raws- EN ADVERTENTIEBLAD VA! WESTELIJK ZEEUWSCH - VLAANDEREN. N°. 3. Zevende jaargang. A0 1866R i Vrijdag 19 Januari. EEN ENKEL WOORD OVER ZEEUWSCH- YLAANDERENS HANDELSBELANG. S III SII SwmilUD Dit Weekblad verschijnt iederen Viujdag.Prijs per drie maanden voor hel voormalig 4de district van Zeejand f 1,15; voor de overige plaatsen des Rijks franco per pbst l.'JJ Afzonderlijke Nummers ƒ0.10. der Advertentiën, van 1-5 regels 0,75; elke re»e daai-lMvcn /'0.12'/2i behalve het zegel van f 0,3 voor iedere plaatsing. Groote letters naar het getal gewone regels, die zij beslaan. Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Advertentiën en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondenten te bezorgen bij den Uitgever dezes, alles francobehalve de bekende Correspondentiën. Die het weet mag het zeggen."" Is het de taak der periodieke pers, grieven en bezwaren aan te wijzennog schooner taak heeft zij te vervullen in het steunen van recht en waarheid en het brengen van licht en leven daar waar zulks gepast en oorbaar, daar waar zulks noodig is! Wij hebben meermalen op den vergeten, afgezonderden toestand van het door ons bij de pers vertegenwoordige gewest gewezen. Wij erkennen, dat we zulks deden met dien nadruk, die getuigde van gevoel en warmte; soms wel van zekere opgewondenheid wanneer onze beschouwingen ons in vuur zetledentoch vermeenen wij te mogen stellen; dat we nooit de palen der beschei denheid te buiten gingen; dat we nooit de schuld legden op onschuldigen dat we nooit de regeering aansprakelijk stelden door den drang der omstandigheden daartoe geroepen te zijnen nooitzonder èn re geering, èn anderen, tegen wie we te velde trokken recht te hebben laten we dervarenen met genoegen schrijven wij, ten opzichte der regeeringde verklaring neler, dat wij de laatsten zullen zijn, die eene bepaalde oppositie tegen de tegen woordige regeering voeren; integendeel; onze zwakke krachten zijn haar en onze vertegenwoordigers gewijd; 'tis waar, er zijn puntener is een gebiedwaarop we tegenover elkander staan doch dit is juist een gebied, waarop onze beginselen onze zielsovertuiging ons leert, dut we elkander dulden en verdragen kunnen, elkander recht kunnen laten weervaren. Hebben we in dankbaarheid het gulden jaartal 1865 als een schitterend feit, in de geschiedenis van Neèrlands Regeering aangeschreven dankbaar als wij waren voor wat Ministerie en vertegenwoordigers deden in de Wet die Zeeland opheft en recht doet; dankbaar aan den Vorst, welke die Wet bezegelde, die dankbaarheid is nog steeds onverflauwd, ja, zij is ons een prikkel geworden om onze meening steeds openlijk cn rustig te blijven uiten. Wij spraken zoo even van verschil van meening tusschen ons en de regeering welnu om van Kerk en School niet te gewagen, wij stippen even de armenwet aan voornamelijk den nog steeds brandenden strijd over een barer hoofdhepalingenhet onderstands-domicilie, om dan aan te toonen, dat we recht hadden, dat we op dat gebied elkander verdraagzaam kunnen ontmoeten. Met genoegen lazen wij daarom de eervolle en mensehlievendc han delwijze van een groot aantal Gemeentebe sturen in oen naburig gewest, om de armen ieder ten zijnent te ondersteunen en niets op elkander te verhalen. Ziedaar een schoon voorbeeld! Hat zoo iets mogelijk is, ook in ons gewestvermelden wij met genoe gen door er op te wijzen hoe Oostburg en St. Kruis met Aardenburg, ieder ten zijnent, stilzwijgend zijn overeengekomen om de ar men en zieken te ondersteunen en alzoo de Burgemeesterlijke besluiten onnoodig, de rekeningen courant overbodig le maken. Werkelijk; wanneer dit in geheeieProvinciën, Arrondissementen en Districten werd toe gepast, eene menigte schriftelijk werk, een gansclie Administrative omslag zou kunnen vermeden worden en zie daar ons ge naderd lot wat wij aan t hoofd van ons opstelmet een bekend volksgezegde tot motto neerschreven. Klaagt men niet geheel ten onrechte over onze dure rechts bedoeling onze Administrative bureaux zijn niet minder omslachtig ondoelmatig kostbaar en belemmerend. In de taal van het eenvoudig gezond verstand willen we b. v. aantoonen hoe het Departement van Finantienzonder bezwaar van kosten (het eenvoudig materieel kan toch ten dezen niet in aanmerking