Algemeen Overzicht.
de vrijiieden van den Slaat waren gegrond,
met ondergang bedreigde; zij was, volgens
hem cene aanhoudende uitoefening
van 't onzachtste despotisme aan den eenen
kant en vernederende onderwerping aan den
anderen." Patrick Henry koesterde derge
lijke denkbeelden en gaf ze in woorden
lucht. Kan iemand gelooven"zoo schreef
hij dat ik de meester ben van slaven
die ik zelf heb aangekocht
Ik word meógesleept door't algemeen on
gemak om zonder hen te leven. Ik wil
nietik kan niet tegen haar getuigen
Ik geloofdat er een tijd zal komen, waarin
zich de gelegenheid voordoet om dat el
lendig kwaad af te schaffen. Al wat wij
doen kunnen is, de afschaffing bevorderen,
als zij in onzen tijd plaats heeftgebeurt
®uit niet laat ons dan aan onze nakome
lingen inet onze slaven een medelijden voor
hun lot en een afschuw voor de slavernij
nalaten. Washington schreef aan allen
waarmèc hij briefwisseling hield, dat hij het
tot een zijner eerste wenschen rekende,
dat er een plan waarbij de slavernij wet
telijk werd afgeschaftkon worden aange
nomen. Maar die grootmoedige gevoelens
Werden alleen door eenige vrijzinnige en
verlichte mannen gekoesterd. De onopge
voede en niet nadenkende massa sympati-
secrde niet met hen. Jefferson schreef
toen hij oud van dagen wasIk zag
spoedig, dat er niels te hopen was van
degenendie van een vroeger geslacht wa
ren en die den mannelijken leeftijd hadden be
reikt toen ik in 't publiek optrad. Gebo
ren en opgevoed in de dugelijksche gewoonte
-om den vernederenden toestand van die on
gelukkige wezens, zoowel naar ziel als naar
lichaam, te zien, niet overwegende dat
die vernederende toestand voor een groot
deel 't werk was van bon zeiven en van
hunne vaders, waren er maar weinigen,
die de -slaven anders beschouwden dan als
•wettige voorwerpen van eigendomeven
■aishjuetno paarden en vee.
'De 'rustige en eentoonige loop van 't ko-
loma'di leven werd niet vers'.oord door be
kommering of overdenking van de waarde
•dhr vrijheid, cn toen men zich om eene
•eigene onderneming begon te bekommeren,
was het niet gemakkelijk ze den geheelen
omvang van de beginselenwaarvoor zij
zeiven streden, te doen begrijpen. Nadat
ik lid van do wetgevende macht was ge
wordenbracht ik, in de eerste of tweede
zitting, de aandacht van kolonel Bland, een
van de oudste bekwaamste en meest ge-
eerde leden op dat onderwerp en hij on
dernam eene motie in te dienenwaarbij
ecnigermale de bescherming der wet voor
die lieden werj ingeroepen. Ik ondersteunde
zijne motie en werd als jonger lid meer
gespaard bij de debatten maar hij werd
verklaard tot vijand van zijn land en met
de grootste ongemanierdheid behandeld."
liij den vooruitgang van de omwenteling
wonnen do gevoelens van Jefferson in ze
kere mate veld waarvan 't verbod van den.
slavenhandel en de vrijheid der emancipa
tion waarvan reeds gesproken isde ge
volgen waren. Toch werdofschoon de
constitutie van Virginia leven vrijheid en
eigendom als onvervreemdbare rechten ver
klaarde, geen wettige perk gesteld aan de
buitensporige en despolicke macht die tot
nd toe over degenendie men als slaven
hield, was uitgeoefend. Washington klaagde in
17S5 zelfs aan La Fayette in een brief,
dat eenige petition voor de afschaffing van
den slavenhandelaan de wetgeving van
Virginia aangebodennaauwelijks werden
gelezen."
