Politiek Overzicht. van de schuring eenigen hinder hadden. Voeg daarbij, dat de geulen der Passluis, der Oostsluis en der Aardenburgerhaven- sluizen nog altoos eenige geul yan meerdere of mindere diepte hadden, en we mogen zeggen, dat de natuur zelve voor de vei ligheid der genoemde polders gezorgd had, zóó sterk zelfsdat de ouoordeelkuudiger te vroeg volvoerde bedijkiug des Diomede- polders daarop geenen invloed had, en mee tot schade der ondernemersdoor bedijkt zand en krekenstrektedan tot nadeel voor de bestaande polders 1 Thans is dit echter anders gewordende speelruimte voor den vloed der Noordzee is, door het afdammen van het Paswater en de bedijking des Zwinpolders hoe oordeelkundig en voorzichtig deze laatste ook is voltrokken minder geworden de overstrooming van den Zwinpolder zou gewis nllernadeeligst op de dijken der achterliggende polders werken wij gelooven dat de werken van Sluis in staat zijn den vloed te keeren doch dan zou deze zich ook met verdubbelde woede oostwaarts wenden naar den Dio- mede-dijk en de dijken der zij-polders schuren 1 Is het nu rechtdat die polders verplicht zijn in de eerste plaats den Zwinpolder bij zoodanig ongeval te helpen Is dit niet veeleer de taak des bedijkers zeiven of, anders, die van 't algemeenmaar dan ook gelijk zonder onderscheid Ziedaar eenige gegevens, eenige vluchtige beschouwingen. Welk resultaat wij er uit trekken Ditde polder is een persoon de persoonlijke vrijheid is in Nederland gewaarborgd; aller rechten zijn omschreven; alleen die des polders zijn veranderd of verminkt. De wetgevingen zij alleen behoort de hand aan het werk te slaan om met eerbiediging van de verkregen rechten der polderseene grondwet voor de polders te scheppendie in overeen stemming is met de grondwet des rijks. Wegen ten algemeenen nutte moeten door iederen poldereven als waterleidingen en kanalen, in goeden staat onderhouden worden. I)e polderlastcn behoorden zoodra de vol strekte meerderheid der ingelanden die gestemd heeft, alleen krachtens die stemming uitvoerbaar te zijnmet andere woorden de polder behoort, mits zichzelven kunnende helpen, zoo vrij mogelijk te zijn! Wanneer wij over dit onderwerpdat niet genoeg kan besproken wordennog meerdere vragenook inlichtingen mogen ontvangen zullen wij met genoegen onze schels verder uitwerkenvoor dit maal geven wij ze der algemeene overweging over. De Eccloonaer van *29 April II. schrijft: INVOER VAN VEE. Reeds klaagden wij over de benadeeling ons gewest, meer" dan alle andere, toegebracht door hel verbod van deu invoer aller soorten van vee, als voorzorgendo maatregel uitgevaardigd tegen den inval der runderpest. „Gelegen op de Zuid-Nederlandschc grens, zeiden wij heeft hel verbod des invoers van vee eu schapen gansch deze gewichtige koophandols- brou gestremd lusschon het district Eecloo en het Land vau Kadzanddie beide bij uitstek landbouwende gewesten. Onberekenbaar zijn de verliezen die daaruit concrzijds voor de Zecuwsche landbouwers anderzijds voor de Vlaamsche vee handelaars onlslaau. In het Land van Kadzand alleen kan men dit verlies eeuigszins afmeten, en de maatslaf daarvan is dat er de hoornbeesten sodert de grenzen voor onze kooplièn zijn afge sloten, meer dau gemiddeld honderd franks per stuk z\jn afgeslagen." Deze bedenkingen hebben thaus eenen dubbelen weerklank gehad. Het artikel over dit onderwerp afgekondigd in ons nummer van den 8 dezer