EIEÜWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEUWSCH - VLAANDEREN.
N°. 32.
e jaargang.
A° 18(14.
Dit Weekblad verschijnt iederen Vrijdag. Prijs per drie
maanden voor het voormalig ide district van Zeeland f 1,15;
voor de overige plaatsen des Ilijks franco per post f 1.3J
Afzonderlijke Nummers f 0.10.
Prijs der Adverlentiën, van 1-5 regels 0,75; elke regel
daarboven fOA2y2, behalve het zegel van f 0,35 voor iedero
plaatsing. Groote letters naar het getal gewone regels,
ie zij beslaan.
Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Adverlentiën en gewone Berichten of Mededeetingeu van Correspondenten
te bezorgen bij den Uitgever dezes, alles franco, behalve de bekende Correspondentiën.
Alle wetten zijn niet even belangrijk
dit is in het algemeen waarmaar ook in
bijzonderheden. Doch onder de menigte
wettendie het Nederlandsche Staatsblad
inhoudtzijn er een aantaldie wel dege
lijk op algemeene belangstelling aanspraak
maken. Ook bijzondere wetten" verdienen
soms de algemeene aandachten wij aar
zelen niet te stellendat het ten hoofde
dezer staande punt van wetgevingvan
rcgerincszorgtot de zoodanige behoort.
Is deze wet van gewicht voor 't gcheele
landzij is vooral ook van gewicht voor
onsgrensbewoners. Een aantal personen
werden hij de invoering onzer organieke
wetten als vreemdelingen beschouwddie
dit niet waren die zulk eene beschouwing
niet verdiendenwij bedoelen degenen, die
geboren waren tijdens de vereeniging van
Nederland met Belgic en die zich vóór de
afscheiding onder ons hadden nedergezet.
Zij waren geboren Nederlanders 't viel niet
te ontkennendoch evenmin kon het ge
loochend worden dat ze geboren Belgen
warenwijselijk voorzag de Nederlandsche
wetgever echter in die leemte cn maakte
bij de wet een ein 'e aan dien dubbelzin-
nigen toestand. Sedert staan een aantal
namen op orize kiezerslijsten van niet ge
naturaliseerde Nederlandersmaar van de
zulken wien het Nederlanderschap bij de
wet werd toegekendomdat ze er door
gebeurtenissen buiten hunne schuld van
verstoken geraakt waren en dit is goed
want het is recht. Herinneren onze Lezers
zich nuwat we reeds meermalen opmerk
ten namelijk dat de macht van het Zuiden
zwaar op ons weegten dat het een feit
isdat België voor zijne overbevolking op
zijne zandstreken eene uitvloeijing vindt op
onze kleistreekdan zal het wel niemand
verwonderendat we liet tot onze taak
rekenen te behoorendat we op dat punt
steeds onze aandacht gevestigd houden en
er do aandacht onzer belangstellende Lezers
hij bepalen. Wij zullen, zoo duidelijk mo
gelijk een voorbeeld uit honderd voorop
zettenten einde aan ons later betoog
eenige waarde te geven. Gesteld dan er
vestigt zich een Belg onder ons hij verliet
zijn vaderland niet om misdrijf of overtre
ding, niet om eenige staatkundige redenen,
maarzoo als verreweg de meesten om
zijn bestaan te verbeteren of wel om zich
een geheel nieuw bestaan te verschaffen,
zoo als in den regel ook het geval isen
waaraan de vermeerdering onzer bevolking,
niettegenstaande de landverhuizing naar
Amerika of Braziliëgroolendeels moet
worden toegeschreven. De nieuwe inge
zetene brengt zijn kapitaal mede en hij is
dus, uit een stoffelijk oogpunt beschouwd,
eene aanwinst voor de levolking. Derge
lijke aanwinsten nu heeft Zeeuwsch Vlaan
deren sedert 1839 in aanzienlijke mate
verworven. Gesteld, al verder: de vreem
deling gewent zich aan klimaat en landaard,
neemt een gedeelte onzer gewoonten aan
en zet ons een deel zijner gewoonten bij
dan nog blijft de schaal tamelijk gelijk
hangen. Doch na eenig verblijfbemerkt
de vreemde dat hij zich hier niet meer
zoo vreemd gevoelt hij brengt zijn aandeel
in lands-gewestelijke- en plaatselijke be-
lastingen^op hij geeft zijne bijdragen tot
de algemeene welvaarthij kun (wat eigen
lijk weêr niet altoos regel is) zoo humaan
zijn dut hij zijn nieuw land leert bemin
nen dat hij zich vertrouwt met de Neder
landsche liefdadigheid dat hij zich inwijdt
in de Nederlandsche geschiedenisdat hij
zich toewijdt aan Neérlands Vorstenhuis
maar hij is welke bescherming ook
genietende, hoe geacht en geëerd hij is,
welk eenen goeden naam hij zich hebbe
verworven hij is een vreemdeling.
