NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH - VLAANDEREN. f 525.000,00 N°. 48. Zesde jaargang. A" 1865. PROVINCIALE GELDLEENING (Derde Gedeelte.) AMHETLiDMKADZMD! AAN HET LAND VAN KADZAND /-y SLUSniaW KEKKLA I) 1 Dit Weekblad verschijnt iederen Vrijdag.Prijs per drie Prijs der Adverlentiën, van 1-5 regels 0,75; elke re»e maanden voor het voormalig 4de district van Zeeland 1,15; Vriirtao* 1 TTpppmliAi* daarboven 0.12behalve het zegel van ƒ0,35 voor ieder® voor de overige plaatsen des Rijksfranco per post 1.3J lJJuci»^ 1 J-fcLcIllUclplaatsing. Groote letters naar het getal gewone regels, Afzonderlijke Nummers ƒ0.10. die zij beslaan. Ingezonden Stukken en Brievende Redactie betreffendebenevens Advertentiën en gewone Berichten of Mededeclingea van Correspondenten te bezorgen bij den Uitgever dezes, alles franco, behalve de bekende Correspoudentiën. N°. 105. VAN Besluit van den 2-i"ten November 4865N°. 7; nopens de te doene geldleening van f 30,000 derde gedeelte der geldleening van f 525,000 ten laste van de pro vincie Zeeland. De GEDEPUTEERDE STATEN van ZEELAND Gelet op het besluit der Staten van den 28sten November 1862, N°. 5, en op hel daarbij vastge steld plan cener geldleening van 525,000, ten laste der provincie Zeelandopgenomen in het Provinciaal lilad van 1863, onder N°. 24; als mede op het besluit der Staten van den 8slen Juli) 1864N°. 20opgenomen in het Provinciaal Blad van dat jaaronder N°. 74 en op hun be sluit van den 10 November 1865N°. 3 Besluiten: In voldoening aan Art. 4 van bovengenoemd plan van geldleening ter kcunis te brengen van belangstellenden 1". dat in genoemde geldleening kan worden in geschreven voor dertig j aandeden elk van een duizend gulden tegen eene jaarlijksche rente van vier en een half ten honderd in te gaan met den eersten Januarij 1866 2°. dat de termijn voor het inleveren der inschrij- vingsbilletteii is bepaald van af Donderdag den 21sten December 1865 tot en met Donderdag den 28sten December 1865 (zon- en feestdagen uitgezonderd) des voormiddags van 10 tot 12 en des namiddags van 2 tot 3 ure 3°. dat de iuschrijvingsbus en billetlen in het openbaar zullen geopend worden op Donderdag den 28slen December 1865, des namiddags ten drie ure in de raadzaal van Gedeputeerde Stalen 4°. dat het bedrag der ingeschreven aandeelen voor zoo veel die zijn aangenomenmoet overgestort worden bij den heer Betaalmeester te Middelburg in de acht eerste dagen der maand Fcbruarij 1866 op de gewone kantooruren en dat de quitantiën van storting uiterlijk op den vijftienden dier maand moeten overgebracht zijn ter Provinciale Griffie in handen van den Commies D. Jeras belast met de comptabili teit, die daarvoor hel in Art. 7 van het plan bedoeld renversaal zal afgeven 5°. dat exemplaren van het plan der geldleening van ƒ525.000. waarvan de onderwerpelijke deel maaktkosteloos verkrijgbaar worden gesteld, by genoemden ambtenaar, op franco aanvrage Dit besluit zal worden geplaatst in het Provin ciaal Blad van Zeeland; buitendien bij wijze van openbare aankondiging in de Staats-, Middel burg sche-Goessche en Zierikzcesche couranten, alsmede in het Sluissche Weekblad en in het Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor Zeeuwsch Vlaanderen Middelrurg, den 24sten November, 1863. De Gedeputeerde Staten voornoemd R. W. VAN LIJNDEN, Voorzitter. S. VAN DER SWALMEGriffier. Uitgegeven den 25 November 1863 De Griffier der Staten van Zeeland S. VAN DER SWALME. Onder dezen titel geeft de Eecloonaer van 12 November een opstel, ook in verband met de Zeeuwsch Ylaamsche spoorweg kwestie, dat ons alles behalven bevredigt, omdat daardoor onzes inziens de belangen van Eede Aardenburg, Ooslburg en al wat westwaarts van daar ligtdus van Heille Sluis, Sint Anne, Retranchement Zuidzande, Kadzand, Nieuwvliet en Groede worden voorbij gezien. Gereedstaande om de aandacht onzer lezers op dat Artikel te vestigenontvangen wij het volgend nummer van den Eecloonaerwaarin te dien opzichte eene allerbelangrijkste nieuwslijrlingvoorkomt. "Wij hopen beide stukken te bespreken doch alvorens dienen al onze lezers die te kennen ten einde zij zelve vooraf een oor deel kunnen vormen; daarna hopen wij onze