overnemeude eu besprekendestemde het Sluisch Weekblad met die bedenkingen in. „Wij erkennen zcide het Zceuwsch orgaan do drie Vlaanderens, Oost- NVesl- eu Zcouwscbljjdcn onder den druk dier maatregelen de Zeeuwsrhe handelaar en landbouwer ziet zijneQ veestapel in waarde ver minderen; bij de ophanden zijnde Meikoopdagen zal dit ongetwijfeld nog nader blijken edoch, bij zulke kwalen zulke geneesmiddelen." „Ten Noorden van ous aldus besloot het Sluisch blad liggeu de Zeeuwsche eilaudeu door breede stroomeo van ous afgesloten in het Oosten en Westen beschermen ons de Schelde en de Noordzee in de gegeven omstandigheden eu blijkens de ervaring worden wij dus door do run derpest bedreigd langs de gehéele breede Zuider grens. Bedreigdzeggeu wewant juist door onze ligging beklemd in die natuurlijke greuzen ten Noorden Oosten en Westenworden de Vlaanderens langs hunne Noordergrens door ons beschermdwij daarentegen bedreigdNoord- Brabaud en Autwerpen grenzen aan elkander en in beide provinciën vindt men, zij het dan ook zeer afgezonderde kweekplaatsen der veeziekte. Het drukke Antwerpen ziet zijoe markteu bezoe ken door laudbouwers, veehouders, veedrijvers, kortom door velen vooral door handelaarsdie met vee omgaan en die dus onwillekeurig de personen kuuneu zijn die de besmetting overvoe- reu. De ondervinding heeft geleerd, hoe ze in Utrecht soms door eeu' arbeider van den eenen stal lot den anderen werd overgebracht! De mo gelijkheid bestaat dus, dat hetzelfde van Antwer- peu' naar Gentvan Gent naar Eecloovan Eecloo naar Zeeuwsch-Vlaanderen gebeure." Voorzeker is dit zeer gegrond geredoueerd pn zoo ziet men datterwijl wij voor besmetting vreezen uit Zeeuwsch-Vlaanderen,die uil Zeeuwsch- Vlaanderen voor besmetting vreezen uit Belgie. Daarom juicht men in Zeeuwsch-Vlaanderen het verbod van iuvoer toe. Voor ons ligt daar eene reden in om in het belang vau onzeu plaatse- lijkeu veehandelde opheffing van dit verbod le vragen, tot zoo ver als het de Vlaamsch-Zeeuwsche grens betreft. Hel opheffen van dit verbod werd, in de ka merzitting van den 21 dezer, gevraagd tot de Belgisch-Pruissische grens. Het was de heer Moreau volksvertegenwoordiger van het distrikt Verviers, eene streek welke deze grens bestrijkt, die aan den minister van biunenlanclsche zaken vroeg den iuvoer van vee langs de Pruissische grens toe te laten te meer omdat Pruisen tot hiertoe vau de runderpest bevrijd is gebleven en ten strengste deu invoer van alle vee over zijne greuzen bewaakten belet. De heer Moreau steunde die vraag op de voordeelen welke deze toelating aan de veehouders en laudbouwers vau hel distrikt Verviers zou opleveren. Altijd op de bres als de gelegenheid daar is om de belaugeus vau ons district voor te staan vroeg onze volksvertegenwoordigerbaron Kcrvyn de Letteuhove, dezelfde gunst opzichtens de Zeeuwsch-Vlaamsche grens. „Daar, zeide hij is nog nooit eenige ye^ziekte ontdektik bedoel hel distrikt Eecloo 't welk aan dat gedeelte van Holland paalt, dat door eene rivier van de andere gedeelten dezes laudswaarde ruuderpesi heerscht is afgescheiden." De miuister verklaarde daarop, dat het staats bestuur uiet voorzichtig genoeg kou te werk gaan om het land tegen de veeziekte te beschutten; dat hij daarom de gevraagde opheffing niet kou vergunnenmaar dat hijmet het oog op do helangens van landbouw' en handel, de kwestie zou ouderzoekou. Ziedaar hoe de zaak die wij