B1NNENLAN13.
LANDBOUW.
VEEZIEKTE.
SPOORWEGEN.
S
;,io
io;'to
schapen liet weiden. Terwijl het woeste dier
zijnen klauw op dit nieuwe slachtoffer zette
kwam een jager ter plaatsdie voorzien was yan
een dubbel geweer.
De eerste gedachte des jagers was op den wolf
te schietenmaar uit vreezc vau het arme meisje
insgelijks te treffen zag hij spoedig af van dit
eerste voornemen.
Om zekerder te zijn van zijn stuk vliect hij
naar het looneel der worsteling. De wolf die
een meer ernstigen vijand voor zich zagverliet
aanstonds zijn slachtoffer om met verdubbelde
razernij den gewapenden man aau te vallen.
Verrast door de woestheid van deu aanval
kon deze geen gebruik meer maken van zijn wa
pen. Het dier grijpt hem aan bij de rechter
wang, dicht nevens het oog, en brengt hem eene
breede wonde toe.
Zijne krachten hervatlende, doet do jager den
wolf achleruitdeinzen trekt achterwaarts en lost
zijne geweerschoteu in de borst van het dier,
't welk als Yan den bliksem getroffente gronde
stortte.
De wolf woog 50 kilogrammen; hij is ten toon
gesteld geweest te Saint-Jean op Maandag 8
Januari.
De man en het jonge meisje welke het eerste door
den wolf waren aangevallenzijn aan de gevolgen
hunner wonden overleden.
Wat den jager betreftdeze zal er gelukkig
van afgekomen zjjn met een likteeken aan de
wang en het oog *t is een jongeling welke bij
het Afrikaansche leger dient, en op dit oogenblik
niet verlof te Saint-Jean was.
Naar het schijnt was de wolf den zelfden mor-
geu gekwetst geworden in de omstreken van
Saucliéres en het zou ten gevolge der smarten
welke hij onderging zijn d'aï hij woedend en
eenigzins razend was geworden.
Deze uillegging is eenigzins aan te nemen
want zoodanige onderueming zou men moeilijk
kunnen begrijpen in een dier, welks tradilionueele
lafheid maar al te wel bekend is.
Men leest in een Parijsch dagblad Dingsdag
nacht werd de heer S.Engelsch tandmeester,
zeer beroemd te Parijsdie de ongelukkige ge
woonte heeft met zijn mond open te slapen, door
eene verschrikkelijke pijn gewekt. De heer S.
heeft een grooten aap die sedert lang met een
oplettend oog de werkzaamheden van zijn meester
op zijne patiënten gadeslaat. Gedurende den dag
was een timmerman in het vertrek van den heer
Swerkzaam geweest en had zijne nijptang
vergeten mede to nemen; de aap had er zich
meester van gemaakt enbegunstigd door het
nachtlicht dat in de kamer brandde, deed hij op
zijn meester de operalie, die hij dezen zoo dik
werf op zijne patiënten had zien doen. Dit voor
val dal aan den tandmeester drie zijner schoonste
voorlanden kost kwam des te meer van onpas
omdat hij des anderen daags in den echt moest
treden.
Sedert eenige dagen hebben in de Cirque Na-
pUêun te Parijs vertooningen plaats van een
Amerikaanschen dierentemmer, zekeren Batly,
wiens meuagerie eene verzameling wilde dieren
bevat, waarvan het gezicht alleen doel sidderen.
Zondag jl. is Batly bijna het slachtoffer geworden
van zijne vermetelheid. Hij had het hoofd iu den
muil van eene leeuwin gesloken en bleef iu die
gevaarlijke positie staan mot de handen op den
rug. Plotseling bespeurde het publiekdat het
vreeselijk gebit zich sloot. Batly maakte eene
krampachtige beweginghij vatte met de handen
het gebit van het dier aan en trok zijn bloedend
hoofd uit den muil. Bij den slaap van hel hoofd
had de tand van de leeuwin hem eene diepe
wonde toegebracht. Alle aanwezigen uilten een
kreet van ontzetting, maar Balty verloor geen
oogenblik zijne tegenwoordigheid van geest met
een onbewegelijk gelaat riglte hij zijne blikken
op de dieren en verwijderdo zich langzaam. Na
het- bloed afgewasscheu te hebben dat uit zijne
wonde vloeide kwam hij het publiek groeten.
