1864.
NIEUWS- EN AÖVÉBÏENT1EBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH - VLAANDEREN.
N°. i.
jaargang.
Vrijdag 6 Januarij.
A° i 80;>.
sliiischIwmiimd
li-u Is*
Dit Weekblad verschijnt iederen Vrijdag. Prijs per drie
maanden voor het voormalig 4de district van Zeeland f 1,15;
voor de overige plaatsen (les Rijks franco per post f 1.30
Afzonderlijke Nummers ƒ0.10.
Prijs der Advertenliën, van 1-5 regels 0,75; elke regel
daarboven 0.12'/a, behalve het zegel van 0,3.5 voor iedere
plaatsing. Groote letters naar liet getal gewone regels
die zij beslaan.
Ingezonden Stukkeu en Brieven, de Redactie betredende, benevens Advertentièn en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondenten
te bezorgen bij den Uitgever dezes, alles francobehalve de bekende Correspondentiën.
J
t as middernacht geslagen toen
■wij het cijfer 1861 boven dit artikel ncder-
schreven1864 had dus zoo even de
oogen gelokenwas ten grave gezonken
en wij staarden het met plechtige gevoelens
na. Een in de eeuwigheid opgelost jaar
beschouwd op het oogenblik van zijn laatste
mid iernachtsuur, heeft iets aangrijpend plech
tigs en de stille weemoeddie de ge
dachte aan dat stervend jaar in 't leven
roeptzou tot weedom ontaardenindien
we niet de innige overtuiging koesterden
ja de gew isse zekerheid bezatendat de
loop der jaren op ons zijn of niet zijn in
den waren zin des woordsgeen hoe
genaamd geen imloed uitoefenen kan. In
tegendeel zoo ze eenigen invloed zouden
uitoefenenhet zou ten goede moeten we-
7.ePi.-.en we zouden ieder wegzinkend jaar,
op zijne vaart in den ontzachelijken oceaan
der eeuwigheideen luid en blij vaarwel
voor eeuwig!" moeten najubelen en ieder
wordend jaar met even luid gejuich be
groeien 1 Götiie heeft het schoon gezegd
„Wij huisvesten daarbinnen eenen vriend
dien wc de vrijheid moeten geven!" Erkent
gij dit met hem en ons, dan zal onze ver
klaring, die we van ons gevoelen over het
wisselen der jaren gavenook door u
worden toegestemd
1884 was veelbewogen tot aan de ein
den der aardeen de Poolsche slachtoffers
cn de vermoorde broeders in Amerika zijn
geene blijde getuigen van zijn kortstondig
bestaan I
En wij onder al die slormen en be
roeringen der staatkundige en stoffelijke
wereldwij bestaan en wij zijn herrezen
Yrede en welvaart kroonen ons Vaderland;
er wordt op het gebied des geestes lievig,
ja ten bloede toeook onder ons gestre
den davert de Nederiandsche grondtot
zelfs in liet bijna vergeten gewestdat ons
als eigene wieg en bakermat dubbel dier
baar iswij hebben redenen te over om
gerust en tevreden te zijn met de dingen
zoo als ze zicli voordoen. Wij herbalen
lietrust en welvaart woonden en wonen
nog meer dan ooit onder ons en beangstigt
de strijd op liet gebied ces geestes, onder
de leuswat is waarheid menig vreed
zaam en stil gemoed, die vreeze en die
angst zijn ongegrondwanneer ook deze
overtuiging in uw hart leeft en met uw
geheelc wezen vereenzelvigd isboven de
beroeringen dezer aarde zetelt eeno opper
macht die alles leidt en bestuurt en Wier
bestuur zoodanig is ingerichtdat bet tot
niets anders dan ten goede leiden kan.
Ook op stoffelijk gebied bestaat voor ons
weinig vrees; het cenige in 't oog vallend,
Uwetsendj punt is ons koloniaal beheer
dochMiet is toevertrouwd aan een man
van ervaring cnwat meer zegtvan ge
weten. Wat zou het ookindien ook op
dat gebied heftiger gestreden werdhet
recht moet ook daar zegepralen en de tijd
zal het loeren, dat, bracht ons die zege
praal des rccht3 vroeger of later al stoffe
lijk nadeel aan dat tijdperk waarin dat
voorvaltslechts een overgangstijdperk zal
zijndateens doorgeworsteldweldra
vergeten zul zijnbij het genot der vruch
ten die eene rechtvaardige zaak niet mis
sen kan af te werpen. Wij hopen, dat,
vooral op dit gebied, het Ministerie den
weg van gematigden vooruitgang zal be-
bewandelen en den Indiër zal beginnen op
te voeden voor bet constitutioneel maat
schappelijk levenopdat het zich tot eene
eere make, de bewustheid te bezitten, dat
ook zij bouwstoffen hebben aangebracht voor
de ontwikkeling van het gehcele menschen-
geslachtdal (zijn streven naar eenheid en
verbroedering getuigt het!) bestemd is, om
in den loop der tijden tot eenheid te komen
en alzoo én op zedelijkén op stoffelijk
gebied één worden moet. Wanneer wij zoo
in den laatsten nacht van 1864 e wereld
kaart voor ons uitspreidden (we deden het
met het geschiedboek in de hand)dan
treft ons eene schakering van licht en
donkerwaartiissclien bijna geen overgang
of schemering is. Jamet een drietal
kleuren zouden we den zedelijken en maat-
schappelijken toestand der wereld kunnen
teekenen, op de wijze der godsdienst- of
rassenkaarteu.
