Aiffem.ee» Overzicht. dit blijven doen, als onze wetten trouw en eerlijk door allen worden nageleefd. Recht voor allen geen gewetensdwang is ook onze leus. Bestrijden wijwat wij voor onwaar houdendan doen wij dat omdat wij onwaarheid, handelingen op onwaarheid gegrond, daden achten, die inbreuk maken op het recht van derden. Wij wijzen dan ook volkomen de klach ten 011 beschuldigingen al', die in dat stuk voorkomen. Een stuk tochdat mannen als Hooft, Bor van Meteren Wagenaah, iillderdijk van I.ennep oil arend oir vu 11 ecne menigte anderen niet le gewagen schaamteloos in het aangezicht slaatver oordeelt reeds dadelijk zich zeiven. Dat de Heer Nuijens zeven boekdeelen schrijft over vaderlandsche geschiedenisdat is goed dat komt dien Heer toe het vrije woord in 't vrije land. Het verheugt ons zelf, de Katholieken te zien ontwaken. Dat ze onderzoeken om lot waarheid te komen was altijd onze vvenschmaar dat ze dat onderzoek opgeven, omdat de bronnen, die het algemeen bezit, valscli zouden zijn, is eenc beschuldigingdie eerst dan mag worden uitgesproken als de Heer Nuijens ze door zijne zeven deelen zal gestaafd hebben. Wij geven onzen Katholieken land- genooten ons eerewoord, dat, als de Heer N. die taak vervuld heeftwij onder de eersten zullen behoorendie hem zullen volgen Waarheid schreven wij boven dit opstel daarom bespreken wij twee punten die de Schrijver zegt aan den Heer Nuijens te ontleenenreeds volgens een prospectus en na de [ezing van liet eerste der zeven dee len 1». De Nederlandsche opstand tegen Spanje is niet uitgelokt door de plakkaten of de Inquisitie, omdat (let wel op het krachtig bewijs!) omdat het getal der slachtoffers daarvan veel minder is geweest dan de Historieschrijvers beweren. Een schoon bewijsOpstand door weinige enkele gerechtelijke woorden geprovoceerd, is niet mogelijker zijn veel slachtoffers der tirannij noodig0111 opstand te veroor zaken. Schoone redeneerkunde! 2". Dat het Nederlandsche volk niet is opgestaan omdat de groote meerderheid Katholiek bleef. Deze stelling en hare gevolgtrekking is niet vrij le pleiten van dubbelzinnigheid immers, de uitdrukking: Ncderlandsch volk, is even vaag, als die van: Hollanders, eng is. Intusschen kwam het grootste en beste deel der bevolking van de zeventien gewes ten in opstand of de meerderheid liet zich door do minderheid de wet voorschrijven. Intusschendit zij zoo 't zij de ge schiedkundigen mogen dit met elkander uitmaken. Er is iets andersde Steller van 't artikel is hang voor de Katholieke aankomende onderwijzersmitsdien voor het onderwijs. De man ziet spoken waar ze niet zijn op de scholen hebben wc den geheel kleurloozen Knuivers Holst en het lieve boekje van (den Katholiek) Waterreus, welk laatste wij zelfs onzen eigen kinderen in handen durven geven. Verlangt de Schrijver misschien vaderlandsche geschie denissen uitsluitend voor Protestanten of Katholieken geschreven dan moet hij zich met fragmenten behelpen. Intusschen vin den wij het hoogst treurig dat men ook op dit gebied zoo oneens zijn kanGeef do geschiedenis zoo als ze is geef de fei ten strenghistorisch waarDe lezer oordeeleAlleen met de jeugd gebruikc men zeemanschap, en geve wat niet ergert, vermelde de godsdienstgeschillen slechts met een enkel woordmaar doe in geen geval de waarheid te kort. De Steller verheugt zich over de toe komstige zeven of acht deelen van Dr. Nluens, in bet belang van den Kath. onderwijzer maar ais dioLij al liet overigenog 7 a 8 deelen noodig heeft, om zelfstandig over de goede trouw van onze geschiedschrijvers le kunnen oordcelen dan beklagen wij dien adspirant van ganscher harte. Wat nu 't werk van Dr. Nuijens betreft, hij zij Dr. zoo hoog als hij wilveel ver wachting hebben wij er niet van. Wij kennen zijne vertaling van het lasterschrift van Koenen de nootdie Dr. Nuijens (de 1ste op bl. 8) nederschreefwaarin hij Willem I veroordeelt, is, wat de daarin vervatte gevolgtrekking betreftvoor de rechtbank van het gezond verstand en der zedelijkheid ten volle toepasselijU op Dr. Nuijens. Bij noemt de apologie van Willem een lasterschriftdat in beschaafde landen van onzen tijd den schrijverden drukker en den Prins van Oranje tot eenc gevangenis straf van ettelijke jaren en dit naar recht, (sic), zou hebben doen veroordeelen. Filips II vond er