NIEUWS- El ADVERTEITIEBLAD VAM WESTELIJK ZEEBfSCH - VLAANDEREN.
STRAATWEG KAAR SLUIS.
N°. 23.
jaargang.
A° 1863.
Vrijdag 9 Junij.
Bekendmaking.
ORDE.
Een rroord vooral voor onze
Landbouwers.
SllIS(lljUi!I;KBLAII
Dit Weekblad verschijnt iederen Vrijdag.Prijs per drie
maanden voor het voormalig 4de district van Zeeland f 1,15;
voor de overige plaatsen des Rijksfranco per post f l.'JJ
Afzonderlijke Nummers 0.10.
I Prijs der Advertentiën, van 1-5 regels f 0,75; elke regel
j daarboven /"0.12J4, behalve het zegel van f 0,35 voor iedero
plaatsing. Groote letters naar het getal gewone regels
die zij beslaan.
Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Advertentiën en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondenten
te bezorgen bij den Uitgever dezes, alles francobehalve de bekende Correspondentiën.
De COMMISSARIS bes KONINGS in de
PROVINCIE ZEELAND
maakt bekend, dat, uithoofde van te doene
werkzaamhedende passage over den
Straatweg naar SLUIS, ter plaatse van dc
voormalige Draaibrug over de Aardeuburg-
■sclie Haven, gedurende acht dagen zal
géslremd zijn in te gaan den 8 dezer.
Middelburg, den 1 Junij, 18Gb.
Voor den Commissaris des Konings voernd.
BECIüS
Lid van Gedeputeerde Stalen.
i.
Op welk standpunt de denkende mensch
ook sta 't zij bij vermeent zijn licht te
moeten putten uit de zuivere natuur't zij
hijwat wij verre hel beste achtenzijn
natuurlicht laat versterken door dat der
openbaring die ons ja naar natuurkrach
ten heenwijst, maar ons daarin tevens de wils
uitingen van den Heer der Natuur doet zien,
de voortdurende zorgen eener Goddelijke
Voorzienigheid in één woordhoe of
wat men ook gcloove ieder redelijk
denkend mensch zal het met ons eens zijn
dat in het groote gebied der Natuur de
grootste orde aanwezig is, en hijgevolg zal
de denkende mensch daaruit besluiten dat
die orde, door hem of ten gevolge zijner
daden, zij betook voor kort, kan gestoord wor
den, maar ook tevens dat het verstoren dezer
orde niet straffeloos geschieden kan. Geen
grooter beest (in den zin van dierlijkheid
toonen uiten der dierlijkheid) geen grooter
dwingelanddan de mensch zelve. Overal
waar we de orde der natuur zien veran
deren zien omkeeren zien wijzigenis zulks
het gevolg van de dwingelandij des men-
schen wij aarzelen niet zelfs er bij le
voegen: een gevolg, schoon niet noodwendig,
der beschaving! Der beschaving? Hoe? Ja
wel, geachte Lezers, der beschaving 1 Enge
zoudt eerst dan grond hebben voor uwe ver
wondering, indien wij het woord beschaving
niet met eenige bepaling noemden want
tusscben beschaving en beschaving is onder
scheid; te midden der beschaving toch leeft
een geslachtdat we den onbeschaafdcn
stand noemen. Ook deze bepalin* behoeft
alwéér tóejiqiiting. De onbeschaafde stand
is niet alt-ods onder de arme klassen aan
wezig verre van daar Wij kunnen op
behoeftigenop urmen zelfs, wijzen, wier
beschaving door 't Christendom gelouterd
heerlijk schitterd boven de levensuitingen
richtingen en wat daar meer zij van liet
zoogenaamd beschaafd gemeendat maar
al te zeer de zoogenaamde groote wereld
ontsiert: kortom, men vindt ware beschaving
onder adel en daglooneronder den zee-
en krijgsmansstand en den landbouwermen
vindt ze overal er zijn zelfs voorbeelden
van beschaafde scharenslijpers en onbe
schaafde (onbeschofte) baronnen
Om nu maar dadelijk op ons onderwerp
te komen wij hebben liet oog op eene
onverstandige domme handelwijze maar al
te vaak ten platten landezonder nadenken
niet altoos, gepleegd: wij bedoelen het
vernielen van wat mer. gelieft te noemen
schadelijk gedierte.
Strikt genomen bestaat er geen schade
lijk gedierte of deszelfs schadelijkheid is
zeer betrekkelijk. Wij weten b. v. niet
inct welk doel de rups in de Schepping
aanwezig is wij zien slechts op het kwaad
dat zij aanricht, b. v. in den laatsten lijd,
eene rups op populieren levende. Gehcele
rijen populieren (opmerkelijk genoeg, vooral
die in de nabijheid der woningen en langs
de zijden der groote wegen) staan in 't na
burige Vlaanderen naakt en kaal als in den
winterde rupsen hebben ze ontbladerd.