New Vork cn New Ycrsey volgden 't voor
verderen invoer van slaven te verbieden,
welk verbod zich zoowel tot den binnen-
landsclion als tot den Afrikaanschen slaven
handel uitstrekte.
Dezelfde grootmoedige gevoelens waren
in North Carolinavooral onder de Kwa
kers doorgedrongen maar de wetgevers
van den Staat sympathiseerden niet volko
men inet hen. Tengevolge van klachten
die bij de vergadering waren ingekomen
over de menigvuldige gevallen waarin vrij
heid aan slaven werd geschonken en 't ge
vaarlijke daarvanmaakte zij in 1777 wcêr
de oude beperkende wet op de slavernij van
kracht met de wijziging, dat voortaan voor
de emancipatiën de toestemming van 't Graaf-
schaps-gerechtshof en die van den gouver
neur en raa I noodzakelijk wasterwijl alle
Negerszonder die toestemming geëmanci
peerd vveër tot slaven moeslen worden
verkocht.
ha het amendement voorstel der oppositie be
trekkelijk Algerië verworpen te hebben heeft het
fransch wetgevend lichaam de paragraat van liet
adres op het Italiaansche vraagstuk besproken.
üet amendement der linkerzijde dat in opper
vlakkige bewoordingen den dadel ij keu terugkeer
der fransche troepen uit home vroeg met de alge-
heelo toepassing van hel beginsel der uiettusschen-
komst is insgelijks mefceue groole meerderheid
verworpen.
Be heer Kolb-Berdard heeftuit naam van eenige
leden der meerderheid, eene stemming gevraagd
ten gunste vau 't behoud des wereldlijken gezag
van den Paus. Hij herinnerde daarbij de verdra
gen van Zurich en Yillafranca die, zoidc hij. weldra
geschonden waren door Viclor-Emmamiel, die zes
uoglans onderteekeud had. Met gloeijende kleu
ren schetst hij do beroovingeu af der provinciën
Romagna en Om briedeze aloude bezittingen der
Komeinsche Pausen. Hot werk dei- Italiaansche
revolutie heelt aldus hel werk van Frankrijk over
heers chl en overweldigd,
Ooi staatsbestuur van Turijn heeft het verdrag
van den 15 September maar aangenomen, om uit
Floreuce in home te -geraken zijne eigene dag
bladen hebben dit den dag na de onderteekening
bekend. De stemming, welke home Lol hoofdstad
van Italië verklaarde is in 'l parlement gehand
haafd geworden.
Ivan do tegenwoordige houding van. Frankrijk
de onrust der katholieken doen verdwijnen'? Nu
vleit hij en vervolgtOngetwijfeld is de onafhan
kelijkheid van den O. Stoel een der vurigste wen
schen van den Fransehen Keizer maar in de troon
rede zoekt de redenaar te vergeefs eenen slelligen
waarborg voor liet wereldlijke gezag en evenzoo
in de beide adressen. De dépêches van den heer
Drouyn de Lhuys hebben den redenaar evenmin
cl es wegens gerust gesteld.
Men beweert den Paus te eerbiedigen en hem
alle vrijheid te ialeii i doch men siuit verdragen,
zijn land betreffendezonder hem zelfs te raad
plegen! Welko waarborgen bezit hij, ingeval hij
zou weigeren die verdragen goed te keuren Eu
wat zou de prijs zijner onderwerping daaraan
zijn Waarschijnlijk eene soort van schadeloos
stelling, die de bekrachtiging zon zijn der hervor
ming en der gewelddadige politiek van Piment.
Hol Komeinsche vraagstuk is eene internationale,
eene Europiseho kwestie-. In Rome zelfs heeft de
Fransche werking zich in de plaats der vier katho
lieke mogendheden gesteld; Frankrijk volbreng!
aldaar hun mandaat, en kan zich niet terugtrek
ken zonder een akkoord met die mogendheden.
