NIEUWS- El ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWS,CH - VLAANDEREN. N°. 14. Zevende jaargang. A0 1866. Dc Ambachtsman en het Lager Onderwijs. siiisiiiMirmii Dit Weekblad verschijnt iedercn Vr.ijdag. Prijs per drie Prijs der Adverlentiën, van 1-5 regels 0,75; elke rese* maanden voor het voormalig 4de district van Zeeland f 1,15Vrnrlaa* fi Anril daarboven behalve het zegel van f 0,3.5 voor iedere voor de overige plaatsen (les Rijks franco per post f 1.3J iiJUd-j U Ü.JJ111. plaatsing. Groote letters naar het getal gewone regels, Afzonderlijke Nummers ƒ0.10. die zij beslaan. Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Advertentiën en gewone Berichten of Mededeelingcn van Correspondenten te bezorgen bij den Uitgever dezes, alles francobehalve de bekende Corrcspondentiën. Beschouwingen over een onderwerp als in bovenstaande woorden is aangegeven mogen wel gerekend worden waardig te zijn om in een Weekblad voor het volk als het onze, besproken te worden. Wij kunnen het niet genoeg herhalen met het oog op taal en stijl van ons blad (voor hoeveel verbetering deze dan ook vatbaar zijn mogen dat wij onze beschouwingen steeds zoo trachten in te richtendat we zoo weinig mogelijk de kieschhcid van den meer ontwikkelde bcleedigen, maar tevens, in een ander uiterste vallende het overige gedeelte van ons publiek niet miskennen. Rustig gaan we daarom voort, doen ons voordeel met gepaste, bescheidene aanmer kingen wijzen alle beschuldigingen van aanmatiging af, ook daar waar wij schijnen ons op een veld te wagendat men zegt niet het onze te zijn en dat nogtans openbaar eigendom isen zeggen wat wij te zeggen hebben Is er iets dat algemeen eigendom is hetwelk zelfs door den maar eenigszins ontwikkelde mag, ja moet betracht, be sproken en beoordeeld worden 't is het openbaar lager onderwijseene kwestie waarbij allen belang hebben: de rijke, om de massaas op te voeden tot het geregeld, ordelijk maatschappelijk levende arme ten einde niet geheel terug te zinken in de barbaarschheid Van dit laatste zijn wij zóó overtuigd omdat wij de geschiedenisook van onzen tijdten bondgenoot hebben 1 Waar vindt gij uwe rijen moordenaarsonder akelige mcnschonteeren.le omstandigheden roo- versbenden en dieven Is het niet daar waar het lager onderwijs of op den laagsten trap staat, of, wat erger is, geheel ont breekt? Zelfs in ons vaderland springt dit in 't oog. Kapitale misdaden worden er weinig bedreven scherprechter en schavot weinig gebezigden zien we deze tuigen verschijnenhet is om te straffen daar waar het onderwijs moedwillig of door omstandigheden verzuimd en verwaarloosd werd Het onderwijs is dus een zegen voor ons land. 't Is ons een wellust eene be waarschool te zien met kinderkens wier stamelen liefde is, wier oppassters van liefde spreken, wiereerste gebed, hoe eenvoudig van bewoordigen ruim begiftigd later nog herhaald wordt; daar worden woorden des levens gehoord, die soms worden overgebracht in harten van verwaarloosde ongelukkigen die in hunne jeugd geene bewaarschool kenden. Is deze bewaarschool de trap, waarlangs de jeugd tot het lager onderwijs wordt opgelegdontvangt de onderwijzer kinderen in wier hartop wier gemoed en verstand hij reeds van den aanvang af, kan werken hoe wordt hem dan zijne taak niet verlicht I En wanneer die onder wijzer die aan het hoofd der lagere school staal, een man van zijnen tijd is; zich zijner heilige roeping en verantwoordelijkheid bewustwanneer hij weet dat hij groo- tendeels het toekomstig wel of wee der kleinen in zijne hand heeftwanneer die onderwijzer tevens opvoeder is en er eene gewetenszaak van maakt, om door achte loosheid of loszinnigheidof door ongeloof aan wat waar en schoon en goed is, kiemen te verstikkendie kiemen van hoogc', edele ontwikkeling warenof kiemen neder te leggen, die Sodoms-appclen telen; o, dan is die onderwijzer, dan is zijn onderwijs een zegen voor de burgermaatschappijdan verdient die man in den moeilijksten werkkring geplaatst, onze meest onverdeelde liefde en hoogachting Dan prijzen wij nog luider den wetgever, die, kort geleden nogeen onrecht hoeft willen herstellen door den onderwijzer op te beuren tot