Deze rups schijnt zelfs een trekdier te zijn
althans verhaalt men, dat ze met duizenden
een tocht van de eene boomgroep naar do
andere deen en was hun jongste overtocht
zóó sterk, dat verscheidene wachthuisjes
langs den Spoorweg Eecloo-Brugge voor
eenigen tijd onbewoonbaar warenderzcl-
ver dak was er zwart van en zij drongen
er door been. Welnu, cr waren geene
vogelen genoeg om liet te sterk vermenig
vuldigen der rupsen tegen te gaan. Vele
vogelen toch schuwen sterk bevolkte plaatsen;
vooral is dit het geval met diegenen die geheel
van insecten, van derzelver eijeren, maskers
cn larven ef vlinders leven. De mensch
in zijne hooge wijsheid misgunt musschen
en vinken spreeuwen en kraaijen een paar
kersen een handvol doperwtjes en ziedaar
in hunne plaats komen de rupsen en ver
nielen den boom en de vruchtde zoo
heilzame winterkool en de oliezaden. Zou
het dus niet tijd, meer dan tijd zijn op
dit stuk krachtige orde te stellen bij de
wet opdat de baldadige tak van sluikhan
del in nachtegalenhet musschen schieten
en dergelijke ondoordachte of moedwillige
baldadigheden ophielden Dat we bij onze
meeningen niet alleen staanbewijst het
volgende uit do Landbouw-Courant
Dooden van zoogenaamde schadelijke
dieren vooral vogels inzonderheid door
de Mussehengildenen een paar Begle-
menten van zulke Vereenigingen.
De wetenschap behaalt langzamerhand
meer en meer de overwinning op de over
levering. Zoowel in 't groote als in 't kleine
wordt dit bewezen. Nog altijd bestaan in
Duitschland en ook hier te lande, o. a. iu
Zeeland Noord-Brabant en Limburg in
grooten getale do dusgenaamde Mussehen
gilden, vereenigingen van landbouwers
die jaarlijks eene zekere cijns in geld moeten
opbrengen voor zooveel zij die niet kunnen
leveren in de koppen der door hun geweer
gedoode onnoozele vogelkensdie, naar
't overgeleverde boercngeloof wilveel schade
zouden toebrengen aan 't gezaaide. De
stemmen van meer ontwikkelden die reeds
sinds lang tegen dc Mussehengilden zich ver
hieven vonden tot heden weinig gehoor.
Met het oog daarop heeft men te Frankfort
aan den Main een anderen weg ingeslagen.
Men heeft namelijk kunstmatige nesten
vervaardigd en die in de tuinen geplaatst
ten einde op die wijze do vermeerdering
van vogels te bevorderen die de weten
schap zegt dat wel verre van schadelijk
voor den landbouw te zijn dien bevorderen,
omdat ze zich meester maken van zoo
menig insect dat bij ongehinderde voort
teling den oogst meermalen verwoest.
Dit bericht gaf kort geleden een onzer
dagbladen en dc bekende Df. Gloger liet
onder zijne papieren eenige aanteekeningen
na die zeer onlangs zijn uitgegeven onder
den titel van „Die tïcejung der Itohlenbrli
ter. In dit geschrift wordt aangeraden,
om deze vogels zooveel mogelijk te behou
den er hokken voor in te richten in oude
boomen enz., en ze in geen geval te dooden.
Op deze belangrijke brochure wordt later
in dit blad teruggekomen.
De wetenschapzegt zeker teregt dat
men geene stoornis in de natuur moet
brengen derhalve o. a. geene musschen
moet dooden zonder de minste noodzaak
cn louter uit baldadigheid (I), die, waren
ze in leven geblevenzeer vele insecten
zouden hebben verslonden en derhalve on
schadelijk gemaakt derhalve ook geene
wezels moet doodenwelker vernietiging
als rechtslreeksch gevolg heeft eene onge
breidelde ontwikkeling van muizen die
anders door de wezels zouden zijn opge
geten derhalve geene mollen dooden
die onzen bodem van allerlei ongedierte
zuiveren. Maar we mogen de zaak ook
niet in tegengestelden zin overdrijven. Ver
oorzaakt menzooals in casu hier Iiq
(IJ Zie hierover, wat Noord-Brabant jjél-refijTp. a.
Boercn-Goudmijn 1802, Nn. 9 10 IAK288, rfvcr' j
hel uithalen van vogelnestjes. ê'l