Algemeen Overzicht.
gen tussclien de regeeringhet gemeente
bestuur van Vlissingen en den adressant
zullen zijn geregeld en hij zal hebben doen
blijken dat eene maatschappij opgericht zal
worden met een voldoend kapitaalaan
welke de adressant dc concessie zou over
dragen om de hierboven bedoelde werken
uit te voeren.
Gevende eindelijk adressant eerbiedig
te kennen datindien Uwe Majesteit mocht
noodig oordeelen, hetverleenen der boven
genoemde concessie en garantie te verbinden
aan de uitvoering van eenig ander deel der
openbare werken op Walcherenhij bereid
is zijn ontwerp in dien geest uit te breiden
en datindien onverhoopt de garantie van
staatswege zich slechts koude bepalen tot
eene leeninggroot genoeg om het voor
de dokwerken benoodigde kapitaal te vinden
hij do concessie toch zoude wenschen aan
hem te zien verleend, met dien verstande,
dat de afstand van het maritieme etablisse
ment dan zij in eigendomen hij in dut
geval het recht behoudedoor zoodanigen
minderen omvang der tfabriekals dan
mogelijk en noodig zal blijken het totaal
benoodigd kapitaal tot minder bedrag terug
te brengenook al vloeide hieruit voort
dat het bestaan der fabriek niet al de ge
noemde voordeelen voor de marine bezat."
„In de bij dit adres gevoegde brochure,
die door duidelijkheid van voorstelling uit
munt en van de uitgebreide kennis en hel
dere inzichten van den schrijver onmisken
bare blijken draagt, vindt men eene op
somming van voordeelendie de verwezen
lijking van het plan zou opleverenzoowel
voor den Staat als voor de eigenaren.
De vier marine-etablissementen wij
zullen slechts de hoofdgedachte der brochure
zeer kort trachten weèr te geven zijn
onvoldoende om verschillende redenendat
van Vlissingen echter alleen wegens zijne
ligging buiten do linie van defensie. De
verandering van dat etablissement in eene
particuliere ondernemingwaar het Rijk
zich van de voor de verdediging vereischte
ijzerwerken (schepen en pantserplaten enz.
ingesloten) zou kunnen voorzienzou het
bezwaar doen ophouden en ons tevens
minder dan thans van Engeland afhankelijk
maken. Door geen der Rijks-instellingen
kan thans in de behoefte worden voorzien,
maar bovendien zou een particuliere fabriek
de voorwerpen voordeeliger kunnen leveren
dan een eventueel door de marine op te
richten of uit te breiden etablissement
omdat het laatste alleen voor eigen behoef
ten zou kunnen werken en daardoor de
tosten van machines enz. niet kunnen
goedmaken, terwijl de eerste ook in andere
richtingen werken kan.'s Rijks belang
brengt daaromvolgens den schrijver
mededat de regeering aan zulk een fa
briek haar steun verleene.
De kansen van slagen voor de onder
neming zelve worden met groote uitvoerig
heid besproken en aan berekeningen on
derworpen om te doen uitkomen dat de
uitmuntende ligging van Vlissingen en de
lagere werkioonen dan die welke in
Engeland betaald worden een belangrijk
voordeel kunnen opleveren, zelfs bij de
hoogere transportkosten van grondstoffen
steenkolen enz. De schrijver verdedigt
hiermede zijn stellingdat de oprichting
eener dergelijke fabriek in Nederland niet
zondigen zou tcgeu de grondregels bij het
ontwerpen van zulke plannen in acht te
nemen. De kosten van liet thans te Bir
kenhead gebouwd wordende gepantserd
ramlorenschip strekt tot grondslag der
berekeningen.
„Betrekkelijk de schaal waarop men de
fabriek zou willen vestigen wordt opge
geven dat er minstens drie schepen van de
grootste soortof zes kleinere moeten
kunnen gebouwd wordenen gelijktijdig
aan even zoovele grootcre of kleinere re
paration doen verrichten en ze daartoe
doen dokken.
„Van hot terrein,' in drie deelen verdeeld,
zou het eerste moeten bevatten den bouw
en reparatie van ijzeren schepeneene
grofsmederijeen fabriek van Bessemer-
staal en een ketelmakerij het tweede
een ijzergieterijeen fabriek van staf- en
plaatijzer in alle afmetingen (pantserplaten
ingesloten)een fabriek van stoom- en
andere werktuigen liet derde een
etablissement voor het uiirusten en gereed
maken der schepen en hun tuig en inven
taris. In het geheel zouden ongeveer 3000
man op die wijze werk kunnen vinden.
Het kapitaal wordt begroot op 10
millioen.
