IIEOWS - El ADVERTENTIEBLAD VII fESÏEÜJS ZEEUWSCH - VLAANDEREN.
CALA19TEUSE POLDERS.
N°. 41. Zesde jaargang. A" 18(3^-;
nilïtlTVBKUl
Dit Weekblad verschijnt iedcren Vrijdag. Prijs per drie Prijs der Advertentie», van 1-5 regels 0,75; elke regel
maanden voor hel voormalig 4de district van Zeeland1,15Vriirlao* 1 1 Opfnhpr daarboven 0.12%, behalve het zegel van f 0,3voor iedere
voor de overige plaatsen des Rijks franco per post f l.'JJ UJUcIq 1 O V/U-lUJJclplaatsing. Groote letters naar hét getal gewone regels,
Afzonderlijke Nummers ƒ0.10. die zij beslaan.
Ingezonden Stukken en Brieven, de lledactie betreffende, benevens Adveftentiën en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondenten
te bezorgen hij den Uitgever dezes, alles franco, behalve de bekende Corrospondentiën.
De betrekking van HOOFDONDERWIJZER
aan de Openbare Lagere School te SCUOON-
D1JKE met den 1 Januarij 1866 vacant
komendezoo worden Sollicitanten naar die
betrekking uitgenoodigdzich met franco
Brieven aan te melden bij den Burgemeester
dier Gemeente vóór of op den 15 November
1863 onder overlegging der bij de Wet ge
vorderde stukken.
Yereischten voor die betrekking zijn het
bezit eener Akte als Hoofdonderwijzer, bene
vens bevoegdheid tot het geven van onderwijs
in de Franse,he taal en de Wiskunde; be
voegdheid tot het geven van onderwijs in de
Engelsehe en Hoogduitsche talen zal tot aan
beveling strekken.
Benevens het genot van vrije Woning
en Tuin, is, onder nadere goedkeuring, aan
die betrekking eene Jaarwedde verbonden
van f 923,,-.
Sciioondijke, den 10 October, 1865.
S. DE GRAAG, Burgemeester.
J. 51. DE SMIDTSecretaris
Slot.
ïntusschen als ik in mijne brochure heb
te kennen gegeven dat men bij bet Bestuur
van den Waterstaat te vergeefs naar zuinig
beheer zal zoeken had ik niet alleen het
oog op de kostbaarheid der werken aan
de Calamiteuse Polders en de weelde die
men zich ten aanzien der Directickeeten
veroorlooftmaar ook op andere zaken
waarvan ik slechts ééne zal noemen
Bij Koninklijk beslnit, namelijk, van
8 Februarij 1849, Staatsblad Nomtncr 6,
is aan den Hoofdingenieur van den Water
staat in het 'll'h District (Zeeland) voor-
loopig en onder voorbehoud van herziening,
indien na verloop van cenigen lijd mogt
blijken dat daartoe termen bestonden, jaar
lijks bij abonnementtoegelegd eone som
van f 1200-,,tot vergoeding van reis-
verblijf- en bureau-kosten; en ten bewijze
dat deze som gebleken is voldoende te zijn,
is bij later Koninkl. besluit, van 20 No
vember 1851 St.bl N". 146deze toelage
bevestigd ten aanzien van den Hoofdinge
nieur in hetzelfde District, ofschoon daarin
verandering is gebragt met opzigt tot andere
districten een bewijs alzoo dat f 1200-,,
door de Regering is geaeht voldoende te
zijn en toch bestaat in Zeeland, ten dienste
van den Hoofdingenieureen boeijer of
jagtwaarvan zoo niet de aanbouw dan
toch het onderhoud met dat der bemanning,
minstens uit drie personen bestaande, wordt
bekostigd uit het fonds der Calamiteuse
Polders.
Overigens was het mij eene bijzondere
voldoeninguit de brochure van L. E.
te vernemen dat hij toestemt
1°. dat in zake de Calamiteuse Polders
nog niet algeheele openbaarheid heerscht,
ook voor liet publiek zooals bij 's Rijks
de provinciale en gemeentelijke administratie
in Nederland bestaat. Zie bladz. 19.
2". dat er door den Waterstaat wel eens
werken zijn gemaakt, die, op zich zelve
beschouwd niet den toets der kritiek
konden doorstaanen dat er wel eens eene
meening arbitrair is doorgedreven. Zie blz. 20.
3". dat het verlagen jageheel wegne
men van de paalhoofden (de cuehemar
leescauchemar van de Ambtenaren
van den Waterstaat in Zeeland) misschien
ongunstig voor do oevers heeft gewerkt.
Zie ineJe blz. 20.
4". en dat het personeel in dit gedeelte
van Zeeland misschien te veel afwisselt en
veranderten dit nadeelig weikt voor het
verkrijgen cencr zekere kennis van wind
golf en stroom. Zie almede blz. 20.
Daaruit blijkt toch dat ikook naar het
oordeel van L, E. in mijne brochure
niet zoo geheel bezijden de waarheid was.
