Algemeen Overzicht.
woorden op 't hartDn zal Aardenburg
achterstaan Aardenburg met zijne bloeiende
finantien dat reeds zoo veel voor het on
derling verkeer deed en in zijn eigen midden
toonde, te willen opofferendat gemakkelijk
een stationsgebouw zou kunnen aanbieden
zal maar genoeg, laat ons luid onze
stem doen hooren met zelfvertrouwen
sprekenonze eischen billijk stellen en
we zullen gehoor vinden
Zoo komen we van zelve tot ons derde
puntwa) we van het Ministerie wenschen.
1. Geene concessie verleenen, vóór de
Gemeenteraden van West-Zeenwsch-Vlaan-
deren gehoord zijnen dan 2. Eene
hulpsom, opdat, daar waar we uit den aard
der zaak niet in het algemeen ontwerp
der Staats-spoorwegen konden worden op
genomen ons geisoleerd gewest niet het
slachtoffer van dat isolement worde een
isolement, eene afzondering, die wij niet
in 't leven riependie de natuur onoverko
melijk maakte maar welke afzondering niet
belet dat we onze belastingen voor het al
gemeen en in zeer billijke evenredigheid
tot het algemeen dragen dat wij de minste
vruchten onzer offers plukken.
Vragen we te veel Wij gelooven het
niet. Van onze algemeen erkende billijke
eischen, om eene rechtbank in ons midden,
hebben wij afgezien en wij besparen den
Staat dus eene groote uitgaaf; welnu, men
kome ons te gemoet, bij eene uitzonderings
wet, met een hulpsom voor onzen spoorweg
en we zijn voor jaren tevreden
Dat ook nu Walcheren en Zuid-Beveland
met ons medewerken en Zeeland's Staten
onzer gedenken hun ontwerp van stoom
vaart getnigt van hunnen wildut ze hun
werk bekroonen door uitbreiding van dat
plan in gemeenschap met het onze
NB. Nadat ons Hoofdartikel opgezonden
was brachten de Eecloonaer en de Gazette
van Gend ons do volgende tijding
Naar wij vernemenis er spraak van
een gansch nieuw ontn erp van een spoorweg in
verband staande met ons district. De Staat
legt eene linie aan van Brussel naar Chateli-
neau, over Forót, WaterlooBraine-l'Alleud
en Nyvelt, en de aanleg dezer linie is het
die het plan heeft heropgewekt om de ko-
lenbassyns en de nijverheidsstreek van
Charleroi aan West-Vlaandercn te verbinden
in betrekking met Zeeland en de Schelde.
Deze linie zou uitgaan op den nieuwen
ijzeren weg van den Staat te Nyveltzou
te Tubize over de linie Brussel-Bergen loo-
pendie van Halle-Ath 1800 meiers verre
volgen, zich richten naar Lennik-St. Quenlyn,
om van daar de linie van Dender en Waes
te bereiken te Denderleeuw, Later zou ze
ten Zuiden worden verlengd van Nyvelt tot
Rhisnes en Fleurusop de linie Charleroi
Leuven en ten Noorden tot aan Maldeghem
op de linie Gent Brugge langs Eecloo.
Eene maatschappij voor den aanleg van
dezen weg gevormd onder de firma Loos
en C'e-, heeft aan hel Staatsbestuur de con
cessie gevraagd voor de sectie Fleurus-
Denderleeuw.
Hebben wij geen gelijk met onze bewe
ringen dat de natuurlijke weg de beste
is, en van Maldeghems station, de natuur
lijke weg ons als met den vinger naar
't Noorden wordt gewezen
Dat dan onze Gemeenteraden en besturen,
dat die der Vlaamsclie grenzen, Maldeghem,
Middelburg en Lapschure zich opmaken en
de hand aan 't werk slaan. Wij hopen
weldra den eersten stapdoor die van
Eede en Aardenburg gedaan, te mogen ver
melden men volge en de bevolking onder-
steune hunne en onze pogingen. Indien
bovenstaand bericht waarheid bevat, dan
versterkt het onzen aandrangdan zal hot
Belgisch gouvernement, dit betwijfelen wij
geenoogenblik, Maldeghem steunen, want het
Belgisch gouvernement volgt de natuur! De
steenkolenmijnen van Belgie, in rechtstreeksch
verband met do Wester-Scheldedoor
het volkrijkste gedeelte van Zeeuwsch-Vlaan-
derenziedaar het uitzicht ons geopend
maar ziedaar ook den prijs waarvoor moet
gestreden worden
Natuurlijker wijze is onze blik het eerst ge
vestigd op België. Leopold li heelt den troou
zijns vaders beklommen de regering over dc Bel
gen aanvaard: ook wij roepen hein van over de
grenzen het welkom toe, en hopeu, dat de komst
des uieuwea kouings lot den troon het begin
eens zegenrijken vredes moge zijn! Met Leopold
viel dc laatste heriuueriug aan de droeve schei-
diugsdagen der jaren dertig! Nu zij voor goed het
overschot der vete dat nog leven mocht, begraven
leefde het ook niet meer in zijn hart. Hij gaf toch de
herinnering leven, nu zij die vele voor eeuwig
begraven! Het Metalen Kruis op de borst der
zonen van het Noorden, het IJzeren Kruis op de
bocst der telgen van het Zuiden, zij, wat het
trouwe Amsterdam het genoemd heelt, voortaan
eene herinnering aan den volksgeest dier dagen,
en eeu waarborg, dat dat volk nog zonen bezit,
zulke vaderen waardig, zonen, wier harten warm
klopt hij het aanbellen van het eenig en eeuwig
refrein
„Voor Vaderland en Vorst"'!
