N". 19. Zesde jaargang. A" 1865. Tmm w Kiwi iÉi nPK 1 m v üf Npk TA Is ■I iill 1 IP1 i 11 B 9 I IV f' ,J CiJ m Ml HHflBtH - Vi DErtEl SLEPElDIlifc. si Dit Weekblad verschijnt ïedercn Vrijdag.Prijs per drie maanden voor hel voormalig 4de district van Zeeland 1,15: voor de overige plaatsen des Rijks franco por post f l.'JJ Afzonderlijke Nummers ƒ0.10. Ingezonden Stukken en Prijs der Advertenliën, van l-S regels f 0,75: elke regel daarboven ƒ0 12;/2, behalve bel zegel van 0.3voor iedere die zij'Tcslaa'k00'0 hCt getal °owoae reSe!s (nevende Redactie betreffende benevens Advertenliën en gewone Berichten oirMededeeiingen van Cnrrespond-nten te bezorgen in.) den Litgever dezes, alles franco, behalve de bekende Correspondcntiön. Cxetrouw aan onze belofte ten gevolge van een correspondentie-artikel afgelegd wensclien wij in ons tegenwoordig hoofd artikel een oogenhiik stil te staan bij de kwestie over den Slependammer of Eecloo- schen Watergang en de visscherij in de Anrdenburger Haven. Wij erkennen het wij brengen daardoor een plaatselijk belang ter sprake maar dit belang is levens zoo zeer verwant met het gemeene rechtdat wij onzes inziens vrijheid hebben dat be lang in ons Weekblad te besprekente meer daar bet hier eene aanmatiging geldt van eene zijde van den vreemde waar van de Aardenburgsche in- en opgezetenen en die van Beooster- en Bewesler-Eede in den loop der eeuwen niets dan verdriet en onwil hebben ondervonden. Men weet dat na 1G48 Zeeuwsch Vlaan deren vnor goed zij het ook als winge west" bij den Staat der Nederlanden werd gevoegd en onder de Generaliteit gesteld. Door die groote staatkundige gebeurtenis sen werden de Spaansche Nederlanden met name de beide Vlaanderens, ten opzichte hunner uitwatering zeer afhankelijk van onze Republiekdoch die afhankelijkheid was nimmer van dien aard dat ze de Vlaanderens benadeelde, integendeel de ge schiedenis leert, dat de landen, noord waarts van den Grave-Jansdijk het slacht offer van dezen dubbelzinnigen toestand waren, daar zij als lager liggende aarspoe lingen bet Belgisch opperwater ontvingen en de Belgische waterschappen met name de beide Slependammer afdeelingenniet altoos aan hunne verplichtingen voldeden en niet zelden tot die voldoening door den sterken arm moesten genoodzaakt worden. Een der Vlaamsche Afwateringswegen was de zoogenaamde Eecloosche Water gang die zich door de Stads Buitenvest van Aardenburg in de Eede stortte door middel cener sluis op de Kaaiwelke sluis aan die van Slependamme vergund was ge worden toen zij ook uit een krijgskundig oogpunt, van hunne sluis aan het Coxvsche gat (een Zwinarm) beroofd werden en al- zoo hunne positie bij het dorp Slepeldam aan den mond der Aardenburger Haven door oorlog cn overstrooming verwoest werd. Het noordelijk gedeelte der Eede van Aardenburg tot het Zwin tot in bet lierte der zeekunnen we voor 't oogen hiik laten rusten en behoeven wij ons slechts te bepalen tot den Eeelooschen Watergang zelve, want het zoogenaamde recht der Aardenburger-Haven-visscherij waarover dezer dagen proces gevoerd werdis van de zijde van die van Slependamme gezien te belachelijk om cr verder bij stil te staan Wat was de Eecloosche Watergang? Het overblijfsel van eenen anderen stroom die tot Rouchautc doorschoot" (Dresseliicis, Oud Aardenbbrg I hl. G6). Dit overblijf sel nu werd Slependamme gegund mits de oevers betragelende, tot Uitwaterings Kanaal. Daarvoor diende liet dan ook zij kochten zegt men den grond dit beweren is echter niets meer dan een men zeglzij verkregen het recht van aardhalirig ter naaster lage en legen betaling der aarde aan de eigena ren in Beoosler-Eede (een aantal schrifte lijke bewijzen in 't Aardenburgér archief bewijzen <!il). Deze toestand duurde tijdens onze vereeniging mot Frankrijk met Bel gië en, na de scheiding, tot liet kanaal van Zeizate voltooid was. Die van Slependamme zonden dus luinne wateren uit België door den ouden Watergang, als natuurlijken weg, naar Smedekensbruggehier vielen zij in de buitenvest der oude stad Aardenburg, wel ker builen'tragel leger. Beooster-Eede door Slependamme werd onderhouden, zijnde de tragel tusschen den Watergang en dien van Beooster-Eede particulier eigendom de oude vest liep noord van 't fort Grootendorst in de buitenvest