NIEUWS- El ApRTENTIEBLAD VAN WESTELIJK - VLAAIOEIlUti 01ZE BEGINSELEN EN BIS D3EL. Vrijdag 20 Janiiarij. Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betredende, benevens Advertcutien en gewone Berichten of Mededeelingeu van Correspondenten te bczorgeu bij den (Jitjicver dezes, alles francobehalve de bekende Correspondentiën. ülll.tfH Dit WepklrfaTpyïJi^chijnt iederën Viiijdag.Prijs per duik maanden voor het voormalig ide district van Zeeland 1,15; voor de overige plaatsen des ltijks franco per post f 1.3J Afzonderlijke Nummers 0.10. Prijs der Advertentiën, van 1-5 regels 0,73; elke regel daarboven ƒ0.12Va» behalve het zegel van 0,3> voor iedore plaatsing. Groote letters naar het getal gewone regels, die zij beslaan. De Redactie heeft met zekere voor liefde dit stuk opgenomen: hef zal haar aanleiding geveu om weldra openbaai getuigenis van hare gevoelensvan haar geloof af te leggen." Sluisch Weekblad, Vrijdag 9 December 1861, N°. 50. I oen wij de bovenstaande regelan schreven naar aanleiding van een ingezon den stukwelks Schrijver wij gaarne op het gebied der maatschappelijke zamenleving en der humaniteit ontmoeten, schreven wij daarin eene belofte wier tijd van vervulling thans daar is rekenschap geven rekenschap van gevoelens, opdat ieder klaar en duide lijk wete, met «ie hij te doen hebba rekenschap van doel (indien dit nog noodig is)opdat ietier wetewat hij van onze zwakke pogingen te wachten hebbe I Die rekenschap is noodig geworden tengevolge van gebeurtenissen in de Redactie van ons Blad, waarmede het publiek nu wel niets te maken heeft, doch waarvan wij met een enkel woord moeten gewagen ten einde de beschuldiging van ongelijkheid aan ons zeiven van ons te werpen; die (voor zoover het Weekblad als zoodanig, ais orgaan betreft) schijnbaar gegrond is het Weekblad vóór 12 Junij 1863 is eenigs- zitis anders, dan dat van Junij 1863 tot Maart 1.864 na Maart 1S64 is het weder cenigermate andersis het wat het thans nog is en daarnaar moet ons 't publiek tegenover onshetzelve beoordeelcn. In hoofdbeginsel was de Redactie van Junij 1863 tot l'ebruarij 1861 homogeen; zij waszoo als zij nog isliberaalstre vende naar vooruitgang, op het veld der geschiedenisover het verleden echter liet die eenstemmigheid die eensgevoelcndhcid veel Ie wcnschcn over. Noodzakelijk volgde daaruit ook menigmaal verschil van gevoelen over het. heden en over de toekomst voor zoover die onder 't oog van mcnschen komen kan Andere oorzaken werkten mede tol eene scheiding in het personeelwaarhij echter het publiek alweder geen belang heeft en die wc dus met stilzwijgen kunnen voor bijgaan. Om van ons zeiven te eindigende Redactie van liet Slaisch Weekblad is thans in handen van verschillende personeneen hunner is echter voor het geheel verant woordelijk, hij is ook de schrijver der hoofdartikelenwaarvan plan en strekking misschien wel wat stout eu gewaagd zijn wekelijks toch eenig vertoog van algemeen nutvoor een bepaald publiek te moeten schrijven, daarvoor tijd en lust, cn rust, tegen geringe vergoedingop te offeren daarbij te trachten de grenzen der pedan terie betweterij en lialfgeleerdheid (oene der grootste kwalen onzes tijds) te vermijden, waarlijkdit mag den Redacteur minstens wel aanspraak geven op een zacht oordeel. Wat nu de ingezonden stukken betreft: wanneer men weet, dat zij ingezonden zijn, mag men ze (de Lezer boude dit toch immer op het oogl) der 'Redactie niet wijten. Wij hebben gemeend die rubriek ten dienste des publieks, onder eigen ver antwoordelijkheid des schrijvers, omdat de Redacteur niet alles wat ingezonden vvoidt, onderschrijft, te moeten openstellen. Zijn ze echter geheel en al homogeen niet de gevoelens v an dien Redacteurdan wil hij de verantwoordelijkheid daarvan gaarne dragen. Overigens houden wij ons er eens voor al aan, dat wij ze, waar het tegen deel niet blijkt, geen /.us nmiersii.rijven zonder daarom aan .n.deror vrijheid le kort te doen. Na al het bovenstaande te hebben voor opgezet willen we (en wij hopen dal het voor lang moge