iets anders ophij huurde den moordenaardie Willem door schoot I Zal men ook dat feit verzwijgen Wij bouwen te veel op het eergevoel der Nederlandsche Katholieken öe aandacht van allen die zich met politiek inlaten is hoofdzakelijk gevestigd op Duilschland. Eene tijding uit Berlijn, die men zegt uit goede bron voort te komen] heeft de conclusion mede gedeeld, die uitgebracht zijn door de advocaten van de kroon van Pruisen na een lang beraad, aangaande de rechten der verschillende preten denten op de heerschappij in do Elbe-hertog- dommen. Volgens deze besluiten heeft de hertog van Augustenburg geen recht; de groot-hertog van Oldenburg heeft insgelijks geen recht; ook het huis van Hohenzollcrn kan geen recht hebben, zooals blijkt uit de slilzwijgenheid die men ten aanzien van dit huis in het onderzoek der zaak heeft in acht genomen. Een enkele vorst heelt geldige rechten, n. koning Chrisliaan 111, en deze rechten zijn afgestaan aan Pruisen en Oos tenrijk door het Weener-lractaatwaaruit duide lijk volgt, volgens bedoelde heeren dat Pruisen en Oostenrijk de eenige wettige bezitters zijn van de hertogdommeu. De zaak behoort alzoo lusschen Oostenrijk en Pruisen alleen te wordeu beëindigd. De laatste telegrammen uit Weenen geven de verzekering dat alle gevaar van oorlog lusschen Oostenrijk cn Prnisen stellig verdwenen is. Hot Neue Frcmdenblatt slaat geen geloof aan !t gerucht dat graaf von Blome een ultimatum met zich naar Gastein genomen heeft. Hoewel een diep geheim do tegenwoordige on derhandelingen nog omsluiert, en Oostenrijk geeuen duim breed van zijn recht zal afwijken, hebben de twee groote mogendheden er te veel belaug hij Duilschland niet in eenen burgeroorlog te stortendie onvermijdelijk den algcmeenen vrede van Europa ia gevaar zou brengen. Ook mag men veilig veronderstellen dat de anders zoo trolsche Wilhelm I opzettelijk naar Gaslein is gekomenom den dreigenden storm te bezwe ren en den oorlog tegen te houden. Do Koningin-Weduwe van Pruisen begeeft zich naar ischl en zal hare reis derwaarts zoodanig inrichten dat zij den koning te Salzburg onlmoei. Men hecht aan deze onlmoeliug zekere staatkun dige beleekeniswant men beweert dat de Konin gin-Weduwe de staatkunde van den heer von Bismarck verderfelijk acht voor het vaderland en sedert lang pogingen in het werk stelt om de zaken eene andere wending le doen geven. Men verzekertdal de reis des Konings naar Baden-Baden niet zal doorgaan tevens verhaalt men dat de heer von Bismarck van het bezoek der hadplaats Biarritz heeft afgezien uit hoofde van do wending der onderhandelingen met Oos tenrijk. Koning Wilhelm I heeft persoonlijk begrepen aan welke gevolgen do raadgevingen zijns minis ters hem bloot zouden gesteld hebben, en hierom een mondgesprek verzocht met Keizer Franz- Josephdat dezer dagen te Salzburg zal plaats hebben en zoo wc hopen den vrede slichleu. De Neue freie Presse bevestigt dat het. op den stellig uitgcdruklen wensch des Konings van Pruisen is dat Keizer Frauz Joseph in den loop der aanslaande week zich naar Salzburg zal be geven om een mondgesprek met Wilhelm I te hebben over de zoo nelcligc twistzaak der Elbe- hertogdommen. In den Ministerraad waren de laatste onder richtingen met welke graaf von Blome naar Gastein is vertrokkenvastgestelddoch eenigzins ge wijzigd ten gevolge van een nieuw voorstel van den Pruisischcu gezant von Werther aan graaf von MensdorlT. De- bijeenkomst der souvereinen van Oostenrijk en Pruisen zal echter afhangen van den uitslag der zending waarmede graaf Blome van wege Of stenrijk bij het gouvernement van Pruisen heiast is. De Staat der onderhandelingen bleef later nog een voordeelig vooruitzicht aanbieden. Oostenrijk blijft in de weigering volharden om don Prins van Augustenburg te verdrijven het wil niets tegen de wetten van het land uocli te gen hel legeuwoordig gouvernement der hertog dommen ondernemen. De Keizer van Oostenrijk is reeds naar Ischl vertrokken. De Koning van Pruisen zal er zich heen begeven. De tijding volgens welke eenc bijeenkomst lusschen den Koning van Pruisen en den Keizer van Oostenrijk vroeger zou plaats heb ben, hetzij le Salzburg, hetzij te Gaslein, is van allen grond ontbloot. liet is te Ischl dat beide Vorsten elkander zullen ontmoeten, dus meldt eene latere correspondentie. Pp