Algemeen Overzicht.
en moreel overeenkomstig onze wensehen
wij behooren, doch waarmede wij juist
daardoor weêr zoo naauw verbonden zijn
dat we er ons op mogen beroemenden
overgangden band tusschen twee hoofd-
afdeelingen van den Nederlandschen volkstam
te zijn. Dat het Ministerie daartoe de
noodige voorstellen doewij durven van de
Vertegenwoordiging gerustelijk verwachten
dat zij rechtvaardig zal zijn en ons helpen.
Zonder de meer indirecte hulpdie wij
alzoo mogen wachtenkunnen in deze
oorden geene handels- of industrieonderne
mingen bloeijen en zonder deze men weet
het, zijn en blijven wij een bloot landbou
wend gewest en volken men vernedert
ons tot den rang der Indianen van Ameri-
ka's Noordwestendieals de buffel de
prairie heeft verlaten en de zalm naar de
zee is getrokkenmoeten verhongeren
omdat de winter geene vruchten geeft en
de zomer niet genoeg om voor den winter
op te leggen. Weldra zal een wetsvoorstel
in komen tot uitvoering van het reuzenwerk,
de Zeeuwsch-Noord-Brabandschc spoorweg;
een reuzenwerkzeggen wijen dat is
hetde Minister wil de verantwoordelijk
heid voor de afdamming van het Sloe niet
op zich nemenmaar zal de Kamers uit
spraak laten doen I Goed maar gesteld
de Slocdam of de reusachtige Sloebrug komt
tot standwat dan Dan wordt immers
het middendeel van Zeeland (Walcheren en
Zuid-Bcveland) met den vasten wal ver-
eenigd en de Zuidstreek blijfteven als de
Noordslreek op zich zeivende voortbreng
selen van den landbouw zullen nieuwe wegen
vindenten onzent blijft het bij het oude
behalve met deze nieuwigheiddat we 't
genoegen zullen smaken onze penningen
door ons mede opgebracht, te zien weg
voeren ten behoeve van anderen zonder
eenig genot voor ons zeiven. Kan dit
Mag dit? Maar gijlieden zijt ontevre
den werpt men ons wellicht tegen. Be
komt gij niet uw uitvvateringskanaalten
westen uwe spoorweg- en telegraaflijn
ten oosten van den Braakman O ja
maar ziejuist dat ten Oosten en ten
Westen wijst op eene nieuwe bijzonderheid
Oost- en West-Zeeuwsch-Vlaanderen zijn
elkander zoo vreemd als Nederland en Oost-
Pruisen, tengevolge van de ligging vveêrs-
zijds dien Braakman. En wat betreft dien
spoorwegparticuliere onderneming ging
vóór, en de gouvernements-bijdrage (wij
kennen ze niet) zal misschien (misschien
zeggen we) bestaan in eenige bescherming
en eenigen gemakkelijken afstand van do
meingronden terwijl het uitwateringskanaal
in het Westen een erkend recht is, waarbij
de Staatals eigenaar eener menigte gron
den zelf dadelijk belanghebbende is!
Wij zijn dus niet ontevredenwanneer
wij voor ons recht spreken zelfs kunnen
wij zeer onpartijdig zijnToen eenmaal
bestuurders en deskundige staatslieden ons
recht op eene rechtbank in Zeeuwsch
Vlaanderen erkenden, waren wij de eersten
die de Regering toeriepen: „Genoeg! Ons
recht is erkendmaar er zijn omstandig
heden die het strenge recht verbieden
Spaar dus de kosten eener rechterlijke om
wenteling in Zeeland en besteedt eenige
mindere sommen om den rechtbehoevenden
langs anderen weg te helpen Dat her
halen wij wij wensehen en blijven wen
sehen door alle mogelijkezedelijke en
natuurlijke banden aan Nederland en Oranje,
aan Zeeland verbonden te blijven. Maar
wij eischen rechtwij eischen 't ons toe
komend deel aan den algemeenen schat
Wij eischen dit niet door luid geschreeuw
of bedreiging maar door het vrije woord
en de vrije persen daarom doen wij een
vrijmoedig beroep op de rechtvaardigheid
van Vorst en Ministersvan lands- en ge
westvertegenwoordiging
Voor de richtige beoordeeling der Noord-Ame-
rikaausche zaken daar men ook onder ons per
sonen vindt, die partij vóór en tegen kiezen
mogen do volgende cijfers spreken
Bij het begin des oorïogs waren do geconfede
reerde (afgescheidene Stalen ouder President Jef
ferson Davis) in het bezit van 15 Staten en ge
bieden (territoriën)met eene oppervlakte van
1,311,184 vierkante mijlen en eene bevolking van
12,1*21 ,£94 zielen. Zij waren bovendien en daar
door iu het bezit van alle forteu en zeehavens
van Munroe in het Noordentot aan de monding
de Rio-Grande of Groote Rivier van het Noor
den op de Grenzen van Mexico. In het Zuiden
rest hem thans nog 342,268 vierkante mijlen
grondgebiedmet 4,453,23*2 bewonershenevens
4 fortenen slechts eene bovendien nog geblok
keerde haven. Zij hadden behalven het opper
gebied over den reuzenstroom Missisippi vau
Colombus, in Kentucky, tot deszelfs vele monden
beneden New-Orleans7984 mijlen spoorwegen
ter hunner beschikking; thans bezetten ze aan
den Missisippi geen voet grouds meer en hunne
spoorweglijnen zijn tot 1435 mijlen ingekrompen.