Bit grondbeginsel werd door Minister Billaull
slaande gehouden voor do groote slaatskorpsen
door Graaf Walewski op het kongres van Parijs
door hel gouvernement, zelf in den. Moniteur des
jaars 18513,
Eu waar vindt men de waarborgen, voor de ge^
trouwe uitvoering der schikkingen des verdrags
van den lodcu September In Frankrijk's hand-
leeken Zurich en men weet wat hiervan gewor
den is. '11 het handteeken van Piemont Maar,
kan men iets ernstigs zien in dat hersenschimmig
leger, 't welk men den Paus aanraadt op te richten
Wat heeft men te CasteiFidardo en Aneono gedaan?
Welk vertrouwen kan men in de revolutionriaireu
van Piemont stellen
Het verdrag van den loden September heeft
eene hoop bij de vijanden van het Pausdom en
dor Roomsche kerk opgewekt de revolutie ziel
h.et uur anderenwaarin zj beide meent ie kun
nen vernietigen. Dit uur wordt dikwijls- voor
speld, doch is nooit geslagen en het is thans ver
der verwijderd dan ooit.
Ongetwijfeld kunnen de katholieken nog veel te-
lijden hebben van de gebeurtenissendoch zij
zullen daarbij niels verliezen. De kerk is geoue
van die mogendheden welke oprijzen cn iu dui-
geu vallen. Zij is eene mogendheiddie altijd
meer en meer aangroeit. Zij bezit twee strijd
krachten: de kracht van hen, die haar dienen
door hunne aanrandingen en de kracht derge
nen die voor haar strijden.
't Is veelal opmerkelijk dal hij die te veel be
wijst juist daardoor niets bewijst: De heer Bernard
de trouwe zoou der kerk, roemt hare sterkte maar
doet juist daardoor hare zwakke zijde zien. Ik
geloof, zoo vervolgt hij, aan de goedo meening en
hel genie vau Frankrijk doch met spijl moetik
verklaren, niet te gelooven aan de krachtdadig
heid uwer beloften. Vervolgens geloof ik aan
datgene wat duurzaam is cn niet vergaat te mid
den van al wal wij dagelijks zien veidwijnen
en ik hoop!
De diskussie in het zelfde iiehaam gevoerd over
de Mexikaausche kwestie, is belangrijk geweest
door de redevoering die de Minister van Staat
Rouher uitgesproken heeft. Men weet, dat er sedert
lang gesproken is over de waarschijnlijkheid van
een oorlog tusschen de Vereeuigde Stalen en
Frankrijk, nadat de tegenwoordige burger-oorlog
in Amerika een einde zal hebben genomen. De
Vereenigde-Slaten dus redeneerde men kun
nen geene monarchie in hunne nabijheid dulden.
Al wat in Mexiko geschied is zal de Amerikaan-
sche Unie daarom trachten te vernietigen, zoodra
zij de handen weêr vrij heeften zal dat doen of
door de Juarislen met kracht van wapenen te
ondersteunen tegen de Fransche troepen en legen
de troepen van Keizer Maximiliaan, of door een
voudig Mexiko hij de Unie in te lijven. Welke is
nu, blijkens de redevoering van M. Rouher, daar
omtrent de zienswijze van de Fransche regering?