aan- en opmerkingen te geven en slil te staan 1". hij het belang van Maldeghem als Grens gemeente 2°. bij de bedreigde grootste helft van West Zeeuwsch Vlaanderen en 3°. bij het dadelijk belang van het eiland Walcheren. Intusschen herinneren wij onzen lezers aan de Correspondentie in ons vorig nummer, en berichten hundat van Aardenburg een adres aan den Minister en de vertegen woordiging zal uitgaan, 't welk in de overige gemeentendoor middel van dit blad zal worden medegedeeld I De bedoelde Artikelen in den Eecloonaer luiden als volgt I. Bij de voordracht der Staatsbegrooting voor het jaar 1866, ter zitting van den 23 September II., door den Minister van Financiën in de Tweede Kamer der Neder- landsche Staten-Gcneraal, werd o. a. het volgende vertoogd Amortisatie van schuld, en zelfs tot een aanzienlijk bedrag, blijft ons mogelijk, al worden ook voor onze materiëele ontwik keling op zoo menig gebied groote eischen aan de schatkist gedaan. Die amortisatie belet dan ook niet, dat de aanleg der spoorwegen met kracht worde voortgezet. Niet minder dan dertien en half millioen gulden staan daarvoor op de begrooting zoodat nu reeds vier en zeventig en half millioen gulden voor dat doel zijn aange wezen. Die krachtige voortzetting is ook in het Finantiëel belang van den Staat wenschelijk. Zoo lang toch de exploitatie op een verspreid en verbrokkeld terrein plaats heeft, is geene groote opbrengst mogelijk. Eerst dan wanneer de aansluitingen algemeen zullen zijn tot stand gekomen kan het aandeel van het Rijk iu de opbrengst van de exploitatie der Staatsspoorwegen tot een eenigzins beduidend cijfer klimmen. Daarom heb ik, voor zooveel van mij afhing, steeds gaa.rne de gelden beschikbaar gesteld die eene krachtige voortzetting van den aanleg der spoorwegen konden bevorderen." Zoo dus.heeft Nederland reeds eene somma van»)ier en zeventig en kalf millioen gulden voor het aanleggen van spoorwegen opgeofferd en ofschoon ook de belasting-schuldigen uit Zeeuwsch Vlaanderen in die som golden toch geen cent daarvan is hun ten beste besteed gewordenNog bezit Zeeuwsch Vlaanderen geen enkel eindje spoorweg geen enkel eindje telegraaflijn. Maar genoeg over Staatsbegunstiging Gekend is het, dat Zeeuwsch Vlaanderen onder dit betrek heel weinig aan het district Eecloo te benijden heeftis het laatste 't Siberië van Belgie, het eerste is 't Si berië van Nederland. Doch wij wij inwoners van Belgiös Siberiëwaren wij langen tijd verstoken van Staatsbcstuurlijke gunst, daarom zijn wij niet met over de borst gekruiste armen blijven zitten dutten. Neen, een krachtig initiatief, uit ons midden opgegaan getuigde dat er bezieling, leven, geestdrift in ons lichaam bestond; en zie nuons district bezit twee vaarten in zijn midden en twee ijzeren wegen die hetzelveals 't ware verbinden aan do drie zeehavens van Belgie aan Ostende, Gent en Antwerpen; het bezit telegraaflijnen, steenwegen overal: en thanssedert eenigen tijdbestaat er eene soort van wedijver tusschen de kapi talisten om ijzeren banen aan te leggen die in alle richtingen onze streek zouden doorsnijden van Antwerpen naar Eecloo over ErtveldeOost-Eecloo en Lembeke van Eecke naar Eecloo, Caprylt en Water vliet; van Rousselarg naar Eecloo, Capryk, Bassevelde, Assenede en Zelzaete; eindelijk van Eecloo naar Lembeke Capryken verder naar het Land van Kadzand. Wil nu het Land van Kadzand bewijzen dat er niet alle veerkracht in zijnen boezem is uitgedoofd wil het opstaan en ons vol gen zich laten medeleiden langs den weg der stoffelijke verbetering het oogenblik is wellicht daar I Verlangt het niet met dit doel vertoog te doen aan de Nederlandsche wetgevingverhoopt het niets van een Landsbestuur hetwelk Kadzand in eenen al te langdurigen staat van verzuimenis laat verkwijnen dan rijzc het op en steune op eigene kracht Voorwaar het oogenblik is gekomen En zou het Land van Kadzand de gelegenheid laten verloren gaanmisschien keert zo nimmer weder eene omstandigheid een enkel vluchtig oogenblik toch is soms be slissend over het lot van een gandsch ge slacht even zoo wel als over datgene van den afzonderlijken mensch.

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1865 | | pagina 1