ARBEID. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH - VLAANDEREN. N\ 3. Zevende jaargang. A" 1866.1 Vrijdag 2 Februari. (Eene der Levensvragen.) SII!IS(BSWBBUD l)it Weekblad verschijnt iederen Vrijdag. F rik maanden voor het voormalig 4de district van Zee»and f 1,15; voor de overige plaatsen des Rijksfranco per post f l.'JJ Afzonderlijke Nummers ƒ0.10. Prijs der Advertentiën, van 1-5 regels 0,75; elke regel daarboven fO.W/2, behalve het zegel van 0,3> voor iedera plaatsing. Groote letters naar het getal gewone regels, die zij beslaan. Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Advertentiën eu gewone Berichten of Mededeelingeu vau Correspondenten te bezorgen bij den Uitgever dezes, alles francobehalve de bekende Correspondentiën. 5, Zeeuwsch-Vlaanderen is een land bouwend gewest": deze stelling, die wc eene waarheid mogen noemen werd door ons reeds dikwijls bij menige beschouwing onzer maatschappelijke toestanden vooropgezet Men kan echter eene waarheid verkeerd aanwendenmen doet met de waarheid niet wat men wilmen plooit eri buigt ze niet naar verkiezingdaarvoor is ze te ernstig en niet ten onrechte stelden de ouden haar naakt vooren men moet ze nemenzooals ze is. Zeeuwsch-Vlaanderen is een landbouwend gewestmaar zal men nu daarom tegen ons redeneeren: „goed! dan hebt gij er u ook niet verder mede in te latendan is de toekomst van dat gewest ook in handen der landbouwers een stand, waartoe gij niet behoort, waarover gijten hoogsteeen oordeel als theorist moogt uitspreken, en welks geheele praktische zijde door u, den desbevoegde, den land bouwer, moet worden overgelaten"! Er is eenige waarheid in zoodanige tegenwerping; doch het is maar eene halve waarheidwij erkennen wij kunnen den landbouwer en zijn bedrijf slechts van één standpunt be- oordeelen en streng genomen alleen van het theoretische maar ons standpuntwaarop wij gelooven ons te mogen stellen is iets meer zuiver theoretisch; 'tis ook gedeeltelijk praktisch, wanneer wij namelijk de toekomst van Zeeuwsch-Vlaanderen besprekenmet het oog op de uitkomsten van den land bouw dan toch hebben we geene vooraf- gevormde theoriëngeene denkbeeldige za kenmaar daadzaken, feiten, voor ons, en wat leeren oris deze? Zij leeren ons, dat de vruchten des land bouwers in de eerste plaats ten deel vallen aan den grondbezitter, voor een minder deel aan den landmanvoor het allerminste deel aan den arbeiderdien wij ronduit (zonder daarom gunstige uitzonderingen te willen wegwerpen den slaaf der nieuwere Maatschappij noemenslaaf in lichamelijk opzichtjaen nog ergerslaaf naar den geest. Zeeuwsch-Vlaanderen bevat een aantal kleine steden en vele schooneschoon niet groote dorpen, waarvan sommige de toevoeg sels schoon, rein, rijk zelfs, in volle mate ver dienen. Dan, de medalje heeft ook hare keerzijdeniet verre van de met heldere kleuren geschilderde woningen der meer gegoede en rijke dorpelingenniet verre van de vaak rijke woning van den landgees- telijkeniet verre buiten de zoogenaamde kom met hare heldere schulp- of klinker paadjes vindt gijverzamelingen van hutten niet, maar ellendige spelonken, ware hoogescholen voor den geneesheerdie lyphuskoorts kinderziekte en klierziekte en allerlei afzichtelijke huidziekten wil leeren kennen verblijfplaatsen voor menschen waartegen de varkenshokken der hofsteden als paleizen overstaan Overdrijven wij Zie rond en om uin de achterstraten onzer kleine steden in de nabijheid van ieder dorp! Dan, genoeg, meenen wij, over een puntdat boven allen twijfel als feit is verheven. We wenschen te spreken over den arbeiJ als eene vraag des tijds. De arbeidende stand komt in alle landen Zeeuwsch-Vlaanderen moge op 't oogenblik daarin achterlijk zijn meer en meer tot de overtuiging dat de arbeider recht op den arbeid heeftdit is zelfs eene der goede vruchten van den geest der eeuw. 