WAARHEID. mm- H ADYERTEIT1E3UD W WESTELIJK ZEEU9SCH - VÜUIDEREI. N°. 33. Zesde jaargang. A° 1803. Vrijdag 18 Augustus. Dit Weekblad verschijnt iedcren Vrijdag. Prijs per drie maanden voor hel voormalig 4de district van Zeeland 1,15; voor de overige plaatsen des Rijksfranco per post f l.'JJ Afzonderlijke Nummers f 0.SO. Prijs der Advcrlentiën, van 1-5 regels f 0,75; elke regel daarboven0.12behalve het zegel van f 0,3voor iede.ro plaatsing. Grootc letters naar bet getal gewone regels die zij beslaan. Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, benevens AdverLenliën en gewone Berichten of Mededcelingen van Correspondenten te bezorgen bij den Uitgever dezes, alles franco, behalve dc bekende Correspondentie». In hel Vlissingsch Weekblad lezen wij het volgend Ingezonden Stu'i Wij leven thans in de. zoogenaam le verlichte eeuw. Het menschdom isnaar men zegt, lot eenen graad van ontwikkeling gekomen, zoo als men in vorige lijden nooit heeft waargenomen. Of dit in alle opzigten wezentlijk het geval israeenen wij om gegronde redenen te moeten betwijfelen hiervan echter willen wij niet verder spre ken. Zeker is het toch dat èn kunsten èn wetenschappen in de laatste jaren zeer zijn vooruit gegaan en dat thansmeer dan ooitvan opvoeding en onderwijs werk wordt gemaakt. Het zij verre van ons, da- wij ccrie goede opvoeding, en een behoort lijk onderwijs voor de jeugd afkeuren het zij verre van ons dat wij de ontwikkeling van den mensc.h laag achten. Integendeel, wij moeten erkennen dat slechts een goed ontwikkeld mensch de waarde van zijn leven naar belmoren kan waardecrenen dat, zal men in den tegenwoordigen tijd den naam van een beschaafd man kunnen dragen, men niet alleen moet kunnen lezen, schrijven en rekenenmaar ook met de gronden zijner moedertaal, met geschiedenis en aardrijkskundeen met andere weten schappen behoort bekend te zijn. Maar wat ons en wij gelooven ook anderen altijd heeft verwonderd en verbaasd is dat men in deze eeuwnu men zich zoo buitengewoon op verlichting beroemt, nog zoo onvoorwaardelijk geloof slaat aan vele zoo klaarblijkelijk vervalschte gebeurtenissen van vorige dagen. Gaat men de geschied kundige werken na, dan moet men zeggen, en dit is geene overdrijvingmisschien het tegendeel dat van de tiennegen als hoogst partijdig moeien beschouwd wor den, en dat dit vooral bij onze vaderlandsche geschiedenis het geval iswaarin zelfs som mige tijdvakken nooit behoorlijk zijn behan deld. Geen tijdvak echter daarin is zoo misvormd zoo vervalscht ja als het ware geheel van waarheid ontblootais dat der Nederiandsche beroertenbepaaldelijkcr do gebeurtenissen der lö110 eeuw. Leest men ditzoo ais het in onze vaderlandsche ge schiedenissen wordt voorgesteld en der jeugd op vele scholen wordt onderwezen dan wordt men al ligt geneigd veie personen van dien tijd met woeste tijgers te verge lijken. Wij willen geenszins zeggen, dat die gebeurtenissen nog niet kampen met de ruwheid dier tijdenmaar zeker is liet toch datals men de zaken goed onder zoekt, de meeste dier gebeurtenissen hoogst overdreven en misvormd zullen voorkomen. En dit alles evenwel blijft men zoo maar voor goede munt aannemen. Moet men zich dus niet tcrogt verwonderendat er sedert lang geen begaafJe personen zijn opgestaan die gepoogd hebben de gebeurtenissen van dien tijd in een behoorlijk daglicht te stellen? Zoolang tochhier geen geschikt werk over bestaat zalde ware grond der NeJerlandsche beroerten hij velen in liet geheel niet, hij anderen half, en aan enkele bijzonder begaafden en studie- lustigen geheel bekend zijn. Het is voor den ccht-Katholieke altijd eene wezent- lijke grieve geweest in werken der ge schiedenis die hem lot studieboeken worden aangewezen dé grootste aanvallen tegen zijne heilige godsdienst to moeten aantreffen, en daarin te zien, dat bijgeloof, volksvertrapping, bloedvergieten en moorden alleen aan de Katholieken van dien tijd worden toegeschrevenofschoon het grootste gedeelte daarvan onwaar, en liet overige geheel vervalscht moet genoemd worden en aan de tegenpartij misschien in :t meer rogl zou kunnen worden toegevoegd. Het is ons plan niet dit le onderzoeken en le bewijzen. Maar verheugen mogen wij ons toc.h en de gegrondheid daarvan hoeft ons aangespoord