DE RIJ DM VAN DEN GRINDWEG De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van KADZAND, ZUIDZANDE, RETRANCUES1ENT, NIEUWYLIET en SLUIS doeu tc weten: dat door de Raden dier Ge meenten, in hunue vergaderingen van den 20sten, 23sten2isten26stcn en 30slcn Mei 1863, is vastgesteld do volgendo Verordening tu8sc1ien de gemeenten NIEUWVLIET EN SLUIS, met een zijtak na au RET RANCHER! ENT. Artikel 1. liet is verboden, op of langs den Grindweg te rijden met karren of wagensdie met meer dan twee paarden bespannen zijn. Dit verbod geldt echter niet, wanneer het aanspannen van meer paardenvolgens do wet of wettige verordeningenvcrpligtcnd is. Art. 2. Het is verboden, om op of langs den Grindweg of do zijwogen van denzolveu Duilscho ploegen of eggen te vervoerenanders dan op een daarvoor geschikt voertuig, of op zoodanige andere wijze, dat zij de wegen niet kunnen be schadigen. Rij het vervoeren van Waalscho ploegen op of langs den Grindweg, of de zijwegen moeten deze ploegen steeds zoodanig zijn opgespieddat zij aan die wegen geene schade kunnen toebrengen; en wanneer zij bespannen zijn met drie paarden zal het derde paard afgespannen doch met den sluitriem (kordeel) aan den balkhaak vastgelegd moeten worden. Art. 3. Het is verbodenom op of langs den Grindweg, of do zijwegen van dcuzelven, andere voorwerpen te slependan sleden en inolborden. Art. 4. lie? is verbodenom de voorraadhoo- pen van grind, die zich langs den weg bevinden, zonder vergunning van do Commissie voor den Grindwegomver of door elkander tc werpen te verleggenof op eenigo andere wijze daaraan schade toe to brengen. Art. 5. Iedere overtreding van deze Verorde ning, voor zooverre daartegen bij gecue wet, algemecncn maatregel van inwendig bestuur, of provinciale verordening is of wordt voorzienzal gestraft worden als volgt: die van Art. 1met eeno geldboete van 3-„ dio van Art. 2, met eeno geldboete van 3-„ dio van Art. 3, met ecne geldboete van ƒ10-,,; die van Art. 4, met ceue geldboete van f 1-,,. Rovcndien zijn de overtreders aansprakelijk voor de schade, dio aan de wegen worden toe- gebragt. Aldus vastgesteld door de Gemeenteraden van KadzandZuidzandeRctranchemcnt Nicuwvlict en Sluisna verkregen magliging van Heeren Gedeputeerde Staten van Zeeland, om do zaak gemeenschappelijk tc regelen. Te Kadzandden 20 Mei 1863. De Burgomcester (gcleckcnd) H. S. DE SMIDT. De Wethouder, (geteekend) IZ. DE I1ULLU Jz. Tc Zuidzandeden 23 Mei 1863. Do Burgemeester, (geteckend) H. S. DE SMIDT. De Secretaris, (getcekend) II. G. FOKKER. Tc Retranehcmentden 24 Mei 1863. Do Burgemeester, (geteekend) 11. S. DE SMIDT. De Wethouder, (geteekend) JACOB RISSEEUW. Te Nicuwvlict, deu 26 Mei 1863. De Burgemeester, (goteekend) M. MAZIJRE. Do Secretaris (geteekend) P. DE KOK. Te Sluisden 30 Mei 1863. A De Burgemeester, (geteekend) HENNEQUIN. De Secretaris (geteekend) J. BEKAAR. Zijnde deze Verordening aan dc Gedeputeerde Stalen van Zeelandvolgens Hun berigt van den 9 Junij 1863, N°. B 10in afschrift me- gedeeld. En is hiervan afkondiging geschied waar het behoort, den 18 Junij 1863. De Burgemeester van Kadzand Retranehcment en Zuidzande II. S. DE SMIDT. Do Wethouder van Kadzand 1Z. DE IIULLU Jz. De Wethouder van Retranehcment JACOB RISSEEUW. De Secretaris van Zuidzande II. G. FOKKER. De Burgemeester van Nicuwvlict M. MAZUBE. Dc Secretaris van Nicuwvlict P. DE KOK. Dc Burgemeester van Sluis HENNEQUIN. Dc Secretaris van Sluif, J BEKAAR. Drukkerij van J. SCHANSMANte Sluis,

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1865 | | pagina 5