der nieuwe stad Aardenburg doch binnen den versterkten bedekten weg naar de achter de groote West-llalvemaan en voor de West- of Kaaipourt gelegene sluiswaardoor de Wateren van Slepen damme in de Aardenburger Haven vielen. Deze Haven bedijkt zijnde (1813) bleef nog- tans do waterloop dezelfde alleen (de ge tuigen leven nog) stroomde liet water door een gegraven kanaal tusschen den dijk langs liet Zwin cn den Polder Beooster Eede be noorden Sint-Pielersdijk naar bet Zwin en wel door de Oostsluis even buiten den Oostwal der Stad Sluis. Deze Watering werd door die van Slependamme echter ge heel verlaten bij de openstelling van liet kanaal van Zeizate. Slependamme had aan de Directie der Oostsluis voor hare uitwa tering natuurlijk suatiegeld betaalddeze uitgaaf maakte liet kanaal van Zeizate noo- deloosen men moet het erkennen zeer wijselijk deden die van Slependam ne bij be hoorlijk exploit per Deurwaarder opzeg van het gebruik der Oostsluis en hielden dientengevolge op te betalen zij deden dus feitelijk afstand van liet gebruik des Wa- terwegs. Hoe verstandig ter eenewas dit ter nndere zijde tevens de openbaring ecner dom heid deden zij afstand van hunnen Water weg hoe kwamen zij dan op het denk beeld om zich de grondenwaarover hun water ejeloopen liad en nu nicl meer liep zich toe te eigenen hoe op liet denkbeeld om en in do Eeelooschen Watergang cn in de Aardenburger Haven (het laatste de grootste onzin) het vischrecht te eisclien? Hun recht van uitwatering hield on hadden dus met Nederland niets op meer Zij te maken. Ze sloten den Eeelooschen Wa tergang af door de tragels van liet Zelzater Kanaal Wij hebben dus aan bijzondere redenen en begeerten te denken waarover wij ons echter voor 't oogenblik niet willen uitlaten doch die wij niet schromen zou den (ware liet reeds de tij 1 daartoe) bij den rechten naam te noemen Een feit echter moeten wij bepaald aan wijzen In liet ergste geval (wij spreken met het oog op den Polder Beooster Eede), men versta ons wel in hot ergste geval strekte zich het recht van Slependamme op den Eeelooschen Watergang niet verder uit dan tot Smedekensbrugge. To recht daarom heeft liet Gemeentebestuur cn de Raad van Aardenburg vergunning gegeven om op do oostzijde der oude Stads vest (de vest van den Kijkuit of Kokhuijt) ten noorden van Smedekensbrugge de buurt Smede kensbrugge te stichten en daartoe den grond aan zedelijke lichamen cn bijzondere per sonen in erfpacht te geven te recht 'neeft Bestuur en Raad de aanspoeling langs den Eede weg (binnen do zoogenaamde werken van den bedekten weg) openbaar verpacht en in liet onderbond der aanplanting voor zien te recht heeft Bestuur cn Itaad de tragel tusschen de beide oude stads buiten veslen en da oostelijke buitenwerken van liet fort Grootendorst ::a;i de Fransche Amortisatiekas afgestaan en zijn dientenge volge de erven van den lieer A. Vermere en de Heer M. Blonker bij koop in liet bezit dier gronden te recht verhuurt de Ge meente Aardenburg sedert 1813 liet visch recht in de bedijkte Aardenburger Haven en te recht is door hot Bestuur der Do meinen al dit recht erkend de eigenlijke Watergang van Slependamme (Eeeloo-Eem beke) begon in Belgiëcn eindigde aan Smedekensbrugge te Aardenburg Er schuilt dus nog eene fout de westelijke tragel van de oude Smedekensbrugge tot aan Lap- persbrugge en de zuidelijke tragel van dit punt tot aan dc buitenwerken van liet fort Grootendorst zijn in liet feitelijk bezit van Slependammedoch beliooren rechtens de Gemeente Aardenburg deze Gemeente be hoorde dus even als zij ten opzichte der gronden bij Smedekensbrugge en de boven gemelde aanspoellngen beeft gedaanzich ook in het bezit te stel'cn van de laatst- beschrevcne gronden in weêrwil van alle aanmatiging van Slependammeliet deze overlatende om haar recht Ie zoeken. Men zal zeggen: deze raad is gemakkelijk te ge ven Welnu, wij zullen, ton einde allen vnor ens gevoelen te winnen niet de ver zekering geven dat wijonze middelen zoover strekkendezelve de zaak op zouden nemen dit zou in de gegevepfei standigheden niets meer zijn dan cejne.jdqiJ^aWk - verzekering wij zullen een ouden /pnAvVaalt--^. haren getuige oproepen en dezen l -zelip Ia-

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1865 | | pagina 1