Daarenboven heb ik voor mijne stelling,
dat de besturen der vrije poldersdie hunne
eigene belangen waarnemen zuiniger bebee-
ren dan de Ambtenaren van den Waterstaat,
die iïjfcs-Arnbtenaren zijn een magtig bond
genoot in den Minister van Binnenlandsche
Zaken zeivendaar deze meermalenen
onder anderen in zijne vroegere betrekking
van Lid der 2de Kamer van de Staten-
Generaalbij de behandeling der Wetdie
ons de Staatsspoorwegen heeft geschonken
zeer bepaald zijne meening heeft geopen
baard dat hel Rijk duurder ver hi dan par
ticulieren.
Wijders acht ik mij verpligthier op te
merken, dat het doel mijner brochure niet
was., eene kritiek te leveren van het Bestuur
van den Waterstaatveel minder van de
individuele Ambtenarentot dat Bestuur
behoorende in het algemeen of van eenigen
hunner in het hijzonder. Integendeelik
herhaal hierwat ik in mijne brochure
heb verklaarddat ik hulde doe aan hunne
wetenschappelijke kennisterwijl ik hier
bijvoeg de verzekeringdat ik oak de
meesten hunner, voor zooveel ik ze heb
leeren kennenpersoonlijk veel achting
toedraag. Slaar die Hoerenhoe achtens
waardig ookzijn tevens mensehen en dus
ook feilbaar; en waar die feilbaarheid is
gebleken heb ik mij veroorloofd er op te
wijzen als een der middelen tot bereiking
van mijn hoofddoeldat wasom in het
belang van de provincie Zeeland, welke ik,
ofschoon daarin niet geborendoor eene
ruim 40jarige inwoning heb lief gekregen
en tot handhaving van de eer eu waardig
heid der Staten van dit gewest en hunne
Gedeputeerdenaan te toouen de tegen
strijdigheid van hetgeen de Minister van
Binnenl. Zaken (blijkens zijn schrijven aan
Gedeputeerde Staten van Zeeland en het
door hem geprovoceerd Koninklijk besluit,
beide in mijne brochure vermeld) verlangt,
namelijkdat de Staten van Zeeland zullen
tot stand brengen een Reglement van
Polder-Administratie waarbij de magt wordt
gegeven tot het onbepaald verhoogen der
Dijkgeschoten van de Calamiteuse Polders
de subsidièn der achterliggende polders en
de provinciale opcenten alles ten behoeve
der Calamiteuse Poldersten einde tot
prikkel te strekken voor een zuinig beheer
dier poldersmet den werkelijk thans
bestaanden toestand, door liet Ministerie
van Binnenl. Zaken sedert 1814 in het
leven geroepen eu nog steeds gehandhaafd
waardoor het beheer der Calamiteuse Pol
ders is in handen van iiet Bestuur van den
Waterstaathetwelk als Rijksbestuur volgens
het oordeel van den tegenwoordige» Minister
van Binnenl. Zaken zelven (zie hiervoor)),
minder zuinig beheert, dan dit door parti
culieren (in dezen de Besturen der vrije
polders) in den regel geschiedt; doorliet
aanschouwelijk maken dier tegenstrijdigheid
te doen uitkomen datals de Staten van
Zeeland mogten kunnen besluitenzoodanig
Reglement in het leven te roepenzij daar
door aan het Bestuur van den Waterstaat
de magt in handen zouden geven om, zoo
lang deze liet beheer der Calamiteuse
Polders voeren zalde provincie Zeeland
ter zake dier polders naar welgevallen te
belasten enter voorkoming van dat
gevaaralien die dit mogten behoeven
in te lichten omtrent al hetgene de zaak
der Calamiteuse Polders en hun beheer
betreften tot bewijsdat dit laatste doel
door mij niet geheel is gemistmoge
strekken de getuigenis van een onzer Zeouw-
sche Volksvertegenwoordigersdie mij den
1 Julij dezes jaarsde ontvangst meldende
van een exemplaar dier brochuredo goed
heid had daarbij te voegen dataangezien
de zaak der Calamiteuse Polders bij de
Kamers nog geenszins populair is en vele
leden zich geheel verkeerde voorstellingen
maken van d.en waren stand van zaken
mijn vertoog, naar ZEds. oordeel, geschikt
is om bij velen juister begrippen omtrent
de zaak der Calamiteuse Polders te doen
ontstaan."
Ten slotte rest mij nog de betuiging
dut het mijn voornemen niet was noch is
door dit geschrift iemand te beieedigen
en datindien ik daarin op bijzonderheden
heb gewezenwier openbaarmaking mis
schien dezen of genen onaangenaam zijn
mogedit een gevolg is van de wijze
waarop de ongenoemdedie zich verbergt
achter de spreuk Lecroit et Ejiesgo heelt
goedgevonden, mij oyct mijne brochure
aan te vallen.