Zesde jaargang, NOG IETS OVER DE CALAMITEUSE POLDERS IN ZEELAND. Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Adverlentiën en gewone Berichten of Mcdcdeelingen van Correspondenten le bezorgen bij den Uitgever dezes, alles franco, behalve de bekende Corrcspondenlien. Dit Weekblad verschijnt lederen Vrijdag.Prijs per. drie Prijs der Adverlentiën, van 1-5 regels 0,75; elke re«;el maanden voor hol voormalig 4de district van Zeeland f 1,15; \7\>mloo' Qpnfnmhpr daarbovcn /"oj-2'/,, behalve het zegel van f 0,55 voor iedere voor de overige plaatsen des Rijksfra.vro per post i.'JJ J Q ^v|Jlt/IIIIJt/l plaatsing. Groole letters naar het getal gewone regels, Afzonderlijke Nummers 0.10. j die zij beslaan. „Het besle bewijs van hoogschatting' „dat men een schrijver geven kan, is, „hem te zeggen wat men denkt." Jll. 21 der na le melden Jlrochurc. 13ij den Boekhandelaar A. J. Bronswijk, te Oostburgziet (en al is het ook een legenschrift tegen een paar onzer vroegere Hoofdartikelen over dit onderwerp)tot onze vreugde, ccne Brochure het licht, getiteld „Iets tegen het: Nog iets over de Cala- mitduse Polders, van den Heer HAIilMA- CHEE, Notaris te Groede en Eid der fjtaten van Zeeland, door LTTCTOB ET EaSBSO. Een woord tot bestrijding van zijn oordecloveronse kostbare dyksdefensie en hot streven naar zuinigheid bij de uit voering der werken aan de Calamiteuse Poldersdoor de Ambtenaren van don Waterstaat." Reeds dc titel vermeldt ons wat de Auteur wilen de aanhef der Brochure vermeldt dit nog naderdie Brochure toch begint met de volgende zinsneden Eenigen tijd geleden verscheen bij den Uitgever dezes (de Moer Bronswijk) eene Brochure in het licht van den Heer H. G. Hammacher Notaris te Groede en Lid der Stalen van Zeeland, voerende tot opschrift: Nog iels over de Calamiteuse Polders. Deze Brochure is gedeeltelijk medege deeld en beschouwd door de Redactie van iict Sluisch Weekblad, in de hoofdartikelen, voorkomende in de nummers 30 en 31 van dezen jaargang. De Redactie toont daarin hare goedkeuring en ingenomenheid aaii en ïnot dit geschriftterwijl liet zeker ook door hare mededeeling en beschouwing meer ter openbare kennis is gebracht en gekomen. Komt de inhoud der Brochure van den Heer H. neder op de beschouwing van liet Koninklijk besluit van den 2i September 1864, N". 33, waarbij Zijne Majesteit, op de voordracht van Zijnen Minister van Bin- nenlandsche Zakenvan den 22 dicrzelfde maand, lelt. B, 3de afdeeling, Zijne goed keuring onthoudt aan het besluit der Staten van Zeeland van den 2D Mei 1863lot wijziging van het Reglement van Adminis tratie der Polders in Zeeland, goedgekeurd hij Kon. besluiten van den 6 Januarij 1841 10 September 1811 en 24 Augustus 1816, als een noodzakelijk gevolg daarvan bespreekt hij de tegenwoordige wijze van bestuur en beheer der Calamiteuse Polderswelke in de werkelijkheid geheel anders is dan men uit dat Kon. besluit zou meenen te kunnen en moeten opmakenterwijl liet zuinig be heer waartoe de Minister bij eene nieuwe regeling van bestuur en bolleer wenscht te zien komenvolgons den Schrijver in geenen deele bij de tegenwoordige adminis tratie van den Waterstaat, aan welke het geheele bestuur en beheer der Calamiteuse Polders is opgedragen bestaatlot staving waarvan hij zich beroept op den tegenwoor dige» staat der Directiekeeten aan die Pol ders en de wijze van herstelling der storm schade aan de Polders Oud- en Jong Breshensin December 1862 en Januarij 1863, waarvan hij de kosten vergelijkt met diegemaakt lot herstelling der schade door diezelfde stormen toegebracht aan de vrije Watering van Groede en Baanstpoider. (Zie zijn geschrift biadz. 811) Verder tracht do Schrijver aan te tnonen, dathoedanig ook het bestuur der Calami teuse Polders zij geregeld of dit berust bij den Waterstaat zooals tegenwoordig, hetzij dit aan de Polderbesturen worde teruggegeven, gelijk de Minister schijnt te verlangen liet Rijk altijd verplicht zal zijn hij tc dragen lot de kosten van onderhoud dier Polders; terwijl hij eindelijk komt tot de vraag: hoe in dezen stand van zaken partijen te vereeni gen, dal is: lol wolk middel le komen: 1°. lot helgenc de Minister wenscht enz. (zie biadz. 