het oogenblik zijner afreis naar Ischl heeft dë Keizer zeer voordeelige mcdedeelingen over den staal der onderhandelingen oulvangen. De Abéndpost, avond editie 't van olficieële dag blad van Weenen. meldt dat de Keizer tot de aan slaande samenstelling cener financieële commissie besloten heeftten einde Lot eene bestendige re geling van het budget le geraken. De kwestie over do vermindering die in de ad ministratie van het leger moet gedaan worden, zal voornamelijk door de commissie worden behandeld. De Pruisische minister von Bismarck gaat thans in heerschzuchligen overmoed telkens verder. HU bepaalt zich niet lot binnen de grenzen van het bedrukte vaderland maar slaat thans het oog op andere staten. België cn Nederlandzegt hij behooren bij Frankrijk, en Denemarken komt Duilschland toe. Aan de uitvoering van deze plannen ontbreekt nog wel ietsdoch menigeen twijfelt niet of hij zal in staat zijn om zoo iels le begeeren. Oostenrijk wordt op een lioogen loon behandeld met blijkbaar vertrouwen op diens belangdat rust vordertdie ten op zichte van Venelie reeds op 't spel staat. Van een vredebreuk tusschen beide Duilsche. machten wordt wel geduisterddoch niets ernstigs ver nomen. Eene Russische ukase, of bevelschrift, beveelt eene aanzienlijke vermindering van het Russisch leger. De afreis des Franschen Keizers van Plombières naar 't legerkamp van Chalous heeft een einde gemaakt aan de vooronderstellingen betrekkelijk de ontmoeting van hooge personnages die zich naar de Franscho badplaats zouden hegeven om den Franschen Vorst te onderhouden over zekere onderwerpen van hoog staatkundig aanbelang. Noch diplomaten uit liet Zuiden noch uit het Noorden zijn verschenen te Plombières, waar Napo leon zijnen lijd in een zeer afgezonderd leven gesle ten heeft. De reis van generaal Fleury naar Plombières had insgelijks gissingen doen maken, die even onge grond zijiir Men verzekert dat die generaal slechts derwaarts geroepen is over dienstzaken aangaande het verblijf van de Keizerin en den Keizerlijken Prins in gemeld legerkamp. Te Parijs is de politiek nu in vakantie. Niet alleen het Keizerlijke hof, maar schier al de mi nisters zijn afwezig, ter voorzitting der algemeene departementsraden. De voornaamste diplomaten en staatslieden bevinden zich in de badsteden. Het groote feest van 15 Augustus bracht ceuigo verlevendiging aan in den kalmen toestand der hoofdstad. Wij lezen in de bijzondere correspondentie van het Handelsblad, uit Brussel: De politieke vacautiën zijn begonnen. Binnen weinige dagen zal de last van het bewind op den heer Rogier alleen drukken. De heer Frère reist in Duilschland de heer Van der Stichelen in Zwitserland de heer Chazal is reeds lang te Pau, de heer Van den Peereboom vertrekt morgen en de heer Tesch zou reeds op weg zijn zoo eene overigens lichte onpasselijkheid hem niet verhin derde doch hij zal binnen kort vertrekken. Het voorstel van generaal Pletinckx, om een monument voor Tacamburo op te richten maakt hier fiasco Verre van goedkeuring te ver wervenis er hij de burgerwacht eene prolestalie legen dit denkbeeld in omloop gebracht, eu wrrJt met menigvuldige handteekens overdekt. Apropos van Tacamburo de brieven door do stoomboot France, le St. Nazaire aangekomen voor Belgie aangebracht, zijn reeds vroeg uitge deeld; zou de heer Rogier nu eindelijk de docu menten, welke hii zoo dikwijls gevraagd heeft, ontvangen hebben en zullen wij nu weldra ver nomen hoeveel Belgen van het Mcxicaausch re giment er nog in 't leven zijn? Wij lezen het volgende in V Etoile Beitje„De heer Kervyn de Le'llenhovc heeft in den Belgi schen Senaat do aandacht van het gouvernement gevestigdop de noodzakelijkheid om zooveel mogelijk de gemeenschap der grensbewoners met hunne naburen te vergemakkelijken te meer daar tegenover Belgie niet altoos op den strikten voet der reciprociteit gehandeld wordt. Wat Nederland betreftwaarmede wij dage- lijksche relaliën hebben daar doet zich het gevaï voor dat ledige graanzakken gestempeld worden en voor die stempeling een recht van 8 pCt. wordt geheven terwijl bovendien nog 5 Pet. van der werkelijke waarde dier zakken wordt gevorderd. Zoodra de zegeldruk door het gebruik verdwe nen is moet zc vernieuwd worden.

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1865 | | pagina 2