NIEUWS - El ADVERTENTIEBLAD VII WESTELIJK ZEEUiSCH - VLAANDEREN.
EU 0I1DEJMBS
N". 53.
Vijfde jaargang.
A8 J 864.
Vrijdag 30 December.
Dit Weekblad verschijnt iederen Vrijdag.Prijs pet, drie
maanden voor het voormalig 4de district van Zeeland fr1,tpY
voor de overige plaatsen des Rijksfranco per post f 1.3i)
Afzonderlijke Nummers ƒ0.10.
Prijs der Advertentiën, van 1-5 regels 0,73; elke re^el
daarboven 0,12/2, behalve het zegel van 0,35 voor iedere
plaatsing. Groote letters naar het getal gewone regels
die zij beslaan.
Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Advertentiën en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondenten
te bezorgen bij den Uitgever dezes, alles francobehalve de bekende Correspondentiën.
Lene Oudejaarsstaat er aan
het hoofd van dit opstel, waarmede wij
voor de laatste maal in den loop van het
voor o?« zoo bijzonder jaar 1864 tot u
komen. Waarom Wij welen het naau-
welijks zelve. Wij hadden esne Oudcjaars-
avondvertelling kunnen schrijven wij had
den eene bespiegeling over de vergankelijkheid
kunnen schetsenwij hadden maar
waartoe meer verleden tijd in dit ons
blaadje daar niets zoo verleidelijk is als
den gewonen sleur te volgen en een offer
te brengen aan de godin der gewoonte!
Wij hebben dat opschrift gesteldomdat
wij gewoon waren ieder hoofdartikel een
opschrift te geven dat 's wel eene zeer
plat eenvoudigemaar toch zeer gegronde
redenmet het vraagteeken mag onze
Lezer doen wat hij wil. Dat vraagteeken
ook daarover zouden we wel kunnen zeg
gen dat klein, krom ding, dat groote
vragen kan doenvragen die noch wij
noch gij kunt beantwoordenmaar ook
daarover bewaren wij het stilzwijgen en
noodigen alleen onze Lezers uit om het
voorbeelddat wij hem geven zullen te
volgen, namelijk: wij zijn voornemens, zoo
we nog eenige uren ons aanzijn in deze
maatschappij mogen genieten om zoodra
we ons voor de laatste maal in 1864 op
onze legerstede hebben neêrgevlijdeen
oogenblik stil te staan en aan het einde
van dat gesloten hoofdstuk onzer levensge
schiedenis een groot vraagteeken te stellen
de lezer doe ook alzoo en
Nu gaan we over tot ons eigenlijk
oudejaarsonderwerp
Onze eeuw kenmerkt zich, onder meer,
door eene zucht om alleshier in letter
lijken zinonderst boven te koeren 't ligt
voor 't oogenblik niet op onzen wegom
daarover een oordeel uit te brengen wij
noemen eenvoudig het feit. Wilt ge be
wijzen Welnubetreed eenvoudig met
ons een gedeelte van het veld der geschie
denis en letterkunde en neem de verschijn
selen waar. Plaats u op een geheel onzij
dig standpuntvergeet voor een oogenblik
de Kerkwaartoe ge behoortde richting
in het staatkundige, anders door u gevolgd
de meening in het maatschappelijke leven
die ge anders zijt toegedaan: wees, zoo
mogelijk, strikt onzijdig, en, nog eens,
neem de verschijnselen waar
Olivier Cromwel de tiran de stugge
puritein de huichelachtige Protector wordt
beschouwd in het licht van zijnen tijd en
wordt een heilige. C.uvinus de ge-
loofsman de hervormer op velerlei gebied,
de persoonlijke consequentie, wordt als met
lantaarnen doorkeken en tot een zamen-
voegsel van ongerechtigheid omgewerkt.
Wilt ge nog meer 7 Neem Philips II
en Sixths V, Frederik de Groote en Na
poleon Willem III en Elizabeth allen
verschijnen in een ander licht, dan waarin
gij of wij ze hebben leereu kennen. Zoo
is 't in alle vakken van wetenschap. We
zeggen niet, dat daarin geen vooruitgang
is. We zeggen niet, dat al het nieuwe
onwaar isverre van daarwe wijzen
slechts op een feiten we .noemen dat
feit groot en algemeen, on we boekstaven,
dat 1864 nog het einde niet ziet, al zag
het ook reuzenschreden zetten op rlc baan
van vooruitgang, bij voorthollen op de vleu
gelen van den stoom en de werktuigkunde
tevensBestaat er bij ori3 voorliefde voor
sommige oudheden en wesschten we ze vaak
ongerestaureerd met andere woorden on-
verknoeiddit is niet niet alle het geval,
en daarom volgen we, zoo goed we kun
nen den tijd in zijne vaartlettende op
zijne teekenen Jaarmedp naar ons ver
mogen woekerende, en zonder begeerte
tot de ongelukkige poging om den tijd
geest te willen beteugelenovertuigd als
we zijndat we uit het Babel der verwar
ring soms eene orde zien te voorschijn
treden die de hand van den cenigen mees
ter over tijd en lotzelfs den oppervlak
kigste» aanschouwer zichtbaar maaktDe
vervormingszuchtwaarvan wij boven spra
ken stak niet alleen de stoute band uit
naar de reuzenwerken van het verleden
zij greep zelfs de kleinigheden aan. Sedert
onze jeugd herinneren we ons de sprookjes
en vertellingen onzer grootmoederswelbe
kend onder den titel van „Vertellingen
van Moeder de Gans." We hebben ze gekend
die kinderboekjesal keurden we ze later
niet zoo onbepaald goed als velen en be
wonderden vaak hunne naïveteit. Wie
herinnert zich niet de Asschepoetsler"
het „Roodkapje", het „Klein Duimpje"?