SLUIS, 20 Januari. Door het Provinciaal be-
stuur is gisteren te Middelburg aanbesteed het
onderhoud van hol Nederlandsehe gedeelte van het
kanaal] van Sluis naar Brugge, gedurende de
jaren 18156, 1867 eti 1868. Aangenomen door
P. Verlee, voor f 1460.
Door middel van den telegraaf ontvangen wij
heden uit 's Hage het belangrijk bericht, dat,
volgens daar loopende geruchten,
al de Ministers hunne portefeuilles ter beschikking
des Kouitigs zouden hebben gesteld. Oneenigheid
in den boezem des kabinets wordt geacht van
dezen maatregel de oorzaak te zijn.
Uit Pijnacker wordt gemeld dat in de vorige
week, in eene naburige stad, een zonderling
middel is gebezigd om vleesch afkomstig van
runderen, die te Pijnacker aan de he.ersche.nde
ziekte waren gestorven zonder dat daarvan
aangifte werd gedaanin te voeren. Men zou
daartoe namelijk gebruik hebben gemaakt van
een lijkwagen gevolgd door drie andere koet
sen alles schijnbaar of er een begrafenisplech
tigheid plaats 'had. Al de wagens waren echter
gevuld mot ziek rundvleesch datter bestemde
plaats gekomen werd afgeladen om vervolgens
verkocht te worden.
EIGENSCHAPPEN VAN HET GOED
KLAVERZAAD.
De vorm van het klaverzaad (Trifolium pratense)
is zoodanig, dat het een dik en een dun einde heeft.
Zijne kleur is niet eenvormigzekere korrels zijn
helder geel, andere violetkleurig, wederom andere
hebben al de schakeringen van het geel en het
violet. Deze laatste zijn in het grootste getal
dan volgen de violetkleurige en eindelijk de klare.
Onder de violetkleurige zijn er veelwier dik
einde violet en wier dun einde klaar geel zijn.
Wij hebben geene andere violetkleurige groen-
selplant, zoodat deze kleur teenemaal eigenaardig
is voor de klaver. Van de gele zaden alleen|kan
men den aard en de herkomst vermoedendoch
hun eiervorm zal hen doen onderscheiden van de
lupuline, die de groenselplant is. waarmede zjj de
meeste gelijkenis hebben.
Het nieuw klaverzaad dat doelmatig ingeoogsl
werd, is altijd blinkend; de glans verdwijnt.met
den tijden het zaad wordt des te doover naar
gelang deszelfs inoogsting langer geleden is. Na
verloop van een jaar is dit verschil reeds zeer
gevoeligen het tweejarig zaad is veel minder
glanzend dan dat van het loopend jaar.
Door oud te wordenverliest de klaver of wel
hare kiemkracht of wel de eigenschap vau spoedig
uil te schieten. Indien men, in plaats van nieuwe
klaver te zaaien, oud zaad gebruikt, moet men
noodzakelijk een verlies lijden uit hoofde van het
zaad dat niet uitschieten men loopt meer gevaar
van mislukking voor de plauten die iu hare jeugd
hebben geleden door eene lange en moeilijke
kieming.
Het is bekend dat de kiemende klaver zeer ge
voelig is voor de weêrsveianderingenvorst,
schielijke overgangen van de warmte lot de koude
hebben weldra de jonge en teêre scheut vernie
tigd indien ze zich te iaugzaam ontwikkelt en
versterkt.
Onder het klaverzaad vindt men korrels, die
onregelmatig ingekrompen of mager zijn. Deze
zijn doorgaans roodachtig of donker geel. Het
zijn misvormde zaden ongeschikt voor het
kiemen
Het goed zaad is glanzendgoed gevuld vio
letkleurig. met zoo wat klaar geel er over en on
gemengd, het zij melmager klaverzaad, hetzij met
ander zaad van schadelijke gewasseo.
Het klaverzaad is dikwijls bevuild met dat van
plantogo lanceolata. Er is een weinig gewoonte
van noode om dat slecht zaad te herkennen het
is eerder bruin dan geel het is langer dan het
klaverzaad, en in de lengte draagt het eene kleine
groeve.
