aan een ambtenaar, een ge- qualifïceerde of zooals men het noemen wil die eene uitvoerende macht vertegenwoordigt, die met een zeker gezag bekleed is en die in ouzen lijd in meerdere of mindere mate èn regeert èn bestuurt beide. De moderne staathuishoudkunde leert ons dat de Burgemeester tot de administrative macht be hoort: 'tis moeilijk deze kwaliteit in goed Neer- iandsch te omschrijven; zij is het nauwst verwant met de bepaling van besturenhet verst verwijderd van regeer en. Zij die den oorsprong van het woord zoeken in den naam van Burgermeesterdwalen grove lijk en ook zonder die afleiding kan de titularis zich zeer goed den naam van Burgervader ver dienen de Burger heeft geen meester de Ne derlandsche Burger is vrij. Een Koning zijner keuze regeert krachtens de Grondwetde Koning wordt in iedere Pro- vracie vertegenwoordigd door een Commissaris die echterkrachtens de Wetals zoodanig eene zekere tweeslachtigheid bezitdaar hij èn de Vertegenwoordiger des Koniugs is èn ook zelfstan dig handelend ambtenaar: men denke aan zijn lidmaatschap van Gedeputeerde Staten zulk een twee- (ja, met het oog op de politie, soms drie)-slachlig wezen nu is het hoofd des Gemeente- bestuurs, de Burgemeester. Hij vertegenwoordigt in zekeren zin den Koning in de Gemeente en in dien zin regeert hijhij is op een andermaal weer zelfstandig ambtenaar en als zoodanig be stuurt hij Is de schepping van dit ambt dus vrij te pleiten van inconsequentie? Wij gelooven het niet! Doch van waar dan het verschijnsel? Wij gelooven nu daar entegen het antwoord te kunnen geven de Neder- landsche Staatsman}, de Nederlandsche Wetgever, heeft zich niet los kunnen maken Yan de zucht naar centralisatie centralisatiemet hare slechte ge volgen van Yalsche beoordeeling van het algemeen uit eeue massa gecentraliseerde bijzonderheden statistiek, de eene al valseher dan de andere, op allerlei mogelijk gebied. De centrale regeeriug wil zich doen houden voor een middelpunt, waar heen, door haar aangetrokken, alles samen moet vloeien tot een geheel, om uit het geheel als eene bezielende kracht op nieuw uit te gaau en leyen te schenken aan alle lakken van bestuur- De centralisatie is een raderwerkmet vernuft samengesteld, met juistheid berekend doch juist om dat kunstig samenstel een aanhoudend voor werp van angstvallige zorgmaar daardoor ook juist van een voorbijzien van 't eene door te veel te letten op 'l andere van tijdverlies en nutte- looze geldverkwistingwant een centraliseerend bestuur is langwijlig en kostbaar het bestaat uit schakels eu raderen; iedere schakel heeft zijne verbindingen ieder rad zijue tandjes en juist deze laatsten veroorzaken de grootste moeite en het grootste geld- en tijdverlies! Wij hadden eenmaal eene centraliseerende re geering eu ten verleden jare dankten wij den Hemel dal wij daarvan tegelijk mol de vreemde overheersching verlost geworden zijn. Dan, ziet! reeds dadelijk na onze herstelling lieten zich de naweeën gevoeleuin plaats van door te tasten zoo leert ons do onomkoopbare wereldrichtster de Geschiedenis modderde en schipperde men en men transigeert met heden en verleden tot op den huidigen dag. Ik, de Keizer, of da Keizer door do gratie èn de constitutiebeide bedriegelijke klanken in den mond des overweldigers, sprak en werd gehoorzaamd door den Prefectden Sousprefect en den Maire! Ik, de Keizer, deed den Prefect eene vraag; do Prefect bracht ze over op den Soupsrefect; de Sousprefect op den Maire, en deze soms nog op zijn Adjoint (een of meer) en bet antwoord gingdoor middel van hetzelfde rader- en schakelwerk vau beneden naar boven naar de centraalzon terug. Prefecten waren ver antwoordelijk voor hunne Departementen, Sous- prefecten voor hunne Arrondissementen en Maires eu Adjoinls voor hunne Communes. Wal deed de herstelling Hergaf ze ons onze Drosten, Baljuwen, Schouten en Schepenen? Yerre van daar Zij hervormde de Fransche Departe menten tot nieuwe Nederlandsche Provinciën met de oude nameu. (De Generaliteit, we moeten billijk zijn, hief ze op.) Men verving de Fransche Prefecten door Nederlandsche Gouverneurs, waar uit men later Commissarissen des Konings goot! Men herschiep de Arrondissementen in Distrieten, en de Sousprefecten in pistricls-Commissarissen en yan den Maire maakte men een Burgemeester. Men brak ten deele met het verledenedoch riep eene traditioueele ongelijkheid in het leven, De oude Burgt- meester (want dat is het oude woord, nog elders in Bourg-meslre levendewerd aan het hoofd der stad gesteldmet Wethouders aan zijne zijde het dorp kreeg Schout of Bur gemeester, met Assessoren of bijzitters; overigens