Franschen DuitschersEngelschon en met
ons nog vele anderen bezitten ze in hunne
kinderbibliotheken en zo beleven jaarlijks
eene nieuwe uitgaaf en verschijnen onder
allerlei vormen, van het dubbeltjes-boekje
af tot da vijftien-stuivers-uitgaaf toeZou
men het gelooven de groote revolutiemaker
de tijdsloeg ook aan deze kleinigheden
de band en vervormde zo Didyuus Wind-
ley gaf ons weinige jaren geleden, in den
„Almanak voor Hollandscho Blijgcestigen
een uitnemend lief, modern „Roodkapje",
wel waardig door onze huismoeders en
zusters gelezen en overwogen te worden
De Asschepoetsler" werd in een leerzaam
tooneelsluk herschapen, 't Is ook zoo heel
verwonderlijk nietIJdelheid en behaagzucht
zijn de gebreken waartegen het Rood
kapje" waarschuwtde „Assepoetster stelt
ons zeer aanschouwelijk voor hoe boontje
om zijn loontje komten in het Klein
Duimpje' vinden we menig leerzaam feit.
j Wat dunkt nLezersverdient al het
bovengestelde hij gelegenheid niet eenig
nadenken b. v. ook Op Oudejaarsavond
Maar we moeten nog een oogenblik over
Klein Duimpje" spreken Een paar jaren
geleden verscheen bij D. Noothoven van
Goor te Leiden Een nieuw Klein Duimpje
en de zevenmijls Laarzen"met platen van
George Crcikshank en naar het Engelsch.
Engeland heeft veel practisch de eenvou
dige vertelling heeft eene gedeeltelijke
omwerking ondergaan de arme houthakker
en zijne vrouw (let wel!) zijn verdwenen,
om plaats te maken voor een graaf en eene
gravin wier lotgevallenmet die hunner
kinderenin gang van zaken niet veel van
het houthakkersgezin verschilden spel en
drank brachten het gravenpaar tot armoede
zoodat ze hun talrijk kroost afschuivenen
vervolgens loopt de bekende geschiedenis
onveranderd voort tot Klein Duimpje de
zevenmijlslaarzen heeft veroverdnu volgt
eene andere wending in'het slot, die wij
onzen Lezersmet beleefd verzoek ons wel
te willen verschoonen voor bet gebruik
onzer bronhet kinderboekskenwillen
afschrijven
Zij kwamen behouden en wel in het
paleis aan waar zij allerminzaamst werden
ontvangende Koning verwelkomde zijn
ouden vriend, den Graaf, op de hartelijk
ste wijze. En daar de Koning juist op
dat oogenblik een Minister van Binncnland-
sche Zaken noodig had onderhield hij zich
eene geruime poos daarover met den Graaf
en benoemde dezen tot die gewichtige
betrekking. Klein Duimpje werd aan
gesteld tot Inspecteur-Generaal van den
Waterstaat, van de Posterijen en van do
Telegrafen. En de Koningin die zeer veel
behagen vond in den omgang der Gravin
benoemde haar tot eerste Staatsdame.
De eerste verrichting van den Graaf
als Minister van Binnenlandsche Zaken was
de noodige troepen aan te vragen om alle
Reuzen en Jlenscheneters in liet land ge
vangen te nemen. Dit geschieddeen in
plaats van hen dadelijk ter dood te bren
gen bezigde hij hunne verbazende krach
ten tot het bevorderen van nuttige doel-
ein :en en liet hen, onder de noodige
bewakingop verscheidene plaatsen werken
aan belangrijke ondernemingen ten olge-
ineenen nutte, zooals het aanleggen van
nieuwe wegen bet droogmaken van water
plassen het daorstellen van veilige havens
voor de scheepvaarten zoo al meer. Hij
liet ben hunne vrouwen bij zich houden
daar dezehoezeer Keuzinnen toch niet
zoo wreedaardig warenen dus door haren
omgang konden medewerken om hen han
delbaarder en meer dienstbaar aan het
algemeene welzijn te maken.
Daar de Graaf en zijn gezin bij onder-