En dubbel welgemeend vloeit die kreet van
onze lippen, wanneer wij er op letten, dat Leo
pold II verklaart heeft, even als eenmaal Willem h
op Schevcnings strand, boven de partijen verheven
te zijn. Dat is eene schooue verklaring van den
nieuwen vorst cïer Belgen, den zoon van zulk een
vader waardig. Kan hij de kerk terug wijzen,
indien dat noodig is, lot de perken waartoe Haar
stichter haar -verordende, haar voortdurend be
lang haar blijft beslemmeu, dan zal zij met den
Staat het best-gebaat wezen, en wij, konden wij
den voet des troons naderen, wij zouden den vorst
toeroepen: wees verdraagzaam, wees liefderijk,
wees Christen! De vorm zijner eeredienst is niet
die der onze, maar met ons zal hij het erkennen,
dal hoven alle geboden het ééue groote, dat der
liefde staat! "o
Overigens zijn de buitenlaudscho nieuwstijdin
gen nietig, tiaar belang is gansch vervat in de
pogingendoor het Oostenrijksch staatsbestuur
aangewend, om de verschillende natiën, die dit
uitgestrekt rijk uitmakentot een eenig staats
lichaam hijeen te brengen. Met dit doel doel kei
zer Frans Jozef groote toegevingen aan de Hon
garen. Verleden week zelfs is zijne Oostenrijksche
majesteit te Pesthhoofdstad van Hongarije, aan
gekomen. Des anderendaags moest de Hongaarsche
laudsraat uitspraak doen over dc ten voordeeie
der Hongaren ontworpene staatshervormingen.
De keizer van Oostenrijk wil, kost wat kost, do
Hougaren aan zijnen rijkstroon vasthechten, en
gewis daarin volgt hij den weg van eene wijze
staatkunde; maar', ongelukkig, de overige staten
zijus rijks beginnen daarentegen te morren over
de gunsten, welke hij bij voorkeur aarj- Hongarije
toekent.
Buiten dii waren het de eerste stemmingen,
door het nieuwe parlement van Italië uitgebracht,
welke eenig opzien baarden. Ze liepen over de
verkiezing voor den voorzitter en onder-voorzit
ters. Daarbij is gebleken., dat de linkerzijde, dat
is het revolutionair element, sterker in de kamers
is dan men zich in het eerst had voorgesteld.
Inderdaad, de linkerzijde kwam maar 9 stemmen
te kort, om haren kandidaat tot voorzitter aan
het parlement op te dringen, terwijl zij er in ge
lukt is, drie onder-voorzitters van hare keuzo op
de vier te doeu benoemen. Dat voorspelt niet veel
gewichtigs voor Italië en wellicht ook voor Europa.
Men meldt uit Florence van Donderdag 44 Dcc.:
In de zitting van gisteren van de kamer van af
gevaardigden, heeft de raiuister van financiën het
vertoog gedaan van den linauciëlen toestand.
Hel tekort van 1865 is bijna gelijk aau het cijfer
dat voorzien was geworden ter gelegenheid der
leening.
Het tekort van 486G wordt op 265 mill, geraamd.
De miuister rekent later spaarzaamheden in te
voeren, beloopende lot het cijfer van 30 millioen.
Hij is voornemens, eeue vermeerdering te decre-
taeren van 20 millioen op de registratie en zegel;
25 millioen op de belasting van deuren en ven
sters eu 100 millioen te vragen aan belasting op
het gemaal.
Hij stelt niet voor de belasting op de roerende
goederea te vermeerderen, en is voornemens het
octrooi aan de gemeenten af te staan.
Eeno bijzondere dépêche uit New-York van 1
December meldt, dat generaal Meija, welke over
de stad Matamoras (Mexiko) het bevel voerteene
versterking van 3200 man had gekregen.
Wij vernemen overigens, dat de scheepskapitein
Clouè, kommandant over de zee-divisie der golf
van Mexiko, voor Bagdad was aangekomen, aan
de monding tier rivier met den Magellan eu drie
andere oorlogsvaartuigen, en dal hij zijne'operatio
met die vau Meija zal vereenigen.
Het juaristïsche opperhoofd Escobedo had, na
den 25 en 26 October verslagen te zijn seweest,
tegen den 9 November eeu nieuwen aauval gereed
gemaaktdoch deze was mislukt door de schik
kingen welke door do Franschen en Mexicanen
waren genomeu.