In werkelijkheid bestaat er geen vooruitzïgt op
eenen oorlog met de Vereenigde-Staten de neu
traliteit die Frankrijk steeds in het konllict tus
schen het Zuiden en het Noorden heeft in acht
genomen, gaf daartoe volstrekt geene aanleiding,
en buitendien was het uit Lincoln's boodschap aan
het Congres te Washington duidelijk merkbaar,
dat de regering der Unie naar een algemeeuen
vrede streeft. De Fransche regering beschouwt
alzoo die oorlogzuchtige vooruitzichten als schrik
beelden. Ook was M. Kouher van meening dat de
Unie, door Mexiko bij haar grondgebied in te lij
ven, tegen haar belang zou handelen, dewijl juist
dit zou aanleiding geven lot versterking van het
Zuiden. AI was nu naar het oordeel der Fransche
regering geen oorlog mot Amerika te vreezen, zij
wenschte toch dat de Fransche troepen nog eenige
nuiand n in Mexiko zouden blijven. Daarmede
ytjfigl zij stilzwijgend dat het Gouvernement van
Keizer Maximiliaan nog altijd geen vasten grond
slag heefL. Zullen „11a eenige maanden" de ge
varen, die dat Gouvernement nu nog bedreigen,
wel geweken zijn? Op deze vraag geeft ons de
redevoering van den Minister Rouher geen ant
woord.
Hel ontwerp betrekkelijk de ontwikkeling der
vloot aan de Kamer der Gedeputeerden in Pruisen
voorgedragen, verklaart, dat Pruisen er moet aan
hechten een behoorlijken rang onder de Zeemo
gendheden van de tweede n?-de le bezitten. Het stelt
de bouwing voor, iu twintig jaren, van 10 gepant
serde fregatten, 10 dito kanoneersloepen, 20
korvetten en 12 adviesvaarluigen. Het totaal der
kosten zou 84,593,500 thaler beloopen.
De Prov. FCorr. zegt, dat de staat der kosten van
den Deenschen oorlog, waarvan de voordragt be
loofd was door de Troonrede, de Kanier, onmid
dellijk na de hervatting van hare werkzaamheden,
zal toekomen.
Aldus, zegt het oflicieuse dagblad, zal de Kamer
onregtstreeks in de gelegenheid zijn om zich, op
haro beurt, over de Sleeswijk Holsteiosche kwes
tie te uiten.
De Korr. meldt verder, dat de reglsgeleerden,
welke door den syudikus der kroon belast waren
met het opmaken van een voorloopig verslag,
hunne werkzaamheden geëindigd hebben.
Het verslag betrekkelijk Dauenburg is reeds
aan den Minister van Juslicie toegezonden. Dat
opzigtens Sleeswijk-Holsleïn zal eerlang voorge
dragen worden. Onmiddelijk nadat de leden van
liet syndikaat der kroon kennis van de verslagen
zullen genomen hebben, zullen de diskussiëa tus
schen de syndikusseu worden geopend.
Wij lezen in de bijzondere correspondentie van
het Handelsblad, uit Brussel het volgende
„Het betreurenswaardig tweegevecht tusschen
M. de Laat en den Minister van Oorlog, wordt
voortdurend in alle kringen besproken. Men vraagt
zich af, welke gerechtelijke gevolgen die gebeurte
nis hebben zal. Het algemeen gevoelen is, dat het
Openhaar Ministerie ze vervolgen zal. Dit na to
lateu of de weigering lot vervolgen der Kamer,
zoude werkelijk met eene alschafling der wel op
het tweegevecht gelijk staan, want wie zou nog
durven vervolgen, indien zulk een luidruchtig duë'
ongestraft bleef
„Art. 90 der Constitutie kondigde eene wet aan
betrekkelijk de misdaden en delikten, welke de
Ministers zouden plegen buiten de uitoefening
hunner lunkticn. Die wet is nooit ter wereld ge
komen.
„Bij die leemte in onze wetten, moet men zich
ook afvragen of een Minister voor eene rechtsmacht
welke zij ook zijn moge kan opgeroepen wor
den, om te antwoorden over een feit, buiten de
oefening zijner funktien gepleegd.
„Wat ineer is. Art. 90 der Grondwet slaat uit-
sluilclijk aan de Kamer het recht toe de Ministers
lo beschuldigen. De Ambtenaars van het Open
baar Ministerie hebben de macht niet in zulke
omstandigheden de vervolgingen te beginnen.
Men ziet het de kwestie'is veelomvattend, zeew