- El ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEÜWSCH - VLAAMDEREI. PERU N». 21. Zesde jaargang. A° 188.3. Vrijdag 28 Mei. Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Advertentiën en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondenten te bezorgen bij den Uitgever dezes, alles franco, behalve de bekende Correspondentiën. Dit Weekblad'versciïijnt iederen Vrijdac.'Prijs per drie ma inden voor het voormalig -4de district van Zeeland f 1,15; voor de overige plaatsen des Rijks franco per post f 1.3J Afzonderlijke Nummers ƒ0.10. Prü^der Advertentiën, van 1-5 regels 0,7o; elke regel Haarnovèn f 0,12%behalve het zegel van 0,35 voor iedere plaatsing. Groole letters naar het getal gewone regels, die zij beslaan. i. Gaven wc vóór eenigen tijd een over zicht van de wording der groote Republiek van de Vereenigde Staten van Noord-Amerika we willen getrouw aan onze beioftenu en dan ons overzicht der nieuwe wereld vervolgen en bepalen ons voor ditmar.l bij Peru. Vooraf echter willen we een biik op den tegcnwoordïgen toestand van dit land vestigenom deszelfs nog hangende geschillen met liet oude moederland Spanjewaarvan het zich losscheurde, om, na de bevochten vrijheid, die vrijheid onder den republikeinschen regeringsvorm te ge nieten, waarin geheel Zuid-Amerika echlcr niet zoo gelukkig slaagde als de Ameri- kaansche Unie in het Noordenen waar voor de redenen in het volkskarakter u gemengd Spaanschen stam liggen. Naar den tegenwoo-rdigen staat van zaken te oordeelen dus zegt een geacht buitcn- landscli schrijver, laat het zich aanzien, dat de inbezitneming der Chincha-eilanden door de Spanjaarden sleclils het begin is van eene reeks verwikkelingendie binnen kort de opmerkzaamheid van Europa op de Staten der Amerikaansche westkust zullen vestigen. Het kan daarom niet ondoelmatig geacht worden den toestand van Peru in korte trekken te schetsen. De bevolking van Peru bedraagt, volgens de nieuwste opgaven, één miliioen acht honderd tachtig duizend zielen. De arbei dende klassen der binnenlanden zijn vol- blned-Indianen de handwerkslieden en winkeliers in de steden gedeeltelijk Indianen cn gedeeltelijk Mestiezen of Kleurlingen de mindere standen langs do kusten Negers of Zambos eene secte lusschen Negers en Indianenbenevens eeriige ingevoerde Chi nezen en de voorname klassen zijn voor namelijk van Spaansche afkomstmet feene kleine vermenging van Indiaanse!) bloed maar ook telt mén onder haar meer of minder blanke Kleurlingen en zelfs volbloed Indianen. De Peruanen van Tndiaanschcn oorsprong leggen meer geestkracht en dezelfde vaar digheid ais hunne landslieden van zuiver Spaansche afkomst aan den dag, en vele Indianen zijn welgestelde, ondernemende mannen terwijl weder andere dc hoogste staatsbetrekkingen bekleed hebben. De Peruanen zijn verstandig en bevattelijk buitengemeen gastvrij en welwillend, daarbij in den regel zeer menschelijk en verzoenlijk in hunne burgeroorlogen maar zij zijn dikwijls onbestendig en wispelturig, niet in staat tot volharding cn zeer tot luiheid geneigd. Omkooping, verraad en bedrog zijn maar al te veelvuldig; maar, met uil zondering der Negerrassen langs de kusten zijn er weinig volken waar minder moor den gepleegd worden. De menigvuldige oorlogen, die den voor uitgang en den bloei van het land belem merden ontstonden gedeeltelijk uit twisten over de grensscbei iingen met de naburige Staten gedeeltelijk uit binnenlandsche par tijschappen omtrent een meer bondgénoot- sciiappelijken of gccentraliseerden regerings vorm. Dezelfde kwestie dus die telkens de Republiek der Vereenigde Nederlanden beroerde. Tusschen de jaren 1828 en 1834 genoot liet land rust en vrede; de tien daarop volgende jaren belmoren met uitzondering van de twee jarendat Gene raal Santa Cbuz aan liet hoofd der Peru- Boliviaansche Confederatie stondtot de treurigste tijdendie Peru ooit beleefd beeft. Daarop genoot het wederonder Generaal Don Rasion Castella een ouden Indiaan uit Tarapaca, cn later, onder Generaal Eciienique tien jaren vrede, tot dat de algemeene ontevredenheid, door de bcdrie- gelijke handelwijze van laatstgenoemden verwekt, in 1854 eene omwenteling deed uitbarsten. Generaal Castella plaatste zich aan liet hoofd der