N". 49.
Vijfde jaargang.
A°
Vrijdag 2 December.
r4—-~
l)it Weekblad verschijnt iederen "Vrijdag. Prijs per drie
maanden voor het voormalig 4de district van Zeeland f 1,15
voor de overige plaatsen des Rijksfranco per post f 1.3Ó
Afzonderlijke Nummers f 0.10.
Prijs der Advertentiën, van 1-5 regels f 0,75; elke re^cL
daarboven ƒ0,12'/2, behalve het zegel van 0,35 voor iedere
plaatsing. Groote letters naar het getal gewone regels',
die zij beslaan.
Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffendebonevens Advertentiën en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondenten
te bezorgen bij den Uitgever dezes, alles franco, behalve de bekende Correspondentiën.
Hetjonderwerp onzer beschouwingen
voor dit oogenbliknaar aanleiding van
bovenstaand opschrift, is weder een dier-
genedie voor onsgrensbewoners van
het hoogste gewicht zijn en daarom alles
zins i onze kennis en onze overweging ver
dienen.
Op het jongste Internationale Congres der
Sociale Wetenschappen te Amsterdam werd
de afschaffing dezer wetten even besproken
Geen wonder I Schijnbaar druist deze
wet tegen alle gevoelens van liberalisme in
het liberalisme i in al deszelfs veelvuldige
uitingen op staatkundighuishoudelijk
maatschappelijk ja zelfs kerkelijk gebied
was er vertegenwoordigd Maar juist deze
vertegenwoordiging en de mogelijkheid om
in een beschaafd land zich zoo te mogen
vereenigenzoo te mogen sprekenzich
zoo te mogen uitenals daar gebeurde
had den doordenkendedat isconsequent
zich gelijk blijvendedoorredenerende
moeten overtuigen van de mogelijkheid
eener vreemdelingenwet in een vrijcon
stitutioneel land en onder een liberaal
MinisterieZoodra eene wet een dwang
juk wordt, verliest zij bare heilzame strek
king en gaat de eerbiedwaarop zij
krachtens haren titel, recht lieeftverloren:
Geen wonder, dat mannen uit Dnitschland
Rusland Frankrijk en Spanje eene voorin
genomenheid toonen tegen eene wet op de
vreemdelingen I In luin" land is het recht
van vereeniging en vergadering eene her
senschim en de vreemdeling een voorwerp
voor de argusoogen der politie. Daarbij komt,
dat de liberalen de wereld beschouwen als
een gemeenschappelijk vaderland en deze
beschuldiging tegen liet uiterste liberalisme
houden wij vol te veei stoffelijks in
hunne ideeën mengenzoadat deze anders
heldere en waarheidlievende denkbeelden
deze schoone kenmerken verliezen en daar
staan naakt en bloot, als die het morele, het
zedelijke uit het oog verliezen. Alie wet
ten zijn goedzoo ze op een streng zede-
lijken grondslagdat is op recht en waar
heid rusten; derhalve: in een welgeordenden
Staat dient er eene wet te zijndie de
regelen voorschrijft, welke den vreemdeling,
die daar verblijf- en schuilplaatsof middel
van bestaan zoektopdat diezelfde vreem
deling zijnen gastheeren minstens niet met
ondank beloone 1 Minstens niet met ondank
beloonezeggen we; minstens, want er is
meer de gastvrije Staat kanen wie denkt
hier niet aan Engeland en Amerikahet
broeinest en tuighuis wordenvanwaar de
aanvallerde berooverde oproermaker
uitgaatom de rust van dit of dat volk
te verstorendezen of genen vorst naar
het leven te staan. Is dit zooniet minder
noodig is de vreemdelingenwet, met het
oog op het pauperismehet armwezen.