De edele Lincoln verbrak de ketenen van hon
derd duizenden mannenvrouwen en kinderen
zuchtende in slavernij, in de Staten Kentucky,
Tennessee, Missisippi," Alabama, Georgie, Noord
en Zuid- Carolina, Florida en Texas terwijl hij
op vreedzame wijze den gruwel der slavernij af
schafte in Louisiana, Maryland. MissouriAr
kansas en in een groot deel van Virginia. Geene
menscheiijke macht kandank zij den langza-
men doch zekeren vooruitgang der bevelhebbers
Grant, Sheeman, Sheridan, Camby en Terragut,
deze reuzenstappen op het gebied der beschaving
en der menschelijkheid ongedaan maken.
Op het te Londen in Guildhall jaarlijksche ban
ket onder voorzitting vau den Lord Major gege
ven sprak lord Palmerston in antwoord op een
hem gebrachten toast, zijn genoegen uit daar te
mogen vorklaren dal Europa thans in vrede is
en dat hij de hoop voedt, dien toestand te zien
voortduren. Hij voegde erbij dat in Japan ze
kere schikkingen worden genomen strekkende
om de betrekkingen met Engeland op eenen be
leren voel te plaatsenzoo als zulks met China
reeds het geval is.
Lord Palmerston heeft ingslijks de hoop uitge
drukt dat de oorlog iu Amerika weldra geeiudigd
zal zijn door het aangaan eener vriendschappe
lijke overeenkomst tusschen de oorlogvoerende
partijen.
Hel wenschtevenweldat Engeland in het
vervolg niet meer al'hange vau Amerika voor
wat het katoen betreft, welke groudslof zoo hoogst
noodzakelijk is voor de welvaart vau een groot
deel zijner bevolking.
Do Cooslitutiouner geeft het volgend blijk
baar van hooger hand medegedeeld artikel over
de dépêche van den minister Generaal de la
Marmora
„Wij ontvangen heden in „exteuso" de dépêche
van den Generaal de la Marmora, welke dooi
den telegraaf eerst zeer onvolledig overgeseind
was. Wij brengen dit stuk ouder de oogen on
zer lezers als een uieuwbewijs der laatste over
eenkomst tusschen do Fransche en ltaliaansche
staatsbesturen. Als wijzullen zij gelukkig zijn
den voorzitter des ministerraadsmet het beleid
der builenlandsche zaken belastte hooren ver
klaren dat het verdrag van den 15 September
geheel en al voldoet aan do eischen van den toe
stand met betrekking tot het Pausdom dewijl het
stellige verzekeringen geeft aan Frankrijk en aan de
Katholieke wereld."
„Dergelijke taal verijdelt elke valsche uitleg
ging. Eu als de heer de la Marmora erbij voegt
dat Italië, afziende van alle geweldige middelen,
met nog meer reden de geheime revolutionnairo
kuiperijen verstoot, zelfs de gedachte daarvan",
drukt hij een edel gevoel uit "t welk door de
Franschó regering nooit betwijfeld was gewor
den; want, in de ofiiciële stukken is er nooit
melding gemaakt van geheime of onderaardsche
wegendan om het ltaliaansche gouvernement
uit te noodigen om de redeneringen eener dag
bladpers to beantwoorden, die hoewel bovriencl
niettemin beleedigend was en van weerszijds de
Alpen den geest des verdrags trachtte le ver-
vaischenen aldus de openbare denkwijze te be
driegen.
Ten gevolge dier redeneringenwaren de uit
leggingen tusschen de twee overeenkomende lan-
hoogst noodzakelijk gewordendoch om hiervan
een goeden uitslag te kunnen hopeumoesten
die uitleggingen volledig zijn, Ook zijn ze vrij
moedig en zonder voorbehoud en ze hebben ver
klaringen uitgelokt welke wij ontwaren in de
dépêches der heeren Nigra en de la Marmora.
„Wij blijven dus de overtuiging koesteren dat
het verdrag van den 15 September zoo als do
voorzitter des Itali.ianscheu ministerraads het
zegt: Naauwlettend cu in zijn geheel ten uit
voer gebracht zal worden." Dit is al wat men
yan een verdrag verlangen kan. Minder doen, is
aan zijne verbindlenis le kort komen is de over
treding van zijn recht. Ieders plichten zijn aan
gestipt, en er bestaat geene aanleiding meer
lot een nieuw raisverslaud."