hiervan een enkel woord te spreken verheugen mogen wij ons toch dat een begaafd Nederlander, een geschiedkundige, die taak hoeft op zich genomen en wel dr. W. X F. Nuijexs, die onze litteratuur reeds met verscheidene wer ken heeft verrijkt. In het begin van dit jaar heelt men de prospectussen van zijn werk rondgezonden met opgave, welke pun ten het zal behandelen. De vóórnaamste daarvan waren onzes inziens: j. Dat de Nederiandsche beroerten niet zijn uitgelokt door de geweidadigheid der plakkaten en der inquisitie, omdat liet getal der slacht offers van dezen veel geringer is geweest dan vele geschiedschrijvers hebben beweerd, en 2, dat het Nederiandsche volk niet is opgestaan om den wille van de godsdienst, omdat de grootc meerderheid Katholiek bleef." Welke gewichtige punten I Wie zou dit kunnen betwijfelen Dij den eersten oog opslag moet men reeds dadelijk zeggen slaagt de schrijver naar belmoren in liet bewijzen dier stellingen, dan mag zijn werk allerbelangrijkst genoemd worden. Sedert dien tijd is reeds liet eers'.e deel van de zeven of acht hoekdeelendie liet geheel zal bevattenverschenenen wij hebben ook het genoegen gehad, het in handen ie krijgen. Wij hebben het gelezen en lier- lezen ja beslu leer.l en kunnen er niet anders dan allen lof van zeggen. De schrijver heeft onze verwachting niet te leur gesteld. Hij geeft op iedere bladzijde duidelijk te kennen dat zijn werk het resultaat is van jaren en jaren studie. Het aantal werken toch die hij aan den voet van iedere blad zijde opgeeftwaaruit hij het aangehaalde heeft geput, zijn wel de duidelijke bewijzen daarvan. Hij heeft zich niet alleen bepaald hij liet onderzoeken van vele oude en nieuwe geschiedkundige werken maar hij heeft zelfs vele brieven van de voornaamste per sonen van dien tijd zoo als die van den Prins van Oranje van Filips van Gran- veile van Margaretlia van Parma enz. on derzocht en zoo veel mogelijk tot staving zijner gezegden gebruikt. Die brieven gelijk de schrijver zelf ook leregt opmerkt verspreiden een helder licht over zijn merkwaardig werk daar deze meest alle in vertrouwen geschreven aliezins geloof waardig zijn. In het kort zijn ook de andere deelen waaraan wij niet twijfelen gelijk het eerste dan zal het geheel in de wezenlijke behoefte voorzien en den Ne- derlandschen Katholiek ook de gelegenheid aanbiedenom do vaderlandsche geschiedenis der 16de eeuw le bestuderen zonder zijne godsdienst op do schandelijkste wijze te zien aangerand. Al wie op dit werk niet heeft ingeteekend durven wij het gerust aanbe velen. Heeft men het eerste deel gelezen dan reeds zullen ons de oorzaken der Ne deriandsche beroerten want dit wordt vooral in het eerste gedeelte behandeld - geheel anders voor den geest staan dan men dit in andere werken heeft aangetrof fen. Jn liet hijzonder verdient het voor jeugdige R. K. onderwijzers alle aanbeveling. Deze tocli zijn ambtshalve verpligt do ge schiedenis van punt tot punt ie bestuderen en hebben reeds met droefheid te kennen gegeven dat zij genoodzaakt zijn werken geheel en al st rij Jig met hunne heilige godsdienstte bestuderen. Voor hen vooraf is liet een groote aanwinst, dat dr. Ngubns de handen heeft aan het werk geslagen. Hebben zij al was het ook maar het eerste deel goed ingezien en bestudeerd dan zal hun het bestuderen der overige ver- valschte werken zoo nadeelig niet meer zijn; zij zullen dadelijk het verdichte daarvan inzien. Wij hopen dan dat het spoedig bij iedcren R. K. onderwijzer zal in handen zijn, en houden ons oveituigd, dat dit zoo voor hem als voor zijne leeriingen allernut tigst moet wezen." G. vak O. Naar aanleiding van dat stuk wenschen v. ij een paar woorden in 't midden lo brengen Het iswij erkennen hetmoeieiijk in een land met gemengde bevolking (ge mengd op het leedere punt der godsdienst) niemand le kwetsenieder zijn recht le geven. Zoo eenige regccring dit vermag, dan is het de eenhoofdige, mits dat hoofd een volmaakt mensch zij Maar daar de vol maakte mensch onder ons nu niet gevomfeiL. wordt, aarzelen wij geen oogenblik kT v#r- klaren, dut de grondwettige regee bovenal in dezen te verkiezen is trols wijzen wij op het Nederland. Met !o meer 1rots

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1865 | | pagina 1