eenen stand Tot eenen stand Voorzeker Vroeger was de onderwijzer aller wrijfpaal, afhankelijk en vernederd als hij soms wasthans is hij een ambtenaar, bekleedt hij, met nadruk, eenen stand I Ziewij erkennen ook in de nieuwe wet hare goede zijde, die welke wij aanwezen zy heeft nog meer goeds ja wij zouden op een enkel bekend punt na niet aarzelen haar een zegenrijk ge denkstuk der nieuwe beschaving te noemen, indien hare uitvoering meer verzekerd ware Wij kunnen daarover nu niet breeder uitweiden wij willen nu haar beschouwen van eene niet minder zegenrijke zijdedon invloeddien zij uitoefent op den hand werksman door de juiste omschrijving der leervakken in haar opgenomen O be seften allen het, beseften het vooral de ouders en voogden hoe verre ten achter bij andere volken bij anderen in de ver schillende gewesten onzes rijks, de Zeeuwsch- Ylaamsche handworks- of ambachtsman staat I Natuurlijk spreken wij in algemeene be woordingen en dan vragen wij hoe velen onzer bouwlieden zijn in staat eene een voudige naar den geest des lijdsdat is met de regelen der openbare gezondheid strookende metliehaams opwekkingsmiddelen: lucht en licht, ook zoo heilzaam werkende op den geest; hoevelcn onzer bouwlieden zeggen wij, zijn in staat om eene eenvoudige werk- manswoningte stichten? Vraagt ge sommigen hunner naar de hoeveelheid steenendie gij behoeft voor eenen ronden schoorsteen, waarvan gij maat en vorm op papier bracht; hoeveel er voor eenen allengs wijder of nauwer wordenden put, pijp, koker, brug en dergelijken er noodig zijn hoe de helling en verdere samenstelling van een dak in verhouding met de wanden of muien van een gebouw moet staanhoeof waar het geschikte steunpunt voor deze of gene zwaarte moet aangebracht zyn gij spreekt LatijnZe verstaan u niet Veel minder nog kunnen ze u de rekening leveren! Ja, wij zouden er met den vinger kunnen aanwijzen, die zelfs geen vierkant, geen kubiek kunnen berekenen Vraagt men ons de reden daarvan wij wijzen u eerst en vooralja alleenop een onoordeelkundig lager onderwijs. Men is niet begonnen met het beginde leer der vormen en gedaanten, der eenvoudige krachten het uit het hoofd rekenen kortom het loeren denken was onbekend de niet denkende leerling werd aan schrif ten en cijfers gezet en werkte traag en drooinerig, zich onbewust, zijne voorstellen en voorbeelden naar modellen of zonder verstand gegeven regelen af! Reeds jong trad hij op als opperman en leerjongen ten dienste van onkundige knechts en bij een meester, die zijne geheele kundigheid door een bloot aanschouwen van eene praktijk zonder theorie verkregen had Wij ontkennen nietdat we ons soms hebben verbaasd over de nauwkeurigheid waarmee sommige ambachtsluidoor eene eigenaardig gebruik van el en duimstok, bij benadering de noodige duizendtallen steen, de voeten hout berekenden; geenszins; maar juist deze werklieden zijn het, die ons deze regelen in de pen gavenzij zijn het diewijl hun ambacht hun ter harte gaathet bejammerendat hun geheele onderwijs er niet op ingericht is geweest om den grond te leggen tot eene theorie waarvan ze later bij hunne praktijk de vruchten zouden plukken O, die zonder eigenwaan spreekt, zal zieh verbazen over den arbeidtengevolge van do gegevens der genie, in onze groote sledenop onze wateren en wegen tot stand gebracht. Wij herinneren ons hoe een ambachtsman op de vraag of hij zulk een fabriekschoorsleen zou kunnen zetten, als hem in Gcnd eens werd aangewezen ten antwoord gafO ja 't is alleen de hoogte maar hoe hij ook hot wederwoord verdiendeGe kunt er niet eens den mortel voor maken!" En inderdaad, zoo is het; de man wist niet eens, dat er een wo ird scheikunde in onze taal was Welnu in deze gebreken kan ook bij ons lager onderwijs voorzien worden. Wij brengen dit artikel onder aller aandacht. De gemeentebesturen kunnen zorgen, ijaL... naast de lagere school in enkele tusjdhen-*''f uren op bepaalde dagen der week,, de teekenen rekcnschool tot stand komt, Dat dit ten platten landeblits .dir.!, onderwijzer eenen helder kop hebljq tftö- gelijk is dat do beginselen althans IhtuiienG^

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1866 | | pagina 1