Ongetwijfeld bestaan ernaast do verdragen
die de gouvernementen ouderling verbinden ten
allen tijde en in alle landennationale wensehen,
voortspruitende uit de wijsbegeerte en do ge
schiedenis en welke niets gemeens hebben met
de diplomatieke schikkingen. Doch het is even
waar datals een gouvernement rekening houdt
van die wensehen, en daaraan een lichaam geeft,
zij uit het denkbeeldig gebied overgaan op het
werkelijk gebied, en alsdan moet men daarvan
wel rekening houden in de betrekkingen der
Staatkunde. Dit is gebeurd met de nationale
wensehenvan welke de heer Nigra gesproken
had in zijne dépêche van den 15 September, en
welke hij juist en duidelijk bepaald en geken
merkt heeft in zijne dépêche van den 30 Octo
ber met te verklaren dat men door die woor
den verstaan moest „do verzoening tusschen het
Pausdom en „Italië."
„Onder dit punt van belang, waren de ver
keerde uitleggingen gemakkelijkmaar thans
zijn die niet meer mogelijk. De goede verstand
houding heerscht tusschen de twee gouvernemen
ten en men moet zich hierover des te meer
geluk wensehen omdat.1, dank aan deze regelin
gen, Frankrijk zijne troepen uit Rome terug zal
kunnen trekkenen aldus bewijzen dat het be
reid is om het grondbeginsel der niet tusschen-
komst te eerbiedigenals het zulks doen kan
zonder belangen van hoogere orde, welke zijue
eer voorschrijft te berschermen, iu gevaar te
brengen.
„Er is nu geene spraak mèer van het ten uit
voer brengen des verdrags en de heer de la
Marmora heeft gelijk als hij zegt: De weg is
afgebakend voor de beide gouvernementen. Wij
hebben do dubbelzinnigheden niet meer lo vree
zen. De inzichten van Frankrijk zijn met zoo
veel krachtdadigheid als gematigdheid bloot ge
legd door 's Keizers miuister, iu zijne dépêche
van den 30 October; en een ieder zal die edel
aardige belofte van den doorluchtigen generaal
goedkeureu.
Italië zal in trouwhartigheid wedijveren met
Fraukrijk."
Te Parijs heeft als een bewijs hoezeer de op
positieschoon sluimerend, echter uiet dood is,
de volgeude manifestatie plaats gehad.
Voor eenige dageubij gelegenheid der ope
ning van de geneeskundige school, is de minister
van ouderwijs op hevige wijze uitgelloteu. Do
zaal was namelijk stampvol, zoo dal eenige stu
denten die bij de deur stondengedwongen
waren hunne hoeden op hel hoold te houden.
Toen de minister het woord opuaui om zjjne re
devoering uit le sprekenbegon hij met de op-
merkiug dat de studenten blootshoofd moeten
staan wanueer zij zich in bijzijn van zulke ach
tenswaardige hoogleeraren met grijze haren be
vinden. Daarop ving een hevig gefluit aan. De
miuister was eeuigzius ontroerd door die mani
festatie maar zette zijue redevoering voort hij
geraakte echter iu de war en richt eenige raad
gevingen omtrent hun volgend leven tot de stu
denten waardoor het gesis en gefluit algemeen
werd en de minister gedwongen was zijne rede
voering zoo spoedig mogelijk af te breken.
De Prov. Korr." bevat een artikel over de be-
trekkingeu welke er op dit oogeublik tusschen
Oostenrijk en Pruisen bestaan.
Dezelfde vrieudschaps- en vertrouwelijke be
trekkingen van vroeger, bestaan er thans nog
tusschen de beide mogendheden", zegt het half—
olficiële blad. Geen hunner zou iu het minste
die betrekkingen willen afbreken; men voorziet
zelfs de waarschijnlijkheid uiet dat de vriendschap,
welke er tusschen Oostenrijk en Pruisen bestaat
zou kunnen afgebroken worden."
De Korr." denkt overigensdat men voorloo-
pig het bewijs der welwillendheid van Oostenrijk
in den legenwoordigen toestand der kwestie van
Laueuburg kan zien.
Men schrijft uit Koppenhagen: Na eene dis
cussie, welke drie uren heeft geduurd, heeft do
Folkethiug met 70 stemmen tegen 21 het voorstel
aangenomen, strekkende tot het bekrachtigen van
het vredes-traktaat.
Het traktaat is aan den Landslhing gezonden
MouradBarfot en Birtedahl hebben er tegen
gestemd.
Do Belgische begrooling bevat in u'tgaveu
voor 1865
Dotationfr. 4,247,980
Justitie 14,838,168
Buitenlandsche zaken 3,175,792.50
Oorlog34,904,950
Financiën13,825,120
Openbare werken 29,369,735
Binnenlandsche zaken 11,366,076
De begrooting van dotatie geeft eene verhoo-
giug van 10,000 francs, bestemd om een deel van
den prijs te betalen der schilderijendie aan de
heer Gallait voor den Senaat besteld werden.
Op die der justitie is er eene verhooging van
90,000 fr. Op die der buitenlandsche zaken is er
eene vermindering van 61,830 fr. Op die van
oorlog eene van 47,150 fr.maar die vermindering
komt enkel voort uit de rations, welke men, in
1864 hooger had verleend. De begrooting van
financiën is 1220 fr.die van openbare werken
1,469,090 fr. en die van binnenlandsche zaken
18,082 fr. 81 c. hooger.