waren er nog de vrjj nutlelooze Gemeenteraden! Alles hing af van de wenken der regeering, zooals weleer van Ik de Keizer. Met de nieuwe grondwet kwam er verandering; sleden en dorpen (ook de zich noemende stad en Gemeente) werden weer als tijdens Bonaparte Communes Gemeenten en de Burgemeester van Amsterdam en ziju Ambt genoot van Soilum even hoog. Meeue nuwie wildat we van den Centralisatiegeest verlost waren. Verre van daar is helIlij uitte zich in verschilleudo pogingen. De onbeperkte macht den Koning verleend om Zijnen gewestelijken en plaatselij ken Commissaris te benoemen, werd door de regeering in beslag genomen en daar waar men geene kans zag om door de wet Gemeenten to vereenigen, accumuleerde meu Burgemeesters plaatsen en schiep alzoo eene feitelijke vereeni- giug. 't Is waar (en wij danken er Z. M. Com missaris in dit gewest onder anderen nevens de regcering voor), deze ergernis begint op te houden; maar we vinden in een nieuw besluit een nieuw bewijs dat de Centralisatiegeest niet dood is maar, zien wij juist, vernieuwde en .gevaarlijke levensteekeuen geeft. Deze teekenen van leven zouden wij minder wantrouwenwanueer namelijk de macht des Konings om Burgemeesters te benoemen geheel onbeperkt was eu de Wel voorschreef, dat Z. M. vertegenwoordiger in de Gemeente geen Raadslid mocht zijn (dit is ons bijzonder ideaal van een onaf hankelijk Burgemeester en dien titel waardig!) of dat do macht van Z. M. beperkter ware en de Koning geen Burgemeester kon benoemen dan uit de Raadsleden. Het laatste zou ons het ver- kieselijkst voorkomeneven als dit dan ook in Belgie regel is. "Wat zou meu dan toch hebben? Wat anders dan een Burgemeester volgens de volks keuzo maar de Centralisatie zou er onder lijden Men versta ons nu niet verkeerd: wij behooren niét tol hendie Z. M. 's macht willen beperken maar wij gaau uit van de onderstellingen ge looven niet mis te zien dat Z. M. benoemt op voordracht de Minister moet voor de Gemeente A.B. of C. een Burgemeester voordragen; want de Koning kent het tienduizendste deel zijner onderdanen nietde Minister evenminCom missaris des Koniügs zendt gij mij eene voor dracht! Deze raadpleegt alweder derden; want bet is nog onmogelijk, dat hij al het personeel, voor den post bekwaam, in iedere Gemeente ken nen zou en zoo benoemt eigenlijk A. of B. een Burgemeesterevenals in de dagen Yan Olim zeker officier ridderordes uitdeelde met de woor den Jongen 'k zal zorgen dat jij gedecoreerd wordt!" Koos de Koning nu uit den Raad, dan hield dit gebrek op; de Raadsleden zijn mannen der volkskeuze die het vertrouwen der kiezers genieten evenzoo de Burgemeester-Raadslid maar niet altoos die Burgemeester die tot Raads lid gekozen wordt, eenig en alleen omdat hij reeds Burgemeester was. Wij verzekeren plechtigeu niemand heeft het recht aan onze woorden eene beleekenis te geven dan wij die ze neerschrij ven wij verzekeren plechtig, dat wij geene per sonen maar zaken 'l oog hebben. Wij kennen Burgemeesters, die eerst na hunne benoeming als zoodanig tot Raadslid werden gokozeu: zij mogen zich die keuze tot eer rekeneuDe volksstem bevestigde jin dezen de keuze des Koningsdoch uitzondering is geen regel Eerst dan, a!s de regoering onfeilbaar is, zal de regel recht worden! Er is een ander contrast: ouder Bonaparte was de Maire-plaals een eere- postde Mairo had zelfs niet eens een Secretaris, en genoot alleen volgens vastgesteld tableau zijne bureaukosten thans (en nn komen wij tol' het punt waar wij wenschen te komen) thans maakt men van de Burgemeestersplaats een bezoldigd ambt, eu hier zien wij gevaren! Wat zal de gesalarieerde ambtenaar, vooral ook bij nog steeds mogelijke ambten-cumulatie wor den Het zelfstandig hoofd der Gemeente onder en Wet, of de oogendienaar der regeerins Haar agent municipaal bij verkiezingen Haar zaakgelastigde, wanneer hare belangen in botsing komen met de inzichten van het llooger Bestuur? Zal de Burgemeester voorlaan zijn een gezon den bezoldigd Staats-ambtenaar Ziedaar vragen die onsbij het recht der regeering om zelfs een Burgemeester van elders te zenden (iels watdank zij de verhoogde jaar weddengemakkelijk is gemaakt) met bange vrees voor de zelfstandigheid der Gemeentebe sturen- vervult lufluencie op begrooling arm- wezeuonderwijs, wapening, enz. Waarlijk men zet god Bonaparte zoodoende nog dagelijks de kroon op Welk eeue onhan digheid! Welk een gevaarlijk spel spelen mei de volksgunst! Wij wenschen vurig, dat onze vrees ijdel zij en we wenschen de Gemeenteraden wijsheid eu overleg

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1866 | | pagina 1