Het zaad van lupuline is veel goedkooper dan
het klaverzaad dikwijls kost het twee derden
minder. De kooplieden mengen er somwijlen
eene zekere hoeveelheid bij het klaverzaad en
doen dezebij onervaren koopersdoorgaan voor
gele klaver. Men kan ze herkennen aan de
plathein en de regelmatigheid van den vorm
die verschilt van dien van het eivormige kla
verzaad.
Eene menging die moeilijker te herkennen valt,
is die vau oud en versch klaverzaad, vooral als
de menging op eenen kleinen voel is geschied.
Als men wei oplet, kan men do doove kleur der
oude korrels onderscheiden. Een ander raiddel
dat nimmer vergissing kan te weeg brengen, be
staat in eenige zaden te laten kiemen in eenen
bloempot met lichtelijk bevochtigde aarde gevuld.
Men lelt het getal der te proeven korrels men
steekt ze op gelijke diepte men bevochtigt ze
op de zelfde wijze, en men houdt rekening van
den tijd die zal verloopen tusschen de zaaiiug en
het uitschieten. Geschiedt de beproeve in eene
kamer waar eene warmte van 12 tot 15 graden
(centigrades) bestaat, het zaad zal van vier tol zes
dagen tijd van noode hebben om te kiemen.
"Wordt die tijd overschreden, dit beduidt, dat het
zaad oud is schiet het in twee keereu uilhet
zaad is gemengd en het verschil tusschen oud en
nieuw zal de evenredigheid doen kennen van de
korrels die hunne kiemkracht hebben verloren
hetzij uit hoofde van oudheid, hetzij ter oorzaak
van misvorming.
De hoeveelheid klaverzaad die voor een hectare
aau te wenden is, verschilt van 11 tot 25 hecto
liters. Het getal hangt al van verscheidene om
standigheden welke Schwertz opsomt als volgt
„Er is meer zaad van noode op de zandgronden
dan op het goed middelmatig laudmeer op de
slecht onderhouden en met onkruid bezette bo
dems dan op zuiver en los landmeer onder
het winter dan het zomergraanmeer als deze
laatsteu reeds uitgeschoten zijn dan als wanneer
de twee zaadsoorten te gelijker lijd worden ge
strooid meeren wel tot het beloop van een
derde als men oud zaad bezigt dan als men
een- of tweejarig zaad gebruikt."
De boedanigheden van het oud zaad hangen
vooral af van de zorgen die aan deszelfs bewa
ring zijn besteed geweest. Het zaadin staat van
rijpheid ingeoogst en op eene drooge plaats be
waard zal zijn kiemvermogen gedurende verschei
dene jaren behouden.
Wij meenden onzen lezers geene ondienst Ie
doen met het bovenstaandenaar een geacht
Fransch-Vlaamsch Weekblad, mede te deelen.
De heer Victor Chalelte Campantïré-Valcon-
grain, arrondissement Caen, in Frankrijkbe
veelt tegen den veelyphus aan het gebruik van
phenylzure soda als dronk, in eene dosis van 7
a 8 wichtjes op eene kan water en voor wasschin-
gen in sterker dosis.
Ten aanzien van de zuivering der stallen schrijft
hij het volgende.
Gisteren las ik dat men ter zuivering van
stallen waarin door den typhus aangetaste die
ren zich bevonden hadden, de muren had gewit
met kalkwater, waaraan phenyl-zuur was toe
gevoegd. Geen scheikundige zijnde zal ik mij
niet vermelen te beslissen welk uitwerksel óf
welke zamenstelling de bijeenvoeging dezer heide
zelfstandigheden kau voortbrengenmaar ik wensch
evenwel de vraag te stellenof de kalk de wer
king Yan het phenijl-zuur niet zou kunnen neu-
traliseeren of wijzigen
Daar intusschen het gebruik van dat zuur nog
zeer weinig verbreid isvooral op het platteland,
en daar hét van het hoogste belang is een ge
makkelijk aanwendbaar en goedkoop middel te
vinden ter zuivering der stallen zou ik uitroo
kingen voorstellen.