komen den handel van geheel Zeeuwsc.il-Vlaanderen niet alleen maar van de geheeie Nederlandsche grens, met Hanover, Pruisen en Betgie,zou kunnen vergemakkelijken. Er wordenondanks ons vrijzinnig tarief, een aantal belaste voor werpen van handel uit- en ingevoerd. Onze grenzen, worden bewaakt door een over vloedig getal commiezen behalve de ont vangers der Directe belastingen vindt men nog een aantal zoogenaamde ontvangers visiteurs gemachtigde ontvangers en der- gelijken. Bepalen we ons eenvoudig tot Zeeuwsch-Vlaanderen, dan vinden wij kanto ren voor de in- en uitgaande rechten behalve te Sluis en een paar andere plaatsen ook aan de zeezijdewaar die met de kantoren der Directe belastingen verbonden zijn, te Kappellebrug bij Hulst te Veldzicht hij IJzendijkcte St. Kruis aan dc Brakke en te Eede. Sommige, de meeste dezer kan toren kosten meer dan ze opbrengen de Brakke is een lastpost voor Aardenburg, de overige zijn lastposten voor het gouverne ment en toch is hun bestaan voor liet internationaal verkeer niet alleen zeer wen- schelijk maar hunne uitbreiding is even zeer wenschelijk en stuit meenen wij alleen af op de finanlieele bezwaren 't Is waarwanneer de regceringen el kander konden verstaan tot het afdanken der commiezen op de grenzentengevolge van weèrzijdschen vrijen uit- cn invoer dan konden de gouvernements-gebouwen worden afgebroken; doch zulke reuzen schreden heeft de vrije handel bij onze na buren nog niet gedaan, dat er uitzicht zou bestaanom tot zoo gewenscht doel te geraken Maar eene andere vraag is Zou de ontvangst der in- en uitgaande rechten niet eenvoudiger kunnen zijn? Wjj aarzelen nietdie vraag volmondig met ja te beantwoorden wij stellen zelfsdat er nog gelegenheid tot in- en uitvoer zou kunnen gegeven worden te St. Anna op de grenzen te Sluis bestaat ze voor den Wa terweg, te Eede, hij Middelburg in Vlaan deren in het Tolhuis te Waterlandkerkje aan het Plakkebord kortom op al die puntenwaar maar eenigzins een groote weg ons internationaal verkeer toelaat. 'tZou de grootste dwaasheid zijn om op al die punten kantoren te willen vestigenmet ontvangersgenoegzaam bezoldigd om hunne posten trouw en eerlijk te kunnen waar nemen maar ons gezond verstand geeft ons een zóó eenvoudig denkbeeld aan de hand (en we hebben 't reeds eenmaal aan gewezen)dat het ons verwondert dat het de aandacht van deskundigen niet reeds tot zich getrokken heeft. 't Is waar't is zéér eenvoudigmaar was Boeriuve niet een groot man van zijnen tijd En was zijne zinspreuk niet 't eenvoudige is het zegel aan het ware"? Welnu dan onze raad is hef ze op die kantoren van in- en uitvoer, die men met dien naam vau hulp-, bij- of geriefkantoren bestempelt; hef ze alle, aan de landzijde ten minste op richt een eenvoudig dagre gister inwaarin bewijzen van aangifte voorkomentevens kwitantie voor betaalde rechten inhouden c, ieder blad in dubbeld, waarvan het eeneop den rug ingericht om daarop noodig geoordeelde visa's en acoord bevindingen te plaatsen, en dat den belanghebbende als geleibillet en kwitantie dient stelt dat om dagbeurten ceri der vele commiezen ter band laat deze dage lijks van zons- op tot zonsondergang op de grenzen plaats nemen (ieder herbergier zal hein gaarne ontvangen?); laat hem des avonds zijne ontvangsten bij den ontvanger te SluisAardenburg en Uzendijke depo- neerendie deze in zijn algemeen Register kan boeken en de commies levens ontlasten door aan den voet der bladzij e of onder de laatste aangifte, de overname der gelden van den commies te vermelden; en ziedaar de zaak eenvoudig en doelmatig geregeld. De commies oient, omdat bij dien dag niets anders te verrichten heeft, voor het zelfde tractementhet rijk spaart eenige ontvangers en een partij materieel en ge bouwen uit en door aldus uit- en invoer te vergemakkelijken wint liet nog een aantal rechten want hoe gemakkelijker uit- en invoer kunnen plaats hebben, hoe minder ontdui king en sluikerij (zoo onze lelijk) er zal plaats hebben dank zij ook ons zoo vrij zinnig tariefmen wint dus geld en (men telle dit niet te licht!) men bevordert de openbare zedelijkheid De sluiker toch is een dief, de dief wordt adiclit een moor lenaar

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1866 | | pagina 1