strékkenwaartoe we nogmaals de ruime ondersteuning van het publiek inroepen Ivoldoen aan onze taak om de reeks der tegenwoordige hoofdarti kelen te doen beantwoorden aan hel huidige opschriftóf gaandeweg óf meer bijzonder zullen we daarbij gebruik maken van liet ingezonden stuknaar aanleiding waarvan wij ons motto schreven. Wij trekken tian dit betoog onder de volgende punten geleidelijkheidshalve, zamen en wel met het oog op de hoofdpunten die een denkend volk 't naauwst aan 't hart liggen, 't meest bezig houdenen dan zijn onze hoofdbeginselen op het gebied der Godsdienst Geloof der Wetenschap Vrijheid, cn des Maatschappelijke!! Levens: Liefde! Deze bepalingen en beginselen zullen voor zeker in bijzonderheden tegenstand ontmoe ten onvolledig geacht wordendoch wij verzoeken vooraf, dat men ons betoog ten einde toe naga en voor bescheiden aan merkingen zijn wij wat wil men meer ten allen tijde dankbaar I Buitendien wie putte ooit zijn onder werp uit Geloof toch is voor nadere bepaling vat baar. Wat is geloof? Vrijheid is iets anders dan losbandigheid dan teugelloosheiddan voorthollen met brandfakkel en geeselsnoer Liefde heeft geene verdere bepaling noodigLiefde is de edelste uiting van onzen meuscheiijken geest; in haar, waar achtig opgevat, gevoelen we ons verwant aan andere werelden want zij in hare volmaakte reinheid begrepenberust eenig en alleen op het bewustzijn van ons bestaan van onze onvergankelijkheid. Zonder dat bewustzijn bestaat zij niet; 't is dus geen raadselWaar wij hare afkomst stellen. En nuzoo vrijmoedig en open als ons gegeven isonze beginselen opengelegd Wij stellen dat ons godsdienstig bew ust zijn alleen berust en berusten kan op openbaring. Met onze ontwikkelde rede kunnen wij tot eene Godsvereering komendie vrij zuiver natuurlijk kau zijnmaar de ware niet wezen kan omdat wij weten en ge- loovendat de groote Bron en Oorzaak van ulles ons eene nadere en meer zeggende openbaring geschonken heeftdan die de eenvoudige natuur ons schenken kon. Bo venal (en het feit der wereldontwikkeling, der geschiedenissedert IS eeuwenleert het ons!), bovenal is deze nadere open baring ons duidelijk geworden in den persoon van den CaaisTi's, zooals de eenige oorkondedie den toets der waarheid glansrijk doorstaan heeft en konons dien heelt loeren kennen, in Zijn leven, vóór, tijdens en na Zijne verschijning op aarde'. Wanneer wij toch van die openbaring spreken dan beschouwen wij haar als de. zuivere geschiedenisvoor de hoogste oud heid zelfs als de eenige geschiedeniswij beschouwen haar als de eenige ware ge schiedenis op de punten die zij behandelt maar wij geven geen bepaald persoon of genootschap het recht0111 haar te ver klaren te bepalen te zeggen zóó en niet zóó staat er geschreven. Het antwoord op de vraag hoe staat er geschreven moet ons eigen liart en oordeel gevenwat er geschreven staat, moeten wij met eigen oogen zien. Ontkenning echter van dat er geschreven slaatuiteenrukking van het geschrevenein één woord willekeurige verandering, verminking van liet geschrevene dil alles wijzen wij af! Dat dit punt onze overweging verdient is bepaald zeker. Wie geen vreemdeling in de ongewijde geschiedenis ismoet het erkennen. Dat wij er ook in onze levens beschouwingen niet buiten kunnen, is even zeker en zijdie met ons doorgaans in zienswijze verschillenen alzoo daardoor onze (wij hopen steeds humane en gemoe delijke!), tegenstanders zijn, leveren er ons 't bewijs van want bet geloof, zij liet ook bloot historisch geloof, is ook hun punt van uilgang in hunne wereld- of levensbe schouwing. Zij zijn begonnen (en op hun standpunt prijzen wij er hen omomdat zij daardoor het gewicht derzelve huldigen met de kritiek der openbaring, dat is: zij hebben een scherp en scherpzinnig onder zoek ingesteld, of wel al deze dingen alzoo warendoch zij gingen daarbij niet recht vaardig te werkYoltaibe 't is wereld kundig begon zijnen strijd met de R. K. Kerk voor het Christendom te houden

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1865 | | pagina 1