1°. Liefst met eengie takkehossen van hars
achtig hout, of, als men dit niet heeft, met
vochtig stroo of natte boomtakken. In stallen,
die van geene zoldering voorzien zijnzou men
een nat gemaakt zeil of laken boven de vlam
kunnen spannen.
2°. Met zwavelpoeder gestrooid op een
komfoor met gloeiende houtkolen of met zwayel-
bandjes.
Bovendien zou ik nog voorstellen alleen le
gebruiken kolendamp, dat is koolzuur in sterke
dosis.
„Het spreekt van zelf, dat men alvorens, een
of ander dier middelen aan le wendende opening
der stallen goed moet sluiten en dat de stallen na
afloop der berooking gedurende minstens een uur
goed moeten worden uitgelucht, voor dat men het
vee er weder inbrengt."
Deze berooking zou gedurende het heerschen
der veeziekte in de streken waarin zij woedt
eenmaal per dag moeten herhaald worden."
van BRUGGE naar GENT langs EECLOO
Dienst van af 15^Qctober 1865.
Die een kaartje vraagt van Brugge lot Gent
zal met een kaartje van de-3de klasse in een rij
tuig van de 2de, en met een kaartje van de 2de
klasse in een rijtuig van de 1ste worden toegelaten.
Treinen, te Brugge aankomende van:
Oostende: *7,22*7,3912,353,30; *5,07; 6,35.
Blankeuberghe *7,13; 9,35; 6,30.
Röussel.Kortrijk, enz.9,30; 12,05; 2,30.
Stations.
BPiUGGE.O'ertr.
Steenbrugge
Sijsseele.
Maldegem.
Adegem.
Bafserhoeke
EECLOO.
Waarschoot.
Sleijdinge.
Evergem.
Wondelgem.
GENT. (Aanfc.)
De Treinen 1
1.
5,10
5.20
5,30
5,40
5,50
5,55
7,40
7.45
7,55
8,10
8,15
8,20
8,30
8,35
8,45
5,50
Vryd
9,10
6.
12,40
12,45
12,55
1,20
1,25
1,30
1,35
1,40
1,50
2
2,10
2.25
S.
4,30
4,45
5-
5,15
5,25
5,30
5,35
5,50
6,05
6,22
11.
6,40
6,50
7,—
7,10
7.15
7,20
13.
7,40
7,50
8,05
8,20
1,23
5,30
8 40
,6, en 13 zijn voor le, 2e en 3e klasse,
en 9 Te en 2e
en 11 koopwaren.
Treinen, vertrekkende uit Gent naar:
Anlw., St. Nik.: 6,30; *9,20; 2,30; *6,25; 7,25.
Bruss.. Aalst: 7,20; *11,25; 5*8,—; 8,05.
Kortrijk en Doornik 8,15; *1,10; 3,38; *7,23; 9,10.
Audenaarde en St.Gislain6,45; *9,30;8,
Treinen, te Gent aankomende van:
Antw.,St.Nik.: *6,—; 8,50; 12,15; *3,50; 5,50; 8,20.
Bruss., Aalst: 7,-;8,15; 9,20; *4,05;7,-; 7,15.
Kortr, en Doornik8,45; 11,15; *4,55; 7,42.
Audenaarde, St.Ghislain6,10; 12,00; *1,15; 5,57.
Stations. 2.
GENT. Vertr.)
Wondelgem.
Everuem.
Sleijdinge.
Waarschoot.
EECLOO.
Balgerhoeke.
Adegem.
Maldegem.
Sijsseele.
Steenbrugge.
BRUG GÉ.(Aan/c) 6,50
Treinen 3,7 en
5 en
2 en
5,40
5,50
6,—
6,15'
6,25
6,35
3.
6,20
6,30
6.35
6,45
6,50
6,55
7,—
730
9,33
9,42
9,50
9,55
10,20
10,40
12 zijn voor
10
U
7,40
5.
9,15
12.
7,30
7,40
7.45
7,55
8,-
8,05
I 7. HO.
12,50 5,40
12,55
15,50
1,10 6-
1,20 6,10
1,35 6,15
1,40 6,20
1,45 6.25
1,55,6,30
2,10 6,45
2,20 6,55
2,3517,10
le,2een3ekl.
le en 2e
koopwaren.
14.
8,20
8,30
8,40
8,50
9,05
9,10