Iiusland en Polen, Duitschland en Dene
marken Rome en Italiëen Frankrijk en
OostenrijkBelgie met zijne liberalen en
clericalen Spanje tegenover 1'eru Frank
rijk nog eens tegenover Mexiconog eens
tegenover Japan, waarin ook Engeland be
trokken isEngeland zelf met zijne nood
lijdende arbeiders cn koloniale gistingen
en bovenal Amerikazouden ze niet allen
met de roode kleur des bloeds mogen aan
gewezen worden Zou het groen niet ons
nederig land nvogen versieren Gewis er
is stof tot opmerken cn we wensclien on
zen Lezers cn ons zeivendat ze weldra
dat rood mogen zien verdwijnen en ver
vangen worden door het liefelijk groen der
vrede-olijven
Dangaan ons do wereldbewegingen ter
harte wij moeten daarom niet minder het
oog vestigen op ons eigen klein huishouden
wij moeten ook ons zeiven de vraag doen
Iloe ging liet u? Wat zegt gij van 1864?
Veel van ons zeiven mogen wij niet
sprekentoch kunnen wij er niet geheel
buiten. Toen wij ons voor vast aan dit
Weekblad verbonden stond ons lot ons
helder voor den geestmaar waren wc
tevens ons onzer roeping bewust. Ons lot
zou dat van allen zijn die in Nederland
er naar durven streven om van de perio
dieke pers iets meer te maken dan een
Nieuws- en Advertentiebladonder welks
Iettuur men -geholpen door het zacht
geruisch van den theeketel zachtkens
en zoetjes kan indommelenMiskenning en
verachting medelijdend schouderophalen en
onheusche beonrdeelingin 't oog des eenen
een revolutionairin 't oog des anderen
een betwetervoor dezen te simpelvoor
genen te geleerd.
Welnudit alles viel ook ons te beurt
in meerdere of mindere matetochwe.
mogen ons verheugen in den bijval der
groote meerderheid van hen, voor wie wij
inzonderheid tijd cn gemak hebben opge
offerd om een karig loon op stoffelijk
gebied in te oogsten. Wij mogen ons ver
heugen in den bijval van weldenkende en
welmeenende mannendie onze pogingen
steundenen wc vleijen onssteeds zoo
danige stof te hebben gekozen (een enkelen
uilstap uitgezonderd)als voor geheel
Zecuwsch Vlaanderen én op zich zelféu
als deel van den Nederlandschen Staat
van overwegend belang was. Wij hebben
onze krachlen gewaagd aan de belangrijke
onderwerpen van wetgevinglandbouw
onderwijsarmwezen en meer vragen des
tijds. Wij hebben dat gedaan niet uit de
hoogte niet als onfeilbaren veel minder
nog ais geleerden maar eenvoudig door
liet gezond verstand te laten spreken en
ons op het eigen gevoelen onzer landgenoo-
ten te beroepen. Wij bejammeren alleen
dit, dat we in 1864 zoo zwak waren toe
gerust en in stoffelijk opzicht zoo slecht
werden ondersteund. Nietdat het getal
onzer Lezers zoo weinig wasverre - van
daarduizenden hebben onze kolommen
nagegaan velen deden dit met belangstel
ling. Uit Holland, Zeeland, Gelderland en
Overijscl ontvingen wij de meest vlcijende
bewijzen van instemming met geuite ge
voelens of bescheidene en leerzame aan
merkingen op vooropgezette meeningen
dit was ons lief en welkom en bot dee I
ons nijd en afgunst geheel vergeten. Som
migen deden ons nu en dan de eeronze
beschouwingen zonder de minste aanmer
kingen soms over te nemen en hielpen
alzoo onze bescheiden mceningen verspreiden.
Ziedaar de redenen onzer tevredenheid
over 1864 (vooral sedert April van dat jaar).
Wij mogen dus zeggendat onze toestand
bevredigend onze uitzichten vleijend zijn
doch deze vreugde is alwederals zoovele
andere niet onvermengd Streven wij er
toch naar, om onbeschroomd en onverho
len naar waarheid te streven cn de rech
ten en belangen onzer iandgenooten voor
te staandaar en waar het noodig is
kennen we daarin geen aanzien des per-
soonsnoemen wij ronduit recht of on-