't Is waar deze stelling heeft nog te veel revolutionairs maar dit is de gewone over drijving van eene menigte, wier oogen open gaan voor het licht dér vrijheid Het is niemand geoorloofd op het zweet en den arbeid eens anderen te teren en dit nu ge beurt maar al te vaak door hen die den arbeider noodig hebbener zijn er geweest, er zijn er heden en er zullen er ten alle tijde zijn die dienen en die gediend wordendit brengt de inrichting der Maat schappijen medemaar even zoo is het eene waarheid dat de dienende loon be hoort te genieten en wel zoodanig loon dat hij kunne bestaan, zoo als een redelijk schepsel moet bestaan, zal hij den adeldom des arbeids lot eene waarheid maken. Dickens heeft dit schoon aangetoond in zijn Verlaten Huis de tegenstelling van den zoon der huishoudster en den Lord 1 Is er nu arbeid voor onze arbeiden Ie klasse? We beroepen ons ter beantwoording dezer vraag eenvoudig op de statistiek der instellingen van weldadigheid. Zijn dat allen ouden en gebrekkigen en kinderen en weezen die daarop voorkomenof geeft men soep en brood en geld niet ook den arbeiderden werkmanom hem des wintersdes voorjaars als het veld hem geen brood meer schenktof als hij niet tot de uitverkorenen van den vlegel behoort voor den hongerdood te bewaren 1 Er zijn er, die dit reeds zagen; er zijn er 'onder onze maatschappelijke hoogere standen, die hunnen blik niet alleen, maar ook hunne weldadige hand daarheen hebben gewendom het erkende kwaad te be strijden. Laten wij ons bij een voorbeeld bepalen. Eene Dame te Sluisbezield met mede lijden in het lol der werkelooze armen trok zich een deel hunner aan; zij wist medewerking te verwerven bij hare meer of min gegoede stadgenootenzij wist zich het patronaat eener hooggeplaatste be schermster te verwerven in Hare Majesteit de Koningin en zoo ontstond te Sluis de Koninklijke Kantwerkschool. Om aan ge gronde tegenwerping te voldoenwerd daar weldra eene naai-brei- en bewaar school bijgevoegd men raadplege het op schrift der school en gij vindt er de woorden „Instelling van Weldadigheid:" het bewijst dus dat ze niet in eigen behoeften kan voorziendat ze vreemde hulp behoeft dat ze dus kunstmatig en derhalve on praktisch is. Verre van ons dat we hier een veroordeelend vonnis uitsprekenwij het laatst en het minstdie eenmaal het genoegen smaaktende edele Damedie aan het hoofd dier instelling staat, en hen die haar zoo mild steunen in eene geachte vergadering onze stille maar welgemeende hulde te brengen 1 Verre van ons dat denkbeeld 1 Maar deze Kantwerkschool is slechts een hulpmiddel even als alle an dere en om der gevolgen wille zou het onraadzaam zijn wanneer de industrie van het kantwerk (waartegen zelfs reeds in Vlaanderen, haar Vaderland, klachten op gaan) algemeen werd gemaaktterwijl ze slechts hulpmiddel kan en moet zijn. Zoo is het ook gelegen met het vervaardigen der glacé-handschoenen wat in Vlaanderen des winters (let wel des winters!) op de dorpen onder Oudenaarde en Geraardsber- gen plaats heeft. En om ter zake te komen, wenschen wij te wijzen op eenen arbeid uit eene grondstof, die met het grootste gemak te bekomen is, en zeer na aan de vruchten, die de landbouw oplevertverwant. Voor dit maal echter sluiten wij dit ar tikel om er meer bijzon 'er op terug te komen echter, met de volgende mededeeling uit Amsterdam Donderdagavond li Januari heeft de heer Dieudonné, te Amsterdam, in de maat schappij Felix Merilisafdeeling Koophandel de stroovlechlerij besproken waarop wij in de Ekster van 19 Augus'us 1833 onze lezers, opmerkzaam maakten en de werk zaamheden doen zien door ruim honderd kinderen gedurende de bijeenkomst verricht. De heer Dieudonné heeft alles uitvoerig toegelicht. Een niet overtalrijkmaar zeer gedistingueerd gehoor woonde belangstellend de seance bij, De heer burgemeester van Amsterdam had schriftelijk met leedwezen kennis gegeven niet tegenwoordig te kun nen zijn maar intusschen zijne levendige sympathie voor de zaak betuigd en den heer Dieudonné verlof gegeven van dat vereerend schrijven openbaar gebruik te maken. Hel woord opvattendebetuigde deze zijnen dank aan allen, die hem bij de invoering van dezen nieuwen en hoogvrucht- baren. tak van nijverheid in ons Vaderland waren behulpzaam geweestzoowel met stoffelijke als morele middelen en ontwik kelde hij al bet eigenaardige en voordc.elige

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1866 | | pagina 1