Gesteldde regering is zoo liberaaldat
zij, geene overbevolking schromende, voor
alle natiën haar rijk openzet en ze als wel
kome gasten ontvangt, of minstens maar
als inkomers duldten in dezen eene ver
meerdering der bevolking en der macht
zietgeeft men dan (om maar bij ons
eigen land te blijven) den vreemdeling het
recht nietom op het rijke Nederiaód af
te komen en het ten eigen nutte te exploi
teren'? Dat (zoo als onlangs) een troep
Pauselijke onderdanen ons op zijne natio
nale kleederdracht en doedelzakstoonen ver
gast en jongelingen onder dienkracht
volle kerels van 18 tot 26 jaren naif er
kennen dat het niet goed is om onder de
Pauselijke Zouaven te dienen dat een troep
Duitsclie muzikanten ons nu en dan ont
haalt op zijn lieber Augustein"; dat een
Fransche goochelaar ons een staaltje van
de habiliteit dier natie nu en dan vertoont,
t zij zoo 't kost ons een paar centen en
't volkje rukt weór in Doch in diezelfde
meermalen herhaalde verschijnselen zien
we reeds kwaad en we deden ons meer
malen de vraag of wij niet beter ons geld
zouden kunnen besteden aan onze win ter
spijskaarten soepcommissie!)wering der
bedelarij en meer van dat allesdan het
den vreemdelingen te scheukenvan wie
we niets weten en die geene stormen of
rampen maar luiheid en gemakzuchtdoor
middel van gemaskerde bedelarij over onze
grenzen wierpen. Reeds voor dat kwaad
is eene wet op de vreemdelingen zeer nut
tig en de hoofden der politiedie de uit
zetting dezer klauten gelastenen er zeifs
in 't Algemeen Politieblad melding van ma
ken doen wijs en verstandig. Onze eigene
armen zullen niet naar Spanje of Italië
trekkenom ze ginds eens een armen
Hollander te vertoonen en op hunne lief
dadigheid te teren. Verre van daarmaar
ook in dezen drukt de macht van 't Zuiden
zwaar op ons. Wij hebben nog meeren
hier beroepen wij ons op den Heer Minister
van Rinnenlandscho Zaken als onwraakbaar
getuigedie ons zou kunnen zeggenniet
alleenhoevele besluiten en missivesin
het belang van armen wier domicilie van
onderstand niet te vinden is en wat eene
massa schrijverij dit zijn departement kostte,
maar welke betrekkelijk aanzienlijke sommen
de schatkist daardoor reeds ten koste is ge
weest en de liberale natie heeft moeten
dragen. Wij durven de vraaghoe komt
dat beantwoorden en den vinger op de
open wonde leggen dat komtomdat de
besturen of hoofden van politie in de grens
gemeenten vroeger veei te mild waren met
de toelating der vreemdelingen en zij zich
geen rekenschap gaven of vroegen van het
feitof de toegelaten vreemdeling tot voor-
of nadeel van staatgewest of gemeente
was. Gansrhe scharen armen uit de heide
Vlaanderens zelfs uit de Walenkwartieren
zijn in Zeeuwsch Vlaanderen blijven hangen,
Naauwelijks was de vrede met Belgie ge
sloten wat zeggen we naauwelijks
was de wapenstilstand verordendof zo
slopen binnen en vestigden zich hieren
hunne armen zijn de grootste last der
grensgemeenten. Ware het louter mede
lijden geweestwe zouden verschoone'nd
kunnen zijnmaar we wetendat ook
onwil jamoedwil in het spel kwam.
Den gezeten landbouwer die zijn vermogen
herwaarts overbrachtvergunde menóf
stilzwijgend en oogluikend óf opzettelijk
vreemde knechts meiden en arbei 'ersen
deze en een hsele sleep hunner nakome
lingen bleven ten onzen laste.
Op het artikel der wet over hunne ge
goedheid en middelen van bestaan werd of
wordt nog te licht iieen gestapt. Stel, om
duidelijk door een voorbeeld te spreken
een slager, een timmerman, een metselaar
behoeft een knechtdoch kan dien 't zij
wegens schaarschheid 't zij wegens kunde
of om andere redenen hier niet bekomen
Wat doet hij Naar Belgie Daar vindt
hij ze te kust en te keur. En weidra
verschijnt de persoonvoorzien van een
bewijs van verandering (let wel!) niet van
woonplaats, maar van verblijf, en de
knecht wordt toegelaten Fiat 1 wij hebben
er vollen vrede mede; wij mogen het
internationaal verkeer gaarne zoo uitge
breid zien dat wij bij de honderden
Vlaamsche veldarbeiders ook nog een aantal
dienst- en werkboden voeden en onderhouden,
mits zij dat alles zeiven verdienen, en
wij zouden nimmer aarzelen deze personen
in het Rijk toe te iaten doch altoos voor
waardelijk en met voorbehoud om zoo-
dra de voorwaardewaarop zij toegelaten
zijn 't zij met of zonder hun toedoen
geschonden of vernietigd wordtden per
soon eenvoudigweg uit te zetten. Maar er
is ander gevaaren dit gevaar veroorzaken
zij die met het toezicht op de vreemde
lingen en de uitvoering der wet op dit
stuk belast zijnindien zij die wet niet
streng handhaven en uitvoeren de boven
besproken slagers-timmermans- en met
selaarsknecht heeft gezien hoe de zaken
hier gaanhij heeftde voorbeelden zijn
er, zijn meester in de kaart gezien; hij
krijgt of zoekt met dezen verschil en
begint eene eigene zaakgeholpen door
personen, die met hem door geloofs- en
geestesrichting verwant zijn. Hij heeft
oogenschijnlijk nog altoos middelen van
bestaan en vervult dus de voorwaarde zijner
toelating in het Rijk. Dan ziethij treedt
in het huwelijkwordt met kinderen ge
zegend niet zelden bij eene inlandsche