Behoudens de mogelijkheid en wen-
schelijkheid van de inwilliging van liet ver
zoek waaromtrent wij vooralsnog geen
oordeel zullen uitsprekendoet ons do
aanvrage genoegenomdat zij een nieuw
blijk opleverthoe de geprojecteerde spoor
weg- en kanaalwerken reeds nu de aandacht
op Vlissingen doen vestigenen boe er
reden is om te verwachten dat die gemeente
eene grootschc toekomst te gemoet gaat."
Reeds nu verschaft ons dit opstel der
Middelburgschc Courant veel stof tot opmer
kingen van velerlei aarden wij hopen
reeds in een volgend nummer die opmer
kingen mede te deelen. Doch reeds nu
mogen we van eiken Lezer de instemming
vragen voor de zaak zelve en voor onze
oproepingAllen wien de welvaart van
ons Gewest ter harte gaatdie prijs stellen
op het behoud eener zeehavendoor de
natuur zelve bestemd, die juichen, wanneer
er naast de tijdingeri van aanbestedingen
der vestingwerken, van aankoop van geschut,
van uniform-verandering der krijgslieden
eene tijding als deze wordt vernomendie
allen roepen wij toe maakt u op en on
dersteunt het plan!"
Millioenen scluils worden ten offer ge
bracht voor de krijgsmachtvoor het bloe
dig oorlogswerk (we schreven bijna oorlogs-
vermaak in bet vrijheid en vrede genietende
Nederland. Welvaart heerschtja in
de groote handelssteden en fabriekplaatsen
docli overalin Zeeland vooralzijn nog
stiefmoederlijk bedeelde, verwaarloosde stre
ken. Zeeland is het minstZeeuwsch
Vlaanderen het ellendigst bedeeld van alles
wat onze sloomeeuw noodigs en nuttigs
schept. Onze aangespoelde landen schijnen
niets meer dan eene aanspoeling te zijn
die men janeemt voor wat ze ismaar
overigens in bet niet laat schuilen. Geen
spoorweg, geene telegraaflijn geen kanaal
niets voor ons dan hoopom in do
verte ons eens te verlustigen in den rook
der locomotieven, die onze niet geringe
bijdrage naar 's Rijks schatkist voeren
zonder ons evenredig deel aan de weldaden
des tijds. Nog willen we in dezen aan
geen moedwil denken daarom wekken wij
op, roepen wij ontwaakt! en spreken voor
onze rechten en hopen.
tfllcnry John Temple, Burggraaf Palmerston,
is niet meer"! Met deze woorden sluit de geschie
denis van Eugelaud's eersten Minister, die inden
avond van Donderdag zijn aardsche loopbaan
voleindde den 20 October 1784 te Broadlauds,
in het graafchap Hampshire geboren.
Behoorou wij niet tot dezulkendie iu den
grijzen levenslustigeu en ondanks zijne hooge
jaren, krachtigeu Brit, eene menschelijke voor
zienigheid ecu waren yrcdeyorst zagendie reeds
op drie-eu-twinlig jarigen leeftijd de parlemen
taire loopbaan botraden zichde lessen van
Pitt, Canning en andereu ten nutte gemaakt
hebbende, eindelijk zelfstandig iiervoort kon tre
den enomdat hij de hooggeprezen kuust Yan
buigen plooien en kuipen verstoudzich van
den wil der menigte wist meester te maken toch
gelooven wij dat zijn overlijden op de staatkun
dige wereld invloed zal uitoefenen.
Ook voor Nederland is aan zijnen naam velerlei
herinnering verbonden en wij ook kunnen heta
beoordeelen uit zijne daden tegenover onsen
naarmate nu er eêne schaal bestaateen maat
staf aanwezig is, waarnaar, uiteen staalkundig of
Christelijk oogpunt, dat oordeel gevormd wordt,
zal ook de einduitspraak zijn. De staalkundige
Palmerston, van den menseh en Christen heb
ben wij niet te gewagen de staatkundige
Palmerston is verdwenen en R. I. P. schrijven
ook wij op zijne tombe, omdat wij hem weu-
scheu te vergelen! Wij veroordeelen hem dus?
Indien het der vergetelheid prijs gevdn eene
veroordecling is, ja! want wij heriuneren ons
de scheuring der Nederlanrleu De allengs wijder
wordende klove tusschen Noord en Zuid kwam
ons niet onherstelbaar voor. Noord en Zuid heb
ben gezondigd, maar Noord en Zuid hebbeu ge
boet eu al ware het voor deu wereldvrede wen-
schelijk geweestdat daar eene scheiding tusschen
Noord eu Zuid zou plaats grijpen dan nog be
jammeren wij de oorzaak die die scheiding in
't leven riep, die de voorwaarden dier scheiding
bepaalde.