beweging en heeft zich tot nu too met behulp van een groot leger, vreten staande Ie houden, terwijl op zich zelf staande opstanden, zooals te Arequipa, slechts van plaatselijken aard waren en dus gemakkelijk onderdrukt werden. De grondwet van 183Gdoor eene met dit doel bijeengeroepen volksvergadering ont worpen was in vele opzichten zeer ge brekkig en werd daarom in November i860 omgewerkt en gewijzigd. Volgens die grond wet moet liet congres alle twee jaarop den acht en twintigste!) Julij bijeenko men een derde gedeelte der leden Ireedt geregeld na dit tijdstip af, en in dien tus- schentijd zorgt eene uit zeven Senatoren en acht Gedeputeerden beslaande commissie voor de uitvoering der besluiten van het Congres. De Senatoren worden door de departementen gekozen en moeten een jaar- lijksch inkomen hebben van duizen I dollars. De uitvoerende macht berust in handen van een voor vier jaar gekozen President cn twee Vicó-PresSdentcn benevens een Ministerraad. De President Rakox Castella is uit Tarapacain bet zuidelijk gedeelte des lands, en is ongeveer zeventig jaar oud. Hij was in zijne jeugd houthakker in do zilvermijnen van li! Carmen daarna diende hij in het Spaansche leger, maar sloot zich tijdens den vrijheidsoorlog- bij zijne landlie den aan. Hij is klein en magermaar heeft een sterk gestel en onverzettelijke volharding. Zijn gelaat heeft eene sombere uitdrukking, maar verraadt vastberadenheid en gevoel van eigenwaarde. Hij is een voortreffelijk soldaatdappersnel in het handelen en door zijne onderhoorigen be mind. Zijn staatkundige voorspoed heeft hij te danken aan zijn genie terwijl zijne overwinningen nimmer door wreedheid zijn geschandvlekt. Maar ofschoon hij zich on misbaar weet to maken is iiij slechts een noodzakelijk kwaadwant volslagen gemis aan opvoeding maakt hem tot staatsman ongeschikt. Hij heeft zich*gewoonlijk onver schillig betoond voor alle openbare werken ten aigemeenen nutte en voor maatregelen ter bevordering d ;r verstandelijke of stoffelijke welvaart des lands, terwijl hij aan een ver bazend groot staand leger en aan de vloot geweldige sommen besteed beeft. Zijne verdienste bestaat daarin, dat hij aan het land vrede bezorgd heeft en liet daardoor in staat heeft gesteld zijne rijke hulpmid delen te ontwikkelen. Castella wil gehoor zame dienaarsgeen onafhankelijke Ministers hebbencn daarom zijn de voornaamste en bekwaamste Peruanen in liet ministerie niet te vinden; zij leven op hunne landgoederen en hebben zich den vrede voortreffelijk ten ruitte gemaakt om hunne bezittingen te ver beteren. De lange landstreek tusschen de .Vndes en den Stillen Oceaan heeft een gelijkmatig klimaat regen en hevige onweders zijn er bijna onbekend, cn des nachts valt er een verkwikkende dauw. Het grootste gedeelte van deze streek bestaatwel is waaruit zandwoestijnen door rotsachtige onvrucht bare bergruggen doorsneden maar waar een van de Andes dalend riviertje waterrijk genoeg is om deze te bereiken daar ligt een rijk en vruchtbaar dal aan zijne oevers. Deze dalen van meerdere of mindere uit gestrektheid en hier en daar verspreid lig gende breken de eentooniglieid van de woestijn van de Docht van Guayaquil tot aan de Loa welke rivier Peru van Bolivia scheidteenigzins af. Zij zijn bijzonder ge schikt tot bet telen van katoen, wijn, sui kerriet cn olijven. Thans reeds trekt men verbazende som men uit deze dalen zij zouden echter nog veel meer opbrengenindien men niet opzag tégen de kosten voor eene geregelde be- sproeijing. Het dal Canete, ten zuiden van Limadat zich in handen van zes onder nemende grondeigenaars bevinutis niet suikerplantages bedekt. Be suikeroogst, die sleclils door Chinezen en vrije negers wordt gewonnen, had in 1840 eene waarde van één miliioen dollars. Verder zuidwaarts le veren de dalen Pisco en Yca zevenlig dui zend botyas van een geestrijk vocht dat Pisco heettien duizend vaatjes voortreffe- lijken wijn, acht honderd duizend pond ka toen en veertig duizend pond cochenille. In het dal Tambo bij Arequipa zijn vier duizend olipboonen en zeven molens. Sedert 1860 is men zich met k de aankweeking van katoen gaan I De grond cn het klimaat zijn daa-

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1865 | | pagina 1