Verschillende inlichtingen bij krijgsgevangenen
genomen, laten toe te denken, dat Escobedo aan
de bevelen van Juarez gehoorzaamtdie in Texas
gevlucht, de Franschen wil afinalten, door aan
houdend de grenzen aan de Rio-Grande in bewe
ging te brengen.
De feesten van Compiégne zijn geëindigd wegens
den dood van den Koniug der Belgen. Het hof
zal naar Parijs lerugkeereu. Het zal op bevel
van den Keizervoor een en twintig dagen den
rouw aanuemeu elf dagen grooten eu tien dagen
kleinen rouw. Eindelijk kondigt de Fransche
Monücuv een telegram af van don hertog van
BralWït, waarbij de dood gemeld wordt van zijnen
vademen het aulwoord des Keizers.
Dit antwoordwaarvan wij reeds den zin heb
ben medegedeeld eu nu den woordelijken tekst
geven wordt door al de Parijsche dagbladen
overgenomen ea heeft het beste uitwerksel doen
ontslaau. Men heeft er eeue nieuwe bekrachti
ging in gezien d r geneigdheid van het Frausch
gouvernement om geeue beloogiug aan te moedi
gen geschikt om den vrede van Europa te storeu.
De inpalmers mogen dus op nieuw hunne be
geerlijkheden uitstellen.
La'Presse van Parijs schrijft een hoofdartikel
over den dood van den Koning der Belgen. Zij
beschouwt Leopold als de meest nauwkeurige
verpersoonlijking van het grondwettelijke beheer.
Dal evenwicht van macht en regeeringskrachten
hetwelk den grond van zulk beheer uilmaken, be
antwoordde wonderwel aan zijn opeuharlig ka
rakter, aau zijn oupartijdigen geest. Hij was
inderdaad gemaakt om op eeuen grondwettêlijken
troon te zetelen en met eene weegschaal iu de
hand de beurteiingsche beweging der partijen
te bestudeeren om aldus aanhoudend het even
wicht tusschen de meerderheid en de minderheid
te -zoe'keR.
Men schrijft uit 's Gravenhage 11 December:
De droevige tijding Yan den dood van Kouing
Leopold heeft zich hier gisteren omtrent den
middag verspreid en zich met de snelheid van
den bliksem voortgezet. Niettegenstaande de
plechtigheid van den Zondagheeft baron Dn—
jardin den geheelen dag bezoeken van rouwdeei-
ueming ontvangen. De Koning en de Prins van
Oranje hebben onmiddellijk hij den miuister van
Beigie hunne aides-de-carap gezonden en de
Koningiu haren kamerheer, om het levendig aan
deel te beluigen dat het hof aan dit smartelijk
verlies neem! hetwelk niet alleen Belgie gevoelt,
maar geheel Europadat gewoon was in Koning
Leopold den om zoo te zoggen noodzakelijken
bemiddelaar te zien om de internationale ge-
schilleu te vereffenen. Zijne gedachtenis zal le
vendig blijven en zijne regeeriug eene schoone
bladzijde in de geschiedenis beslaan. Ik verneem
dat het hof der Nederlanden een der eersten wil
zijn om zijne rouwdeelneming uit te drukkeu
aan de Koninklijke familie van Belgie en zijne
gelukwenschen aan Koning Leopold II, ter ge
legenheid zijnei troonsbestijging.
De Senaat en de Kamer kwamen na dc lijk—
plechtigheid, elk afzonderlijk, bijeen, teneinde
een adres te stemmen, dat, na de eed-aflegging,
koning Leopold 11 in het paleis is aangeboden.
Alleen de Senaat en de Kamer, het hof van
kassatie en het diplomatiek corps is door deu ko
ning outvangen. De overige korpsen zijn Maan
dag toegelaten.
De rouw Is afgelegd op den dag. dat de nieuwe
koning den eed allegde voor do twee vereeuigde
Kamer*.
Men leest in den Franschen Moniteur üniversel:
Z. K. H. de hertog van Brabant heeft aan Z. M.
den keizer den dood van kouing Leopold door do
volgende telegrafische dépêche aangekondigd:
Laken, 10 December 1865.
„Aan Z. M. den keizer der Franschen
te Compiégne.
Ik voel de smart U. M. don dood van den ko
ning, mijnen vader, te meiden. Wij danken van
gauscher harte U. M. als ook de keizerin voor
het deel, dat zij in het langdurige lijden van
mijnen welbeminden vader genomen hebben.
(Get.) Hertog van Brabant."
De keizer heeft geantwoord:
Compiégne, 10 December 1865,
„Aa?» Z. IC H. den llerlog van Brabant
te Brussel.
Het is met het gevoel van het innigst leed
dat de keizerin en ik den dood van den kouing,
uwen vader, hebben vernomen.
Door zijne wijsheid en zijn groot verstand had
hij z:ch in den eersten rang der vorsten van Eu
ropa geplaatst. Hij heeft mij altijd zooveel vriend
schap bewezen, dat ik zijn verlies levendig betreur,.
Ik twijfel geenszins dat U. K. H. op den troon
zulke edele voorbeelden zal volgen, en ik zal al
tijd gelukkig zijn, haar mijne vriendschap te be
wijzen.
(Get.) Napoleon."