Engelands staatkunde,op Engelarids eigenbelang
gegrond Engelands handelsstaalkundezege
praalde in de jaren dertig te Brussel. Zeggen
wij te veel wanneer wij volhoudendat het
Palmerston niet te doen was om eene Nationa
liteit (de Belgische) op te heften? Dan wijzen
wij er op, hoe de vrucht zijner schepping, in
verbaud met de bliksemafleiders vaa den gestraften
Orleans, niet die is welke men zou kunnen ver
wachten want nog staan in Belgie twee Nationa
liteiten tegenover elkander: Vlaamsch ofWaalsch,
is er nog de vraag, en het laatste tracht nog
immer het eersto te overheerschen. Belgie's in
stellingen Vlaamsch-Belgie's klachten zijn daar
om bette bewijzen! Maar buitendien Polen dan!
De sluwe Brit, geleerd door de slang, die het
aambeeld niet aan durfde, uit vrees van er hare
tanden op stomp te bijten, zag Polens herleving
onverschillig aanen liet de ijzeren vuist des
Cesars ruimie, om boei en kelen onlosmaakbaar
aan te leggenwant des Ministers blik was op
Nederland gevestigd AnLwerpen Luik Gend
waren op het handelsveld te machtig geworden
„?t Verdeel eu Heersck" werd loegèpast en de
scheiding voltrokken en de verdeelers van Po
len zagen het aan. Zullen wij nu nog gewagen
van deu jougsten tijdvan de onnatuurlijke wor
steling der fiere Denen, landzalen die, evenals
wij sedert jaren do wrange vruchten van Enge
lands fiuweelen poot ontvangen hadden? zulleu
we er op wijzen hoe Engelands eerste Minister
de neiging der Noordelijke Staten lot het toon
gevend Frankrijk iu zijne dolle voortgangs- eu
mode-lheoriënstaatkunde en alliaulio met wel
gevallen aanschouwdeom op zijne beurt de
verdwaasde bewonderaars van Buonaparte en Or
leans te straften? Neen! ous walgt reeds het be
treden van de sluipholen der hooge staatkunde
„Palmerston is dood, hij ruste iu vrede dat Ne
derland hem vergete"! Ziedaar onze lijkrede op
dezen groote der aardewiens werk is opgelost
totslof!
Wij hebbeu in lang geen fraaier tooneelvoor-
stelliug gegeven gezien, dan onlangs door Frans II,
ex-Koning der beide Siciliën. Men oordeele naar
't geen ook een Nederlandsch blad met voorliefde
scheen opgenomen te hebben
De Gazette de France deelt de aanspraak mede,
door Graaf Stolberg-Wernïgerode, oud officier van
de Pruisische garde, lot Koning Frans II van
Napels gehouden, bij de overbrenging vau het
schild, hem door de doorluchligste adellijke ge
slachten uit Duitschland aangeboden.
Daarin wordt herinnerd, hoe do Koning en de
Koningin, nu vier jaren geleden, zich verwaar
digden een adres van eenige houderden Duitscbe
edellieden aan te nemendat toen Prins Sayu-
Wiltgenstein aanbood, waarin diepe vereering
werd betuigd voor beide vorstelijke personen*,
benevens de verzekering gegeven, dat, wanneer
men niet door geheiligde banden aan zijn ei^en
Vorst was gebonden, allen zouden zijn toege
sneld, met den deuen in de vuist, om dee^le
nemen aan de heldhaftige verdediging van Gaëhi
en er te sterven voor het heilig beginsel van le
gitimiteit.
In hetzelfde adres, zoo zeïde de Graaf verder,
verzochten wij van u de toestemming u een
schild aan le mogen bieden lot herinnering aan
de verdedigiug van Gaëta.
De stellers van dit adres waren behalve Prins
Sayu-Wittgenstein Prins Furstenbergde regee-
reude Graaf van Erbach-Furstenau de Graaf
vau Leiningen-Billigheim en de broeder van Graaf
Stolbergdie nu door deze commissie met de
overbrenging van dal schild werd belast.
„Mij kwijtende van die zending," zeide de
Graaf teu slotte, „verzoek ik u hij dit nederige
herinneringsblijk tevens de betuigingen van onzen
diepsteu eerbied en innigste genegenheid aan to
nemen."
Het antwoord van Frans II luiddedat hij en
zijne gemalin zich zeer bewogen gevoelden, dat
hem uit Duitschland een geschenk als herinue-