17 en 13). Hebben wij den inhoud van liet geschrift van den Heer H. slechls in korte in alge- meene trekken medegedeeld wij willen dan ook alleen liet punt daaruit bespreken en trachten te wederleggen hetgeen betrekking heeft lot de kostbaarheid van liet tegen woordig bestuur zijnde de administratie van den Waterstaat in de daarstelling herstelling en liet onderhoud der werken aan de Calamiteuse Poldersen waarom trent wij met den Schrijver niet alleen in gevoelen verschillenmaar eene geheel tegenovcrgestel Ie ineening zijn toegedaan." Men ziet liet, de Schrijver is zich be wust wat hij wilalleen dal punt wil hij besprekendat betrekking heeft lot de kostbaarheid van het tegenwoordig bestuur zijnde de Administratie van den Wa terstaat in het Poldcrwcrken wel wil de Schrijver juist dit, om iat hij niet a'leen mot den Heer Hamuaciibb daarover van gevoelen verschilt, maar omdat hij zelf eene geheel tegenovergestelde meeningdan die van den Heer Hammacher is toegedaan. Wij zetten ons ter hcoordeeling van de nieuwe Brochureom dezelfde redenen doch in eencn omgekeerden zin wij zijn namelijk door haren inhoud niet overtuigd blijven liet gevoelen van den lieer Hamha- ciieu toegedaan en verschillen met ZEd. niet in gevoelen omdat hij ons met feiten (met de stukken) overtuigd heeft van de juistheid van zijne zienswijze in dezen en hij ons dus den waarborg heeft geleverd (zoo hij dit ai niet vroeger luidde gedaan dat hij ais Lid van Zeelands Statenmet lust en ijver, onpartijdigheid en vrijmoedig heid onze belangen altijd en overal zal voorstaan. Maar er is meerI.cc ron et Emergo moei den kamp verliezen hoe gaarne wij zouden gezien hebbenom den wille der zaak, dat do Heer Hammacher ongelijk hadde gehad !j Lector et Emergo moet den kamp verliezen omdat zijn voornaamste steun bestaat in de vergelijking van liet heden met het verledenen deze vergelijk king gaatonzes inziensdroevig mank. Wij vragen niethoe was het in de dagen onzer schande (de jaren 17D21813), loen wij vernederd en vertrapt, miskend en verguisd in 'l stof kropen voor do over weldigers uit liet Zuiden? Neen I wij vragen naar het lieden en die vraag hooft de Heer Hajimaciier onzes inziens ook zonder de ons ook maar al le wel bekende „art de grouper los chifres", door feiten beantwoord. Wij willen hier echter een oogenbiik verpoozen dc Brochure komt vcrsch van dc persde Heer Hammaciier zalals de aan gevallene (wij erkennen echter tevens den humancn loon der nieuwe Brochure!), misschien de gelegenheid willen gebruiken om zeif een woord mede te sprekenen liet publiek moet eveneens minstens eene week tijd tot oordcelen hebbenwaarom wij het alweder den aankoop dezer Bro chure (die slechls 80 Cents kost) aanraden. Wij zullen in ieder geval aan hare nadere beschouwing een nieuw opstel wijden en daarin (wat natuurlijk van ons verwacht wordt) onze reeds vooropgezette meening staven. Alvorens echter cleclen wij nog het slot des Schrijvers van Lcctor et Emergo mede „En nu nog eene vraag Zal de Redactie van liet Sluisch Weekblad ook hare aandacht willen wijden aan dit ons geschriftzal zij liet waardig oordcelenook hiervan ccnige mededeeling, eenig verslag in haar blad le doen Wij hopen het om der waarheid wille want zoo weinig dergelijke geschriften ge lezen wordenwanneer men ze in den vorm eener Brochurewelke geld kost ter markt brengtzooveel te meer komen zij bij eene aankondiging in eene of andere courant ter kennis en sprake bij het publiek. En dit publiek (de lezers der Sluissche Courant) heeft recht daaropop liet voor en tegen eener zaak. ik twijfel dan ook daaraan nietnu ik in den Schrijver van dc beide hoofdartikelen den man ineen le kennen (le style eest I homme)die bij elke gelegenheid toont dat de waarheid hem lief en dierbaar is. „Waarheid en recht te doen zegevieren, in ons aller belangziedaar ook de lens van Schrijver dezer, die zich vooralsnog verbergt achter onze Zeetnvsehe spreuk achter liet EUCTÖR ET EMERGO. De geachte Schrijver ziet op zijne eerste, vraag reeds het gedeeltelijk antwoord. 't Is vleiend voor ons, dat dc Schrijver ons (zij het ook uit onzen stijlzooais die

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1865 | | pagina 1