opwierpen nu der aandacht vau het staatsbestuur is aanbevolen. Onze afgevaardigden bij kamer en senaat verlie zen ze niet uit het oog; ze staat in nauw verband met onzen veekweek en onzen veehandel, cd waar het zulke helangens geldt mogen wij zeker wezen de tusscheukomst vau onze wetgevende mandata rissen aan le trelfeu. Daarom berusteu wij." Ons gewoon overzicht op het staatkundig ge bied bekorleode, nemen wij het bovenstaande over omdat de kwestie voor ons, even als voor de beide Vlaanderens, van hel grootste gewicht is. Inlusschen zien onze lezers, dat onze zieuswijze elders gedeeld wordt. 't Is waarde veeziekte is indirekl ook voor ons uadeelig, de veehandel staat stil, doch er is nog veel te doen, vooral voor den Vlaamschen landbouwer om dien handel op te beureu. Laat de Vlamingen bij ous gezond en jeugdig vee aankoopen, en dat'ze hot in hunne weiden op N'eerlandsch groudgebied plaatsen cu, bv. door samenwerking, zooals de beetplanlerswiuter- loodsen opslaan om het over te houden, 't Is waar, dit is eene speculatie en zonder verecuigdc krachten wellicht te aewaagd edoch nog eens bij zulke kwalen zulke geneesmiddelen. Vlaan deren verlangt ous vee wij willen doch kunnen het niet geven: welnu, én de Vlaamsche én onze landbouwers kunnen ieLs wagen. Met goed uitgezocht baalgevend vee behoeft men nimmer verlegen le zijn. Iets slechts is in deze omstan digheden betreurenswaardig, namelijk de oneven redig hooge huurprijzen der weilanden. Wij manen dus tevens lot voorzichtigheid aan. Wij vreesden ook gevaar van het Zuideuhet bovengenoemd Eecloosch Weekblad komt die vrees versterken door de volgende berichtenten aller juisten lijdo LEMBEKE26 April. Men schrijft aan den Eecloojiaer Onze gemeente verkeert onder den iudruk van al de vrees die do runderpest onder den landbouwenden stand verspreidt. Do kouleekens dezer ziekte zijn hierop twee verschillendo plaat sen vastgesteld geworden. Het zijn de eerste verschijnselen van dien geesel wélke zich in het distrikt Eecloo opdoen. Mochten zij dienen lot eene waarschuwing voor al de landbouwers en de veehouders dezer streek om door alle mogelijke voorzorgen de kwaal af le weren van onzeu rijken veestapel! Mocht, door de waakzaamheid onzer gemeenteoverheidhst uitwerksel der veeplaag lot die beide gevallen beperkt blijven! Over eenige dagen was de heer D. Laforce vau Eecloo, rijksveearts bij het 2de en dde land bouwdistrict, geroepeu geweest om het yee na te zien van deu landbouwer Karei Francies Versijp, op Lembeke-Heidehetwelk hem zeer verdacht voorkwam. Dinsdag 11. was er eene bekalfde be zweken. De heer Laforce deed ze openen en bevond daarop al do keuteekens eigen aan de runderpest. Daarop wendde hij zich zonder verwijl tot den heer burgemeester van Lembeketen "einde de afmaking te vragen van al de andere hoornbeesten die bij deu landbouwer Versyp op slal stonden. Dezeelf in getal, werden dadelijk afgemaakt en gedolven. Bij elk dezer elf dieren bevond de rijksveearts dezelfde keuteekens van besmetting als bij het eerste. Denzelfden dag geroepen op do hofstede der weduwe van Francies de Lange, le Lembeke, wijk Buivelaarshoek, vond hij er eeu rund van 15 maanden oud't welk hem in hoogen graad ver dacht voorkwam. Dit dier werd afgemaakt; uit de lijkschouwing bleek dat het al de kenteekens van den bcsraeltelijkóii veetyphus opleverde. Daarop werden ook al de hoornbeesten dezer hoeve, ten getale