Jaarlijks hebben er verkiezingen plaats
voor plaatsen en ambten .waarin hij groo-
telijks belang stelthij heelt personen en
zaken leeren kennen 't is hem niet meer
onverschillig hoe en door wien hij bestuurd
wordtwien de regeling zijner belastingen
wordt toevertrouwd. Jameer noghij
is en gevoelt zich ook bekwaam om zelve
te helpen besturente helpen regelen
doch hij is geen Nederlander, bijgevolg:
noch kiezernoch verkiesbaar. Wij erken
nen het zijn toestand is niet van de
aangenaamste doch die toestand is niet
onrechtvaardig hij riep dien zelf in t le
ven hij heeft dien zelf geschapen. Toen
hij zijn land verlietwist hijdat hij een
vreemd land ging bewonen dat niets Item
dadelijk dwong om de concurrentie naar
tijdelijke en stoffelijke middelen in het
nieuwe land te gaan ondernemen hij wist
zelfsdat de landzaten van dat vreemde land
hem met leede oogen zouden aanzien hem
'slechtsondanks zich zeiven onder zich
zouden opnemen en dulden. Nu vindt hij
echter in dat land zoodanigen geest van
ware vrijheid en billijkheiddat onder
's lands wetten cr eene isdie liet hem
mogelijk maakt zich op gelijken voet met
den inboorling te plaatsen ten koste eener
betrekkelijk geringe bijdragedie slechts
ééns betaald behoeft te worden en in geene
vergelijking kwam met hetgeen de ingehorene
betaalde van liet uur, waarop de zegelkosten
zijner geboorte-acte werden betaaldtot
het uur, dat liet drie en twintigste zijner
levensjaren zijner burgerlijke meerderjarig
heid voltallig maakte. Hij vindt dat voor
recht na eenig verblijf in dat vreemde
landin de Wet op de Naturalisatie.
Bij eene wetuit kracht der genoemde
wetkan hij door den Nederlandschen wat
gever tot Nederlander worden gemaakt.
Men gevoelt hetdit feit is van groot
gewichtinzonderheid voor ons grensbe
woners en wij ontleenen aan dat gewicht
ons woord van waarschuwing betrekkelijk
de toepassing der wetbij het rerleenen
van naturalisatie.
Vooraf zeggen we ditWat behoeftin
den regel (gunstige uitzonderingenzeer
zeldzaam bij de wet te regelen kunnen er
zijn) wat behoeft, in den regel, de vreem
deling genaturaliseerd te worden Geniet
hij niet alle mogelijke bescherming van
persoon en bezittingen Draagt hij niet
gelijk met ons 's lands lasten Wordt hij
wel ooit belemmerd of boven anderen be-
belast in de uitoefening van zijn eerlijk be
drijf'? Nog eens: wat behoeft hij genatu
raliseerd te worden Maar en hier zit
eigenlijk de stevige knoop is het won-
schelijk voor het land, dat hem opneemt,
dat hij genaturaTiseerd worde Stel eens
dat alle vreemdelingen in Zeeuwsch Vlaan
deren Noord-Braband Gelderland enz.
op eens maar genaturaliseerd werden -
bepalen we ons maar eenvoudig tot Zeeuwsch
Vlaanderen Welk eenen invloed zou dat
op de volksmassa niet uitoefenen Zou t
oorspronkelijk volkskarakter niet allersterkst
gewijzigd worden Zoumen boude al
weder onzen geïsoleerden toestand en do
eigenaardigheden der Zuiderlingen op het
oog zou de hand die ons aan 't overige
Vaderland bindtniet allengs losser en de
weg voor staatkundige aanhechting aau
Belgie niet gebaand worden? Men moge
zoo materieel rationalistisch redeneren als
men wilmen moge naturalist of bovcn-
naturalist zijn één geestelijk één moreel
verschijnsel staat feitelijk vastwat de dich
ter hoe groot idealist hij soms zijn moge
zoo waar zegtdat een algemeene trek
den sterveling ingegeven isdie hem zijn
vaderland beminnen doet naast het leven.
Wil men weten, hoelang die trek nog in
het derde cn vierde geslacht leeft, herinner
u dan hoe in de Vercenigde Staten van Noord-
Amerika eenmaal eene Nederlandsche kolo
nieeen Nieuw-Nederland bestond; herinner
uhoe de macht van Engeland, overmacht ge
worden, niet in staat was, om het kenmer
kende van onzen landaard in der kolonisten
afstammelingen aldaar te vernietigenhoe
in zijne doopnamen en zijn Sint Nicolans-
feest nog (hoe klein het getal ouder de
millioenen Anglo-Amerikanen en Germanen
ook zij) een gedeelte van den Nederland
schen geest is overgeblevenIs de Knik-
kerbokker (zoo noemt men de afstamme
lingen der oude Nederlanders in Amerika)
onder de massa, na eeuwen, niet verdwe
nen Wat zou het zijn zoo hij iu plaats
van overmochtoverhcerschend geweest
ware Ieder nadenkende springt dit iu
't oog; anders hij zie op Afrika's Zuidpunt,