van zeven, afgemaakt en ge dolven. Bij deze laatste afmaking werd de heer rijks veearts Laforce bijgestaan door den heer Michel rijksveearts le Béveren en lid van de provinciale landbouwcommissieafgevaardigd door den heer gouverneur van Oost-Vlaanderen. Onmiddellijk heeft het bestuur dezer geraeeDte al de voorgeschreven maatregelen tegen het ver spreiden der runderpest toegepast; tot de zuive ring der besmette hoeven doen overgaanalleu omloop van vee verbodenenz. Hopen wij dat de krachtdadigheid dezer maat regelen versterkt door de medewerking van onze landlieden voor uitslag zal hebbenons tegen hel uitbreiden van den geeseldie ons boven 't hoofd hangt, le behoeden. Het verlies voor Karei Versyp wordt berekend op 3000 fr. eu dat voor de weduwe de Lange op 2500 fr. De dépêches, uit Berlijn en uit Weenen geko men bevestigen dat Oostenrijk aangekondigd heeftdat de houding van Italië het hem tèn plicht maakte zich niet ongewapend te laten ver rassen. Bruisen heeft hierop geantwoorddat het die voorbehouding niet aanvaarden kon eu dat de wapeningen ten Zuiden de ontwapeningen ten Noorden hersenschimmig maakten. Dit feit is dus eene nieuwe verwikkeling, die stellig den toestand verergert. Reeds meldde men te Parijsdat bij de weder- zijdsche beschuldigingen op dit oogenblik tus- soben Oostenrijk en Italië gewisseld en de stel lige verklaringen van deze laatste mogendheid de heer Drouyn de Lhuys eene dépêche naar Weenen gezoudeu heeft, voor de Oosleurijksche belangen weinig voldoende. Wellichtindien Oostenrijk er bij volharden blijft om zich in Venetie te wapeuen, zulieu de zaken lot hel uiterste komendoch het is te hopendat de raadgevin gen der wijsheid zullen bovendrijveuen dat de braud, die in Duitschland meer of min uitgedoofd schijntten Zuiden der Alpen niet weder zal ontstoken worden. De üuilsche Bond heeft de commissie aange steld naar welke het voorstel van de Pruisische hervorming zal verzonden worden. Die commissie is samengesteld uit de afgevaardigden van Oos tenrijk, Pruisen, der vier Koninkrijken van het groothertogdom Hessen, en van eenen vertegen woordiger voor Keur-Hessen, voor Mecklenburg cu de hertogdommen van Thuringen. In die commissie zijn meestal de eerste miuisters verte genwoordigd, over weinige dagen te Augsburg in conferentie vereenigd. liet adres van de kamer der magnatengelijk aau dat van de kamer der afgevaardigden van Hongarije, is door graaf Seuniveyvoorzitter der hoogere kamer, eu door graaf Andrassy naar Weenen gebracht. De Keizer heeft bij het ont vangen van het adres aan de afvaardiging ge antwoord, dat hij hoopte eene vaste overeenkomst le zien tot stand komen over de vraagstukken in het adres besproken, en dat van die overeenkomst het heil van* Hongarije, zoowel als dat van het rijk afhing. In de zitting van de ltaliaansche kamer der afgevaardigden heeft de heer Scialoja gezegd dat hij de vei mindering op twee twaalfden der voor- loopige credielon niet aanvaardt: hij vroeg drie twaalfden. De heer Guerrazzi zeideIndien wij bedreigd zijn dan zullen wij allen vereenigd zijn." Hij vroeg eenige uitleggingen betrekkelijk het geval van oorlog. Dc heer de La Marmora antwoordde, dat in geval van oorlog men hem op die bank nietmaar elders zou zien. De hecren Querzoni en Bertani oulwikkelden een voorstel van wantrouwen, dat niet aanvaard werd,.

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1866 | | pagina 2